In de aanloop naar het WK in Brazilië gidst Sport/Voetbalmagazine u door het Braziliaanse voetbal aan de hand van het alfabet.

ZAGALLO, MÁRIO

(Maceió, 9 augustus 1931)

Hij was de eerste die zowel als speler als als bondscoach de Wereldbeker won. Alleen Franz Beckenbauer deed hem dit na (1974 en 1990), maar Mário Jorge Lobo Zagallo won twee wereldtitels als speler (1958 en 1962), één als hoofdcoach (1970) en één als assistent-bondscoach (1994). Hij is wellicht de belangrijkste man uit de geschiedenis van de Goddelijke Kanaries, want hij was ook de tweede man in bevel bij het WK van 1998 (zilver) en van 2006.

‘De Oude Vos’ was een hangende linksbuiten en de aangever bij de fabelachtige kopbal van Pelé in de finale van het WK 1958. Hij speelde voor América, Flamengo en Botafogo en trainde de vier topclubs van Rio. Hij was bovendien aan de slag als bondscoach van Koeweit, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten.

ZÉ ROBERTO

(Ipiranga, 6 juli 1974)

Voetbalnaam van José Roberto da Silva Junior. Aanvallende middenvelder die vooral furore maakte in de Bundesliga. Zijn carrière begon in Brazilië bij Portuguesa. In 1997 werd hij ontdekt door Real Madrid, maar hij vond dat hij te weinig speelkansen kreeg en keerde voor een halfjaar terug naar zijn vaderland (Flamengo, waar hij de foerier werd van Romário) om zijn selectie voor het WK in Frankrijk af te dwingen.

Na de Wereldbeker tekende hij voor Bayer Leverkusen, waar hij tot een revelatie uitgroeide. Hij bereikte met de ploeg van de pillendraaiers de finale van de Champions League 2002, maar verloor tegen zijn ex-club uit Madrid. Na de eindstrijd van het kampioenenbal voegde hij zich bij zijn vroegere Bayerploegmaat Michael Ballack bij Bayern München, waarmee hij drie Duitse titels vierde. Na het WK 2006 keerde hij naar Brazilië terug, maar na één seizoen bij Santos stond hij opnieuw in München. Hij speelde nu als verdedigende middenvelder naast Mark van Bommel en won de dubbel. Na drie seizoenen trok hij naar HSV en bouwde vanaf 2011 af in Qatar (Al Gharafa). Hij hield het daar na één jaargang voor bekeken en keerde nu definitief naar eigen land terug. Op 39-jarige leeftijd maakte hij nog steeds deel uit van de selectie van Grêmio.

Zé Roberto nam deel aan de WK’s van 1998 en 2006. Hij telt 84 caps en scoorde zes keer voor de Seleção.

ZICO

(Rio de Janeiro, 3 maart 1953)

Voetbalnaam van Arthur Antunes Coimbra. De ‘Witte Pelé’ werd als snel de bijnaam van Zico. “Hij was de speler die mij het dichtst benaderde”, zei de echte Pelé ooit. De twee voetbaliconen hebben ook gemeen dat ze allebei minister van Sport waren. Met Zico als regisseur beleefde Flamengo zijn succesrijkste periode uit de clubgeschiedenis. Zico won met Fla in de jaren tachtig vier landstitels, de Copa Libertadores en de intercontinentale beker. Zico scoorde meer dan 500 keer in ruim 700 matchen voor Flamengo. Tussendoor speelde hij twee jaar voor het Italiaanse Udinese in de Serie A. In zijn eerste seizoen in het calcio scoorde hij 19 keer. Eén keer minder dan topschutter Michel Platini voor Juventus.

Hij was ook goed voor 48 goals in 71 interlands voor Brazilië en nam aan drie WK’s deel. In 1978 maakte hij in de slotseconden de winning goal in de partij tegen Zweden, die door de Welshe scheidsrechter Clive Thomas werd afgefloten terwijl de bal in de lucht was. Het doelpunt telde dus niet. In 1982 was hij met vier goals een van de uitblinkers van het toernooi. In Mexico 1986 miste hij een strafschop in de kwartfinale tegen Frankrijk. In de penaltyserie achteraf trof hij wel raak, maar Brazilië werd uitgeschakeld omdat Sócrates en Júlio César faalden.

ZIZINHO

(São Gonçalo, 14 september 1921Rio de Janeiro, 8 februari 2002)

Voetbalnaam van Thomaz Soares da Silva. De beste voetballer van de wereld die nooit wereldkampioen werd. In geval Brazilië in 1950 de titel had gepakt, was hij nu wellicht even beroemd als Pelé. Zizinho werd tot beste speler van dat toernooi uitgeroepen, maar staat vanwege de nederlaag tegen Uruguay in Brazilië bekend als een loser.

Zizinho vormde de link tussen Leônidas, met wie hij begin jaren veertig nog even samen speelde bij Flamengo, en Pelé, tegen wie hij eind jaren vijftig nog speelde. Pelé noemde hem de beste voetballer die hij ooit aan het werk had gezien. Zizinho kon dan ook alles met een bal. Hij scoorde 30 keer in 53 interlands en won titels met Flamengo, Bangu en FC São Paulo.

DOOR FRANÇOIS COLIN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content