Theatermaker, opportunist, vakman, puinruimer, crisismanager: geen trainer die zulke fel contrasterende beelden oproept als Georges Leekens. Apart portret van een voetbaldier dat zijn ware gevoelens altijd verbergt achter een masker van zelfverzekerdheid.

Glimmend van trots staat Georges Leekens op de naast de E40 gelegen parking van een hotel-restaurant in Oostkamp. Auto’s zoeven voorbij, een cameraploeg van de VRT maakt zich klaar voor een interview, rechtstreeks in Het Journaal. Het nieuws dat Leekens de nieuwe bondscoach wordt, is niet eens 24 uur oud. Tja, dat is wat anders dan KV Kortrijk, bedenken we. Leekens is geheel zichzelf bij deze opmerking. “Ik ben bloednerveus”, spreekt hij met trillende stem en met veel gevoel voor show laat hij zijn benen bibberen. “En vanavond moet ik nog naar Phara“, vervolgt hij en zijn armen beginnen te beven: “Ik ben dat niet gewoon, zo veel aandacht.” Hij lacht om zijn clowneske inval. Of Sport/Voetbalmagazine ook iets gaat doen aan zijn aanstelling tot nieuwe bondscoach? Ja, een poging tot een portret. “Oei,” bedenkt Leekens, “dan zal dat verhaal snel gemaakt zijn. Je noemt gewoon alle clubs op waar ik gewerkt heb en er blijft niet veel plaats meer over.” En grijzend klopt hij je op de schouder.

Georges Leekens ten voeten uit. Sommigen vinden dat hij zichzelf vaak op een artificiële manier opblaast, dat hij show verkoopt, afwisselend met veel pathetiek en gespeelde dramatiek, maar intimi zien dat anders: Georges Leekens is wel degelijk een man die graag en veel lacht en in gezelschap graag de aandacht op zich vestigt. Ook al verbazen de spelers zich steeds weer over de manier waarop Leekens met de media omgaat. In niets herkennen ze de trainer terug die met hen werkt. Op het trainingsveld of in de kleedkamer is hij veeleisend, pikant en soms spitant, cynisch en meedogenloos. Maar in ruil voor loyaliteit verdedigt hij wel zijn groep. Door dik en dun. Zo zal het ook in zijn tweede ambtsperiode als bondscoach zijn. Georges Leekens, de Advocaat van de Duivels.

Hoeveel interviews zouden we met Georges Leekens hebben gemaakt? Twintig, dertig? We zijn de tel kwijt. Het allereerste ergens in het midden van de jaren zeventig, langs de Lege Weg in Sint-Andries, waar Leekens toen woonde, naast de deur hing een naambord: Georges Leekens, kinesist. Hij vertelde over zijn carrière, hoe hij spitsen probeerde te neutraliseren, als notoire kuitenbijter, eerst van Crossing Schaarbeek, een zigeunerploeg, een smeltkroes van culturen waar hij zelfs Anderlecht was opgevallen, zijn onorthodoxe stijl ten spijt. Maar Leekens wilde eerst zijn studies afmaken en verhuisde later naar Club Brugge, voor zes miljoen frank, een gigantische som in die tijd. Hij vertelde dat hij zijn allereerste match voor Club nooit zal vergeten, een vriendschappelijke partij tegen Bayern München, waarin hij tegen de legendarische Bomber Gerd Müller aantrad. Door een uitmuntend positiespel hield Leekens de goalgetter uit de match. Door zijn beperkingen leerde hij nadenken over zijn vak. Dat eist hij nu als trainer ook van zijn spelers.

Extreme discipline

Met welke hartstochtelijke liefde praatte Leekens in ieder interview niet weer over Club Brugge? Hij zag hoe Ernst Happel uit kleine schakeltjes een onwrikbare ketting kon vormen, hoe hij de kunst verstond spelers keer op keer te prikkelen, hoeveel innerlijke overtuiging er in het elftal schuilde, zo veel dat iedereen constant bezig was met de vraag: hoe positioneer ik mij, hoe positioneert de ploeg zich? Hij heeft er zich als trainer altijd op geïnspireerd, hij leerde van Happel dat alles voor het belang van de discipline moest wijken. Zoals die ene keer toen vier spelers van Club Brugge naar het bestuur trokken om te onderhandelen over een premie, maar de bus al vertrokken was toen ze terugkwamen. Ze mochten veertien dagen met de invallers trainen. Ook Leekens zou later in zijn trainerscarrière vaak op een extreme manier discipline eisen. Hij botste daardoor wel eens met spelers. Omdat hij zich niets aantrok van gevoeligheden en soms bewust provoceerde en choqueerde.

En we herinneren ons nog het eerste interview dat we met de trainer Leekens hadden, hij was net aan de slag gegaan bij Cercle Brugge en praatte vier uur lang in de tuin van zijn woning, eerst met koffie en taart, dan later nog met belegde broodjes en vervolgens ontkurkte hij een fles champagne. Leekens vertelde toen, in 1984, dat de Belgische voetballer op conditioneel vlak de aansluiting met het buitenland zou verliezen omdat er niet efficiënt genoeg werd getraind, omdat de omkadering en begeleiding ontoereikend bleef. Hij vond dat veel voetballers mentaal niet sterk genoeg waren, gewoon omdat het hen op dat gebied aan begeleiding ontbrak. En hij praatte over continuïteit en dieptewerk, een uitspraak die wel brutaal botste met zijn latere trainerscarrière. Leekens deed alleen bij Cercle Brugge zijn verbintenis uit. Hij begint nu aan zijn negentiende klus als trainer.

Dat hij nu nog onder contract lag bij KV Kortrijk en een overeenstemming had bij Lokeren typeert hem. Het levert hem hier en daar het imago op van opportunistische geldwolf, een lepe man die lak heeft aan ethiek. Leekens verzette zich altijd tegen dat beeld. Zijn fouten kon hij nooit erkennen. Omdat hij vindt dat je je daarmee alleen kwetsbaar opstelt. In dat soort momenten hulde hij zich liever in breedsprakerigheid of glipte handig rond stekelige vragen heen. Het is voor iedere interviewer nog altijd moeilijk om Leekens bij de zaak te houden.

Een emotionele band

Nooit heeft Georges Leekens ervan gehouden om zijn ziel bloot te geven. Emotionaliteit is niet aan hem besteed, hij verbergt zijn gevoelens achter een masker van zelfverzekerdheid. Op die ene keer na dan, in 1997, toen zijn vrouw Arlette door een hersenbloeding was getroffen en lang balanceerde tussen leven en dood. Leekens, toen aan het werk bij Moeskroen, vertelde hoe hij aan haar ziekbed zat en ze de laatste sacramenten kreeg. Hij zei in een opmerkelijke opwelling van openheid dat hij van de training naar huis reed en vaak langs de kant van de weg moest gaan staan om te wenen. Maar hij sprak de spelers die met het gezicht van een lijkbidder in de kleedkamer zaten berispend toe: ‘Zo helpen jullie mij niet verder.’

Een paar maanden later werd Leekens bondscoach. Een periode tussen triomf en tragedie. We maakten de verplaatsing naar Istanbul mee, in mei 1997, toen de op een drijfzand van wantrouwen bouwende Leekens had geprobeerd om tussen de spelers een emotionele band te laten ontstaan, omdat hij niet wil dat voetballers in een zakelijk klimaat functioneren. Daar, op een kruispunt tussen twee continenten, wonnen de Rode Duivels met 1-3 en stond uitgerekend Enzo Scifo aan tafel op om de technische staf voor hun werk te bedanken.

En wie herinnert zich de beelden niet meer van een uitgelaten Leekens, in de gutsende regen en in een acocalyptisch decor, die na een dubbele testwedstrijd tegen Ierland de Rode Duivels voor het WK 1998 in Frankrijk plaatste? Maar juist dat WK groeide voor hem uit tot een nachtmerrie. Problemen met Enzo Scifo, de Franstalige pers die zich tegen hem keerde, regels waarover hij zelf struikelde, plots gebeurde er iets heel tegennatuurlijks: Leekens, de toegankelijkheid in persoon, de man die journalisten bijna amicaal tegemoet trad, zag in de media een vijand. Het moet de meest wrange tijd geweest zijn uit zijn trainerscarrière. Veel moeilijker nog in die drie maanden bij Anderlecht waarin hij een aantal zaken te snel wilde veranderen maar moest constateren dat de club voorrang gaf aan het optrekken van een nieuwe tribune.

Die drang om zijn stempel te drukken is de vaste bondgenoot in de carrière van Leekens. Hij zet meteen de lijnen uit en geeft de richting aan. En ook zijn oefenstof vergt enige aanpassing: Leekens traint strak maar probeert toch constant het evenwicht te vinden tussen ontspanning en concentratie. En hij hamert telkens weer op een groepsgevoel. Het is Leekens die de spelers van Club Brugge verplichtte ook na iedere oefensessie nog een tijdje te blijven. Omdat dit de teamspirit ten goede kwam. Vreemd dat Georges Leekens bij Club Brugge de enige titel uit zijn trainerscarrière haalde. Nadat hij aanvankelijk werd bekritiseerd omdat hij met vijf man achteraan speelde.

Ook die behoudende aanpak achtervolgde Leekens constant. Hij heet geen avontuurlijke coach te zijn en gaat uit van een gedegen organisatie en stugge defensie. Ook dat soort opmerkingen schoof hij telkens weer voor zich uit: systemen interesseren hem niet, het gaat er hem om wat er met de bal gebeurt. Belangrijk binnen zijn filosofie is wel dat er een blok op het veld staat. Als dat niet gebeurt, kan hij zich in hoge mate opwinden. En essentieel is ook dat het zo snel mogelijk vooruitgaat. Vandaar dat clubs die onder zijn regie opereren, veel gemakkelijker naar het wapen van de lange bal grijpen dan eindeloos te combineren.

Geen gemakkelijke trainer

Georges Leekens is een voetbaldier. Hij is niet bang om op een vrije dag naar zijn club te komen om een speler individueel te trainen. Zoals hij dat bijvoorbeeld dit seizoen bij KV Kortrijk met Christian Benteke deed. Of zoals destijds bij AA Gent met Mbark Boussoufa, die hij vaak vrije trappen liet nemen, ook al eens tijdens een volledige training, terwijl de anderen wedstrijdjes mochten spelen. Leekens is een vat vol engagement en temperament. Zoals hij daar ook vaak langs de lijn staat en met handgebaren duidelijk maakt wat hij wil.

Natuurlijk sloeg Leekens al eens de bal mis. In Bryan Ruiz bijvoorbeeld geloofde hij niet en sommige spelers vinden na een tijdje zijn trainingen en zijn aanpak te voorspelbaar. Is het daarom dat Leekens het na een tijdje voor bekeken houdt? Of heeft dat te maken met zijn zoektocht naar nieuwe uitdagingen, met zijn rusteloze natuur? Of is hij echt verblind door het geld? Zoals hij nog maar een dik jaar geleden bij Lokeren de deur achter zich dicht klapte om naar Saudi-Arabië te gaan. Of zoals hij eerder al eens als bondscoach naar Algerije trok, het na vier maanden voor bekeken hield en vervolgens voor de tweede keer in Moeskroen neerstreek. Waarop een gedemoraliseerde Lorenzo Staelens te horen kreeg dat zijn aanwezigheid bij de A-kern niet langer was gewenst en hij wegvluchtte.

Zelden verloopt de komst van Leekens geruisloos. Zoals bij Roda JC toen hij pas echt een pose aannam, een Belg die arrogantie acteerde om deze Nederlandse club op zijn kompas te laten varen. Maar iedereen in Kerkrade verbaasde er zich over dat Leekens uit een door onderlinge ruzies verscheurde en versplinterde groep een geheel wist te metselen. Veel vaker gebeurde het echter dat Leekens bij zijn aanstelling een hele lading nieuwe spelers aantrok. Zoals dit seizoen bij KV Kortrijk: veertien nieuwe spelers waaiden tijdens deze voetbaljaargang het Guldensporenstadion binnen. Zijn roep naar versterking weerklinkt altijd. Voor dirigenten is Leekens nooit een gemakkelijke trainer geweest. In zijn drang om te professionaliseren zorgt hij al eens voor commotie. Ze zullen het bij de Voetbalbond snel genoeg merken.

Soms kordaat, soms lachend

Georges Leekens is een trainer voor de korte termijn. Het is nog een etiket dat hij opgespeld kreeg en los van het gegeven of dit klopt, kan hij dit beeld niet ontkrachten: Leekens begint aan zijn 19e klus in 26 jaar trainerschap, terwijl hij als voetballer, ook in 26 jaar, vijf clubs diende. Leekens voelt wanneer hij uit een groep het maximale heeft gehaald. Zoals nu bij KV Kortrijk. Daarom richtte hij zijn blik naar Lokeren, sprak hij van een duobaan met de nationale ploeg, kreeg te horen dat dit niet kon en maakte weer een ommezwaai. Het is een ongerijmdheid in een carrière van iemand die altijd spreekt over professionalisme, hoge morele waarden en het nakomen van afspraken.

En zo staat Georges Leekens nu weer aan het hoofd van de Rode Duivels. Natuurlijk is hij nu blij met die nieuwe uitdaging, hij zal ervoor gaan, van een jonge getalenteerde groep een geheel maken, het is hem eigenlijk op het lijf geschreven. De regels zullen duidelijk zijn. Geen egotripperij, geen verwaande trekjes, Leekens verstaat de kunst om iedereen met de voeten op de grond te houden. Soms kordaat, dan weer lachend. Zoals die ene keer bij AA Gent toen Nicolas Lom-baerts vond dat hij liever centraal achteraan speelde dan linksachter. Of zoals die andere keer toen Guillaume Gillet met heel veel gel in zijn haar de kleedkamer binnenkwam.

Ooit heeft Georges Leekens gezegd dat hij vooral van bescheidenheid houdt. Weinigen die dat geloven. Maar weinig mensen ook die er echt in geslaagd zijn tot in het diepste van de ziel van Georges Leekens door te dringen. Rustig zal het onder hem in en rond de nationale ploeg nooit zijn. Leekens gaat zich profileren. Hij, die telkens bij de genomineerden hoort voor de titel van Trainer van het Jaar en die eigenlijk lang, veel te lang naar zijn idee, in de schaduw heeft gewerkt. Of dat toeval is, dat zal nu echt moeten blijken.

Eén zaak heeft Georges Leekens tijdens zijn trainingsparcours wel veranderd. Hij ontvangt journalisten al een aantal jaren niet meer bij hem thuis. Maar wel in het hotel-restaurant in Oostkamp, naast de E40. Daar waar de VRT vorige week dinsdag verscheen om Leekens rechtstreeks in Het Journaal op te voeren. En daar waar hij je nog altijd graag op een koffie trakteert. Maar zonder taart.

door jacques sys – beelden: reporters

“Rustig zal het in de nationale ploeg onder Leekens nooit zijn.”

“Van een getalenteerde groep een geheel maken, het is Leekens op het lijf geschreven.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content