Uiteindelijk, op de allerlaatste speeldag, maakte het team uit de stad van Elio Di Rupo dan toch nog zijn favorietenrol waar : Bergen keert na één jaar al terug naar de eerste klasse.

De keuze van het bestuur om de ruggengraat van het seizoen 2004/05 ook in de tweede klasse te behouden, is lonend gebleken. Spelers zoals doelman Cédric Berthelin, centrale verdediger Dare Nibombe, offensieve middenvelder Alessandro Cordaro en spits Jérémie Njock deden al ervaring op met de club in de eerste klasse. Toen het kampioenschap in tweede begon, hadden zij geen aanpassingsperiode meer nodig. Dat verklaart ongetwijfeld mee de kampioenstitel. Coach José Riga, die na een periode als adjunct bij Standard zijn debuut maakte als hoofdtrainer, slaagde er snel in om de mayonaise te doen pakken. Het commentaar van de spelers : over de keerpunten, de druk, de kwaliteit en de coach.

De keerpunten

Cédric Berthelin : “Het belangrijkste keerpunt van het seizoen beleefden we toen de bond ons toch de punten ontnam die we tegen Beringen Heusden-Zolder hadden gewonnen en die ons eerder waren toegekend. Een moeilijk te verteren beslissing. Hoe kan men de ene dag wit zeggen en de volgende dag zwart, als er geen enkel nieuw element in het dossier zit ? We wonnen zes punten tegen de Limburgers en deden daarmee wat van ons werd verwacht. Het is toch niet logisch dat wij daarna het slachtoffer werden van de beheersfouten die bij die club werden gemaakt ? Men mag dan nog zeggen dat de KBVB gewoon het reglement heeft toegepast, voor mij is dat reglement compleet verouderd. Toen we eerst te horen kregen dat we die zes punten mochten houden, hebben we onbewust wat gas teruggenomen, omdat ons nog weinig kon overkomen. Uiteraard profiteerde Overpelt-Lommel daar enigszins van. En toen de melding kwam dat we die punten toch kwijt waren, was het moeilijk om ons weer op gang te trekken, omdat de veer wat gebroken was. Hoe dan ook, indien men dit dossier correcter had afgehandeld, dan hadden we niet tot op de laatste speeldag moeten wachten om de titel te vieren. De match die me het best zal bijblijven is onze 0-4-zege bij Overpelt-Lommel. Die dag hebben we overduidelijk bewezen de beste ploeg van de tweede klasse te zijn. Vergeet niet dat we ook met 6-1 als een pletwals over Kortrijk gerold zijn.

“Dat was allemaal de bevestiging van een uitstekende voorbereiding. Toch waren er voor mij ook enkele negatieve kantjes. We herbegonnen al eind juni met de training, hoewel de competitie pas twee maanden later van start ging. Dat was de wens van het bestuur omdat er verscheidene nieuwe spelers en een nieuwe coach moesten worden ingepast. Maar daar betaalden we in december de rekening voor. Toen zaten we echt op ons tandvlees en gedurende de hele maand draaide het toen ronduit vierkant. We verloren ook enkele punten door nog goals weg te geven in de allerlaatste minuten, wat wijst op een gebrek aan concentratie en strijdlust. En we leerden daar weinig uit, want het gebeurde herhaaldelijk. Anders waren we enkele weken geleden al kampioen geweest.”

De druk

Dare Nibombe : “Het bestuur maakte vorige zomer al duidelijk dat we meteen de promotie moesten afdwingen, omdat de club zich geen verblijf van twee jaar in tweede kon veroorloven. Druk, maar een positieve druk, iets anders dan degradatiedruk. De club keek op geen inspanning om ons voort te laten werken als echte profs. Verscheidene keren trainden we twee keer per dag. Bovendien probeerde de coach altijd om de druk bij ons weg te nemen. Hij zei wel honderd keer dat we enkel aan de volgende wedstrijd moesten denken. Maar we wisten natuurlijk wel dat enkel met een titel iedereen tevreden zou zijn. De voorzitter kwam geregeld herhalen dat hij zijn deel van de verantwoordelijkheid niet uit de weg ging en ons altijd op tijd betaalde. Er moest geen tekeningetje bij om te begrijpen dat wij van onze kant ook maar ons contract moesten vervullen door te winnen. Toen Overpelt-Lommel ons drie weken geleden voorbijstak, kwam hij in de kleedkamer nog eens zeggen hoezeer hem dat ontgoochelde. Als we niet konden terugslaan, zou hij wellicht vertrekken, kregen we te horen. We kregen er kippenvel van. Maar in de beslissende wedstrijden heeft de coach er dan toch voor gezorgd dat we niet bezweken onder de druk.”

De kwaliteit

Alessandro Cordaro : “Dit team was in de eerste klasse twaalfde, dertiende geëindigd. We speelden dit seizoen tegen drie eersteklassers : in de voorbereiding wonnen we van Brussels, daarna schakelden we voor de beker La Louvière uit en ten slotte werden we zelf uitgeschakeld door Moeskroen, nadat we een beresterke partij speelden. Deze groep is sterker dan het team dat een jaar geleden naar tweede zakte. We beschikken over meer voetballend vermogen en zijn vooral mentaal sterker. Weet je, we hebben dit seizoen enorm veel gelachen. De ambiance in de kleedkamer was uitstekend en de wil om de tegenstander te overvleugelen was altijd aanwezig. Ik had de indruk dat de sfeer van het eerste jaar in de eerste klasse onder Marc Grosjean helemaal terug was.”

De coach

Jérémie Njock : “José Riga is voor ons als een onderwijzer die goed overweg kan met zijn leerlingen. Hij verheft zijn stem slechts zelden en is zeer constructief. Van bij het begin van het seizoen maakte hij duidelijk dat hij iedereen gelijk zou behandelen. Hij spreekt op dezelfde toon tegen een jongere zoals Cordaro als tegen een speler die al veel heeft meegemaakt zoals Eric Rabesandratana. Psychologisch levert hij perfect werk af. Toen hij de laatste weken vaststelde dat de druk ernstig toenam, heeft hij die voor een groot gedeelte op zijn eigen schouders genomen. Ook de inhoud van zijn trainingen was uitstekend. We trainden enorm veel op balbezit, op de spelopbouw, de afwerking en op stilstaande fasen. Wie in balbezit is, moet die bal niet meer veroveren, herhaalde hij voortdurend. Dan moet de tegenstander lopen. Riga mikt elke week op mooi, verzorgd en offensief voetbal. Niet één keer zijn we aan een match begonnen met de ambitie om maar één punt te pakken. Zowel uit als thuis gingen we volop voor de zege. Dat is zijn filosofie. Ook voor de beker van België tegen Moeskroen moesten we vanaf de start zo hoog mogelijk pressing voeren. Hij wil echt totaalvoetbal waarbij elke speler zich zowel offensief als defensief volledig geeft. In 95 procent van de gevallen wist hij ook perfect wat er zou gebeuren. Voor dé match van het jaar, de verplaatsing naar Overpelt-Lommel, waren er bij de tegenstander veel geblesseerden, maar toch zette de coach hun elftal perfect op het bord. Zijn uitleg klopte als een bus. De manier waarop hij het spel ziet en een tegenstander kan scouten zijn indrukwekkend. Het was echt plezierig spelen onder hem, een heel seizoen lang. Zijn aandeel in het feit dat ik topscorer van de tweede klasse werd, is beslist niet gering.”

PIERRE DANVOYE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content