Met een draw tussen gastland Mali en het Liberia van speler-trainer George Weah is de 23ste Afrika Cup vorige zaterdag in Bamako van start gegaan. En dit in nog ergere economische omstandigheden dan twee jaar geleden in Burkina Faso, want de wereldwijde economische crisis heeft in het door droogte en schraalheid geteisterde Mali nog harder toegeslagen dan in de rest van Afrika. In het land sterven enorm veel kinderen, is er veel ongeletterdheid, een korte levensverwachting en een minimaal bruto nationaal product.

De overheid had dus makkelijk de organisatie van het toernooi van zich kunnen afwentelen. Maar de Malinezen, geprikkeld door de uitdaging en trots zoals alle Afrikanen, hebben de moed en de opofferingen opgebracht om tot het einde door te gaan. Het zal nog jaren duren vooraleer hun schulden zijn afgelost. Want dit arme land heeft zich veel moeten getroosten om de duizenden spelers, coaches, talentenscouts, officials, VIPS’s, journalisten en supporters op een degelijke manier te ontvangen.

Deze om de twee jaar terugkerende moeilijkheden hebben de Afrikaanse voetbalbond (CAF) er logischerwijze toe aangezet de Afrikaanse landenbeker vanaf 2006 – tijdens de met het WK gelijklopende jaren – als kwalificatiemiddel voor het WK te laten gelden. Na de finale van de Afrika Cup zal, wie deelnam aan het toernooi en aan de kwalificaties voor het WK, naargelang de prestaties, tussen de 18 en 25 wedstrijden hebben gespeeld. Begrijpelijk een doorn in het oog van de talloze Europese en Aziatische clubs die Afrikaanse voetballers onder contract hebben en ze, in een vaak cruciale periode, wekenlang moeten missen.

De Afrika Cup blijft evenwel nog altijd het uitstalraam van het Afrikaanse voetbal. De spelersmakelaars en talentenscouts komen er de meest begaafde jongeren wegplukken en Afrika – waar de creativiteit van de jeugd nog altijd welig tiert omdat ze er niet gekortwiekt wordt door enggeestige coaching of beperkte speelruimtes – krijgt daar weinig voor terug. Tenzij nu de wereldbeker van 2010, wat misschien een vergiftigd geschenk wordt.

In het laatste nummer van African Soccer, uiteraard volledig gewijd aan de Afrikaanse Landenbeker, heeft CAF-preses en vice-fifavoorzitter Issa Hayatou gesteld welke de voorwaarden zijn om de geloofwaardigheid en het prestige van het voetbal in zijn werelddeel te herstellen :

-de herstructurering van de clubs en van de nationale bonden;

-de strijd tegen geweld en corruptie;

-de toename van de beslissingsmacht van Afrika binnen de Fifa.

Geen gemakkelijke opgave, weet ook de baas van het Afrikaanse voetbal. Hij blameert wel de rol van de lokale mentors, meer in dienst van de op de loer liggende buitenlandse clubs dan van hun eigen verenigingen. Ook veroordeelt hij het geweld, dat het gevolg is van chauvinistische supporters, onachtzame organisatoren, onbevoegde veiligheidsdiensten, partijdige journalisten en corrupte scheidsrechters. Kortom, er heerst een gebrek aan respect voor de ethiek in de sport.

De wet van de jungle blijft voorlopig aan de orde in Afrika. Jean-Claude Ganga, gewezen voorzitter van het Afrikaanse Olympisch Comité, maar uit het IOC gezet vanwege zijn betrokkenheid bij de Salt Lake City omkoopschandalen, zal het onthaalcomité van de Afrika Cup voorzitten. Vermoedelijk de reden waarom Jacques Rogge de uitnodiging om in Bamako aanwezig te zijn, beleefd heeft afgewimpeld.

door Mick Michels

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content