Een portret van de speler met de mooiste naam uit eerste klasse : Gilles Yapi Yapo.

Het hart van het nieuwe SK Beveren is Ivoriaans, en luistert naar de namen YayaTouré en Yapi Yapo. Mooier kan je ze niet bedenken, frivool lichtvoetig dansen ze over de Belgische velden. Ze zijn hier in het Waasland dankzij hun mentor Jean-Marc Guillou, die vond dat het moment opportuun was om naar Europa te komen. Beveren noemen de volwassen tieners “een goeie start, geen te rijke club, maar goed om hun carrière te beginnen”. Het doel is duidelijk : vooruitgang boeken, om uiteindelijk bij een ploeg terecht te komen die aan de top speelt.

Yapi Yapo (19), die meer bij het offensieve compartiment aanleunt en zijn technische kwaliteiten moet laten renderen in doelpunten en assists, werd geboren in Abidjan en groeide op in de stad. Zijn droom was die van elke jongen in Afrika : voetballer worden. Op zijn twaalfde nam hij met een groepje vrienden deel aan een toernooi dat door de Académie van Guillou werd georganiseerd. Yapi Yapo : “Zeven jaar heb ik in het centrum, dat een partenariaat had met de grootste club van Ivoorkust ACEC Abidjan, doorgebracht. In 1999 kwam ik er in de eerste ploeg.”

De Académie was heel belangrijk voor zijn ontwikkeling, zowel op technisch, tactisch als menselijk vlak. “De eerste twee jaar kwam een autobus ons ’s morgens ophalen en werden we naar daar gebracht om er twee keer per dag te trainen en daarnaast ook cursussen te volgen. Dat laatste zoals je die ook op een gewone school kreeg : wiskunde, Frans, Engels, wetenschappen. Het doel was niet enkel zorgen voor een voetbalopleiding, maar ook om echte mannen te vormen, individuen met morele waarden. Na die twee jaar hebben ze een internaat opgericht en konden we kiezen : ’s avonds terugkeren naar de familie of de hele week, van dinsdag tot zaterdag, op de Académie blijven. Ik koos voor thuis, omdat ik toch niet zo heel ver woonde.”

Was zijn leven hard ? “Iedereen kwam uit bescheiden families. Mijn moeder zorgde thuis voor de onze, terwijl mijn vader voor de post werkte. De Académie vormde ons in een bepaalde richting en in een omgeving met levensomstandigheden die beter waren dan thuis.” Trainen gebeurde er lange tijd blootsvoets. “Een bewuste keuze van de trainer, omdat we dat gewend waren en omdat het ons een beter balgevoel aanleerde. Pas geleidelijk wenden we aan schoenen.”

Op zijn zeventiende kwam hij in de eerste ploeg van ACEC, met anderen uit de Académie speelde hij er naast het kampioenschap ook wedstrijden voor de Afrikaanse Champions League. “En de Afrikaanse Supercup hebben we gewonnen, tegen Espérance de Tunis. Vrij snel stootte een groot deel van de ploeg door naar de nationale ploeg. Ik was international op mijn zeventiende, tel nu zeventien A-selecties. De nationale ploeg zit in een overgangsfase, met een paar oudere spelers die afscheid nemen en jongeren die klaar staan : jongens als Aruna, Zokora, Zézéto, ik.”

Belangrijk voor Guillou is, naar verluidt, dat zij zo oud zijn als ze zeggen, iets wat bij anderen misschien niet altijd zeker is. Yapi-Yapo : “Ieder zijn filosofie, ik steek mijn neus niet in zaken die me niet aangaan. Op de Académie leerden ze ons dat niet we niet mogen bedriegen. Dat het gebeurt, is mogelijk, maar ik kan jou ook niet zeggen wie het doet en wie niet. En allicht gebeurt het niet alleen in Afrika.”

Voor een Franstalige was Frankrijk als Europees vervolg van een carrière een logische keuze. “Elke jonge Afrikaan droomt van een grote club, maar mettertijd besef je dat je beter de overgang naar Europa zet via een competitie die niet zo hoog staat aangeschreven. Dindane en Zokora zijn een paar jaar ouder dan wij en van hen leerden we dat het in België mogelijk was om door te breken. Het akkoord dat Guillou met Beveren vond, heeft de stap vergemakkelijkt. De grootste handicap was het fysieke niveau. Op techniek hebben we ginder ontzettend hard gewerkt, de hele tijd. De Académie, ça joue au ballon, het niveau ligt er heel hoog. Het weer laat ook niet toe dat je veel loopt. Fysiek hebben we nood aan meer spiermassa.”

Iedereen in Beveren was inderdaad wat verrast toen ze de nieuwelingen voor het eerst zagen. Wat dunnetjes op de benen, heel mager allemaal. “Dat we er maar fijntjes uitzien, kan voor ons zowel een nadeel als een voordeel zijn. Tegenstanders pakken het misschien wat nonchalanter aan. Bovendien hebben we in Ivoorkust toch twee jaar competitie achter de rug en daar kennen ze ook wat van fysieke contacten. Op techniek en met intelligentie kan je veel redden : weten op welk moment je de duels moet vermijden. Die moeten wij hier niet aangaan, omdat we ze toch nooit kunnen winnen.”

Had hij al last van intimidatie ? “In de eerste minuten van een wedstrijd wil men je laten voelen dat men er is, ja. Maar dat is normaal.” Volgen ze een aangepast programma ? “De dokter heeft ons gezegd dat de twee keer dat we met de hele ploeg naar de zaal gaan, moeten volstaan. Niet vergeten dat we ook de trainingen en wedstrijden moeten verteren. Rust is ook belangrijk.”

De droom van Yapi Yapo is een mooie carrière te maken. “Ik heb altijd gedroomd van Arsenal, sinds mijn jeugd al. Engels voetbal is mooi, fysiek maar met oog voor voetbal, mooie velden, warme supporters.” Veel Afrikanen over het Kanaal komen er wel uit Engels-Afrika. “In de Engelstalige landen, Ghana, Nigeria, Zuid-Afrika, hebben ze nog iets meer drive, inzet en vastberadenheid, terwijl wij in de Franstalige landen toch iets soepeler zijn. De discipline is er ook wel, maar in hun hoofd zijn de Engelstalige Afrikanen iets sterker, iets strijdlustiger.”

Wat waren de criteria, waarom viel de keuze net op hen ? Mentaliteit, intelligentie, rijpheid ? “Ik weet niet wat de doorslag gaf, allicht had ook de voorzitter van ACEC een serieuze stem in het kapittel. Hij speelt met zijn ploeg opnieuw de Champions League, wilde niet al zijn talenten laten vertrekken, anders zou de club daar ook geen goed figuur meer slaan. Dus hebben ze een soort compromis gevonden.”

Er kon gerust een heel elftal komen, zegt Guillou, en het zou niet eens een slecht figuur slaan. Maar de mentaliteit hier is er niet rijp voor. Yapi Yapo begint te lachen : “Het zou wat bizar staan : elf Afrikanen in één elftal. We zijn nu met vijf, hebben een heel belangrijke voorbeeldfunctie. Ik zie het als een uitdaging : eer bewijzen aan de Académie, aan ons land, aan Afrika, de wereld tonen dat Afrika talent heeft, dat clubs niet moeten aarzelen om spelers onder contract te nemen. Dat we mentaal sterk moeten zijn, weten we ook. Dit is de enige weg naar profvoetbal en die vraagt opofferingen. Guillou heeft vertrouwen in ons allemaal. Wie uit zijn Académie komt, kan het aan, heeft talent. Dit is voor ons een missie : de Académie op zo’n manier vertegenwoordigen, dat morgen een andere ploeg niet aarzelt om één van onze collega’s te nemen. En tegelijk zelf onze carrière uitbouwen, uiteraard. Als alles klikt, is het doel dit seizoen toch Beveren in de eerste helft van de rangschikking te krijgen.”

door Peter T’Kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content