In juli 1997, enkele dagen na zijn zeventiende verjaardag, maakte Xavier Malisse zijn debuut op het ATP-circuit. In Oostende verloor hij in de eerste ronde van een bescheiden Italiaanse tegenstander. Er hingen op dat moment nog twijfels rond de toekomst van de Kortrijkzaan. Die scepsis ging niet zozeer over zijn onmiskenbare talent maar wel over zijn werkethiek en zijn explosieve gedrag op de baan. Malisse, die niet meer kon aarden op het VTV-centrum van Wilrijk, trok bovendien die zomer naar de Nick Bollettieri Academy in Florida. Daarbij werd hij ook opgepikt door Adidas, versierde hij een erg vet contract en een bijnaam: X-man. Hij poseerde met een zonnebril en BMW Cabrio onder een palmboom. “Dat was niet eens mijn eigen auto”, gaf Malisse later toe.

Een beeld werd echter gevormd, een imago gecreëerd. Een blitse verschijning met uitzonderlijke gaven – op zijn eerste ATP-toernooi in Philadelphia versloeg hij bijna de nummer een van de wereld, Pete Sampras! – maar ook de gewone reflexen van een tiener met de wereld aan zijn voeten. “Ik had graag al op mijn achttiende beseft dat ik ook moest werken, in plaats van pas op mijn 23e”, zei Malisse vorige week. “Het is normaal dat je wat show geeft als je die leeftijd hebt. Ik heb veel talent gekregen. En misschien heb ik er niet altijd alles uitgehaald. Maar ik ben wel trots dat ik het zestien jaar heb uitgezongen op het circuit.”

Zijn imago werd doorheen de jaren, vaak tegen zijn wil, gevoed door zijn quasi achteloos behaalde schitterende resultaten, zijn toch net niet helemaal doorbreken naar de absolute top en zijn aanvaringen met scheidsrechters op het terrein. “Mensen keken naar de score of wat ik deed op de baan, maar zagen vaak het hele plaatje niet. Ik heb in mijn loopbaan veel aanhangers gehad maar ook veel mensen die me afbraken. Ik heb niet altijd de kans gekregen om te tonen wie ik ben.”

Twee keer slaagde hij daar wel in. Tijdens de whereaboutsaffaire in 2009 – Malisse werd samen met Yanina Wickmayer twee jaar geschorst voor het niet correct invullen van zijn verblijfsgegevens; een schorsing die later werd opgeheven – gingen de tranen van de West-Vlaming de wereld rond. Uiteindelijk had hij zich een jaar eerder mooi terug geknokt uit een verloren gewaande positie nadat een polsblessure hem lange tijd uit roulatie had gehouden. Malisse demonstreerde in die periode zijn ware passie voor de sport en liet een glimp zien van de gevoelige jongen die achter zijn flegmatieke voorkomen schuilde.

Dat deed hij vorige week in Bergen ook bij zijn laatste woorden op een tennisbaan. Zijn dankbetuiging aan zijn familie was doorleefd, oprecht en hartverwarmend. Mensen die hem niet kenden of enkel beoordeeld hadden op een kapot racket, een woede-uitbarsting of een nieuw vriendinnetje zagen eindelijk de man achter het hem opgedrongen imago. Met zijn halve finale op Wimbledon in 2002, zijn dubbeltitel op Roland Garros 2004 (met Olivier Rochus), zijn negentiende plaatst op de wereldranglijst, zijn drie ATP-titels op twaalf finales en zijn zestien jaar aan de (sub)top was Malisse de beste mannelijke tennisspeler die België ooit gehad heeft. Hij was al die tijd ook een goed en tof mens. “Tja, ik heb mijn karakter. Maar ik hoop eigenlijk dat de mensen mij gaan herinneren als een fijne kerel, want dat is misschien toch nog belangrijker dan een mooie tenniscarrière.”

DOOR FILIP DEWULF

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content