Afscheid van een artiest

© gf

Vorige week overleed met Bobby Böhmer de mooiste voetballer ooit van Charleroi en één van de meest markante figuren uit het Belgisch voetbal.

‘Kom, we gaan een pannenkoek eten’, zegt Gerhard Böhmer ergens eind jaren ’90 voorafgaand aan een interview. Aanleiding voor het gesprek is een boek over de 100e verjaardag van Sporting Charleroi. Ze willen Bobby, de naam die Böhmer kreeg van zijn trainer Tony Antonneau omdat die zijn naam niet kon uitspreken, spreken over zijn reconversie.

Van een reconversie kon echter nauwelijks sprake zijn, want na zijn voetballoopbaan belandde de Oostenrijkse voetbalartiest van de regen in de drop. Na een verkeerde investering in de horeca was hij zijn geld kwijtgeraakt, en werd hij niet langer achterna gezeten door gefrustreerde verdedigers, maar door deurwaarders. De afspraak ging door in Couvin, waar hij een woonst betrok zonder elektriciteit of stromend water. Maar toch wil hij graag een pannenkoek gaan eten, en staat er ondanks zijn precaire financiële situatie op zelf de rekening te betalen.

Met geld omgaan lukte hem nooit. Hij beëindigde zijn spelersloopbaan bij de Henegouwse derdeprovincialer Momignies, waar hij 3000 frank (75 euro) opstreek voor een overwinning. Meestal bleef hij met zijn ploegmaats aan de bar hangen tot het geld op was.

Böhmer was een artiest op het veld, maar leefde ook als dusdanig er naast. Hij had waanzinnig veel talent. ‘Op mijn derde leerde ik skiën, op mijn twaalfde was ik al skikampioen van Oostenrijk’, vertelt hij in het boek. Hij kon al op erg jonge leeftijd naar het buitenland, maar zijn vader verscheurde de contractaanbieding van het Italiaanse Atalanta Bergamo. Geen sprake van dat zijn zoon voetballer zou worden. Dus stapte Bobby thuis op, en tekende voor een kleinere club in Wenen.

‘Er zaten daar een paar pooiers in de kern’, herinnert hij zich. ‘Ik ontmoette een prostituee, we gingen samenwonen. ’s Avonds kwam ze thuis en ik kan zeggen dat ze er nog zin in had, ondanks alles wat ze overdag al had mee gemaakt. Ik was haar speeltje, ik was 17 en zij 38. ‘

Herbert Prohaska speelde meer dan 80 interlands voor Oostenrijk en werkte een mooie loopbaan in het Italiaanse Calcio af. Toen hij door een Italiaans TV-station gevraagd werd wie zijn jeugdidool was, moest hij niet lang nadenken: ‘Gerhard Böhmer’.

BB besefte dat zijn levenshouding hem een mooie voetballoopbaan heeft gekost. Bijna tekende hij in 1975 voor RWDM dat net kampioen was geworden, maar de Brusselse bestuurders verlieten geschokt de onderhandelingstafel toen Böhmer in zijn living een fles whisky bovenhaalde. Maar, besloot hij: ‘Ik heb me heel mijn loopbaan fantastisch geamuseerd, dat vond ik belangrijker dan om het even welke trofee.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content