‘Hij moet zich nog meer laten respecteren’, zegt zijn trainer, Dominique D’Onofrio. Meningen over Sambegou Bangoura, die zich bij Standard ontpopte tot kandidaat-topschutter van de competitie.

Van FC Kindia tot AS Kaloum, van 1990 tot 2000, van zijn achtste tot zijn negentiende, van zijn eerste stappen in het voetbal tot zijn transfer naar Lokeren speelt SambegouBangoura in Guinee. Bangoura, drievoudig Guinees Basketter van het Jaar en fan van MichaelAirJordan kan na jaren mikken naar de ring verhip ook voetballen. De verticale sprongkracht is er, de technische achterstand helaas ook.

“Het was een goeie spits, die geregeld scoorde door zijn goeie détente“, zegt WillyVerhoost, die hem ter plaatse scoutte. “En wij zochten juist een kopbalsterke targetman. Maar technisch moest hij hier natuurlijk meer leren, een beetje zoals Bancé nu, die ook nog zal verbeteren. Ze lachen daar wel eens mee, maar ik zeg : het is een trainer die een speler groot maakt of een speler kapotmaakt.”

GeorgesLeekens en daarna Paul Put mogen het bij Lokeren proberen, hem groter maken. Pas twee weken is Bangoura Sambegou, zoals Sambegou Bangoura aanvankelijk per abuis in Lokeren wordt genoemd, in België als toenmalig Lokerentrainer Georges Leekens hem in augustus 2000, tijdens de openingswedstrijd van de competitie op La Louvière, al in moet zetten, want Souleymane Youla is geblesseerd. Youla is een groot talent, maar Youla-Bangoura, het koningskoppel van de Guinese nationale ploeg, zal uiteindelijk nauwelijks samenspelen, want Youla verhuist in soapstijl een maand later naar Anderlecht. “Iedereen wint bij deze transfer”, zal Roger Lambrecht achteraf in de kranten sussen, “Lokeren gaat er financieel op vooruit en een vervanger hebben we niet nodig, want we hebben nog Sambegou Bangoura. Binnen enkele jaren leveren we Anderlecht nog een speler.”

Bangoura groeit uit tot een onmisbare schakel in het elftal dat Paul Put in het veld brengt. “Bangoura is een spits die bij mij altijd zou spelen, waar ik ook train”, zal hij daarover in de krant zeggen. “Bangoura is een fantastische targetman die altijd twee man aan de praat houdt en toch nog vijftien goals maakt. Ik wil Bangoura niet ruilen voor Sonck. Ik zou ze liever naast elkaar zien spelen. Hij past in elk systeem, maar lijkt me de ideale man voor Club Brugge.”

Club Brugge toont inderdaad interesse, net als RC Genk, dat SeyfoSoley weghaalt in Lokeren. Maar Bangoura blijft in Lokeren en Bangoura blijft de top charmeren. Wie kan er geen spits gebruiken die stevig op zijn benen staat ? “Je moet hem uitspelen op zijn kwaliteiten”, zegt Paul Put. “Hij is sterk aan de bal, dus een goed aanspeelpunt voorin en zeer gevaarlijk in de zestien. Geen technisch wonder, maar hij heeft een neus om voor zijn man te komen met de kop of de linker- of rechtervoet. Hij trok altijd twee man op zich, scoorde en liet scoren. Hij heeft er, denk ik, toch telkens tussen de dertien en vijftien gemaakt. Dan ben je een goeie spits.

“Meestal speelde ik hem uit als targetman met een snelle speler errond. In Lokeren kreeg hij het vertrouwen van de trainer en wist hij dat hij een certitude was, bij een topclub is er meer concurrentie en dat zal een aanpassing vragen. Want hij is iemand die heel veel vertrouwen nodig heeft. Je moet er veel mee spreken en hem echt laten voelen dat hij een belangrijke rol vervult in de ploeg. Niet dat je moet zeggen dat hij dé belangrijkste is, want zo is hij niet – als mens is het een geweldige persoon – maar hij moet gewoon voelen dat hij iets betekent. Je hebt dus veel dialoog nodig.

“Hij kwam eigenlijk altijd op tijd en ik zal niet zeggen dat hij altijd de gedisciplineerdste was, maar je kon hem wel altijd aanzetten tót. Toen hij in de periode dat hij het moeilijk had bij Lokeren wat aangeslagen rondliep, voelde hij dat de groep achter hem stond, waardoor hij er vanaf dat moment geen problemen meer mee had. Individueel heb ik met hem niet op techniek getraind, dat doe ik met geen enkele speler. Ik probeer collectief te trainen omdat je dan makkelijker je grenzen kan verleggen. We hebben zo collectief wel veel op automatismen getraind, looplijnen, afwerkingsvormen, aanspeelpunten, opendraaien, vaste afspraken met wie hoe moest lopen. Dagelijks werd er ook veel gewerkt op de korte ruimte om de snelheid van uitvoering te verbeteren.”

Vierentachtig wedstrijden speelt Bangoura in Lokeren, eenenveertig keer daarin maakt hij een doelpunt. Gemiddeld elke twee wedstrijden een goal.

“Hij doet twee dingen,” zegt Chris Janssens, “de bal afleggen voor opkomende middenvelders en op voorzetten vanaf de zijkant is er niemand kopbalsterker dan hij. Door zijn goeie détente heeft hij ook een goede borstcontrole als je hem van achteren aanspeelt, maar dan wel niet met van die patatten van veertig, vijftig meter zoals Standard vorig jaar. Een heel toffe jongen ook, nu nog als ik hem tegenkom, een werker is hij, die het ook accepteerde als je hem op iets wees.”

Niet Anderlecht, zoals Lokerenvoorzitter Lambrecht had georeerd, maar Standard is het dat het ernstigst van Bangoura is gecharmeerd. De spits maakt de overstap. Ook in soapstijl. Eerst was Bangoura op last van voorzitter Lambrecht nog naar de B-kern verbannen, omdat de spits niet komt praten over een contractverlenging. Einde contract en gegeerd : zo’n speler wil Roger Lambrecht liever niet gratis door de mazen van het net zien glippen. Bovendien, wordt gezegd, heeft hij al 150.000 euro voorschot gekregen van Lokeren en desondanks toch al een contract getekend bij Standard, wat de speler betwist.

De zachtaardige spits wordt ineens een leugenaar, een “arrogant ventje” genoemd nadat hij een kinesist blesseert. Niks dan last hebben ze er in Lokeren mee gehad, klinkt het. Hoe vaak moest de politie er niet bij worden gehaald als zich in huize Bangoura een vechtpartij voordeed ? En had hij zijn Mercedes ook niet eens de vernieling in gereden ? Veel diplomatie van vooral de IJslanders van Lokeren moet eraan te pas komen om Lambrecht te overtuigen Bangoura toch weer in de A-kern te laten meedoen.

“Bangoura was een groot deel van ons succes”, zegt Arnar Gretarsson. “Ik herinner mij hem als een goeie spits die hard werkte, de bal kon bijhouden en sterk was in de lucht. Dat was makkelijk voor ons, middenvelders, want je kon hem zowel over de grond als in de lucht aanspelen en omdat hij zijn lichaam zo goed voor de bal hield, was hij moeilijk af te pakken door de verdedigers en kregen wij tijd om bij te sluiten. Waardoor je, als je als ploeg onder druk kwam, ook eens de lange bal kon spelen. Dat bewijst hij ook bij Standard. Hij scoorde bij Lokeren ook veel, maar toch is hij niet het soort speler met een neus voor de goal. Hij is niet iemand die bij de tweede paal juist opgesteld staat en dan de bal voor zijn voet krijgt en maar binnen te tikken heeft. Hij wérkt ervoor. Fighting in the box is zijn kwaliteit. Daar heeft hij bij Lokeren veel goeie matchen gespeeld. Sterk in de lucht op hoekschoppen, vrije trappen… Hij scoorde veel met het hoofd.

“Onder Put moest iedereen meeverdedigen en dat deed hij goed. Ik kan eigenlijk alleen maar goeie dingen over hem zeggen. In Lokeren heeft hij altijd als targetspits gespeeld in een 4-4-1-1, met Kristinsson of De Beule achter of naast zich. Hij moest dan in het centrum blijven, de bal in zijn lichaam aangespeeld krijgen of met een hoge bal op zijn borst, terugkaatsen en dan konden de middenvelders, die zo tijd kregen om te kijken, het spel naar de zijkanten verleggen. Op crosses was hij heel gevaarlijk.”

Lokeren-Standard van het seizoen 2002/03 wordt een akelig weerzien voor Bangoura : supporters wuiven de aanvaller na de wedstrijd op Daknam uit met bekers bier en intimiderend gedrag.

Amper vijf doelpunten in twintig wedstrijden maakt Bangoura in zijn eerste seizoen Standard. Aanvankelijk zit hij, na de komst van Emile Mpenza, meer op de bank dan hem lief is. Als hij dan toch wordt uitgespeeld naast Mpenza, met Almani Moreira in hun rug, gaan de lange ballen richting Emile of wordt Bangoura geacht ze naar hem te verlengen. Dan staat hij er dit seizoen beter voor met Mohammed Tchité aan zijn zijde en Sergio Conceiçao, Karel Geraerts, Mathieu Assou-Ekotto en Milan Rapaic of Wamberto achter en naast zich. Krijgt Bangoura nu de bal, staat hij in elk geval al dichter bij het doel. Met goed gevolg, zo blijkt uit zijn doelpuntenproductie, al kan zijn efficiëntie beter.

“Als we hem nog meer ballen zouden geven, hij zou nog meer scoren”, zegt Wamberto. “Hij blijft veel in de zestien meter staan, is dus een speler voor wie je als ploeg moet werken. Het systeem is belangrijk voor hem. Van de andere kant : als we in de problemen zitten, vécht hij voor ons op het veld. In het begin van het seizoen waren we nog niet zo goed op elkaar ingespeeld, nu wel. Ik speel veertien jaar profvoetbal en ik heb nog nooit iemand zo zien springen. Daarom ook zoeken we hem altijd. Zelfs als hij een kans mist, blijft hij geconcentreerd, maar je moet hem af en toe wel motiveren, tegen hem praten. Ik vind Sambegou niet alleen een fantastische speler, maar ook als mens is hij heel aangenaam. Altijd rustig en hij luístert naar je. Hij is ook altijd bereid je te helpen.”

Twee weken geleden wordt Bangoura opnieuw het middelpunt van een calamiteit : het parket, op zoek naar witwaspraktijken binnen de Luikse club, haalt naast Conceiçao, Miljenko Mumlek en Ivica Dragutinovic ook Bangoura van de training en doorzoekt zijn woning. Bangoura, helemaal uit het lood geslagen, morst in de daaropvolgende wedstrijd op Lokeren met kansen. Niettemin is hij bij Standard inmiddels voorlopig topschutter van het seizoen 2004/05. Het is Sambegou Bangoura in een notendop : fysieke kracht gekoppeld aan mentale broosheid.

“Wat hem nu overkomt, verdient hij”, zegt Dominique D’Onofrio, de trainer van Standard. “Meer zelfs : misschien had hij drie of vier goals extra verdiend op basis van de kansen die er waren. Hij heeft alle kwaliteiten voor een spits : puissance, kopspel, speldoorzicht, une détente verticale fénoménale, waardoor hij ook heel sterk is op ballen vanop de flank. Als ik hem bezig zie op training, zie ik dat hij traint zoals hij speelt : enthousiast, met plezier, met vertrouwen. Met spelers als Rapaic en Conceiçao in de aanval en spelers als Geraerts of Walasiak in de tweede lijn is hij ook goed ondersteund.

“Bangoura is gevoelig en braaf. Ik vind dat hij wel eens wat meer méchant zou mogen zijn, in de goede zin van het woord. Daarin zou hij zichzelf nog kunnen verbeteren, grote stappen zetten zelfs. Want hij heeft persoonlijkheid, maar hij moet zich meer laten respecteren. Ik bedoel : hij laat zich nog te gemakkelijk uit zijn lood slaan. Dat is jammer. In vergelijking met een Jestrovic bijvoorbeeld is hij volgens mij nog te weinig guerrier. Braaf zijn is in het voetbal niet altijd een kwaliteit.

“Hij heeft geen grote techniek, maar als het in zijn hoofd goed zit, kan hij dat compenseren, zoals zijn goal tegen Brussels bewees. Dus probeer ik hem te destresseren, maar de druk bij Standard is natuurlijk niet dezelfde als in Lokeren. Ik bedoel : hier is élke dag druk en was er zeker vroeger meer concurrentie, met Mpenza en Kaklamanos. Vandaar dat hij een aanpassingsperiode nodig heeft gehad. Maar wat Sambegou nu doet, blijft remarquable.”

door Raoul De Groote

‘Hij moet voelen dat hij iets betekent.’ (Paul Put)

‘Ik speel veertien jaar en ik heb nog nooit iemand zo zien springen.’ (Wamberto)

‘Op voorzetten van de zijkanten is er niemand kopbal- sterker dan hij.’

(Chris Janssens)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content