Een jaar geleden had hij nog spijt van zijn mislukking

bij Newcastle en voelde hij zich ongelukkig aan de boorden van de Maas. Maar dit seizoen ontpopte

Oguchi Onyewu zich tot een van de sterkste verdedigers van onze competitie.

Een carrière bestaat vaak uit hoogtes en laagtes, uit gloriemomenten en ogenblikken waarop het een stuk minder goed gaat. De loopbaan van Oguchi Onyewu vormt geen uitzondering op die algemene regel. Na een mislukte passage bij de Magpies van Newcastle keerde de Amerikaan met lood in de schoenen terug naar Sclessin. Overmand door twijfels vroeg hij zich af of hij eigenlijk wel over het nodige talent beschikte. Op 21 november 2007, drie maanden na zijn terugkeer naar België, maakte ons zusterblad Sport/Footmagazine een niet bepaald lovende balans op van zijn terugkeer. Onder de titel De teloorgang van het Amerikaanse rijk ging het artikel in op de tekorten van de verdediger. “Sinds hij terugkeerde van de andere kant van het Kanaal, krijgt Onyewu behoorlijk wat kritiek, zij het niet altijd openlijk, omdat de centrale verdediger gevoeliger blijkt voor lovende woorden dan voor woorden van twijfel vanwege de analisten”, klonk het in het artikel.

In hetzelfde artikel verklaarde Sté-phane Demol: “Hij heeft een bepaald niveau bereikt, maar hij zou moeten begrijpen dat hij nu weer een nieuwe drempel over moet. Ik heb het gevoel dat hij de laatste drie, vier jaar maar weinig vooruitgang meer heeft geboekt.”

Onyewu voelde zich door het artikel behoorlijk op de tenen getrapt. Sindsdien weigert hij elk interview met onze journalisten. Hij geeft er kennelijk de voorkeur aan om zijn critici in de eerste plaats op het veld lik op stuk te geven. Met zijn prestaties van de jongste weken lijkt hij daarvoor alvast op de goede weg. Terwijl men zich iets meer dan een jaar geleden nog kon afvragen of hij wel het vereiste niveau haalde voor een van de vier grote Europese competities, lijkt niemand er nu nog aan te twijfelen dat de Belgische competitie een beetje te klein wordt voor de stevige Amerikaanse bonk van Nigeriaanse afkomst. Samen met Mohamed Sarr vormt hij het beste centrale verdedigende duo van onze competitie. En terwijl hij vroeger nog wel eens volledig afwezig durfde te zijn in een wedstrijd, rijgt hij sinds een jaar met een indrukwekkende regelmaat de sterke wedstrijden aan elkaar.

Positieve ervaring

“Ik denk dat het artikel in Sport/Footmagazine en de kritiek in het algemeen hem goed hebben gedaan”, legt Olivier Renard uit. De doelman maakte een jaar geleden nog deel uit van de Luikse kleedkamer en maakte van nabij mee hoe Onyewu veranderde. “Je moet blind zijn om niet vast te stellen dat hij fors verbeterd is. Hij heeft zich opnieuw in vraag gesteld. Hij had kunnen afglijden en zich kunnen laten gaan. Maar dat deed hij niet. Dat bewijst dat hij over een enorme mentale kracht beschikt. Na zijn ontgoocheling in Engeland zou het niet meer dan menselijk zijn geweest om daar de weerbots van te ondervinden, maar hij is blijven antwoorden met sterke prestaties op het veld. Hij heeft zijn speelstijl lichtjes aangepast. Nu speelt hij soberder. Hij is ook zeer zeker van zijn stuk. Op dat vlak ben ik ervan overtuigd dat het behalen van de titel hem veel heeft geholpen. Hij put daar enorm veel vertrouwen uit.”

Van 1963 tot 1976 speelde Nico Dewalque op dezelfde positie als de Amerikaan in de centrale as van de verdediging. De Limburgse gentleman is op Sclessin, waar hij nog altijd trouw alle wedstrijden van de Rouches volgt, een levende legende. Ook hij vindt dat Onyewu in één jaar enorm is geëvolueerd. “Hij speelt nu meer op veilig en hij gelooft in zijn eigen mogelijkheden. Het is alsof hij zichzelf beter begrijpt. Naarmate Standard vorig seizoen dichter bij het doel kwam om de titel te halen, slaagde Guchi erin om zijn niveau telkens weer op te krikken. Ik zou zelfs durven zeggen dat hij vaak zelfs iets boven zijn niveau heeft gespeeld.”

“Ik vond de kritiek van vorig seizoen lichtjes overdreven”, zegt technisch directeur Dominique D’Onofrio. “Natuurlijk zat hij na de mislukking in Engeland mentaal misschien wat in de put, maar sportief gezien heeft hij altijd gebracht wat hij moest brengen. Sinds hij hier voor het eerst kwam, nadat we hem weghaalden bij La Louvière, heeft hij altijd progressie geboekt en zijn de foutjes geleidelijk uit zijn spel verdwenen. Ik vind dat hij sinds twee à drie jaar een heel hoog niveau haalt. Ik herinner me nog onze Europese match van 2004 tegen Bochum, toen ik nog trainer was. Hij legde toen zonder enig probleem de Tsjech Vratislav Lokvenc aan banden. De ervaring in Engeland was voor hem ongetwijfeld positief, ook al heeft hij uiteindelijk niet zo veel gespeeld. Hij is zich er wel bewust van geworden dat de Premier League een heel andere wereld is en dat men misschien wel wat te snel over hem had geoordeeld.”

Nadat hij de pagina’s van zijn Engelse avontuur had omgedraaid, kon Onyewu zich opnieuw concentreren op de Belgische competitie. “Qua mentaliteit is hij altijd een modelprof geweest”, geeft D’Onofrio nog aan. “Op elke training geeft hij zich voor honderd procent. Zo schudt hij eventuele frustraties van de voorgaande wedstrijd van zich af.”

Torres in zijn achterzak

“Guchi heeft een bepaalde maturiteit bereikt”, legt D’Onofrio uit. “Op zijn 26ste heeft hij al behoorlijk wat ervaring. Sinds hij bij Standard speelt, vormde hij centraal achterin achtereenvolgens een duo met Ivica Dragutinovic, Jorge Costa en Sarr. Van Ivica en Jorge stak hij enorm veel op. Daardoor staat hij vandaag zelf aan de top. Hij is een echte toren, een blok graniet. Kijk maar eens hoeveel ballen hij recupereert en hoeveel luchtduels hij wint. En in vergelijking met zijn eerste jaren, pakt hij ook veel minder gele kaarten .

“Voordien had je de indruk dat Sarr de sleutels van de poort in handen had. Nu is het Onyewu. Niet omdat Sarr op een lager niveau acteert, maar omdat de Amerikaan beter geworden is”, zegt Renard nog.

“Ik heb nog nooit een verdediger gezien die zo goed is in de mandekking”, verzekert Profvoetballer van het Jaar 2007/08 Milan Jovanovic. “En ik heb nochtans al tegen veel mannetjesputters gestaan. Onyewu bewijst dat elke week in België, maar hij heeft het ook in Europa laten zien. Tegen Liverpool stak hij gewoon topspits Fernando Torres in zijn achterzak. Dat wil toch wel iets zeggen, hé. Hij verdient alle respect.”

“Men kan hem alleszins niet verwijten dat hij zijn verantwoordelijkheid niet opneemt. Hij gaat er altijd honderd procent voor”, voegt Dewalque er nog aan toe.

Vriendelijke kleerkast

“Met zijn indrukwekkende lichaam maakt hij indruk op de tegenstanders,” zegt Renard, “maar eigenlijk is hij een heel vriendelijke jongen. Hij zal nooit op tafel kloppen en op het veld is het veeleer Mohamed Sarr die bevelen schreeuwt.”

Ook Jovanovic bevestigt dat. “Als speler en als mens heb ik heel veel respect voor hem. Hij zal zijn sterke lichaam bijvoorbeeld nooit gebruiken om in discussies zijn argumenten kracht bij te zetten. Hij is zelfs een van de kalmste jongens van de groep. Hij heeft een fantastisch karakter en is altijd goedgezind. En als hij iets te zeggen heeft, dan doet hij dat gewoon.”

“Sinds het vertrek van Jérémy De Vriendt is hij de ancien van de groep. Ook dat is belangrijk voor de kleedkamer”, zegt D’Onofrio nog.

Geen leider

Een jaar geleden hadden we nog twijfels bij de kwaliteiten van Onyewu, maar vandaag lijkt hij te mogen uitkijken naar een club op een hoger niveau. Ondanks zijn huidige vorm twijfelen sommige waarnemers er toch nog aan of de Amerikaan in staat zou zijn om in een hoger aangeschreven competitie te schitteren.

“Ik wil geen kritiek uiten, maar ik vraag me toch af of hij in een topcompetitie op dezelfde manier zou kunnen uitblinken”, zegt Nico Dewalque. “Ik vraag me af of hij niet aan zijn maximum zit. Volgens mij is Standard eigenlijk het soort club dat hem het best ligt. Hij is uiteraard geëvolueerd, maar bepaalde foutjes heeft hij nog niet kunnen wegwerken. Met de bal aan de voet weet hij vaak niet wat doen. Hij panikeert ook nogal snel als hij in de eerste minuten een fout maakt, en hij is geen leider. Ik vind nochtans dat iemand die op die positie speelt ook bevelen moet kunnen uitdelen.”

Ook zijn gebrek aan snelheid kan hem parten blijven spelen. Marseille had veel belangstelling voor hem, maar haakte uiteindelijk af toen scoutingrapporten op die lacune wezen. Die tekortkoming springt nochtans minder in het oog dan voorheen omdat hij dat compenseert met goed positiespel. “In de theorieles krijgen we altijd te horen dat snelheid zijn zwakke punt is”, zegt Habib Habibou, de spits van Charleroi die op Sclessin een doelpunt maakte. “Je moet altijd de bal in de diepte vragen als je hem wil verontrusten, want als je niet beweegt, raak je tegen hem nooit in de wedstrijd. Bij Standard hebben ze dat ook door. Onyewu is intelligent en vormt een bijzonder complementair duo met Sarr. Tijdens een wedstrijd hoor je hen elkaar voortdurend aanwijzingen geven. De Amerikaan helpt de Senegalees met zijn positiespel en Sarr helpt Onyewu met zijn snelheid.”

Aanpassen

Het viel op dat Onyewu in de topwedstrijden tegen Club Brugge, Anderlecht, Liverpool, Everton en Sevilla telkens een vlekkeloze prestatie neerzette. Tegen Liverpool en Everton was dat een mooie revanche op al wie na zijn passage bij Newcastle had gezegd dat hij het fysieke Britse voetbal niet aankon. En tegen Sevilla en Sampdoria bewees hij dat hij ook tegen kleinere en vooral technisch onderlegde spitsen niet in de problemen kwam. “De Engelsen hadden geen goede herinneringen aan hem,” zegt D’Onofrio nog, “maar hij heeft zijn criticasters daar wel het zwijgen opgelegd.”

“Hij heeft me echt verbaasd”, geeft Luke Edwards, de journalist die voor The Journal Newcastle United volgt. “Ik heb de wedstrijd tegen Liverpool niet gezien, maar een van mijn collega’s belde me ’s anderendaags op om te melden dat Onyewu werkelijk marvellous was geweest. Dat is een beetje het probleem van de Premier League. Spelers die van een kleinere competitie komen, krijgen vaak niet genoeg tijd om zich aan te passen. Ik ben daarna wel gaan kijken naar de terugwedstrijd op Anfield Road en naar een van de twee duels tegen Everton en ik moet zeggen dat ik niet dezelfde speler aan het werk zag als diegene die ik voordien elke week bij New-castle zag. Hij is bij Standard onverzettelijker. Hij speelt geconcentreerder en zijn positiespel is beter. Maar ik moet daar wel de kanttekening bij plaatsen dat de Rouches vrij laag speelden, zodat zijn snelheid niet echt getest werd. Toch denk ik dat hij een nieuwe kans verdient in de Engelse competitie. Hij heeft behoorlijk wat vooruitgang geboekt en kent nu al ons kampioenschap, zodat hij minder aanpassingsproblemen zou hebben.” S

door stéphane vande velde – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content