Terwijl de spelers van Al-Hilal de ramadan vierden, verbleef Aad de Mos (56) een paar dagen in Nederland. Ondanks de gewelddadige terreuraanslagen in Saudi-Arabië oogde de Hagenaar heel ontspannen.

Het terrorisme in Saudi-Arabië neemt alsmaar grotere vormen aan. Heeft u angst ?

Aad de Mos : “Er is enige druk, want het kan ook bij jou in de buurt gebeuren. Er werken daar zeven Nederlandse trainers. We wonen in dezelfde buurt en hebben veel steun aan elkaar. Dat houdt je overeind. Maar als je thuiskomt van een training en je ziet op CNN wat er op veertig kilometer van je huis is gebeurd, dan schrik je wel. Door het vele reizen merk én voel je er echt weinig van. Het is wel beangstigend dat bij de laatste aanslag ook Arabieren en kinderen waren betrokken. Het wordt steeds extremer.”

‘Nog één zo’n aanslag en ik stop ermee’, zei u na het eerste incident in Riyad. Hoe denkt u daar nú over ?

“Ik heb er serieus over nagedacht te vertrekken, net als zoveel anderen die bij grote bedrijven of op scholen werken. Maar na een week zwakt dat gevoel alweer af. Na twee weken wordt er niet meer over gesproken en na drie weken gaat het leven weer gewoon verder. Vlak na een aanslag wil je vooral vertrekken voor je familie. Zij kunnen zich geen exacte voorstelling maken van de situatie. Ik zou absoluut gestopt zijn als ik geen succes had en geen goede relatie met clubvoorzitter en prins Abdullah Bin-Mossaed. Maar alles gaat perfect. We zijn iets aan het opbouwen. Succes is aanstaande. Het is zonde dat nu in de steek te laten.”

U krijgt het behoorlijk druk de komende maanden ?

“Ja. We krijgen 45 wedstrijden, want we doen overal nog aan mee. Als alles goed gaat, duurt dat tot mei. We kwalificeerden ons voor de Asian Cup, de Arab Cup en voor de twee hoofdprijzen van Saudi-Arabië. Op de ranglijst staan we vierde, een plaats die recht geeft op deelname aan de play-offs. Als we zo blijven spelen, moet dat haalbaar zijn. Zoals gebruikelijk begint de bekercompetitie in april. Die duurt één maand. Bij winst gaan we door, bij verlies hebben we drie weken eerder vakantie.”

Hoe is de beleving rondom Al-Hilal ?

“Het is de grootste club van Azië. Een oude ploeg met een schitterende verpakking. In Saudi-Arabië heeft het de meeste fans, verspreid over het hele land. De druk is groot, want ze mogen niet verliezen. Je moet én goed spelen én aanvallen én winnen.”

Baadt u daar in luxe ?

“Op het trainingscomplex is het allemaal pracht en praal. Dat geldt voor élke Saudische club, want alle faciliteiten krijgen zij van de staat. In het stadion is echter alles staatseigendom, dus ook de recettes en de tv-inkomsten. Clubs kunnen zelf geld verdienen via sponsoring en reclameborden op het trainingscomplex. De salarissen hier zijn niet meer zo hoog als in Qatar. De vetpot is leeg. Er zitten hervormingen aan te komen. De prinsen gaan daarom veel voorzichtiger met hun geld om. Gouden tijden, zoals de jaren tachtig en negentig, zijn echt voorbij.”

Ambieert u in de toekomst zelf nog een rol als bondscoach ?

“Die functie is het enige waar ik niet over mee kan praten. Dat is mijn einddoel : als bondscoach een WK meemaken. Hoeft niet per se met Nederland te zijn, het kan in principe overal, omdat ik de Hollandse School ken.”

door Philippe Bughin en Frédéric Vanheule

‘Al-Hilal is een oude ploeg met een schitterende verpakking.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content