Tegen PSG eindigde Club Brugge dankzij een 2-0-zege en een vooral goede eerste helft – in de tweede werd veel gewisseld om iedereen speelminuten te geven – de voorbereiding op een positieve noot. Nochtans viel in eerdere oefenwedstrijden al eens een kritische noot te horen. Niet geheel terecht, vindt trainer Emilio Ferrera.

Emilio Ferrera : “Club Brugge heeft zijn oefenwedstrijden gebruikt om te oefenen. Als we ze hadden moeten winnen dan hádden we gewonnen tegen Litex, Bochum of Mönchengladbach, maar we hebben er nooit voor gekozen om te winnen, tijd te winnen of met het beste elftal te spelen. De bedoeling was speelminuten geven aan iedereen, twee spelers per positie proberen te vinden, testen doen met Dufer en Vandelannoite als rechtsachter, Blondel een nieuwe positie geven, Daerden aanpassen, Englebert in een andere zone zetten, positiespel oefenen… Dat vraagt tijd. Als we wilden winnen, dan hadden we nooit tegen Bochum of Mönchengladbach geoefend.”

Het experiment om van Grégory Dufer een kandidaat-rechtsachter te maken gaf je blijkbaar geen voldoening, want Brian Priske werd aangezocht voor die positie.

“Het is te moeilijk om daar iemand die nooit of bijna nooit verdediger was direct efficiënt te laten zijn op verdedigend vlak. Dat viel een beetje te zwak uit. Maar Priske kent de Belgische competitie, is fysiek sterk, heeft lengte… Hij heeft de kwaliteiten.”

Een andere verschuiving, die om van Jonathan Blondel een centrale in plaats van een flankmiddenvelder te maken, kende meer succes. Wat maakt dat je in hem meer een centrale middenvelder zag ?

“Zijn statistieken. Hij heeft er offensief te weinig qua assists of doelpunten. Dus dan weet je dat zo iemand in een offensieve positie meer druk op zich krijgt, want je móét daar scoren, assists geven, gevaarlijk zijn. Met minder druk kan hij zijn kwaliteiten beter gebruiken.”

Hij heeft alleen de naam soms impulsief te handelen en daardoor al eens uit positie te lopen.

“Dat zal hij nog doen, maar daar mag je hem niet voor afmaken na een mindere prestatie. Hij heeft nooit een volledig seizoen gespeeld, is vorig jaar vaak geblesseerd geweest, dus hij zal ook mindere periodes kennen, maar daarom moet je er nog geen vraagtekens naast gaan plaatsen. Hij kan die positie invullen, maar het blijft een jonge speler.”

In defensief opzicht wordt het vierkant dat tussen de twee controlerende middenvelders en de twee centrale verdedigers wordt gevormd de kern van je systeem genoemd. Ook bij Club Brugge is dat zo. Waarom ?

“Omdat ik niet meer in vleugelspelers geloof. Ik geloof meer in verticaal spel dan in lateraal spel en dat laatste krijg je te veel met vleugelspelers. Dan krijg je het moeilijker om een doelpunt te maken. Maar je moet de vleugels natuurlijk altijd gebruiken. Alleen wil ik er niet met offensieve spelers spelen.”

Vandaar dat de flankmiddenvelders vaak naar binnen moeten komen.

“Inderdaad.”

Een voorbeeld daarvan werd met het eerste doelpunt tegen PSG geleverd : Koen Daerden zette centraal een een-twee op met Salou Ibrahim en Manasseh Ishiaku.

“Dat was een magnifiek doelpunt. Ik had wat schrik voor de competitie : ik hoop dat we niet alleen mooie doelpunten zullen maken, maar ook stomme. Ik bedoel daarmee : fouten van de tegenstander afstraffen bijvoorbeeld. Zo moeten we ook kunnen scoren. Tegen PSG hebben we eigenlijk, hoe paradoxaal dat ook klinkt, te veel mooie doelpunten gemaakt.”

Vrijdag opent Club Brugge de competitie tegen Gent.

“De wedstrijd tegen PSG biedt geen garantie voor succes tegen Gent. Dat betekent weer werken, weer herbeginnen. Maar dat zal 34 wedstrijden zo zijn.”

En dan eindigen met de titel.

“Het is normaal dat men dat bij een club als Brugge verlangt. Of we hem ook zullen pakken is een andere vraag. We zullen ons in elk geval elke week goed voorbereiden.”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content