Het Kaiserslautern van trainer Erik Gerets (49) komt maar niet tot bedaren. Behalve de teleurstellende competitieresultaten en vroege uitschakelingen in de DFB-Pokal en de Uefacup, is er nu ook de aankondiging van voorzitter René C. Jäggi – de man die Gerets vorig seizoen naar de Betzenberg haalde – dat hij volgende zomer opstapt. Die mededeling riep in Duitsland meteen vragen op over de positie en de toekomst van de Belgische trainer, van wie het contract afloopt in 2005.

Wat zijn de gevolgen van het aanstaande vertrek van preses Jäggi voor uw positie ?

Erik Gerets : “Dat Jäggi de club verlaat, is bijzonder jammer. Hij heeft zijn werkzaamheden als crisismanager hier vrijwel afgerond en had geen reden om nog een seizoen langer te blijven. Volgende zomer keert hij terug naar zijn gezin in Zwitserland. Jäggi is een goede vriend. Hij bracht me naar Kaiserslautern en daar blijft ik hem eeuwig dankbaar voor. Maar ook na zijn vertrek blijf ik gemotiveerd verder werken. Zolang ik hier aan de slag ben, wil ik deze club alles geven wat ik in me heb. Maar als we niet beter gaan spelen, zal ik weinig extra kansen krijgen om hier nog langer te werken.”

Tot dusverre heeft dat niet veel opgeleverd. Ook dit seizoen presteren jullie verre van constant.

“Het grootste probleem zijn de blessures. Belangrijke spelers als Hany Ramzy, Ciriaco Sforza, Lincoln en Vratislav Lokvenc zijn al maanden uit roulatie. Daarmee mis ik de hele as van mijn elftal. Sforza is voor ons net zo belangrijk als Mark van Bommel voor PSV, terwijl Lincoln één van de beste voetballers in de selectie is. Lokvenc zorgt voor aanvallende dreiging en is als aanvalspartner van Miroslav Klose enorm belangrijk. Het blijkt heel moeilijk om die spelers te vervangen.”

Stoort het u dat ook de zeven zomeraankopen, waaronder Stijn Vreven, het team nog niet beter konden maken ?

“Aan de nieuwkomers ligt het helemaal niet. Kamil Kosovski, Lucien Mettomo, Mika Nurmela en Steffen Freund bewezen stuk voor stuk al eerder dat ze waardevol kunnen zijn voor een elftal. Maar onze opbouw van achteruit klopt niet. Daar worden te veel foute passes gegeven. Zo komen de middenvelders en spitsen veel te weinig in de gelegenheid hun kwaliteiten te laten zien.”

Ook met de discipline is het blijkbaar droevig gesteld. Jullie incasseerden tot vorig weekend al vijf rode kaarten.

“Dat is inderdaad van het goede te veel. Ik kan niet in de hoofden van mijn spelers kijken, maar ze moeten tijdens de trainingen maar eens doen wat er van hen wordt verlangd. Vooral het positiespel moet veel beter. Alleen dan kunnen ze kritieke situaties op het veld uit de weg gaan.”

Is er dit seizoen al een moment geweest dat u dacht : nu moet ik serieus voor mijn baan vrezen ?

“Nee, ik heb nog niet het gevoel gehad dat ik voor het laatst als trainer op de bank zat. Ik bewees vorig seizoen tijdens de tweede competitiehelft dat ik dit team naar mijn hand kan zetten. Daarom blijf ik keihard verder werken. Tijdens de winterstop moet er wel iets gebeuren. Ik heb nu een selectie van 29 man. We gaan proberen een aantal spelers aan een andere club te helpen. Met de afgeslankte groep die ik dan overhoud, moeten we ons in veiligheid spelen. Maar op meer dan de negende plaats reken ik niet. Dat is echt het hoogst haalbare voor dit seizoen.”

door Philippe Bughin en Frédéric Vanheule

‘Op meer dan de negende plaats reken ik niet.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content