De voorbije twee weken bracht bondsvoorzitter Jan Peeters door in Athene, waar hij namens de wereldvoetbalbond Fifa zetelde in de disciplinaire commissie van het voetbal. Nieuw waren de Spelen voor Peeters allerminst, hij logeerde vijfmaal in het atletendorp als lid van de Belgische olympische delegatie.

Jan Peeters : “Het was dit keer toch anders. Ik had geen accreditatie en kon niet in het atletendorp en dan ben je toch veel minder betrokken. Een ander snapt dat misschien minder, maar ik voelde me dit keer een beetje een buitenstaander. Toch waren er een paar mooie momenten. Ik zag een prachtige openingsceremonie, woonde de finale van Kim Gevaert bij en zag zowel de halve als de finale van Justine Henin. Ik raakte ontroerd bij dat podium, toen ze de Brabaçonne speelden, maar andere keren was ik emotioneel nog meer betrokken. Vrijdag ben ik teruggekeerd, mijn aanwezigheid was er niet meer nodig en er is ook nog een bond om te leiden ( lacht).”

Zaterdag beginnen de Rode Duivels aan de WK-campagne. Wat verwacht u ?

“Dat ze zich plaatsen. De manier waarop dat gebeurt, is voor mij minder van tel. Michel D’Hooghe zei altijd dat je al je thuiswedstrijden moet winnen, niks mag verliezen tegen de kleintjes en her en der bij een grote wat moet proberen te rapen. Ik vraag me één ding af : zijn er nog kleintjes ? Bij de eerste reactie heette het dat België op Spanje na geen grote tegenstanders had en dat dit een makkelijke groep was. Daar ben ik minder van overtuigd. Het WK halen is financieel geen must, op dat vlak kunnen we ook zonder overleven. Maar we hebben een reputatie hoog te houden, zes keer op rij erbij is een mooie serie, ik wil die niet afgebroken zien. En zowel voor spelers als voor de sponsors is een deelname belangrijk.”

Gaat u de spelers toespreken ?

“Ja. Dat heb ik voor de EK-campagne ook gedaan. Ik ben fier over het feit dat we niet meer over premies of portretrecht moeten onderhandelen, dat is allemaal al maanden in orde, maar ik ga toch even met hen praten. Volgens mij staan we verder dan twee jaar terug. Er hebben geen sterkhouders afgehaakt en Aimé Anthuenis heeft tegen zeer sterke ploegen kunnen experimenteren. Dat er jongens bij hun club op de bank zitten, is iets wat ik ook constateer. De heilige regel dat je alleen die oproept die spelen, kan je nog moeilijk hanteren. Anderzijds kan het misschien voor hen een stimulans zijn, om te tonen dat ze beter verdienen.”

Hoeveel vertrouwen hebt u in de bondscoach ?

“Alle vertrouwen. Waarom niet ? Hij heeft veel krediet, kreeg een moeilijk probleem in handen en heeft op de goeie momenten jonge spelers ingepast.”

Maar als we het WK niet halen, is het over, zegt hij zelf.

“Dat heeft hij niet letterlijk tegen mij gezegd.”

Zegt u nu dat hij ook in een geval van niet-kwalificatie mag blijven ?

“Stel die vraag over twee jaar eens, laat ons geen probleem zoeken dat er niet is.”

Anthuenis sprak ook zijn bekommernis uit over het grote aantal buitenlanders. Moet u niet werken aan beperkende maatregelen ?

“Ik constateer ook dit record, maar ik kan daar niet aan werken. Als het Uitvoerend Comité wat zou voorstellen, kan de Profliga dat voorstel door haar blokkeringsminderheid direct afschieten. De bal ligt in hun kamp. Alleen is de realiteit dat sommige clubs alleen overleven dankzij transfers en is de fiscale realiteit er een waaraan wij niet kunnen tornen.”

Staat het punt op de dagorde van de volgende vergadering van het Uitvoerend Comité ?

“Ik heb die net doorgenomen. Neen. Verwacht van ons geen initiatief. Ik geloof dat de Profliga wel een werkgroep oprichtte.”

Als straks een buitenlandse club om de vrijgave van Davy De Beule vraagt, gaat u die dan als Uitvoerend Comité geven ?

“Daar komen wij niet in tussen. Die zaak is in handen van de bevoegde bonds- en juridische instanties en wij houden ons aan de reglementen.”

Vindt u nu niet dat de KBVB alweer weinig slagkrachtig naar buiten komt ?

“Potverdomme neen ! Wij houden ons aan de juridische regels en reglementen. Als we dat niet doen, vallen advocaten ons op de nek.”

door Peter T’Kint