JESSE DE PRETER GAAT ALS ZELFSTANDIG CEO LEIDING GEVEN AAN ALLE PROJECTEN VAN VINCENT KOMPANY, WAARONDER ZIJN NIEUWE VOETBALCLUB, BX BRUSSELS. DE NAAR BRUSSEL UITGEWEKEN LIERENAAR, EEN VOORMALIGE ZAKENADVOCAAT, ZIET GROTE MOGELIJKHEDEN.

Hoe is Vincent Kompany bij u terechtgekomen?

Jesse De Preter: “Via enkele mensen in wie hij vertrouwen heeft. Vooral rond de nationale ploeg. Vincent is met verschillende projecten tegelijk bezig en was op zoek naar iemand die daar overkoepelend en strategisch leiding aan geeft. Hij heeft mij een aantal keren uitgenodigd in Manchester om te praten. We hebben enkele maanden alleen over de inhoud van het project gepraat vooraleer het gesprek zakelijker is geworden. We hebben er allebei veel tijd voor genomen.”

Wat heeft voor u de doorslag gegeven?

“De zekerheid dat ik door topprofessionals omringd zal worden. Namen kan ik daar nu nog niet op plakken, maar Vincent is erg veeleisend. Hij zoekt enkel naar topprofielen. Naar mensen die ook buiten het voetbal hun strepen hebben verdiend. Daarnaast is het een uniek project: iemand die van scratch, uit het niets een club begint in een regio als de Brusselse met enorm veel opportuniteiten. Ik had het Brusselse dossier zelf al langer dan vandaag voor mijn eigen vennootschap bestudeerd en was tot de conclusie gekomen dat er kansen lagen voor mensen die in voetbal willen investeren. Daar moest Vincent mij niet van overtuigen.”

U bent een ingeweken Brusselaar. Heeft dat een rol gespeeld?

“In 2010 ben ik uit Amsterdam teruggekeerd. Ik woon hier nog maar drie jaar, maar ik heb wel binding met de stad en ik heb ogen in mijn hoofd. Daardoor ben ik gemakkelijk van het project overtuigd geraakt.”

In vierde klasse zal u ver weg zitten van de beslissingscentra van het Belgische voetbal. Zal u dat niet missen?

“Naast BX Brussels blijven wij met Atticus Sports Management gewoon verder werken. Een van onze klanten is de K11 in de Pro League. We blijven ook een aantal clubs in eerste klasse adviseren. Trouwens, ik zie vierde klasse niet als een stap achteruit. Integendeel. Zal ik door professionals omringd worden? Zullen we een transparant budget kunnen opstellen? Zullen we toegang krijgen tot internationale sponsoring? Het antwoord is telkens ja, en dat kan ik niet van elke eersteklasseclub zeggen.”

Welke rol zal Kompany zelf spelen?

“Hij heeft in geen enkele van zijn projecten een uitvoerend mandaat. Niet bij VICA (het liefdadigheidsproject van Kompany en zijn echtgenote Carla, nvdr), niet bij Bonka Circus (het managementbureau/productiehuis dat Kompany’s management verzorgt, nvdr), noch bij BX. Maar hij wil wel van alles op de hoogte blijven. We hebben een bedrijfsmodel uitgewerkt waarbij we rapporteren aan de eigenaar. Vincent belt me bijna dagelijks op om zijn ideeën te geven en verwacht dan van mij dat ik ze in praktijk breng.”

U bent 35 en werkte al voor Jean-Marc Guillou, Club Brugge en Lierse, en zopas startte u mee de prestigieuze jeugdacademie van Zulte Waregem op.

“Bij Club Brugge klikte het persoonlijk niet en Lierse was een emotionele keuze. Ik heb er aan crisismanagement gedaan en dan is het een geijkte wet dat de crisismanager zich uiteindelijk weg managet. Daarna ben ik zelfstandig begonnen met Atticus Sports Management. Zulte Waregem is destijds een van onze eerste cliënten geworden. En nu is Kompany een nieuw, groot project. Maar ik benadruk dat we die andere dingen verder blijven doen, binnen de duidelijke afspraak dat het niet concurrerend mag zijn. BX is een vierdeklasseclub, dus er is wel wat ruimte voor andere dingen ernaast.”

Ook in het verhuisverhaal van Zulte Waregem naar Antwerpen speelde u een rol.

“Ik was de raadgever van een investeerdersgroep en benadruk dat ik Zulte Waregem niet rechtstreeks heb geadviseerd in de onderhandelingen met die investeerders. Wat ik uit dat verhaal meeneem, is dat je er beter aan doet – zoals we met BX hebben gedaan – om in de luwte iets grondig voor te bereiden alvorens ronkende verklaringen af te leggen.”

Slotvraagje: waar gaat BX zijn wedstrijden spelen?

“Dat maken we deze week bekend. Ik kan wel al prijsgeven dat we de eerste ploeg gaan linken aan één vaste plaats en dat de jeugdterreinen zo veel mogelijk zullen worden verspreid over de hele Brusselse regio. We willen laten zien wat we een Brusselse club zijn en niet de club van één Brusselse gemeente.”

DOOR JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content