NA ZEVENTIEN WEDSTRIJDEN ZONDER NEDERLAAG MOEST ZULTE WAREGEM VORIGE ZATERDAG ZIJN MEERDERE ERKENNEN IN CLUB BRUGGE. MAAR EEN UPPERCUT WAS HET VOOR DE WEST-VLAMINGEN ALLERMINST, ZEGT STEVE COLPAERT.
Welke lessen trek jij uit die nederlaag?
Steve Colpaert: “Dat we, in tegenstelling tot wat de pers ons probeert aan te praten, niet te vlug moeten dromen van de titel – wat we trouwens op nog geen enkel moment gedaan hebben. In die zin kan dat verlies, hoe vervelend het ook is en hoewel we misschien zelfs meer verdienden, een voordeel zijn. Vooral om die toenemende druk van buitenaf te laten afnemen.
“Iedereen – van media tot supporters – heeft ons de jongste weken bejubeld, maar zij moeten beseffen dat we nog altijd maar Zulte Waregem zijn. En dat wij om te winnen tegen die grote ploegen tóp moeten zijn, en dat we ook wat meeval moeten hebben, zoals op Anderlecht. Loopt het iets minder, dan hebben we het zelfs tegen teams als Charleroi moeilijk. De nederlaag tegen Club zal iedereen, ook de spelers en de dirigenten van de club, met de voeten op de grond houden.
“Anderzijds ben ik ervan overtuigd dat er ook niets van zal blijven hangen, want Club heeft ons helemaal niet weggespeeld. Al hadden we het op het middenveld tegen een superieure Donk en goeie passeurs als Vázquez en Refaelov wel moeilijk.”
Wat wordt het grootste nadeel van Zulte Waregem in play-off 1?
“Onze kleine kern, die niet gewoon is om elke week, en zeker niet om de drie dagen, een topmatch te spelen. Nu zitten we nog vrij fris, anders druk je Club ook niet weg in het laatste kwartier, maar de opstapeling van die play-off 1-wedstrijden zal hoe dan ook tot vermoeidheid leiden. Wij zullen er goed op moeten letten dat we genoeg rust inbouwen, want wie fysiek overbelast raakt, wordt ook mentaal moe.
“Sowieso moeten we beseffen dat play-off 1 moeilijk wordt tegen ploegen met een veel bredere kern. Bij Club, Racing Genk en Standard zie je hun vormcurve de laatste weken stijgen. Zij gaan resoluut voor plaats twee, wie weet zelfs voor de titel. We zullen dus nog kloppen krijgen en allicht eens hard tegen het canvas belanden.
“Aan ons om dan weer recht te staan, maar die veerkracht hebben we. Zie maar hoe we ons herpakten na de 0-5-pandoering in de beker tegen Genk.”
Jullie kunnen sowieso terugvallen op een solide verdediging. Tussen jou en Karel D’Haene klikt het bijzonder goed.
“Alle twee zijn we aan ons beste seizoen ooit bezig. Al van in mijn eerste seizoen bij Zulte Waregem (2008/09, nvdr) spelen we naast elkaar. Logisch dat je elkaar na al die tijd perfect kent en automatismen hebt. Bovendien zijn we heel complementair: Karel is groter en heeft een goed positiespel, ik ben wat kleiner (1m77, nvdr) maar ik ben krachtiger en sneller.”
Je hebt onder Dury ook al een half seizoen, en in die ene vriendschappelijk interland tegen Kroatië in 2010, als rechtsachter gespeeld, en vorig seizoen ook een hele tijd als verdedigende middenvelder. Naar welke positie gaat jouw voorkeur uit?
“Mijn huidige plaats, centraal achterin. Sommigen zeggen dat ik daarvoor te klein ben, maar dat los ik op met die snelheid en goeie timing. Ik heb op die positie ook mijn jeugdopleiding doorlopen en bij Brussels ben ik daar ook doorgebroken in eerste klasse. Op die plaats voel ik me het best, al zou ik even goed renderen als nummer zes. Maar op die positie heeft de coach met Malanda, Delaplace, Skúlason en Hinostroza keuze te over.”
Je spreekt over je beste seizoen ooit. Hebben andere clubs dat al opgemerkt?
“Neen, er is voorlopig geen interesse, maar daar lig ik helemaal niet wakker van. Waarom ook? Ik heb hier nog een contract tot eind 2016. Die stabiliteit vind ik heel belangrijk. En vergeet niet: ik ben nog altijd pas 26. Benji De Ceulaer moest ook wachten tot zijn 29e eer hij een kans van een topclub kreeg.
“Als ik zou vertrekken, is het voor een ‘grotere’ club dan Zulte Waregem. In België, of in het buitenland. Ik ben eind vorig jaar vader geworden, maar mijn vrouw is bereid om in dat geval mee te verhuizen. Dat is al besproken.” (lacht)
DOOR JONAS CRETEUR
