De hele week was ervoor gewaarschuwd op de tactische trainingen bij Anderlecht. Corners of vrije trappen vanaf de kant gaan bij Club Brugge steevast in de richting van PhilippeClement, die dan vanuit het pak probeert Rune Lange aan de tweede paal te bedienen. Al boter aan de galg, want na nog geen vier minuten lag bij zo’n fase de bal al in het Brusselse net. Aanvoerder Walter Baseggio slaat een mea culpa.

Hoe kan dat nu ?

Walter Baseggio : “Rune was mijn man, ik weet het. Ik had hem in de gaten, maar raakte in het gedrum toch uit positie. Toen ik Clement zag doorkoppen, besefte ik al dat ik te laat zou komen. Terugkeren ging niet meer. Mijn fout.”

Een dure fout, want ze besliste over de wedstrijd.

“Ik denk dat Brugge niet te veel gevoetbald heeft. Het werkte vooral met lange ballen en dat is ons spel niet. We hadden nog wel aanspraak kunnen maken op een gelijkspel, maar als er één ploeg verdiende te winnen, was het Brugge wel. Eén kanttekening toch : op dit veld valt niet te voetballen. Catastrofaal ! Brugge had er minder last van dan wij, omdat zij van achteruit vooral lange ballen verstuurden. Maar voor ons was het vrijwel onmogelijk om een één-twee op te zetten.”

Tactisch speelde Club het ook clever, met Gert Verheyen die vaak in je rug was te vinden.

“Ja. Hij was veel te vaak bereikbaar als aanspeelpunt. Besnik(Hasi, nvdr) en ik hadden elk al een man, en soms meer dan één omdat hun flankverdedigers ver doorschoven. Dus was het aan één van de verdedigers om door te schuiven. Dat gebeurde niet altijd. Daardoor hadden we een probleem.”

Eén op zes tegen Club Brugge en nul op drie tegen Standard. Zal de champagne op het titelfeest er straks wat bitter door smaken ?

“Nee, dat vind ik niet. Oké, in die wedstrijden staat de eer op het spel en je wil ze graag winnen. Maar ik herinner me een seizoen waarin we wél de toppers wonnen, maar toch naast de titel grepen. Geef mij dan maar regelmaat. Een titel win je over 34 matchen. Bovendien kunnen we tegen Standard nog revanche nemen en er is nog de beker : daar moeten we absoluut de finale halen. We hebben nog zes thuiswedstrijden ook. Uitdagingen genoeg dus nog voor de rest van het seizoen.”

Het verlies tegen Brugge volgt op een gelijkspel tegen Westerlo. Zit Anderlecht in een dalletje ?

“Een beetje. Maar we komen er wel uit, net zoals Aruna er wel uitkomt, want ook met hem is het iets minder tegenwoordig. Ik denk dat we allemaal ook wat zware benen hebben, er is de voorbije weken behoorlijk hard getraind.”

Waarom ?

“Dat moet je de trainer vragen.”

Klopt het dat jij extra individuele training kreeg ?

“Ikke ? Voor mijn rechterbeen of zo ? Neen. Er is specifiek getraind op vrije trappen, maar ik heb geen ander individueel werk gekregen.”

Wat gaat de terugkeer van Nenad Jestrovic voor jou veranderen ?

“Er komen meer opties door, meer afwisseling tussen lang en kort. Nu had ik alleen Aruna als aanspeelpunt, meestal lang. Nenad weegt direct op een verdediging, dat merk je. Met hem erbij zal ik straks weer links én rechts uit de voeten kunnen, zowel kort als lang. Ik ben dus blij dat hij terug is. Je zag het verschil meteen : hij speelde dertig minuten mee in Brugge en direct kregen we kansen. Geloof me, we komen hier snel uit.”

door Peter T’Kint

‘Extra training ? Ikke ? Voor mijn rechterbeen of zo ? Neen, hoor.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content