Net als Standard is Sinan Bolat weer helemaal terug. De Belgisch-Turkse keeper blaakt van zelfvertrouwen. ‘Ik ben klaar voor een topclub.’

Twee jaar is het volgende week geleden dat Sinan Bolat titularis werd in het doel van Standard. Tegen Germinal Beerschot was dat, toevallig ook de tegenstander van afgelopen zondag. Intussen is Bolat, nog maar 22, samen met Steven Defour, Axel Witsel en Réginal Goreux een van de oudgedienden: zij maakten als enigen in de kern de laatste landstitel nog mee.

Vorige week keerde Bolat terug in doel, na een lange blessure. Maandag reisde Sinan Bolat ook af naar Turkije, om er zich bij de andere Turkse internationals te voegen, die volgende week Oostenrijk partij geven. Van die oproeping schrok hij toch wel even.

Sinan Bolat: “Dat was een verrassing, zo kort na mijn terugkeer van een zware blessure. Ik heb echt geen idee waarom ik er nu weer bij ben. De vorige keer dat ik opgeroepen werd, was bij Turkije-België ( begin september 2010, nvdr).”

Nadien uitte je twijfels of je er wel goed aan gedaan had om voor Turkije te kiezen.

“Ik had problemen met één persoon uit de staf van de nationale ploeg, en had gezegd dat ik niet meer zou spelen zolang die man bij de nationale ploeg zat. Achteraf ben ik daarover gaan nadenken, en leek het me niet verstandig om de nationale ploeg te laten vallen voor één man. Die is er nu nog, maar ik ben ook terug.”

Op dat moment opperde je dat je misschien nog voor België zou kiezen. Meende je dat, of zei je dat in een bui van ontgoocheling?

“Nee. Ik heb indertijd gezegd dat ik altijd open zou staan voor een uitnodiging van België, of van Turkije. Dat is nog steeds allebei mogelijk, ik heb op dit moment nog geen officiële wedstrijd gespeeld voor de Turkse nationale ploeg.”

Wat had je bijvoorbeeld gedaan als Leekens je vorige week had opgeroepen?

“Ik zou daarover nagedacht hebben, maar misschien wel twee keer. Ik zeg niet dat ik dan voor België had gekozen, maar ik sta voor alles open.

“Ik heb voor Turkije gekozen omdat ik vind dat ik meer kans heb om voor Turkije te spelen dan voor België, dat op dit moment gewoon veel goeie jonge doelmannen heeft. Mijn keuze heeft te maken met een sportief gevoel, niet met het feit dat ik me meer Turk of meer Belg voel.

“Als je het met België vergelijkt, is de opleiding van keepers in Turkije echt heel zwak.”

Als je om die redenen kiest, haal je dan niet jezelf naar beneden tegenover de andere Belgische jonge keepers? Je zou ook kunnen zeggen: ik ga hier gewoon de strijd aan.

“Ik zeg ook niet dat ik vind dat de andere jonge keepers hier beter of slechter zijn dan ik. Ik vind me niet slechter of niet beter dan om het even welke keeper in België.”

Zo hoog mogelijk

Ben jij ambitieus?

“Heel ambitieus.”

Wat betekent dat?

“Ik wil zo hoog mogelijk spelen, in een hogere competitie, bij een topploeg.”

Nochtans zeg je daar weinig over. Van jou horen we niet dat die of die topclub iets voor jou zou zijn.

“Nee, dat doe ik niet. Ik ben nog maar 22, en ik zit bij een van de beste ploegen van België. Ik wil hier mijn niveau omhoog halen. Dan zien we wel wat de aanbiedingen zijn.”

Zijn die er?

“Die zijn er geweest, afgelopen zomer. Heel interessante aanbiedingen, maar ik moet geen stappen overslaan. Ik heb Champions League en Europa League gespeeld, dat zijn pluspunten. Maar belangrijk is dat je de juiste keuze maakt en niet te snel beslist.”

Als je zo snel mogelijk hogerop wil, en er zijn interessante aanbiedingen geweest, ben je dan nog hier omdat Standard je niet wilde laten gaan, of omdat je het niet de juiste club vond?

“Allebei. Ik ben nog maar het tweede jaar titularis hier. Mijn entourage en ik vonden het vroeg om die stap te zetten, ook al waren het clubs die me interesseerden.”

Ben je nu helemaal fit?

“Ik heb drie en een halve maand niet gespeeld. Ik nam de tijd om weer voldoende spiermassa te kweken. Ik heb geen enkel risico genomen in mijn revalidatie, want het was een zware blessure, tegen Club. Eerst vreesde men dat ook mijn kruisbanden geraakt waren en dat ik geopereerd zou moeten worden, maar het waren enkel mijn ligamenten die gescheurd waren en uiteindelijk geopereerd zijn.”

Het is een moeilijk seizoen voor Standard. Wat heb je dit jaar geleerd?

“Er waren veel spelers die onder hun niveau presteerden, maar nu is dat toch voorbij. Het klopt dat we vaak van verdediging wisselden, maar dat was vorig seizoen ook al het geval. Als keeper wil je het liefst elke week de vier zelfde spelers voor je zien, dan weet je welke posities ze zullen nemen en wat ze gaan doen.”

Maak je dan veel fouten omdat je andermans steken moet oprapen?

“Dat gevoel heb ik niet. Ik vind dat ik mijn verdedigers veel coach. Als ze dat niet doen, maak ik me weleens kwaad, maar ik neem dat achteraf niet mee. We hebben ook een van de jongste verdedigingen van België, dan kan je ze ook weinig verwijten. Fouten maken hoort erbij, als je zulke jonge verdedigers opstelt. Dat heeft met ervaring te maken. Over een jaar of twee zijn Kanu en Mangala even goed als Sarr en Onyewu.”

Je legt veel risico in je spel.

“Ik ben nooit bang om in actie te komen, het maakt me niets uit als ik een speler in de voeten moet duiken of voor een moeilijke bal moet springen. Ik neem graag risico’s. Geen risico nemen en alleen maar op mijn lijn blijven staan, da’s niets voor mij.”

België is nochtans traditioneel een land van lijnkeepers.

“Dat heeft met mijn karakter te maken, en met de opleiding die ik bij Genk kreeg. Logan Bailly durft ook uit te komen.”

Je hebt ook keepers die hopen dat hun verdedigers alle voorzetten wegkoppen.

“Ik niet. Als er een voorzet komt, ga ik gewoon. Daardoor heb ik ook al fouten gemaakt. Dat wordt me weleens aangewreven, dat ik nog fouten maak als ik uitkom op hoge ballen, maar als je op je lijn blijft en met angst speelt, kan je geen fouten maken. Ik ga liever zelf, ook al maak ik fouten, maar ik durf tenminste. Alleen moet ik nog leren wanneer ik wel en wanneer ik niet uit moet komen. Ik moet nog mijn momenten kiezen waarop ik honderd procent zeker weet dat ik die bal heb. Aan mijn timing werken, dus. Maar dat is iets anders dan zeggen dat ik niet goed ben op hoge ballen.”

Turkse topclub

Wat mis jij om morgen bij een topclub onder de lat te staan?

“Wat mis ik? ( denkt diep na) Tja … Niets. Ik denk dat ik er klaar voor ben.”

Droom jij van een Turkse topclub?

“Natuurlijk hoop je, als je van Turkse afkomst bent, om op een dag voor een van de Turkse topclubs te spelen. Maar dat moet niet noodzakelijk de volgende stap zijn na Standard. Als ik de keuze heb, gaat mijn voorkeur hierna uit naar een club uit een ander land, een betere competitie. Mocht ik een aanbieding krijgen uit Engeland, Duitsland of Spanje, zou ik die het eerst overwegen, vóór een uit Turkije. Dat kan later ook nog.”

Wat zou spelen voor een Turkse topclub anders maken voor jou dan voetballen bij een Belgische topper?

“Er zit meer druk op. Het niveau verhoogt er jaarlijks, als je ziet welke goeie spelers en trainers er nu naar Turkije gaan.”

Speel jij graag onder druk?

“Ja. Ik kan heel goed met druk om. Hoe meer druk er is, hoe beter ik speel. Dat ligt in mijn karakter, denk ik.”

Had je dit seizoen meer verwacht van Standard?

“We wisten dat het heel moeilijk zou worden omdat we na het vertrek van een aantal spelers een jonge en nieuwe ploeg zouden hebben, maar ik had wel iets meer verwacht dan dit. Ik had een betere rangschikking verwacht, een beter spelniveau ook.”

Had je dan verwacht dat Standard mee zou doen voor de titel?

“Ik denk dat we nog altijd meedoen. We geloven er nog in. Omdat we nu eindelijk ons niveau halen. We mikken ook op de beker.”

Statistisch gezien hebben jullie 38 procent kans om je te plaatsen voor de bekerfinale, heeft men uitgerekend.

“Ik vind onze kansen in de beker fiftyfifty, op basis van onze prestatie op Gent.”

De supporters, vroeger de twaalfde man, zijn al eens kritischer voor de spelers.

“Ik begrijp wel dat ze ontgoocheld zijn. Ook zij hadden meer van dit seizoen verwacht. Het is aan ons om hun onvrede met prestaties weg te krijgen. Mochten we ons niveau halen, was er geen probleem geweest met de supporters.”

Hoe zit het met Jelle Vossen, met wie je op Genk in de clinch ging?

“Dat was een domme reactie van mij. Maar als ik een fout maak, heb ik er ook geen probleem mee om dat toe te geven. Hij heeft iets gezegd tegen mij en ik tegen hem, maar dat is uitgepraat. We hebben elkaar onlangs gezien in Hasselt. We hebben vijf of zes jaar samen gespeeld. Hij is en blijft een vriend.”

Zou je Genk de titel gunnen?

“Heel zeker. Vercauteren heeft daar goed werk geleverd, want die ploeg is dezelfde als vorig seizoen.”

Wanneer zal dit seizoen voor jou geslaagd zijn?

“Als we de bekerfinale halen en via competitie een Europees ticket afdwingen. Ik mis dat wel, Europees voetbal, na wat we vorig jaar en het seizoen daarvoor Europees gepresteerd hebben.”

Heb jij in die Europese campagnes iets over jezelf geleerd?

“Ik vind dat ik Europees een goed niveau heb gehaald, dus weet ik nu van mezelf dat ik dat niveau aankan.”

Heb je een carrièreplanning in je hoofd?

“Ja. Op korte termijn is dat het seizoen goed afsluiten. Dan zien we wat de club wil, en wat de aanbiedingen zijn. Ik zeg niet dat ik hier volgend jaar nog ben, ik zeg ook niet dat ik na dit seizoen weg ben.”

DOOR GEERT FOUTRÉ – BEELDEN: REPORTERS

“Over een jaar of twee zijn Kanu en Mangala even goed als Sarr en Onyewu.”

“Jelle Vossen is en blijft een vriend.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content