Moussa Dembele, de 19-jarige Belgische spits van AZ, was een lichtpunt tijdens de laatste oefenwedstrijden van de Rode Duivels. Tien jaar geleden was het salon in het ouderlijke huis in Berchem zijn uitverkoren trainingsplek.

Het gaat bijzonder hard de laatste tijd voor Moussa Dembele (19). De spits werkte zich in een mum van tijd op uit het niets en mag zich sinds kort zelfs Rode Duivel noemen. Bovendien verruilde hij zijn Nederlandse club Willem II voor vicekampioen AZ, de ploeg van Louis van Gaal. Prijskaartje : om en bij de 5 miljoen euro. De superlatieven vloeien bijgevolg kwistig : Dembele heeft een minutieus gevoel voor balbeheersing, is polyvalent en beschikt over een uitstekende linkervoet, luidt het quasi eensgezind. Wie is eigenlijk dit nieuwe talent ?

“Het moet ongeveer dertig jaar geleden zijn dat ik van Mali naar België kwam”, vertelt Yaya Dembele (55), Moussa’s vader. “Ik had enkele familieleden in België en besliste de oversteek te wagen.” Kort na zijn overkomst komt Yaya, werkend in de horeca, via een gemeenschappelijke vriendin in contact met zijn latere vrouw TillyHuygens (47). Tilly houdt zich op dat ogenblik vooral artistiek bezig. “Schilderen was een passie van me”, zegt Tilly. “Wellicht een gemeenschappelijk punt met Moussa, toch ook een beetje een artiest ( lacht). Er is trouwens nog een ander raakpunt : ik ben ook linksvoetig.” Yaya en Tilly vestigen zich later in de Herculesstraat, een buurt met een multicultureel tintje, vlakbij het station van Berchem.

Salonvoetbal

In die omgeving groeit Moussa op, hij is het derde kind in het gezin Dembele, na zijn broer Adama (30) en zijn zus Assita (21). Nadat hij lager onderwijs volgde aan de Stedelijke Basisschool Arthur Matthijs, sturen zijn ouders hem naar de topsportschool van Merksem. Zijn sportieve talenten zijn inmiddels duidelijk. “Moussa deed in het begin eigenlijk vooral aan atletiek”, zegt Tilly. “Die jongen kon blijven lopen. Uiteindelijk is hij door het advies van enkele vrienden in het voetbal gerold.”

Op zijn zevende sluit Moussa zich aan bij Berchem Sport. Vanaf dat moment is de ban gebroken, hij denkt slechts aan één ding : voetbal. Omdat zijn moeder hem liever niet op straat ziet rondhangen, trapt Moussa zijn eerste balletjes doodgewoon in huis. Het salon is zijn uitverkoren trainingsplek. Hij poogt er de kunstjes van zijn toenmalig idool Patrick Kluivert te imiteren. “Alles in huis heeft hij gebroken”, grinnikt Yaya. “De televisie, alle mogelijke lampen, noem maar op. Tilly had voor hem zelfs een speciaal lampje opgehangen waarop hij kon mikken. Ons salon was steeds leeg, de ruimte moest vrij blijven voor Moussa.”

Rond zijn negende meldt Moussa zich ook nog eens bij zaalvoetbalvereniging Hoboken, waar hij zijn techniek verder verfijnt en actief zou blijven tot zijn zestiende. Verder voetbalt Moussa elke zondag in het park om de hoek, samen met zijn vader en vrienden, onder wie Rachid Nordin van Germinal Beerschot. “Een traditie die nog steeds in stand wordt gehouden”, oppert Yaya. ( enthousiast) “Vorige zondag scoorde ik nog een hattrick tegen de ploeg van Moussa. We speelden vier tegen drie. Tijdens mijn jeugd in Mali speelde ik ook regelmatig voetbal, niet professioneel natuurlijk, dat was er in die tijd onmogelijk.”

Later, in 1999, volgt voor Moussa het logische trapje hogerop, hij stapt over naar de jeugdrangen van Germinal Beerschot. Ook Anderlecht en Lierse vertonen op dat ogenblik interesse in Moussa. “We zijn een paar keer naar Brussel geweest om te proberen”, verduidelijkt Tilly. “Uiteindelijk bleek die situatie niet ideaal, Moussa moest voortdurend eten in de auto en bovendien was vervoer een probleem. Trouwens, kiezen voor Anderlecht hield in dat hij meteen na school naar de training moest vertrekken. Op die manier bleef er helemaal geen tijd meer over om te studeren.”

Afrikaanse ‘nonchalance’

Tijdens zijn periode bij Germinal Beerschot stuit Moussa op Marc Noë, die hij al kende van bij de topsportschool. Volgens Yaya is Noë de trainer die het meest invloed heeft uitgeoefend op de ontwikkeling van Moussa. “Als je hem thuis een naam hoorde noemen, was het steeds Noë. Hij heeft mee zijn karakter gevormd. Eigenlijk was hij de perfecte trainer voor hem, à l’aise, zonder agressiviteit. Moussa neemt alleen iets aan als je het hem rustig vertelt. Praten en aandacht geven zijn belangrijk, hij blijft een jonge speler, begeleiding is absoluut noodzakelijk.”

Het is mede door het positieve advies van Noë dat trainer Marc Brys Moussa op 24 april 2004 laat debuteren voor het eerste elftal van Germinal Beerschot. Het gaat om een wedstrijd tegen Charleroi.

Marc Brys : “Ik had op dat ogenblik behoefte aan een spits, in samenspraak met Noë besliste ik Moussa de kans te geven in de eerste elf. Helaas moest hij nog geen tien minuten na zijn eerste invalbeurt geblesseerd naar de kant.”

“Een meniscusblessure”, vervolgt Brys. “Het zou hem de rest van dat seizoen blijven teisteren. Ik herinner me dat Moussa in die periode vrij blessuregevoelig was. Door de groei had hij regelmatig last van de rug, het heeft zijn definitieve doorbraak ongetwijfeld vertraagd. Plus, in de namiddag moest hij steeds naar school. Een deel van de training ging hierdoor aan hem voorbij, nochtans was ik er steeds van overtuigd dat hij het zou maken. Wat mij betreft, is hij een supertalent. Hij is nog jong, maar heeft een krachtig lichaam en hoewel hij vrij groot is, draait hij kort om zijn as, zijn balbehandeling is subliem. Beweert men dat hij te weinig scorend vermogen heeft ? Het is misschien eerder een kwestie van lef, de durf om te trappen, op training scoorde hij wel regelmatig. Eén fase op training is me altijd bijgebleven : Moussa knalde in een oefenpartijtje de bal vanop de rechterhoek van de backlijn kruislings in de winkelhaak. Dat terwijl er een opzittende verdediger in zijn rug kwam aanzetten. Toen wist ik het wel.”

Net als Brys is ook de verdere entourage bij Germinal Beerschot overtuigd van het potentieel van Dembele. Dat bevestigt ook Urbain Haesaert. Haesaert, momenteel scout voor Ajax, stond zeven jaar terug aan het hoofd van de jeugdopleiding bij Germinal Beerschot.

Urbain Haesaert : “Zijn talent is onmiskenbaar, zelfs op 11-jarige leeftijd kon je zien dat die jongen iets extra’s bracht. Zijn grote kwaliteit was toen al de tegenstander van de bal houden. Simon Tahamata, destijds jeugdcoach bij Germinal Beerschot, leerde hem om altijd het lichaam tussen de bal en de tegenstander te houden. Inhoudelijk heeft Moussa alles. Toch zijn er ook enkele mindere kantjes, zo heeft hij misschien wel een té gemakkelijk karakter. Af en toe komt hij nonchalant over, vind ik. Een goeie actie zal voor hem volstaan, hij hoeft geen doelpunt te maken om gelukkig te zijn. Dat is geen pluspunt, ambitie is nodig. Collectief denken is goed, maar een topspits is altijd een egoïst.”

“Het zou kunnen dat zijn moeder die gemakzucht gedeeltelijk mee in de hand heeft gewerkt”, gaat Haesaert verder. “Ongewild natuurlijk, maar ze was soms iets te bezorgd. Als hij moe was na een training bijvoorbeeld. ( fronst) Nu ja, daar draait het natuurlijk om, voetbal gaat om inspanningen leveren. Als je jezelf nooit pijn doet, maak je geen progressie.”

Vader Yaya vindt niet dat het Moussa aan de noodzakelijke gedrevenheid ontbreekt. “Akkoord, Moussa is kalm, hij doet alles op zijn eigen ritme, maar nonchalant of gemakzuchtig ? Absoluut niet ! Of hij er toch een zweempje van de Afrikaanse mentaliteit op nahoudt ? Ach, hij denkt en doet heel westers. Hou het op een mix, hij heeft een beetje van beide.”

Springplank AZ

Gemakzuchtig of niet, in het seizoen 2004/05 speelt Moussa Dembele negentien wedstrijden voor de eerste elf van Germinal Beerschot. Hoewel zijn teller op één doelpunt blijft steken, wekt hij de interesse van scouts in binnen- en buitenland. Uiteindelijk verkast hij als eindecontractspeler naar Willem II. Ook Anderlecht vertoont opnieuw interesse voor de spits, maar de Brusselaars zien hem voor de tweede keer door de vingers glippen. Nochtans bestond er een mondeling akkoord tussen Moussa en paars-wit.

Tilly : “Hij heeft lang getwijfeld tussen Willem II en Anderlecht. Op een gegeven moment staat hij ’s nachts plots op, maakt ons wakker en meldt dat hij voor Willem II kiest. Waarom ? Intuïtie misschien. Ik denk dat hij in zijn achterhoofd ook wel wist dat zijn spelstijl beter aanleunde bij de Nederlandse competitie. Hij wist dat hij er nog meer vooruitgang kon maken dan bij Anderlecht. Bij Anderlecht bestond de kans dat hij op de bank zou verzeilen. Dat heeft hij willen vermijden, daarvoor heeft hij te veel plezier in het spelletje.”

Uiteindelijk blijkt Willem II de juiste keuze ; ondanks een grijs seizoen van de Tricolores trekt Moussa volop de aandacht naar zich toe. Bovendien wordt hij door de aanhang van de club uitgeroepen tot talent van het jaar. Tom Caluwé reed een tijdlang samen met Moussa naar de trainingen in Tilburg en volgde zijn ontwikkeling van nabij.

Tom Caluwé : “In de eerste periode presteerde Moussa vrij wisselvallig. De ploeg draaide niet en doelpunten bleven uit. Moussa speelde ook niet altijd, want door het slecht presteren trok de club in extremis Zsombor Kerekes als extra aanvaller aan.”

Kerekes bleek echter een miskoop en in de tweede ronde begint Moussa echt door te breken. Hij maakt in totaal nog negen doelpunten, waarvan één ronduit schitterend, een kanonskogel in de wedstrijd tegen RBC Roosendaal.

Tilly vindt Moussa’s keuze voor Willem II een voltreffer. “Hij werd enorm geapprecieerd in Tilburg. Geweldig, de supporters hadden zelfs een lied voor hem gemaakt. Ik herinner mij een wedstrijd waar hij licht geblesseerd op de bank zat. De supporters bleven gewoon zingen tot hij er uiteindelijk op kwam. Zoiets doet hem goed, waardering motiveert hem.”

Nadat Willem II via de nacompetitie het behoud in de eredivisie weet te verzekeren, volgt voor Moussa de miljoenentransfer richting Alkmaar. Vooral een sportieve keuze, aldus manager Patrick Vervoort, die de aanvaller op 15-jarige leeftijd aan zijn portefeuille toevoegde.

Patrick Vervoort : “Moussa is erg nuchter. De tussenstap naar een Europese subtopper was voor hem een logische keuze. Versta me niet verkeerd, Moussa is wel degelijk ambitieus, hij wil de absolute top spelen, maar nu nog niet. Ik vermoed dat hij bij AZ verder zal ontbolsteren. Wellicht komt hij in Alkmaar veel aan de bak. Na het vertrek van Stein ( Huysegems,nvdr) naar Feyenoord zijn Shota Arveladze en Danny Koevermans de enige echte concurrenten.”

Ook Yaya is blij met AZ. “De belangstelling zal bij die club nog niet overdreven hoog oplopen. Hij houdt er niet van om overdreven in de belangstelling te staan of om opgehemeld te worden. Appreciatie en aandacht zijn goed, maar het moet niet te ver gaan. Nu ja, in de toekomst zal de drukte rondom hem misschien onvermijdelijk worden, maar hij stelt het zo lang mogelijk uit. Ik steun zijn keuze voor AZ volledig, een ambitieuze club, maar nog niet té. Noem het un tremplin, een springplank.

“Hoe ik zijn verdere toekomst zie ? We zullen zien, uitspraken daarover doen is riskant. Als alles goed loopt, heeft hij de capaciteiten om een grote te worden. Hij kan geen onmogelijke dingen doen natuurlijk, maar hij kan wel het onderste uit de kan halen. Hij wordt bij AZ ongetwijfeld omringd door betere spelers, Moussa trekt zich daaraan op. Als hij vertrouwen voelt en de juiste mensen om zich heeft, kan hij veel. Moussa is erg sociaal, mensen zijn belangrijk voor hem.

“Dat zie je ook bij ons thuis ; Moussa’s vrienden komen constant over de vloer. Tot op heden, het gebeurt niet zelden dat er plots vijf of zes gasten voor de deur staan. Er hebben hier trouwens ook altijd andere mensen bij ingewoond, Nordin bijvoorbeeld is hier zes maanden gebleven. ( lacht) Met de meisjes is hij voorlopig iets minder vlot. Il regarde, hij kijkt wel, maar daar blijft het meestal bij. Ik vermoed dat hij vrij kieskeurig is, maar het is duidelijk dat het voetbal momenteel centraal staat voor hem.”

BERT BOONEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content