Met een koffer vol twijfels reizen de Rode Duivels straks naar Sofia af. Het pessimisme neigt hier en daar zelfs naar defaitisme. Nochtans pleegde de nationale ploeg in het verleden in precaire omstandigheden altijd boven zichzelf uit te groeien. Anderhalf jaar geleden leek de dubbele barragewedstrijd tegen Tsjechië een veel te zware hindernis om alsnog het WK te halen en zouden vedetten als Pavel Nedved, Tomás Rosicky en Jan Koller de Rode Duivels rauw oppeuzelen. Maar in werkelijkheid draaide het even anders uit. Bulgarije bezit veel minder gratie en subtiliteit dan Tsjechië, zeker nu de zwierige architect Krassimir Balakov een punt gezet heeft achter zijn carrière. De Bulgaarse ploeg mag dan ook niet overschat worden.

Veel meer dan zich te bekommeren om de kracht van de tegenstander doen de Rode Duivels er dan ook goed aan binnen de eigen rangen orde op zaken te zetten en de aanwezige kwaliteit te ondersteunen door mentaliteit. Tot dusver frappeerde de ploeg, de opborrelende klasse ten spijt, door een gebrek aan agressiviteit en hopeloos gestuntel in de verdediging. Dat leidde tot een bloedeloze thuiswedstrijd tegen Bulgarije, maar vooral tot het dramatische verlies in Kroatië, waar er met een verjongde ploeg nochtans perspectiefvol aan de wedstrijd was begonnen, om na het eerste tegendoelpunt als een pudding in elkaar te zakken. De groteske fouten die bij de vier treffers werden gemaakt, gaven niet blijk van veel tactische volwassenheid.

Het staat haaks op de eigenheid van het Belgische voetbal dat de problemen zich juist in de achterste sector openbaren. Dat dreigt zaterdag niet anders te zijn, ook dan niet als Timmy Simons, zeker na het afhaken van Joos Valgaeren, weer als het slot op de deur moet fungeren. Toch is het vreemd dat Joos Valgaeren en Daniel Van Buyten, een paar jaar geleden met veel bombarie tot het duo van de toekomst uitgeroepen, in de nationale ploeg op een hardnekkige manier in krampachtigheid vervallen, ook al doen ze het bij hun club uitstekend. In een ander systeem weliswaar en niet echt uitblinkend door veel verbaliteit, maar het blijft een bizarre constatering dat twee voetballers die accenten leggen bij gerespecteerde buitenlandse verenigingen bij de Rode Duivels ver beneden hun niveau blijven.

Alles heeft wat dat betreft te maken met de mogelijkheid om op het veld tot een harmonie te komen. Midden een overvolle kalender, waarin voetballers qua belasting nu al een alarmerende grens bereiken, wordt dat steeds moeilijker. Welgeteld drie vriendschappelijke wedstrijden, met daarbij niet één echte krachtmeting, kreeg Aimé Anthuenis de afgelopen tien maanden om na het WK een nieuwe ploeg in elkaar te timmeren. Het is onbegonnen werk om dan automatismen te kweken. Zelfs tijdens het voorbije WK bleek hoe belangrijk het is dat zelfs een meer gelouterde ploeg een tijd met elkaar kan trainen en spelen. Het is geen toeval dat België in Japan na een desastreuze start kon groeien en uiteindelijk de latere wereldkampioen aan de rand van de uitschakeling bracht. Nu is het altijd maar herbeginnen.

Toch schuilt er in deze Belgische ploeg voldoende talent. Thomas Buffel voetbalt nog steeds met veel branie, Walter Baseggio moet in de nationale ploeg eindelijk eens wakker worden en het technisch vermogen op het middenveld verhogen en Wesley Sonck blijft een doelgerichte en moderne spits die in de snelle Emile Mpenza het ideale complement heeft. De achillespees blijft de positie van verdedigende middenvelder. Dat Aimé Anthuenis er wellicht weer voor kiest om Timmy Simons achteraan te posteren en waarschijnlijk Philippe Clement als schokbreker voor de defensie neerplant, is vreemd genoeg het omgekeerde van wat Trond Sollied bij Club Brugge doet : die houdt Clement vrijwel altijd achteraan en schuift Simons alleen in hoge nood achteruit.

Een nederlaag in Sofia dreigt de deur voor het EK dicht te klappen. Dan rest hooguit het uitzicht op de tweede plaats en een barragewedstrijd. Het zou na één jaar als bondscoach een karige balans zijn voor Aimé Anthuenis. Veel kan hem echter niet worden aangewreven. Hij heeft de noodzakelijke correcties aangebracht en toonde de moed te verjongen, ook al greep hij nu weer naar ervaring. Maar het heilig vuur kreeg Anthuenis vooralsnog niet in dit elftal. Vooral dat is verontrustend. En vooral dat was in het verleden altijd anders. Zeker dan als de nood hoog is.

door Jacques Sys

In deze ploeg zit geen harmonie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content