Of Peter Utaka zich goed voelt bij Westerlo ? ‘Het zal hier behoorlijk saai zijn : ze hebben niet eens een winkelcentrum’, zegt hij. Gelukkig zijn er de ploegmaats nog. ‘Oh, boy !’

P eterUtaka (20) : “Ik woonde in Nigeria tot mijn broer John, die voor Lens speelt, me tijdens de vakantie uitnodigde om naar Frankrijk te komen. Toen we met vrienden aan het voetballen waren, zag zijn manager me bezig en vroeg hij mij te komen testen in Europa. Zo ben ik bij Dinamo Zagreb terechtgekomen. Na een week wilden ze mij aannemen, maar administratief bleek dat niet zo eenvoudig. Daarna testte ik bij Patro Maasmechelen, waar ik vijf keer scoorde in twee oefenwedstrijden. Opportunity only comes once, zeggen ze, dus greep ik de kans die Maasmechelen me bood met beide handen, ook al is het een kleinere club dan Zagreb. Dat was een grote verandering voor mij : eindelijk kon ik de mensen tonen dat ik het buiten Nigeria kan maken. Op 7 augustus van vorig jaar ben ik naar hier gekomen, maar ik kon pas na een paar wedstrijden, in september, debuteren. Ik heb een tijdje nodig gehad om mij aan te passen. Bij UNTH in Nigeria zat ik in de tweede klasse soms op de bank, you know. Echt niet normaal ( lacht). Er is zoveel talent in Nigeria.

“Ik was echt nerveus voor mijn eerste wedstrijd met Westerlo, ja. Ik ben emotioneel van aard. Als ik me slecht voel, geloof je niet dat ik het ben die op het veld staat, maar als ik gelukkig ben, is het moeilijk om mij te stoppen. Wanneer het in mijn hoofd goed zit, kunnen ze mij niet tegenhouden. Geef mij het vertrouwen en ik doe 99 procent mijn best. Geen 100, neen. Je maakt toch altijd wel één klein foutje ? ( Lacht.) Maar als je geen vertrouwen in mij stelt, kan ik heel teneergeslagen zijn. Als ik een fout maak, word ik altijd heel kwaad op mezelf, zie je. NicoClaesen bijvoorbeeld zei me dan altijd hoe goed hij dat vond en dat ik daaruit zou leren. Kijk, dat is wat ik altijd wil horen. Niet dat ze op mij roepen. Dán verlies ik vertrouwen.

“Wie weet, speel ik over een of twee jaar samen met mijn broer. Dat is mijn droom, ik hoop dat hij ooit uitkomt. We hebben een hele hechte band. We zijn broers én de beste vrienden van mekaar. Als ik in het weekend niet moet spelen, ga ik naar Frankrijk ; moet mijn broer niet spelen, komt hij naar hier. Als we samen zijn, amuseren we ons altijd. Zingen en dansen are two of my favorite things ( lacht). Mijn broer en ik, wij houden van muziek en als er geen is, maken we er zelf. Ik hou vooral van reggae omdat ik een grote fan ben van BobMarley. Hij zingt over hetgeen ik wil horen : over emoties, over wat in de wereld gebeurt, de verbondenheid tussen mensen.

“Sommigen in Afrika kunnen drie keer per dag eten, anderen niet. Maar onze ouders werkten hard û mijn vader is bankdirecteur en mijn moeder veearts û dus ze konden ons goed onderhouden. Normaal sturen Afrikanen geld op naar hun familie, maar mijn familie stuurde geld naar óns. Ze steunden eerst mijn oudere broer om in het buitenland te kunnen gaan voetballen : hij was twee keer topschutter in Egypte, daarna speelde hij een half seizoen in Qatar en nu zit hij bij Lens. Het geld dat hij daarmee verdiende, betaalde hij mijn ouders terug. Samen hebben ze mij dan financieel ondersteund om naar Europa te kunnen komen. Want 1500 euro voor een vliegticket kon ik niet betalen : ik zat nog op school.

“Ik studeerde twee jaar sociologie aan de universiteit in Nigeria en ook landbouwingenieur. Je mag dat echter niet vergelijken met de universiteit in België, het niveau ligt hier veel hoger. Van mijn moeder moest ik sociologie studeren. Daardoor weet ik nu in een paar minuten of je deugt of niet ( schatert). Het heeft mij geleerd niet zomaar te praten en soms eerst na te denken voor je bepaalde uitspraken doet.

“De eerste twee weken in België voelde ik me niet echt goed. Hier alleen zitten was een heel grote verrassing voor mij. In Nigeria vertoefde ik altijd bij familie, hier was het meer iedereen voor zich. Ik wou terug, maar mijn broer legde mij uit dat ik mijn contract niet zomaar kon verbreken. Als ik een man wou zijn, I had to face a lot of things, zei hij. Als ik terugblik op de raad die hij me al heeft gegeven, kan ik alleen maar concluderen dat hij niets dan de waarheid sprak.

“Ik kwam niet naar Westerlo om mijn carrière in België te beëindigen. Ik ben als een schooljongen, weet je : ik moet eerst hier leren en daarna wil ik naar Engeland. Ik hoorde in de transferperiode dat er interesse was van Moeskroen, GBA en Genk. Genk wou pas in december praten en GBA en Moeskroen wilden niet betalen wat Patro Maasmechelen vroeg. GBA en Genk interesseerden mij niet zo. Alles heeft met gevoel te maken. Als mijn hart neen zegt, wil mijn geest ook niet. Moeskroen zag ik wel zitten omdat het zo’n jonge ploeg is en ik twee keer scoorde tegen Saint-Jean toen die trainer was van Tubize. Ik dacht dat ik daar kansen zou krijgen en dat de trainer vertrouwen in mij stelde. Maar ik ben nu heel blij met Westerlo.

“In Maasmechelen woonde ik eerst in een pleeggezin met IgorDeCamargo. Toen ik daarna alleen op een appartement zat, ging ik veel winkelen met vrienden. Ik verveelde mij nauwelijks, maar hier in Westerlo zal het behoorlijk saai zijn, denk ik ( lacht). Onlangs zei ik Ntuka en Modubi dat ik kleren wou gaan kopen. Ze vertelden me dat er hier niet eens shoppingcentrum is ! ( Giert.) In Maasmechelen moest ik daar maar tien meter voor buiten de deur. Maar ik ga er het beste van maken.

“Mijn ploegmaats…, goeie jongens, maar sommigen zijn een beetje gek ( lacht). We hebben veel lol. Oh, my god ! DavidPaas heeft ook nog bij Patro gespeeld, dus die maakt mij daar altijd gek mee. Hij probeert mij zenuwachtig te krijgen of draait de koudwaterkraan open als ik douche. Bobsam moet ook altijd laten zien dat hij de sterkste is in het worstelen. Oh, boy… ( Krijgt de slappe lach.)”

door Raoul De Groote

‘Als het in mijn hoofd goed zit, kunnen ze mij niet tegenhouden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content