Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Gert Verheyen en Pär Zetterberg kijken vanuit hun nieuwe rol naar de topper Club Brugge-Anderlecht. ‘Beide clubs schuiven al een tijdje naar mekaar op. Met alle voor- en nadelen.’

Het zijn geen makkelijke dagen voor Club Brugge. De grote schoonmaak van tien dagen geleden deed het stof hoog opstuiven. En dat net voor de komst van die grote rivaal uit Brussel, Anderlecht, komend weekend tegenstander in Jan Breydel. Het grote thuisdebuut van nieuwkomer Cedomir Janevski, van een ouverture onder druk gesproken. De Macedoniër speelde bij Charleroi nog samen met PärZetterberg, aan het werk als scout bij de Brusselaars. Direct na zijn aanstelling kreeg hij trouwens een telefoontje van Zet, “om hem succes te wensen”. De vorige job van Janevski bij Club Brugge, die van trainer bij de beloften, is nu in handen van Gert Verheyen, tot vorig jaar boegbeeld van de club als speler. Beiden zijn zes maanden ver in hun reconversie, tijd dus voor een gesprek en een eerste balans, dachten wij. Alleen schoffelde de actualiteit nogal hard de rust van het gesprek onderuit. Twee dagen na de bijltjesdag is het nog even bekomen. Verheyen : “Ik ben blij dat ik nu niet meer speel, anders was het allemaal weer op mijn kop terechtgekomen. Pas op, dat is niet de reden waarom ik stopte, maar – en dat is iets dat ik vorig jaar al en het jaar voordien ook al vond – er kwam te veel bij mij. Dat zou nu alleen maar erger zijn geweest.”

Had je de bui zien aankomen ?

Gert Verheyen : “Eigenlijk niet. Het enige wat je kan concluderen is : als iets niet werkt, kan een trainer het ook niet veranderen. Het zijn vooral de spelers die het doen. De trainer is een onderdeeltje dat kan zorgen voor dat ietsje meer, maar hij is afhankelijk van de spelers. En als goeie spelers ook nog eens slecht gaan spelen, heb je nog meer problemen. Ik denk in eerste instantie niet dat een ontslag van de trainers een oplossing is. Dat is toch de eerste afweging die je moet maken. Maar waarom ze het gedaan hebben, weet ik niet. Ik heb het niet beslist, hé mannen.”

Pär Zetterberg : “Ik vind dit Brugge vergelijkbaar met het Anderlecht van het midden van de jaren negentig, toen Bosman, Nilis, Degryse en Albert vertrokken. Een ploeg waar niemand nog bang van was. Zelfs thuis niet. Een ploeg zonder verrassingen, al denk ik dat vertrouwen daar ook mee te maken heeft. Het vertrek van Gert liet een grote leemte na. Niks tegen Sven ( Vermant, nvdr), maar Gert was het gezicht van Brugge gedurende de voorbije tien, vijftien jaar. Hij gaf het voorbeeld, had invloed op de rest. Ik denk dat ze hem missen, niet alleen op het veld, maar vooral in de kleedkamer. Wat mij bij hun spel opvalt is : vroeger zag je van Brugge tien voorzetten vanaf links en tien vanaf de rechterkant en iedere keer drie mensen die in de rechthoek opdoken. Je moest dus ten koste van alles de flanken afdekken. Dat gebeurt vandaag bij Brugge veel minder. Andere spelers, ander systeem, zeker na Sollied, maar ook vóór hem al. Maar verrassing kan ook met vertrouwen te maken hebben, wellicht mogen de spelers wel meegaan, maar durven ze niet, uit vrees op de counter gepakt te worden.”

Verheyen : “Verrassen … Het volgende woord is dan bijna automatisch creativiteit, ook zo’n woord om mottig van te worden. Ze zijn niet meer bang van ons, dat klopt, omdat we geen drie keer na mekaar winnen. Ik hoop dat iedereen beseft dat het anders moet en – vooral – dat ze het kunnen. Je kan nu wel een andere trainer aanstellen en ik hoop voor Cedomir Janevski dat het goed gaat, ik gun iedereen dat, maar het gaat vooral om de spelers. Als je dit twee jaar na mekaar meemaakt als speler, zou ik mezelf toch wat vragen stellen. Kentering voor mij is niet een nieuwe trainer aanstellen. Gaan ze dan weer twee weken lopen omdat er iemand anders voor de groep staat ? Kentering is zelfkritiek. Ik lees bitter weinig artikels van spelers die na een wedstrijd zeggen : ‘Ik was niet goed.’ Koen Daerden heb ik dat wel eens horen zeggen. Emilio ook, dat vond ik knap, maar ik vind ook dat hij zichzelf daarmee te veel onrecht aandoet. Ik vind hem een toptrainer, een hele goeie. Dat maakt het alleen maar meer zonde. Zelden een trainer gezien die er meer voor deed dan hij. Ik had dat al de laatste jaren van mijn carrière en nu helemaal : soms heb je succes en heb je zelf het gevoel dat het echt niet goed is wat je doet en soms werk je ongelooflijk goed maar zijn er geen resultaten. Leg dat eens uit.”

De stijlverandering van Club

Pär Zetterberg : “Ik zie ook een stijlverandering. Dankzij Marc Degryse is Brugge de laatste paar jaar wat opgeschoven richting Anderlecht. Wat meer transfers richting spelers die ons ook zouden kunnen interesseren. Meer technisch sterke jongens. Vroeger zocht Brugge het eerder in Engelse types, groot en sterk, goed met de kop en jongens die vanuit de tweede lijn konden infiltreren. Spelers zoals wij er nooit hadden. In mijn tijd wist je dat je voor een zware taak stond als je naar Brugge trok. Het was werken geblazen, er waren duels, het gevaar was heel concreet op stilliggende ballen, want ze waren bij wijze van spreken allemaal een kop groter. Technisch waren wij veel beter, maar zij liepen overal en doken op in alle hoeken. Nu willen ze een beetje meer zoals wij spelen en misschien ligt daar een stukje de verklaring waarom we de laatste jaren iets makkelijker van hen wonnen. Ze spelen wat opener, zijn fysiek minder, hebben minder panache in de duels. Op dit moment hebben wij iets meer problemen met Standard, dat wél op die weg blijft. Dit gezegd zijnde denk ik niet dat zijn transfers Marc pijn hebben gedaan, maar de zaak met Jan Ceulemans. Zeker, niet alle transfers waren geslaagd, maar stuk voor stuk zijn het wel goeie spelers die hij naar Brugge haalde. Maar misschien niet voor het schema van Brugge. Maar toen na het ontslag van Jan het publiek zich tegen hem keerde, konden alleen resultaten hem nog redden.”

Is Brugge geëvolueerd richting Ander-lecht ?

Verheyen : “Die evolutie is al langer aan de gang, op veel vlakken. Op gebied van spelers, van kleedkamer, van leiden van een club, van supporters. Het publiek is ook anders, je zit niet meer met die harde kern van 12.000, maar met 25.000 man, mensen die erbij kwamen na jaren van succes. Dat maakt dat je nu anders wordt beoordeeld en dat andere wetten gelden, met dit soort dingen tot gevolg. Het eerste jaar dat ik bij Club speelde, haalden we in een systeem met twee punten een totaal van veertig. Voorzitter FernandDeClerck kwam de kleedkamer binnen en zei : ‘Niet erg jongens, volgend jaar beter.’ Dat is de realiteit van vijftien jaar geleden. Versta me niet verkeerd, ik ben niet iemand die pleit dat alles moet blijven zoals vroeger. Als je vooruit wil, hoort het er allemaal bij.”

Walt !

Wat denk je van de terugkeer van Walter Baseggio, toch dé verrassing van de transferperiode ?

Zetterberg : “Hij lag nog onder contract, het is niet het werk van de cel scouting ( lacht). We kennen hem en hopen dat we de Walter van een paar jaar geleden terugkrijgen. Hij moet nu tonen dat wat de voorbije twee jaar gebeurde, een vergissing was. Niet dromen of verklaringen afleggen dat hij in de ploeg moet, maar dat tonen.”

Verheyen : “Ik ken de omstandigheden niet waarin hij vertrok, maar ik denk niet dat er echt een probleem was, anders neem je zo’n speler niet terug. Maar het zou me verwonderen dat hij nu ineens zou …. Ik geloof niet dat een speler die eerst blijft hangen of het niet maakt, vertrekt en dat hij dan ineens wel als hij terugkeert …”

Zetterberg : “Toen ik terugkeerde van Olympiacos heeft Walter de eerste zes maanden ongelooflijk sterk gespeeld. In het tweede deel van dat seizoen was het al veel minder, ging hij zich weer wat settelen, voelde hij wellicht aan dat hij zijn plaats vasthad. Resultaat : kritiek, in de pers, intern, de dingen gingen escaleren. Walter kon het allemaal moeilijk accepteren en zo is dit gebeurd. In Italië heeft hij een jaar moeten leven in een omgeving die hij niet kende, werken met ploegmaats die hij niet kende, maar ook die zijn verleden niet kenden en met voetbalmensen die hem alleen beoordeelden op wat hij liet zien. Ik denk dat het hem groter heeft gemaakt.”

Was je verrast dat Marc Degryse zijn ontslag indiende ?

Verheyen : “Neen, ik had in zijn plaats hetzelfde gedaan. Ik vond dat hij al heel veel geaccepteerd had. Om op hem nog een Brussels etiket te plakken is totaal absurd.”

Zetterberg : “Belachelijk ! Hij heeft langer bij Brugge gevoetbald, het was om zo te zeggen zijn eerste club en hij komt uit de buurt. Hij heeft misschien een beeld als speler dat beter bij Anderlecht past dan bij Brugge, maar een sportcarrière is één, het mag je niet achtervolgen eens je carrière voorbij is.”

Verheyen : “Geloof me, dat begrijpt niemand, ik zeker niet. De gepaste spelers zoeken en vinden is heel moeilijk. Marc krijgt veel kritiek voor zijn transfers, maar kijk even terug naar het begin van dit seizoen : zijn Daerden en Salou geen goeie transfers ? Van Koen ben ik nog altijd zeker, maar je zal maar meemaken dat ze het niet doen.”

Zetterberg : “Ik zou op dit moment die verantwoordelijkheid alleen niet willen dragen. Wij doen het anders en daar ben ik blij om. Want, heel eerlijk : als speler weet je niks, maar dan ook niks van de werking binnen een club. Van contracten, van hoe het zit in de bestuurskamer. Je moet ook leren helemaal anders naar spelers kijken. Ik heb nu als aanvallende middenvelder verdedigers moeten scouten. Dat is niet zo eenvoudig hoor, het duurt even voor je kijk op dingen verandert.”

En Standard !

Wat verwacht je van Club-Anderlecht ?

Verheyen : “Je weet op dit moment niet te goed welk Club je te zien gaat krijgen. Er zijn nog wel gelijkaardige situaties geweest en dan is een topper dikwijls nog een van de makkelijkste dingen, omdat die toch op zichzelf staat. Ik heb Anderlecht als analist voor Belgacom TV redelijk veel zien spelen. Het was niet altijd geweldig, maar ze raakten toch wel makkelijk aan hun overwinningen. Voor een reeks is dat belangrijk. Dat valt ook op bij Genk, die wonnen ook wedstrijden zonder echt diep te moeten gaan. Vergelijk dat met Club Brugge : hoe hard hebben zij al niet moeten knokken om hun matchen te winnen. Dat kost te veel energie om reeksen neer te zetten. Anderlecht speelde dit jaar soms ook 20, 25 minuten stroef, maar dan viel dat doelpunt en speelden ze makkelijk de wedstrijd uit.”

Is Brugge nog titelkandidaat ?

Zetterberg : “Ik denk het niet. Ze zullen hun niveau moeten opkrikken willen ze nog Europees voetbal halen. We zullen zien wat Janevski ervan maakt, misschien keert hij terug naar de aanpak van Sollied.”

Verheyen : “Dat moet je afwachten, het is niet omdat je ergens de assistent van iemand was dat je zijn methode van spelen ook gaat kopiëren. Ik denk dat Anderlecht veel kans op de titel maakt, omdat ze altijd wel iemand hebben die een match kan beslissen. Een geweldig cliché, maar het is wel zo. Maar of Genk het nu zal laten afweten … Iedereen voorspelt dat altijd maar, terwijl ik geen reden zie waarom het niet zou kunnen blijven duren. Het staat heel goed, waarom zou het dan plots niet meer kunnen werken ? Het uitvallen van Bos-njak maakte wel een aanzienlijk verschil en er mag met de anderen niet te veel gebeuren. En missen ze ervaring ? Wie is onervaren ? Pocognoli is jong en Bailly ook, maar ik heb nooit de indruk dat die last heeft van stress als ik hem in de goal zie staan. Integendeel ( lacht).”

Zetterberg : “Als Genk een kans wil maken op de titel, moet het deze kern fit houden. Nog wat blessures en ze krijgen het moeilijk.”

Verheyen : “Vergeet Standard niet.”

Zetterberg : “Dat is de ploeg die op dit moment het meest indruk op mij maakt. Een blok om u tegen te zeggen.”

Verheyen : “Misschien maakt daar het vertrek van Onyewu nog een verschil. Als je over kracht en power spreekt, daar is hij dé exponent van. Dat kan een verlies zijn.”

Kenners zeggen : het is niet zo’n goeie verdediger als jullie denken.

Verheyen : “Zonder contact. Als positiespel meespeelt, kan ik ze daarin wat volgen, maar eens het contact er is, in de duels, dan niet meer. Dan is dat een hele goeie. Hij maakt wel veel overtredingen, absoluut, maar als ze die niet fluiten ( lacht) …”

Zetterberg : “Zit je daar nu nog mee, met dat duel van vorig jaar ?”

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content