Veel wortelsap, alternatieve oorkaarsen en op tijd en stond een geraspt lotusbloempje. Nico Mattan over zijn eigenzinnige levenswijze en zijn onvoorwaardelijke trouw aan Bernard Sainz.

Tien minuten voor de start jubelen dat niemand je zal kloppen en het nog waarmaken ook (proloog Parijs-Nice). Vijfde worden, maar jezelf toch uitroepen tot de beste man in de koers (Ronde van Vlaanderen). Twee jaar geleden zouden we deze uitspraken aan ene Frank Vandenbroucke toegeschreven hebben, vandaag komen ze uit de mond van Nico Mattan, zijn vroegere meesterknecht. Zoals dat een renner vol zelfvertrouwen betaamt, spreidt Mattan een breed scala aan ietwat eigenaardige gewoontes tentoon. Zo is er de hechte vriendschapsband met de alom gecontesteerde Bernard Sainz, roepnaam ‘docteur Mabuse’. De afkeer van alles wat naar klassieke geneeskunde ruikt. De fascinatie voor het ijzeren regime bij Fassa Bortolo. En niet te vergeten : de constante zorg om zijn imago.

“Ik moet altijd iets specialer kunnen zijn dan iemand anders”, zegt Mattan. “Anders praten de mensen niet over je en dat heb ik net nodig. Dus probeer ik altijd iets opvallends te doen, zoals die rode muts die ik vorig jaar in Parijs-Roubaix droeg. Ik verander ook graag van haarsnit, vorig jaar had ik bijvoorbeeld een Beckham-kapsel.”

Ben je ijdel ?

Nico Mattan : Ik zie er graag goed uit, ja. In de ploeg vind ik bijvoorbeeld dat we betere vrijetijdskledij zouden moeten hebben. We zijn de beste ploeg van Frankrijk en er is geld genoeg, maar als we op de luchthaven aankomen, dan heeft de één een trui aan en de ander een oud T-shirt. Was ik manager, ik zou ervoor zorgen dat iedereen een mooie training en een mooi kostuum had. Dat is belangrijk voor het aanzien van de mensen en het imago van de renners. We vertegenwoordigen toch de sponsor ?

Nochtans laat je je in een tijdperk waarin het peloton het liefst met een brede boog om het woord ‘doping’ heen fietst, begeleiden door een man die zich niet echt op een brandschoon imago kan beroepen.

Sainz is voor mij geen dokter – hij heeft zijn diploma nooit behaald -, maar wel een grote wielerkenner en een goede vriend. Ik heb hem in februari 1999 leren kennen, toen ik met die hartproblemen zat. Op zo een moment krijg je natuurlijk van iedereen raad. Er is destijds ook iemand langs geweest om negatieve straling uit de grond te trekken in mijn slaapkamer. Ik sliep op een kruising van wateraders en volgens die persoon was dat de oorzaak van mijn hartproblemen. Uiteindelijk ga je toch door met de mensen in wie je gelooft. Bernard is in alles mijn raadsman : voeding, training, positionering op de fiets. Door hem heb ik een totaal andere levenswijze aangenomen.

Op aanraden van Sainz heb je onder meer je voedingspatroon drastisch aangepast.

De dag voor de Ronde van Vlaanderen bijvoorbeeld drink ik ’s morgens en ’s middags wortelsap en eet ik ’s avonds gewoon. Op bepaalde dagen eet ik helemaal niet, of enkel appels of blauwe druiven. Melk en yoghurt heb ik ook geschrapt, want alles wat van een koe komt, is niet goed. Waarom ? Dat vraag ik Bernard niet. Ik volg gewoon zijn raad op, en als het positief uitpakt, doe ik ermee verder. Pas op, als Bernard me zegt dat ik de dag voor een wedstrijd alleen maar brocolli mag eten en ik rij slecht, dan zal ik dat nooit meer doen, al vraagt hij het nog tien keer. Maar als ik gewoon zoals ieder mens doe, dan lukt het sowieso niet.

Leef je als een monnik of spring je af en toe toch eens uit de band ?

Van Waregem tot Parijs-Roubaix heb ik me echt gesoigneerd : geen frieten, geen vetten, weinig rood vlees. Nadien moet je dat kunnen compenseren door een keer te overdrijven. Bernard vindt dat je jezelf eens een plezier mag gunnen, maar ’s anderendaags moet je boeten. Ik leg mezelf dan op om enkel ’s middag en ’s avonds een salade te eten en voor de rest niets. Je moet extreem kunnen zijn in het leven.

Extreem is precies het woord dat wij zouden gebruiken voor Sainz’ opvatting dat het niet nodig is om veel vocht op te nemen.

De meeste dokters zeggen dat je veel moet drinken om je nieren te reinigen, maar als je niet veel drinkt, is je urine donker. Dat wil toch zeggen dat alle vuiligheid eruit is. Je hebt renners, zoals mijn ploegmaat Gaumont, die drie flessen water per dag drinken. Ik neem nog geen glas water per dag, mijn lichaam heeft er geen behoefte aan. In totaal drink ik misschien een halve liter per dag. Een glas wijn, een cola-light of twee, wat fruitsap of appelsap. In een koers drink ik vier of vijf bidons, wat ook niet echt voldoende is. In een wedstrijd van 260 kilometer moet je om de dertig kilometer een bidon drinken, wat neerkomt op zeven à acht bidons. Soms krijg ik dan wel krampen, zoals in de tweede etappe van Parijs-Nice. Dan zegt de dokter : “’t Is niet moeilijk, je drinkt niet genoeg”.

Waarom neem je die raad dan niet aan ?

Die krampen is iets wat je erbij moet nemen. Mijn doel was de proloog winnen en niet de tweede of de derde etappe. Had ik de dag voor de tijdrit veel gedronken, dan verloor ik misschien met twee seconden. Misschien is het niet goed, maar ik voel me er goed bij.

******

Freddy Viaene, verzorger van de US Postal-ploeg en streekgenoot van Mattan, staat aan de voordeur, zo meldt mevrouw Mattan. “Zeg maar dat hij binnenkomt”, roept Mattan. “Zie je, ik ken iedereen. Dat is hier altijd de zoete inval. Ik heb graag mensen om me heen.” Zodra Freddy’s hoofd om de hoek verschijnt, onderwerpt Mattan hem aan een spervuur van vragen

Nico : “Kom, Fred, zet je erbij. Was je aan ’t fietsen ? Moet je een pot koffie hebben ? Allez, geef een keer een definitie van Nico Mattan in één zin, je kent me goed. Ben ik te goed voor de medemens ?”

Freddy : “Het is een kieken.”

Nico : “Waarom een kieken ?”

Freddy : “Veel te braaf voor de medemens. Hij wil altijd te goed doen voor iedereen.”

Nico : “Als je te goed bent, is het ook niet goed, je moet opletten wat je doet.”

De zoete inval blijkt al snel de juiste omschrijving voor de situatie ten huize Mattan. Er arriveert een gezin met twee kinderen en een aardbeientaart, Mattan krijgt achtereenvolgens telefoontjes van Philippe Gaumont (“Met hem bel ik tien tot vijftien keer per dag, voornamelijk om te roddelen. Mijn vrouw zegt soms dat hij hier maar in de tuin moet komen wonen”) en Frank Vandenbroucke (“Hij komt straks nog langs”).

******

Ook op het gebied van training ben je eigenzinnig. Trainingsschema’s en een hartslagmeter, voor de modale profrenner even noodzakelijk als zuurstof, zijn niet aan jou besteed.

Nico Mattan : Met een hartslagmeter heb ik nooit gereden. Je voelt je eigen hart : in een wedstrijd kan ik op vijf slagen na zeggen wat mijn hartslag is. Misschien zou ik drie procent beter zijn als ik met een meter reed, maar ik wil mijn hart gewoonweg niet zien na die hartproblemen.

De klassieke geneeskunde heb je onder invloed van Sainz afgezworen.

Wanneer je iets breekt of een ontstoken appendix hebt, moet je natuurlijk geopereerd worden, maar voor het overige vertrouw ik op homeopathische middelen. Bij keelpijn drink ik gewoon wat warme citroensap. Ik heb nooit echt medische problemen gehad, hoewel ik sinds drie jaar wel last heb van sinusitis. Bij het trekken van een tand is er waarschijnlijk een microbe in mijn kaak gesukkeld, die er niet meer uit kan. De pijn zit nooit in mijn hoofd, altijd aan de zijkant van mijn wang. Zelfs als ik nu mijn neus snuit, voel ik dat. Als ik er last van heb, gebruik ik alternatieve oorkaarsen of lotusbloem. Dat is een plant die je moet raspen en uitpersen. Die vloeistof trek je dan in een spuit en dat spuit je in je neus. Het verzorgt je sinussen volledig. Bij mij helpt dat soms echt.

Kan je zulke problemen niet sneller oplossen met echte medicatie, bijvoorbeeld antibiotica ?

Misschien zal je sneller genezen, maar in de weken daarna voel je je toch niet goed, want antibiotica ontregelt heel je lichaam. Het woord zegt het zelf : anti-leven. Ik neem nooit antibiotica, ook mijn kinderen nemen het bijna nooit. Als zij problemen hebben, bel ik Bernard ook. Mijn oudste dochter moest normaal gezien haar amandelen laten wegnemen, maar Bernard heeft me aangeraden om het niet te doen. Anders zou haar immuunsysteem verzwakken en is ze later veel vatbaarder voor ziektes.

Weet je altijd wat er in de homeopathische middelen zit die Sainz je geeft ?

Hij geeft me van die homeopatische bolletjes of zelf gefabriceerde druppeltjes. Die dingen zijn al zesendertig keer onderzocht en er is nooit wat gevonden, ook met die affaire rond Frank vorig jaar niet. Weet ik veel wat erin zit. Iedereen lacht ermee en misschien zit er wel helemaal niets in, maar ik geloof in Bernard.

Ook als hij zijn renners slangengif toedient, zoals wel eens gefluisterd wordt ?

Dat weet ik niet, dat was meer met Frank. Bernard praat nooit over wat hij in die druppels doet en ik vraag het hem ook niet. Het interesseert me ook niet, of het nu slangengif is of iets anders. Het belangrijkste is dat je je er gezond bij voelt.

Je beweerde ooit dat je zelfs zuivere urine zou drinken indien Sainz het je zou opdragen.

(lachje) Hm, dat zou toch wel de limiet zijn, denk ik. Vijftig procent kans dat ik het doe. Kijk, je moet niet overdrijven met Sainz, want ik heb iets minder contact met hem dan vroeger. Ik heb hem niet voortdurend nodig, al bel ik hem soms wel een keer voor een grote koers. Vóór Parijs-Roubaix heeft Bernard me bijvoorbeeld verteld dat ik na de tiende kasseistrook bij de eerste tien moet zitten, omdat daarachter altijd een breuk valt. Of hij zegt me hoe ik moet spurten op de piste. Hij raadde me ook aan om vier kilo druk in de tubes te steken, terwijl de mecaniciens zes kilo wilden blazen. Dat stuit dan op tegenkanting binnen de ploeg, maar ik volg mijn mening. Bernard heeft een grotere wielerkennis dan mijn eigen sportdirecteurs. In feite is hij meer mijn sportdirecteur dan mijn eigen sportdirecteurs.

Heeft Sainz je positie op de fiets ook veranderd ?

Mijn zadel staat wat meer naar achter met de top omhoog, zodat ik meer druk kan uitoefenen vanuit mijn bekken. Voor de rest verander ik bijna nooit iets, ik ben heel ouderwets. Zo rijd ik al vier jaar met hetzelfde model schoenen. Toen ik er vorig jaar in de Ronde van Frankrijk eentje brak, ben ik verder gereden met een schoen van vier jaar oud, want nieuwe schoenen zitten nooit goed aan je voet. De ploeg vraag ons ook om met het nieuwe model van pedalen te rijden, maar ik hou het liever bij het oude. Ik breng ook altijd mijn eigen tubes mee. Voor Parijs-Roubaix had ik van een vriend een speciale Victoria-tube van tien jaar oud gekregen. In zulke dingen ben ik wel maniakaal.

Leidt je samenwerking met Sainz vaak tot problemen met de ploegleiding ?

Ze zeggen er niet zoveel van. Ik werk ook met de ploegdokter en leg ieder jaar medische testen af aan de universiteit van Amiens. Voor de rest mogen we werken met wie we willen, er staat niet in mijn contract dat ik gebonden ben aan de ploegdokter. Ze kunnen me ook niet verplichten om bepaalde medicatie te nemen, je blijft tenslotte baas van je eigen lichaam. Toen ik twee jaar terug niet echt super was in de Tour door die sinusitis en ik geen antibiotica wou nemen, hebben ze me dat wel kwalijk genomen. Daarmee snijd ik dan in mijn eigen vingers. Had ik die antibiotica wel genomen en beter gepresteerd, dan was mijn waarde nog gestegen, maar dat is dan mijn probleem.

Je hebt je dit jaar al een paar keer laten ontvallen dat je bij Cofidis weg wil, terwijl je je er vorig seizoen nog heel goed voelde. Wat is er veranderd ?

Niets eigenlijk, Cofidis blijft mijn beste ploeg tot nog toe. Na vijf jaar heb ik gewoon behoefte aan iets anders. Ik ben uitgekeken op dat systeem met punten, waarbij je loonschaal afhangt van je persoonlijke UCI-rangschikking. Je leeft een heel jaar met stress, moet altijd maar presteren om nog een paar punten te sprokkelen in de Grote Prijs van weet-ik-veel.

De ploeg zelf zou ook niet meer zijn wat ze geweest is.

Als er een groep wegrijdt en je bent niet mee, moet je er zelf achteraan gaan. In de klassieke periode is er bij Cofidis niemand in staat om een gat dicht te rijden, met uitzondering van Peers. De rest is gewoon niet bekwaam : ziek, te jong, niet sterk genoeg. De selectiepolitiek van de ploegleiding speelt daarin mee. Er is geld genoeg, maar ze gooien jonge renners voor de leeuwen en die vallen dan te licht uit. Voor de grote baas (Cofidisdirecteur Francois Migraine, nvdr) is het feit dat de ploeg in de toptien van de UCI staat, belangrijker dan een overwinning in de Ronde Van Vlaanderen of Parijs-Roubaix. Daarom zijn die punten zo belangrijk en is er geen echte leider in de ploeg. In feite mag ik doen wat ik wil bij Cofidis, maar ik heb behoefte aan een nieuwe uitdaging. Ik ben bang dat ik anders ter plaats blijf trappelen.

Die nieuwe uitdaging is naar verluidt het ijzeren regime van Giancarlo Ferretti bij het Italiaanse Fassa Bortolo.

Van het ene uiterste in het andere (lacht). Ferretti is de man van de ijzeren hand, hij haalt alles uit zijn renners en dat wil ik wel eens proberen. Er zijn drie, vier ploegen in mij geïnteresseerd. Namen kan ik niet noemen, maar het zijn grote buitenlandse ploegen. Ze hebben een renner nodig zoals ik. Ik kan zowel een proloog winnen en een aantal dagen in het geel blijven in een rittenkoers, als meestrijden voor de topvijf in klassiekers.

Wat trekt je zo aan bij Fassa Bortolo ?

(Zonder een spoor van ironie) Het is een heel mooie ploeg, ten eerste omdat ik hun truitjes de mooiste vind. En de fietsen zijn heel goed. Ferretti is een persoonlijkheid in de wielersport, een sportdirecteur met tactiek, zoals Lefevere, die precies bepaalt waar er moet worden aangevallen. Bij Cofidis zegt de sportdirecteur niet zoveel, het is er te gemakkelijk. Van Ferretti zou ik meer orders krijgen. Natuurlijk kan dat gigantisch tegenvallen, maar je moet in je leven toch alles eens kunnen proberen.

door Loes Geuens

‘Na die problemen wil ik mijn hart gewoonweg niet zien.’

‘Sainz is meer mijn sportdirecteur dan mijn echte sportdirecteurs.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content