‘Als ik geniet, speel ik beter’

© BELGAIMAGE

Vorig seizoen werd hij bij Real Madrid vooral gebruikt als supersub, maar maakte hij al een paar juweeltjes van doelpunten. Nu lijkt de 22-jarige Marco Asensio voluit zijn kans te krijgen en dat kan de voetballiefhebber alleen maar toejuichen.

Toen we een paar jaar geleden de makelaar van Víctor Vázquez, destijds nog bij Club Brugge, aan de lijn hadden, wilde die ook nog iets kwijt over een andere speler die hij onder zijn hoede heeft: ‘Real Madrid heeft hem pas gekocht, maar voorlopig voetbalt hij nog bij Mallorca. Schrijf de naam maar op: Marco Asensio. Een fenomeen!’ Profetische woorden, zo bleek, want de ster van Asensio blinkt steeds harder aan het voetbalfirmament. Hoog tijd voor een babbel.

Ik probeer altijd zo natuurlijk mogelijk te zijn. Niet alleen in het voetbal, maar ook in het leven.’ – Marco Asensio

Waarschijnlijk weet je niet meer hoeveel interviews je al gedaan hebt, maar herinner je je het eerste nog?

Marco Asensio: ‘Oef! Nee, dat weet ik eerlijk gezegd niet meer. Ik denk dat het voor Televisión de Mallorca was, als ik me niet vergis. Maar ik heb er zoveel gedaan…’

Krijg je dan vaak dezelfde vragen?

Asensio: ‘Ja.’

Dat moet vervelend zijn. Daarom gaan we het vandaag anders doen. Waar wil je graag over praten?

Asensio: ( lacht) ‘Weet ik veel. Jij mag beslissen, jij bent toch de interviewer, hé.’

Ja, maar waar wil jij over praten?

Asensio: ‘Over iets anders dan voetbal misschien…’

Je houdt ook van NBA en tennis, weten we.

Asensio: ‘Klopt.’

Als je graag naar NBA-wedstrijden kijkt, hoe rijm je dat dan met ochtendtrainingen?

Asensio: ‘Ja, ze zouden beter de uren van die matchen veranderen. ( lacht) Als het niet te laat is, blijven mijn broer en ik weleens op om een wedstrijd te bekijken.’

Vind je dat je iets kan leren van de NBA of van het tennis? Of bekijk je het slechts als ontspanning?

Asensio: ‘Je kan van alles iets leren. Ik speel bovendien heel graag tennis. Als ik kan, doe ik het.’

Kijk je veel naar voetbal?

Asensio: ‘Ja. Vroeger veel meer, nu probeer ik er een beetje van los te komen. Nu zie ik nog slechts een paar wedstrijden.’

Hoeveel per week?

Asensio: ‘Hangt er een beetje van af. Als er een match is die ik graag zie of als een van mijn vrienden in actie komt, dan zie ik dat wel graag. Tijdens het weekend kijk ik zo naar vijf à zes wedstrijden ongeveer.’

Ook naar je ex-club Mallorca?

Asensio: ‘Ja, als het kan, kijk ik altijd.’

En welke spelers, trainers of teams zie je graag aan het werk?

Asensio: ‘Ik zie graag ploegen die iets interessants op de mat leggen. Goeie, open wedstrijden met aanvallend voetbal.’

Houd je van een bepaalde stijl? Of van een trainer wiens wedstrijden je leuk lijken?

Asensio: ‘Van Lopetegui. Zijn ploegen spelen altijd goed voetbal.’

Voetjes op de grond

Welke rol speelde de bal in huis toen je klein was?

Asensio: ‘Een grote rol. Mijn vader voetbalde vroeger. Zowel mijn Nederlandse familie als de Baskische zijn voetbalminded. Als kleine jongen kreeg ik al een bal cadeau. En ik heb altijd gevoetbald met mijn broer.’

Was dat straatvoetbal of speelde je het op school? Je bent immers het boegbeeld van een generatie die minder op straat speelde.

Asensio: ‘Het was toch meer straatvoetbal, omdat we altijd naar het veldje gingen in Son Ferrer ( een dorp op Mallorca, nvdr) en daar zaten we dan hele namiddagen. Verder voetbalde ik ook wel eens op het strand en tegelijkertijd speelde ik ook zaalvoetbal.’

Iedereen weet dat je genoemd bent naar Marco van Basten. Wanneer werd je je daar zelf van bewust?

Asensio: ‘Toen ik wat groter was, heeft mijn moeder me dat gezegd. Het was een naam die ze leuk vond vanwege de voetballer. Ik had geen idee wie het was, maar later heb ik wel eens wat filmpjes van hem gezien.’

Je hebt weleens gezegd dat je al van erg jonge leeftijd doorhad dat je speciaal was bij de ploegen waar je speelde. Merkte je dat zelf of lieten de mensen rondom je je dat weten?

Asensio: ‘Als kind voetbalde ik vaak tegen oudere voetballers, omdat ze me in een hogere categorie lieten spelen, en dan zei een trainer weleens dat ik iets in mijn mars had. Maar je denkt nooit dat je het zo ver gaat schoppen. Eigenlijk dacht ik daar niet over na, ik wilde gewoon voetballen. Het bleef me allemaal gelijk. Ik hoorde het wel en het doet deugd dat iets wat je goed kan ook erkend wordt, maar ik hechtte er niet al te veel belang aan.’

Dus je dacht bij jezelf: ik weet dat ik de beste ben maar ik moet werken alsof ik dat niet ben.

Asensio: ‘Ja, maar ik dacht niet dat ik de beste was. Ik wilde alleen genieten en voetballen.’

Wie hielp je om je voeten op de grond te houden?

Asensio: ‘Mijn familie, vooral mijn vader. Hij had het altijd over ‘rustig blijven en voetjes op de grond’. Dat heb ik onthouden. Zo vaak moest hij dat trouwens niet zeggen, want ik geloofde er zelf nooit echt in, eerlijk gezegd.’

Wedstrijd op leven en dood

Op je tiende sloot je je aan bij Real Mallorca. Het ging toen goed met de club: ze speelde in eerste klasse en had de Copa del Rey gewonnen… Wat was toen je ambitie?

Asensio: ‘Toen ik bij Mallorca kwam, was het mijn doel om in de eerste ploeg te geraken. In het begin voetbal je met je ploegmaats, die ook je vrienden zijn. Maar als je wat ouder wordt en je al eens mag meedoen op de training met de eerste ploeg en mag proeven van de specifieke oefeningen van Joaquín Caparrós ( destijds coach van Mallorca, nvdr), dan wil je meer.’

Met de nationale ploeg schitterde Asensio onlangs in de Nations League tegen Kroatië.
Met de nationale ploeg schitterde Asensio onlangs in de Nations League tegen Kroatië.© BELGAIMAGE

Hoe vaak hebben ze bij je aangeklopt om je weg te halen bij Mallorca?

Asensio: ‘Och! Heel vaak. Elk jaar was er wel een voorstel.’

Alleen van Spaanse ploegen of ook van buitenlandse?

Asensio: ‘Ook van buitenlandse, zelfs meer dan van Spaanse.’

Was het een goede beslissing om tot je negentiende bij Mallorca te blijven?

Asensio: ‘Ik vind van wel. Ik wilde groeien bij Mallorca. Hoewel ik goeie voorstellen kreeg, hielden we voet bij stuk.’

Tegenwoordig zien we veel spelers van 15, 16 of 17 jaar naar Engeland gaan. Jouw voorbeeld is het tegenovergestelde. En het heeft ook tot succes geleid.

Asensio: ‘Ja, uiteindelijk was ik gewoon thuis, met mijn mensen en mijn familie. Je op je gemak voelen is ook belangrijk. Ik was gelukkig in Mallorca, ik merkte dat ik nog progressie boekte en ik wist dat er op die manier andere deuren zouden opengaan.’

Je bent nu profvoetballer en op het eerste gezicht leid je een luxeleventje. Is dat ook zo?

Asensio: ‘Natuurlijk krijg je op bepaalde vlakken heel wat mogelijkheden, maar het is nu ook weer niet zo gemakkelijk als het soms afgeschilderd wordt. Je moet als speler ook steeds beter worden, op dat topniveau geraken is niet gemakkelijk, cadeaus krijg je niet. Je moet elke kans die je krijgt grijpen.’

En je ervan bewust zijn dat die kans misschien de enige is…

Asensio: ‘Ja, maar dat moet je ook niet te veel in je hoofd steken. Ik dacht daar niet veel aan, ik kwam het veld op om te voetballen, om me te amuseren, en zo heb ik kansen gekregen.’

In een interview kwam je ooit terug op de wedstrijd van Mallorca tegen Córdoba, een 0-0 waarna Mallorca bijna naar derde klasse zakte. Jij was achttien jaar en zat toen op de bank. Is dat de wedstrijd geweest waar je tot nog toe de meeste angst voor had?

Asensio: ‘Ik denk het wel. Bovendien herinner ik mij dat ik mij drie weken daarvoor blesseerde. Ik had een klein breukje en kreeg een inspuiting voor die match. Ik zag hoe zelfs de oudere spelers onder druk stonden. In die wedstrijd was de spanning te snijden. Uiteindelijk redden we ons en brak iedereen in tranen uit. Dat was een heel intens en emotioneel moment.’

Het is toch vreemd om je zo te horen praten over die wedstrijd, terwijl je al Champions Leaguematchen op je actief hebt en net terug bent van een WK.

Asensio: ‘Ja, ik heb natuurlijk wel heel belangrijke wedstrijden gespeeld… Maar ik denk dat de druk anders is. Je leeft anders toe naar een match in de Champions League of op een WK, je hoopt er iets te kunnen tonen. Terwijl Córdoba-Mallorca een wedstrijd op leven en dood was. Als het slecht afloopt, weet je dat je zakt. Bij Mallorca zeiden sommige ploegmaats: ‘Loop, jongen, want je bent met het geld van mijn gezin aan het spelen.”

De invloed van Rafael Nadal

Toen je naar Real Madrid ging, werd je eerst een seizoen uitgeleend aan Espanyol. Voetbalde je daar met de gedachte dat je zou terugkeren naar Madrid, naar een club waar zoveel jongeren elk jaar moeten vertrekken?

Asensio: ‘Ja, toen ik naar Espanyol ging, was mijn bedoeling om daar een jaar te zitten en daarna definitief terug te keren naar Madrid.’

Dacht je echt dat dat mogelijk was?

Asensio: ‘Ja, want ik was in mijn eerste jaar bij Real al meteen aan het voorseizoen met de club begonnen. Daarna kwamen we overeen dat het beste voor mij was dat ik uitgeleend werd om wat ervaring op te doen in eerste klasse. En dat verliep goed: ik speelde en werd beter, leerde ook omgaan met een ander soort druk, want we speelden bij Espanyol soms een beetje met vuur. Dat was goed voor mij, van alles kan je iets leren.’

Ook op menselijk vlak was het een drastische ommekeer: verhuizen van Son Ferrer naar Barcelona en daarna naar Madrid. Dat moet een grote verandering geweest zijn.

Asensio: ‘Ja, en bovendien in weinig tijd. Op mijn zeventiende debuteerde ik bij de eerste ploeg van Mallorca, op mijn achttiende tekende ik bij Madrid. Daarna maakte ik het seizoen uit bij Mallorca en ging ik naar Barcelona. Het is een ander leven. Mijn familie ging met me mee, want ik wilde niet alleen zijn. Daarna kwam ik naar hier ( Madrid, nvdr): bij de grootste club ter wereld zitten, met die druk… Maar ik paste me gemakkelijk aan en de ploegmaats vingen me goed op.’

Je parcours is vergelijkbaar met dat van Rafael Nadal, ook een Mallorcaan die de wereld veroverde. Hebben jullie al eens gesproken over zijn rol bij jouw transfer naar Madrid?

Asensio: ‘Ja, we hebben het daar wel eens over gehad, maar het is nu ook weer niet zo dat RafaelNadal die transfer geregeld heeft. Hij heeft wel met de voorzitter ( Florentino Pérez, nvdr) gesproken en tegen hem gezegd dat er een goeie voetballer bij Mallorca zat naar wie ze maar eens moesten gaan kijken.’

Wat moest je veranderen aan je spel om bij Real je plek te veroveren? Als je dat al hebt moeten doen…

Asensio: ‘Ik ben wel geëvolueerd en heb een aantal zaken verbeterd, vooral op defensief vlak. En je moet ook efficiënt zijn, het hangt ervan af wat de trainer je vraagt. Er zijn altijd kleine nuances waaraan je kan werken.’

Nochtans zeggen je trainers van Mallorca dat ze je nog dezelfde dingen zien doen als op training toen je achttien was.

Asensio: ‘Als ik dezelfde dingen kan doen als toen ik klein was, voel ik me het meest op mijn gemak. Maar uiteraard moet je veel zaken verbeteren: tactisch, defensief en offensief natuurlijk.’

Maar heb je het gevoel dat je nog hetzelfde doet als toen je klein was?

Asensio: ‘Ja, omdat ik op die manier geniet van het spelletje. En als ik geniet, speel ik beter. Ik probeer altijd te genieten. Soms zie je natuurlijk af op het veld, omdat er niks lukt in een belangrijke wedstrijd of zo…’

Dus in belangrijke wedstrijden heb je meer moeite om te genieten.

Asensio: ‘Maar als je in zulke matchen kan genieten, hecht je daar ook meer waarde aan. Niet alleen aanvallend of met een mooie actie, maar ook met een loopactie of door de bal af te pakken. Of als de supporters betrokken zijn en je steunen… Daar kan je ook van genieten. De Champions Leagueavonden in Bernabéu bijvoorbeeld… Er zijn geen matchen waar ik meer van genoten heb dan van die. Kwartfinale, halve finale, een achterstand moeten ophalen, een doelpunt maken…

Begrijp je dat er ook voetballers zijn die dat allemaal niet zo leuk vinden?

Asensio: ‘Ja, dat begrijp ik. Sommigen moeten dingen doen die ze vroeger, toen ze jong waren, misschien niet moesten doen en waardoor ze niet kunnen genieten.’

Je hebt het altijd over toen je klein was en dat je nu dezelfde dingen doet. Het lijkt wel of het allemaal natuurlijk komt bij jou.

Asensio: ‘Ja, als ik iets doe dat niet uit mezelf komt, dan voel ik me niet op mijn gemak. Ik probeer altijd zo natuurlijk mogelijk te zijn. Niet alleen in het voetbal, maar ook in het leven. Artificieel of vals doen, daar houd ik niet van.’

'Als ik geniet, speel ik beter'
© BELGAIMAGE

Een gewone jongen

Zijn armen staan niet vol tatoeages, hij woont bij zijn familie en hij rijdt met een Volkswagen Polo. Marco Asensio lijkt een doodnormale kerel en dat valt des te meer op in de voetbalwereld. Moeten er foto’s genomen worden, dan is hij haast te verlegen om te glimlachen. Op het veld gedraagt hij zich helemaal anders: daar doet hij alles heel natuurlijk. Zijn progressie is onmiskenbaar. Het is moeilijk te zeggen waar zijn limiet ligt.

Hoe vaak hebben ze je niet gezegd dat je een normale kerel lijkt?

Marco Asensio: ‘Redelijk vaak, ja. Je moet niet van persoonlijkheid veranderen of iets willen laten zien omdat je profvoetballer bent. Uiteindelijk is iedereen zoals hij is. En het is niet omdat je tatoeages hebt dat je een geflipte kerel bent. Uiteindelijk moet je personen niet op hun uiterlijk beoordelen.’

Stoort het je dat mensen vaak van profvoetballers zeggen dat ze in een andere wereld leven en dat niks hen kan schelen?

Asensio: ‘Ja, omdat de mensen ook niet het persoonlijke verhaal kennen van iedereen of wat hij in het dagelijkse leven meemaakt. Zij zien ons alleen negentig minuten op het voetbalveld en ze zien niet hoe we daar heel de week voor gewerkt hebben. Iedereen mag natuurlijk zijn mening hebben, maar het beeld dat men heeft van voetballers mag toch een beetje veranderen.’

Je hebt zowel in Madrid als in Barcelona gewoond. In welke van die twee steden neem je het liefst de metro?

Asensio: ‘Ik heb, eerlijk gezegd, de metro nog niet genomen.’ ( lacht)

Nog nooit?

Asensio: ‘Eigenlijk niet, nee.’ ( lacht)

Het leven van een profvoetballer?

Asensio: ‘Ik weet het niet, ik neem gewoon liever de auto.’

En verander je vaak van auto?

Asensio: ‘Nee, de eerste auto die ik ooit kocht, was een Polo en sindsdien heb ik nog geen andere gekocht.’

Ja, maar je krijgt er een van de club.

Asensio: ‘Dat klopt, maar ik ben niet zo bezig met auto’s.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content