‘ALS IK MIJN KANS KRIJG BIJ DE RODE DUIVELS, ZAL IK ER KLAAR VOOR ZIJN’

© KOEN BAUTERS

Landry Dimata is het symbool van wat er misloopt bij het sportief bestuur van Standard, maar hij is ook een frisse wind die door onze competitie waait. Wij hadden een ontmoeting met de jonge Belgische aanvaller die momenteel overal over de tongen gaat.

Ze verdeelden de match Oostende-Anderlecht onder hen beiden, elk één helft: Landry Dimata scoorde vanop de strafschopstip in de eerste 45 minuten, Youri Tielemans met twee oogverblindende schoten na de rust. Landry en Youri zijn ontegenzeggelijk de twee goudhaantjes van onze competitie. Twee jonge Brusselaars, geboren in 1997, die nog net geen twintig zijn, maar wel branden van ambitie. Hun parcours liep nochtans heel verschillend. Tielemans was de hoogbegaafde leerling, die als eerste bij de profs mocht debuteren en wiens naam al drie seizoenen in ieders hoofd zit. Dimata van zijn kant kende een hobbelig parcours, waarover hij ons uitgebreid vertelt op de Oostendse kust van de Noordzee.

‘Mijn vader was diplomaat,’ zo begint Landry, ‘maar sinds mijn zevende heb ik geen contact meer met hem. Ik ben dus opgegroeid zonder vaderfiguur, samen met mijn moeder en vier jongere zussen. Dat was soms moeilijk. Mijn jeugd was niet zoals die van andere kinderen. Ik was in zeker zin de man in huis en tegelijk een grote broer voor mijn zusjes. Zo ben ik verantwoordelijk geworden. Door dat verleden ben ik vandaag mentaal zo sterk.’

Zijn eerste balletjes trapte Dimata in het Jubelpark, vlak bij zijn ouderlijke huis. ‘Mijn moeder heeft hard moeten knokken opdat wij niks tekort zouden komen. Ik heb geweldig veel respect voor wat ze bereikt heeft. Ik ben trots op mijn moeder en tegelijk motiveert me dat. Een vader heb ik dan wel niet gehad, maar veel mensen in mijn omgeving hebben me op mijn weg geholpen en gesteund. Ik heb een goeie ploeg achter mij’, lacht hij.

HET RITME VAN DE PROFS

Je bent nog maar negentien, maar je hebt al bij zes clubs gespeeld: Saint-Michel, White Star, FC Brussels, Mons, Standard en Oostende. Je houdt blijkbaar van verandering van lucht.

LANDRY DIMATA: ‘Dat is zo. Hoe kan ik dat uitleggen? Toen ik begon bij Saint-Michel was dat niet met de idee om profvoetballer te worden. Bij elke club waar ik nadien speelde, had ik het in het begin wat moeilijk, maar kon ik me vervolgens wel in de kijker spelen. Zo heb ik in mijn carrière stap na stap kunnen zetten.’

Had je verwacht dat je eerste seizoen bij de profs zo’n succes zou zijn?

DIMATA: ‘Eerlijk waar: ik hield daar echt wel rekening mee, want ik had vertrouwen in mijn kwaliteiten. Ik weet wat ik waard ben, ik moest het alleen nog tonen op het veld. Maar wanneer je dan beseft dat wat je gerealiseerd hebt, écht gebeurd is, dan denk je wel even: amai, dit…’

En wanneer heb je je dat gerealiseerd?

DIMATA: ‘Toen de coach me tijdens de match tegen Genk zei dat ik mocht debuteren. Ik maakte mijn eerste goal en dacht: amai, dit is raar. Ik zag de supporters roepen en juichen, dat was een vreemd gevoel, helemaal anders dan de Académie van Standard.’

Je hebt amper een aanpassingsperiode gehad. Was het niet moeilijk in het begin?

DIMATA: ‘Op fysiek en atletisch vlak ben ik vrij sterk. Dat maakte het wat gemakkelijker, want een jongere heeft gewoonlijk wat problemen om zich aan te passen aan het ritme van de profs. Ik denk dat ik talent heb, maar dat alleen volstaat niet. In het begin zei men me bij Oostende trouwens dat ik te veel op mijn talent teerde. Dat voelde als een soort déclic aan. Discipline en hard werk zijn belangrijk als je wilt slagen.’

En je was altijd al zo’n harde werker?

DIMATA: ‘Ja, van kleins af aan. Want ik stak nooit boven de rest uit. Bij Brussels speelde ik samen met jongens die veel sterker waren maar die nadien compleet uit beeld zijn verdwenen. Die verspilling van Brusselse talenten is jammer. Voor mijn familie kreeg de school altijd voorrang. Mijn vader was diplomaat en voetbal zei hem helemaal niks. Gaandeweg begon ik dromen te krijgen, maar pas bij Standard begon ik echt te denken dat er wel wat in zat.’

KLAAR MET STANDARD

Je speelt nu als diepe spits, maar blijkbaar is dat niet je favoriete positie?

DIMATA: ‘Ik ben lange tijd opgeleid als linkerflankaanvaller. Ik speelde bij de jeugd ook af en toe als 9 maar dat was vooral om te depanneren. Ik weet dat ik voor die positie mijn kopspel en mijn defensief werk nog moet verbeteren en nog meer ervaring moet opdoen. Bij de profs moet je sluw zijn. Het moment dat ik echt een stap vooruit heb gezet, is na mijn blessure, toen ben ik echt sterker teruggekomen. Ik ben nog jong, maar na alles wat er bij Standard gebeurd is, alle tegenslagen die ik meegemaakt heb, ben ik psychologisch sterker geworden.’

Kun je daarover meer zeggen?

DIMATA: ‘Ik was heel goed bij de Beloften, maar ik zag dat dat weinig verschil maakte, terwijl veel van mijn ploegmaats die stap wel zetten: Ryan Mmaee, Achraf Achaoui, Hugo Cuypers, Jonathan Okita, … Dan denk je: er is een probleem. In de zomer van 2015 werd ik verkozen tot beste speler van een toernooi in Korea met de Belgische selectie, maar na onze terugkeer werd ik weer naar de U19 gestuurd. Ik vroeg me echt af wat er gebeurde in die club. Nadien heb ik dat begrepen.’

Wat heb je precies begrepen?

DIMATA: ‘Van alles. Men vertelde me dat ik niet de juiste makelaar had om er te komen (zijn huidige makelaar is Didier Frenay, nvdr). Ik heb ook gehoord dat Yannick Ferrera geen vertrouwen had in mij, maar na de match tegen KV Mechelen dit seizoen heb ik met hem gesproken en hij zei me dat die richtlijnen van hogerhand kwamen. Ik heb ook de verklaringen gehoord van Olivier Renard en Daniel Van Buyten, die de fout bij de technische staf leggen. Kortom: iedereen zegt maar wat, dat toont aan dat de club op drift is. Uiteindelijk weet ik niet of ik nu kwaad moet zijn op Yannick, op Renard, op Van Buyten of op de voorzitter.’

Wanneer heb je de beslissing genomen om weg te gaan bij Standard?

DIMATA: ‘Toen we vorig seizoen terugkwamen van de winterstage. Ik werd teruggezet naar de U21 hoewel ik een goeie stage achter de rug had. Toen was ik helemaal klaar met Standard. Het was echt een kaakslag, ik begreep dat ik mocht doen wat ik wou, maar ik zou er nooit tot bij de profs geraken. Waarom dan nog aandringen? Ik wilde daar niet voor eeuwig blijven zoals sommige anderen voor mij die nooit een kans gekregen hebben. De tijd die je hebt om als jongere door te breken is ook niet eindeloos.’

Raadde je makelaar je niet aan om niet bij Standard te tekenen omdat er heel wat aanbiedingen kwamen, met name uit het buitenland?

DIMATA: ‘Neen, hij zei gewoon: jij beslist en ik help je daarbij zo goed ik kan. Maar ik moest niks meer weten van Standard. Mijn familie daarentegen wilde wel dat ik bleef. Het was geen kwestie van geld: ze hadden me alles mogen geven wat ik wou, mijn hart was er niet meer bij. Er is nog wel een vergadering geweest met het bestuur om de zaken te regelen en toen zeiden ze dat ik mijn kans wel zou krijgen, dat ik het grootste talent van de Académie was, enzovoort… Maar dat kwam te laat.’

Je eis was dus om in de profkern opgenomen te worden, niks anders?

DIMATA: ‘Dat was het minimum. Maar ik mocht zelfs niet meetrainen. Ferrera zei me ook dat de reden dat ik niet mocht meedoen met de profkern, was dat ik mijn contract niet verlengd had. Maar in die theorie geloof ik niet. Al die andere jongeren die vorig jaar bijgetekend hebben, waar staan die nu?’

Daniel Van Buyten heeft nochtans lang gepraat met je familie om jou van mening te doen veranderen.

DIMATA: ‘Kan zijn… Maar niemand, zelfs mijn moeder niet, kon mij van gedacht doen veranderen. Uiteindelijk ben ik door heel die affaire sterker geworden. De tweede helft van het seizoen speelde ik de pannen van het dak bij de reserven, terwijl veel spelers die in zo’n situatie verkeren het hoofd laten hangen en niet goed meer trainen en zo. Ik was elke dag als eerste op training. Mijn sterkte, dat is mijn karakter. Ik denk dat veel spelers in mijn plaats de handdoek hadden gegooid.’

FAMILIECLUB KVO

Over iets meer dan een week keer je terug naar Sclessin. Is dat een speciale wedstrijd voor jou?

DIMATA: ‘Neen. Ik ben niet rancuneus. Ze hebben een vergissing gemaakt door me niet te houden, maar ik heb die pagina omgeslagen. Ik kijk alleen vooruit.’

Veel buitenlandse clubs zaten al achter je aan toen je nog erg jong was. Dat is toch in zekere zin geruststellend?

DIMATA: ‘Ik heb weet van Wolfsburg, Monaco en enkele Engelse clubs.’

Waarom ben je dan naar Oostende gegaan, terwijl ook Brugge interesse had?

DIMATA: ‘Als je de namen hoort van al die buitenlandse clubs die je volgen, dan zou je daar het hoofd bij kunnen verliezen, maar ik heb tegen mezelf gezegd: rustig aan! Als dit goed verloopt, dan zal ik zeker nog een stap vooruit kunnen zetten. Ik wilde eerst mezelf bewijzen in België. Ik had snel door dat Oostende me echt wilde. Hun boodschap was duidelijk: we hebben vertrouwen in je en als je toont dat dat terecht is, dan krijg je je kans. Dat was wat ik wilde horen, hetgeen ik ook bij Standard graag had gehoord. Hier gaf men aan dat ik ondanks de concurrentie van meer ervaren spelers, op dezelfde hoogte als zij zou gezet worden.’

En al snel dribbelde je spelers als Cyriac en Akpala voor de positie van nummer 9…

DIMATA: ‘Soms als ik daaraan dacht, ging het door mijn hoofd: dit is toch best cool! (lacht) Maar zowel Cyriac als Joseph heeft daar nooit enige onvrede over geuit, ze hebben me altijd gesteund. Ik kom trouwens goed overeen met Joseph, hij is een voorbeeld voor mij. Hij speelt niet veel maar is een echte prof. Echt waar: als iedereen zoals hij zou zijn… Joseph, dat is klasse.’

Je speelt nu in de punt van de aanval, maar je hebt niet het profiel van iemand die best op zijn plaats is in de rechthoek. Men kan voelen dat je nood hebt aan afhaken, de bal raken…

DIMATA: ‘Ik weet dat de coach liever zou hebben dat ik vaker in de backlijn kom. Maar als ik er geen plezier aan beleef, waarom voetbal ik dan? En om er plezier aan te hebben, moet ik vaak de bal raken en een actie kunnen maken.’

Jij bent de Belgische revelatie van dit seizoen in de Jupiler Pro League. Heb je het gevoel dat je statuut veranderd is in die enkele maanden tijd?

DIMATA: ‘Ja, dat gevoel heb ik wel sinds ik ben teruggekeerd van de winterstage. Op het veld is het anders, wanneer ik de bal krijg, komen er twee of drie tegenstanders op me af. Maar dat is hoe het spel ineen zit.’

Lukt dat fysiek?

DIMATA: ‘Ik was heel tenger toen ik klein was. Pas toen ik op mijn zestiende bij Standard kwam, ben ik me beginnen te ontwikkelen. Op de Académie werkten we keihard, alsof we bij het leger zaten. We liepen de hele tijd, we kweekten spieren… Als je uit de jeugdopleiding van Standard komt, dan mag je er zeker van zijn dat je fysiek klaar bent. Standard was een geweldige periode voor mij, misschien de mooiste in mijn leven. Bij de jeugd hadden we een ploeg die erboven uitstak. We wonnen matchen met 5-0 en 7-1. Ik hou van Standard.’

Je staat erg dicht bij Wolfsburg. Volgens bepaalde media is het contract al getekend.

DIMATA: ‘Al wat ik kan zeggen, is dat er op dit moment nog niets getekend is. Na de tv-uitzending van La Tribune heb ik veel berichtjes gekregen. Er werd gezegd dat de transfer in kannen en kruiken was en dat ik voor vijf miljoen euro zou weggaan. Maar dat klopt niet. Ik heb nooit iemand van het bestuur van Wolfsburg gezien en ik ben er nooit op bezoek geweest.

‘We zien wel aan het eind van het seizoen.’

Maar jij ziet jezelf volgend jaar al in de Bundesliga spelen?

DIMATA: ‘Daar zou ik alleszins niet bang voor zijn. Als de clubs er onderling uit geraken – want tenslotte zijn zij het die beslissen – waarom zou ik het avontuur dan niet wagen? Maar in eerste instantie wil ik een bladzijde schrijven in de geschiedenis van deze club door de beker te winnen. Het is al een mooi seizoen geweest maar de kers op de taart zou die trofee zijn.’

Wat is de sleutel van het Oostendse succes?

DIMATA: ‘Kijk maar om je heen: het is hier een familie.’

Iets anders dan bij Standard, is het niet?

DIMATA: ‘Mja… Er is minder druk. Ik had het al bij al wel goed bij Standard, het was zoals spelen met de vrienden uit de buurt. En ik speelde altijd in heel sterke jeugdploegen. Maar zodra je hier aankomt, stelt iedereen je op je gemak. Dat is de kracht van deze ploeg. En we hebben een coach die grinta inlepelt. Hij had dat karakter zelf toen hij speler was en hij probeert dat op ons over te brengen.’

Wanneer we het over Oostende hebben, dan kunnen we niet om voorzitter Marc Coucke heen. Hoe komt hij bij jou over?

DIMATA: ‘Het gebeurt weleens dat ik hem tegenkom na de match, ook al ben ik niet iemand die dan ’s avonds nog gaat mee feesten. Maar het is iemand die er heel erg bij betrokken is. Bijna alsof hij zelf deel uitmaakt van de ploeg. Dat geeft ons iets extra’s, het motiveert ons. Maar iedereen staat achter ons: de coach, het bestuur, zelfs degenen die ons eten bereiden of onze was doen. Het is één grote familie. Voor een jonge speler is het de perfecte club.’

EIGEN STIJL

Je carrière zit in een stroomversnelling. Kun je je voorstellen dat je de verrassing zou zijn in de selectie van de Rode Duivels voor het WK in 2018, zoals Divock Origi in Brazilië?

DIMATA: ‘Van tijd tot tijd denk ik daaraan, want in het voetbal kan het allemaal vlug gaan. Als ik mijn kans krijg, zal ik er klaar voor zijn.’

Van welke Rode Duivels lijkt het profiel het meest op dat van jou?

DIMATA: ‘Daar kan ik echt niet op antwoorden. Men zegt weleens dat ik wat op Christian Benteke gelijk, maar die indruk heb ik zelf toch niet. Volgens mij lijk ik op niemand, ik heb mijn eigen stijl.’

DOOR THOMAS BRICMONT – FOTO’S KOEN BAUTERS

‘Mijn sterkte, dat is mijn karakter. Ik denk dat veel spelers in mijn plaats de handdoek hadden gegooid.’ LANDRY DIMATA

‘Voor een jonge speler is KV Oostende de perfecte club.’ LANDRY DIMATA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content