Komende dinsdag speelt Standard zijn vijfde CL-wedstrijd, uit bij Arsenal. Arsène Wenger, de coach van de Londenaars, sprak ons over hartstocht en harmonie, slavenhandel en internet en over het eten van twee steaks daags voor een wedstrijd. ‘Wie te veel wil controleren, verliest het besef van wat belangrijk is.’

Hij geniet erkenning als ‘de uitvinder van het moderne offensieve voetbal’. Hoe dan ook predikt de Fransman een snel voetbal, gebaseerd op combinaties in één tijd. Onder coach Arsène Wenger kleeft FC Arsenal al dertien jaar deze stijl aan.

Vindt u het onfatsoenlijk om de Cham-pions League te winnen met lange ballen?

Arsène Wenger: “Zeker niet. De stijl van een elftal is toch geen morele kwestie? Wel hangt de stijl van een elftal af van een filosofie. Tot dusver was elk team dat ik zag spelen het perfecte spiegelbeeld van de persoonlijkheid van de trainer van dat team.”

U ziet uzelf in de spiegel terwijl u naar Arsenal kijkt?

“Natuurlijk. Als kleine jongen kon ik me al niet voorstellen dat ik ergens als bediende zou gaan werken. Ik droomde liever van een avontuurlijk leven. En ik houd van sport, op voorwaarde dat het om ploegsporten gaat. Tennis bevalt me pas als er om de Daviscup wordt gespeeld. Golf wordt voor mij slechts aantrekkelijk als de inzet de Ryder Cup is. Ploegprestaties kunnen iets magisch creëren. Als het klikt en het lijkt alsof er elektriciteit door het hele team loopt, dat is fantastisch. Ik zie er aan de rand van dat veld misschien als een ijsberg uit, maar ik voel een en al hartstocht als ik harmonie in mijn team zie. Ik noem dat de ziel van het team. Als die in orde is, dan wordt alles mogelijk.”

Het lijkt wel alsof u over kunst spreekt.

“Het is zonder meer het doel van het leven om van iedere dag een kunstwerk te maken. Ook FC Barcelona, de ploeg die de Champions League vorig seizoen heeft gewonnen, probeert ervoor te zorgen dat de mensen genieten van het voetbal dat het brengt. Het probeert telkens de perfectie te benaderen. De Engelsen zeggen: beleef iedere dag alsof het je laatste is en op een dag krijg je gelijk. Dat is mooie Britse humor.”

De prijs van het project

Verkiest u voetballers die u zelf binnen de club hebt gevormd, die u hebt opgevoed in de geest van het denken als team?

“Je plukt meer vruchten wanneer je bij een team een gemeenschappelijke cultuur, een gedeelde clubliefde tot stand brengt.”

Daarom kunnen wij ons zo moeilijk voorstellen dat u in het voorjaar ernstig hebt nagedacht over een voorstel van Real Madrid. Daar is geen splinter clubliefde aanwezig. Real Madrid koopt gewoon voor duizelingwekkende bedragen de grootste iconen van het wereldvoetbal op.

“Nu gaat u toch wel een beetje kort door de bocht. Ik heb veel respect voor Real Madrid. Het is de droomclub uit mijn jeugd, als kind heb ik Ferenc Puskas en Alfredo di Stefano bewonderd. En dus bleef ik inderdaad niet ongevoelig voor het aanbod van Real Madrid. Maar ik ben met Arsenal bij een project betrokken. Wij hebben onze eigen stijl ontwikkeld, ik heb er een hechte band met de spelers. Dat impliceert een verantwoordelijkheid: ik moet dat project tot een einde brengen.”

Wanneer bereikt het project zijn einde?

“Ik voorspel dat we dit seizoen een droom zullen vervullen. Ik denk dat we dit jaar voor ons grote examen staan. We hebben nu al vier jaar geen prijs gepakt, maar we zijn wel al vier jaar na elkaar dicht in de buurt geweest, hetzij van de Engelse titel, hetzij van de eindzege in Champions League. Ik denk dat het team nu rijp is voor een grote prijs.”

Rijp? De gemiddelde leeftijd van de spelers is 23 jaar.

“Voetballers van 23 jaar zijn sterker dan voetballers van 22 jaar. En spelers van 33 jaar zijn minder zwak dan spelers van 32 jaar. Dus …”

Het beste voor je kind

Deze zomer hebt u op de transfermarkt alleen Thomas Vermaelen binnengehaald, terwijl twee basisspelers zijn vertrokken. Werd u met financiële beperkingen geconfronteerd?

“Neen. Als manager van een topclub sta je voortdurend onder druk om spelers te kopen. Ze willen allemaal nieuwe spelers, maar ik geef liever mijn eigen jongens een kans. De mensen houden van ons voetbal, maar ze weten niet hoeveel kracht het vergt om binnen de club weerstanden te overwinnen. Belangrijk is dat je spelers de tijd geeft om zich te ontwikkelen, maar evengoed ook dat je hen kansen geeft en in het team brengt. We beschikken dit seizoen over Jack Wilshere, Aaron Ramsey en Carlos Vela, dat zijn jongens van 17, 18 en 20 jaar. Wel, die jongens moeten geen andere club zoeken om speelkansen te krijgen. En gelukkig maar, anders was al het werk dat we met hen hebben geleverd zinloos geweest.”

U ontdekt de meeste van deze talenten bij kleine clubs. Het scoutingapparaat van Arsenal geldt als een referentiepunt. Kunt u het begrijpen dat de FIFA streng toeziet op de transfers van minderjarige voetballers en de stroperijen van topclubs zwaar bestraft?

“Het morele principe begrijp ik. Maar waar is het probleem wanneer een jeugdspeler van Lens naar Londen verkast? Zolang de structuren in die Engelse club maar in orde zijn. De nationale federaties hebben de macht om dat te controleren.”

U doelt op de veroordeling van Chelsea. Dat mag tot januari 2011 geen transfers meer realiseren omdat het een vijftienjarige jongen met veel handgeld heeft overtuigd om bij Lens contractbreuk te plegen. Chelsea beweert dat de knaap niet onder contract lag bij Lens.

“Ik weet alleen: bij Arsenal krijgen die jeugdspelers een goede voetbalkundige vorming plus een voortreffelijke sociale begeleiding. Zij wonen bij een gastgezin, dat zijn mensen die de club zorgvuldig heeft uitgezocht en met wie ze al jaren samenwerken. Ik herinner me dat Cesc Fàbregas en Philippe Senderos dezelfde gastmoeder hadden. Die dame bracht de jongens met een kleine Renault 5 naar de trainingen en de wedstrijden.”

Soms wordt er echt met kinderen gesjacherd. Er is op dat vlak een gerechtelijk onderzoek gestart naar praktijken bij Manchester City, en Chelsea zou een jongetje van elf jaar hebben weggekocht bij een club uit Marseille. Is dat niet een paar bruggen te ver?

“Bij Arsenal bieden wij spelers van jonger dan zestien jaar geen contract aan. Voor Europa wil de UEFA alle internationale transfers van spelers van minder dan achttien jaar verbieden.”

De regel zegt: als de ouders om redenen die buiten het voetbal liggen naar het land van de nieuwe club verhuizen, dan mag de transfer wel.

“Dat zou natuurlijk bijzonder toevallig zijn. Stel je voor: de ouders van een supergetalenteerde jonge voetballer wilden net in Londen gaan wonen … Maar weet u, zo gaat het toch meestal met een speciaal begaafd kind, om het even of dat een bijzonder talent voor muziek of literatuur dan wel voor voetbal heeft. De ouders zullen hoe dan ook naar de best mogelijke school voor hun getalenteerd kind zoeken. En bij Arsenal helpen wij die jongen om zijn droom in vervulling te doen gaan.”

Karl-Heinz Rummenigge, de topman van Bayern München, beschuldigt u van kinderhandel. Hij beweert dat Arsenal jaarlijks een massa jeugdspelers kidnapt.

“De agressiviteit van die verklaring verrast me en ze stemt totaal niet overeen met de werkelijkheid. Wij trekken op jaarlijkse basis slechts twee, drie spelers aan en als het om jongeren gaat, dan geven we hun een eerlijke kans. Dat kun je van Bayern München niet zeggen. Wat voor onzin kraamt Rummenigge dan eigenlijk uit? Wat zou er gebeuren indien we spelers van minder dan achttien jaar geen contract meer mochten aanbieden? Dan koopt een manager met minderjarige talenten uit Zuid-Amerika of Afrika onder contract ergens een kleine club op en brengt die gasten daar onder. Zodra die jongens dan achttien jaar zijn, verkoopt hij hen in Europa. Het transfergeld komt dan in de zakken van die manager terecht. Is het dat wat men wil? Dat is pas slavenhandel.”

Reguleren en controleren de federaties op de verkeerde plaatsen?

“Het is goed dat ze waken over de morele fundamenten van het beleid van de clubs. En ik keur het goed dat UEFA-voorzitter Michel Platini de wat ik ‘financiële doping’ noem, wil bestrijden – zeg maar: de financiering met vreemd kapitaal. Iedere club moet rondkomen met de middelen die hij zelf genereert. Maar hier, bij de reglementering over transfers, heb je toch te maken met structuren die door de voetbalautoriteiten niet meer gecontroleerd kúnnen worden. We leven in een volledig veranderde wereld.”

Wat bedoelt u?

“Kinderen groeien tegenwoordig in de hele wereld op. Ik ben destijds in een dorp opgegroeid. Toen Rummenigge geboren werd, strekte het denken tot aan de grenzen van zijn heimat. Tegenwoordig, in de moderne wereld, ga ik in Parijs op restaurant en naast mij zit een fan van Arsenal of van Manchester United. Tegenwoordig hebben de mensen internet en kunnen ze elke dag een voetbalwedstrijd bekijken.”

U wilt de grenzen opheffen?

“Sport heeft zo veel macht. Ze kan een voortrekkersrol spelen. Sport heeft niet eens een taal nodig om te communiceren. Ik zet een jongen uit de Elzas in mijn ploeg en ook een jongen uit Zuid-Afrika en ze spelen samen. Dat is toch fantastisch. Vandaar dat we het voetbal niet door kunstmatige regels kapot mogen laten maken.”

Het is logisch dat u zo redeneert. U leidt een Engels team, maar het bestaat voor 89 procent uit buitenlanders. U vindt dat niemand u dat moet verbieden.

“Het kan toch niet dat ik bij de samenstelling van mijn team zou moeten zeggen: jammer, die kan niet bij ons spelen want hij heeft een verkeerde identiteitskaart. In Frankrijk loopt er een debat over de kwestie of we migranten via positieve discriminatie mogen helpen. Als het er in de samenleving aan toe zou gaan zoals in de sport, dan was die discussie of die maatregel totaal overbodig.”

Tactiek in de stamkroeg

U groeide zelf op in een klein dorp in de Elzas. Heeft dat uw denken beïnvloed?

“Onlangs was ik nog eens in Duttlenheim, zoals dat dorp heet. Mijn moeder vierde er haar 90e verjaardag. Ik ben geboren in 1949, mijn ouders hadden een restaurant. De mannen kwamen van het veld en kwamen bij ons ’s avonds nog een biertje drinken. Er werd zo veel gerookt dat je niet eens de deur kon zien. Het was kort na de oorlog, je kon de haat tegen de Duitsers nog voelen. Toen ik wat ouder was en zelf in Duitsland kwam, stelde ik vast dat het om vooroordelen en veralgemeningen ging. Tegen zulke veralgemeningen strijd ik nu nog altijd. In ieder geval was dat restaurant in psychologisch opzicht een zeer goede leerschool.”

Hoezo?

“In een dorp kent iedereen iedereen en er wordt ook over iedereen gepraat. Je krijgt er een gevoel voor mensen, waardoor je mensen vlugger doorziet. Ik ben ervan overtuigd: dat is een ervaring die me helpt bij mijn job als trainer. Onlangs zat ik samen met onze teampsycholoog. Hij zei: eigenlijk ben ik opgegroeid in een pub. Wat een opvallende parallel. Je gelooft beslist niet hoeveel trainers met een verleden in de horeca ik al heb ontmoet. Het restaurant van mijn ouders was ook de stamkroeg van de plaatselijke voetbalclub. Bij ons, in het restaurant, werden de tactiek en de opstelling van de ploeg besproken.”

Wilt u ons wijsmaken dat u uw vakkennis via de lokale voetbalclub hebt verworven?

“Met het vak van voetbaltrainer ben ik bezig van toen ik vijf jaar was. Mijn visie op voetbal heeft overigens onmiskenbaar Duitse invloeden. Ik keek als kind elke zaterdagnamiddag naar de Sportschau. Het was de tijd van Netzer, Beckenbauer, Overath. Ik was een fan van het grote Borussia Mönchengladbach. De dynamische speelstijl van dat team, die zat er bij mij diep in. Natuurlijk, toen ik een opleiding als trainer in Frankrijk kreeg, verzwakten die Duitse invloeden.”

Ze noemen u ‘le professeur’. Is voetbalintelligentie iets wat je voetballers kunt leren?

“Nee, dat gaat niet. Ik kan mijn spelers alleen maar hulpmiddelen aanreiken waarmee ze aan hun voetbalintelligentie kunnen werken. Wat moeten ze met de bal doen? Ik geef hun een aantal keuzemogelijkheden. Maar naar wie ze de bal passen, beslissen ze zelf. Als de speler die de bal krijgt daar dan niets mee aanvangt, dan zal de speler die hem de voorzet gaf de volgende keer een andere beslissing nemen. De leraar van voetballers, dat is het spel zelf.”

Bij Bayern München baarde trainer Jürgen Klinsmann opzien met zijn persoonlijkheidsschool. Hij liet zijn spelers spreekcursussen volgen en bood hun literatuur aan. Maar het interesseerde de spelers niet. Was Klinsmann naïef?

“Nee, zijn benadering verdient respect. Maar in de moderne wereld is elk individu nog individueler geworden dan vroeger. Jongeren halen op het internet de informatie die ze willen. Tegen het internet kunnen wij met ons aanbod niet op.”

Vrolijk in de discotheek

Maar Klinsmann geldt als een moderne controlefreak. Met tal van wetenschappelijke informatie en databases wilde hij succes een planmatig karakter geven. Wat krijgen we nog allemaal? Zullen we straks de dromen van voetballers onderzoeken?

“Het onberekenbare van het voetbal tot een minimum beperken, dat willen toch alle trainers. Maar neem nu het aantal mogelijke invloeden op één afzonderlijke speler en vermenigvuldig dat dan nog eens met elf … Het is onmogelijk om te bepalen welke invloed belangrijk is en welke niet. Als het wetenschappelijk bewezen zou zijn dat het eten van een steak op de vooravond van een voetbalwedstrijd tot betere prestaties leidt, dan verhogen zelfs twee biefstukken per speler de winstkansen van het team niet als bij de tegenstander een voetballer als Lionel Messi rondloopt. We weten alsmaar meer, maar als je te veel controleert en te veel wilt controleren, verlies je het besef van wat belangrijk is. Daarom is het goed om als coach in Engeland te werken.”

Waarom?

“Toen ik in Engeland aankwam, was ik verbijsterd dat de spelers de avond voor een wedstrijd gingen stappen. Velen hingen vrolijk in de discotheek. In Frankrijk zou men gezegd hebben: zo kunnen jullie de volgende dag onmogelijk goed voetballen! Maar Engelse voetballers kunnen dat wél. En waarom? Omdat zij geleerd hebben hoe ver ze mogen gaan. Ze hebben het allerbelangrijkste geleerd: zelfstandig beslissingen nemen.”

door cathrin gilbert en jörg kramer / copyright der spiegel

Ouders van een superbegaafd kind gaan ook op zoek naar de beste school voor dat kind.

Je gelooft niet hoeveel trainers met een verleden in de horeca ik al heb ontmoet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content