Notts County, opgericht in 1862, wordt wereldwijd erkend als oudste profclub. Zwart-wit heeft een geschiedenis van vallen en opstaan, maar de wortels zitten te diep in de grond om het bolwerk te laten omvallen. ‘We worstelen, we lijden, maar we zijn er nog steeds.’

Ricardo Moniz was een paar maanden manager van Notts County toen hij op een doordeweekse dag even de stilte van het hoofdveld opzocht voor een gesprek met routinier Alan Smith. Ze waren niet alleen. Niet ver van de dug-out was de terreinknecht bezig een kleine kuil dicht te gooien. Een familie en een priester keken bedroefd toe.

Een vrouw maakte zich los van het gezelschap en stapte naar de Nederlandse trainer. Ze begon te vertellen over haar vader, die lang geleden naar Nieuw-Zeeland emigreerde maar altijd een aanhanger van The Magpies was gebleven. Na zijn dood wilde hij in een urne terugkeren naar het stadion waar hij als jongetje jarenlang wegdroomde, juichend opsprong of teleurgesteld afdroop. Zijn dochter wees naar de plek die weer bedekt was met het heilige gras. ‘En daar ligt hij nu.’

Moniz wist niet wat hij hoorde. ‘Smith en ik stonden met kippenvel te luisteren. Ik heb begrepen dat hier ongeveer 150 supporters op dezelfde manier zijn begraven. Van anderen is de as over het veld uitgestrooid. Dan realiseer je je: dit is Notts County. De ziel van deze club zit letterlijk in de grond’, zegt Moniz, die eind december zou worden ontslagen.

PUURHEID

Achter de gietijzeren poort van Meadow Lane staat Colin Slater te wachten in de deuropening. Goedhartige blik, warme handdruk. Hij draagt een kostuum en een gouden dasspeld. Zijn dunne grijze haar is keurig achterovergekamd. De BBC-reporter maakte 56 jaar geleden zijn eerste wedstrijdverhaal voor de plaatselijke krant, daarna werd hij The Voice of Notts County op de radio. Op 17 november 2007 bereikte hij een mijlpaal: hij versloeg zijn 2000e wedstrijd. En op 81-jarige leeftijd, meer dan 200 duels verder, zit hij er nog steeds. Gedistingeerd en gedreven. ‘Het houdt me jong.’

Mister Magpies wordt Slater ook wel genoemd. Hij werd geboren in Bradford, 130 kilometer ten noorden van Nottingham. Zijn vader nam hem mee naar het stadion van de plaatselijke trots. Slater werd verliefd op de ambiance. Hij ging erover schrijven. ‘He has delivered the triumphs and the tears‘, schreef The Nottingham Post over de reportages die hij met pen of microfoon maakte.

Zijn betrokkenheid en inzet voor de gemeenschap hebben geleid tot een koninklijke onderscheiding. Slater draagt de eretitel Member of the Most Excellent Order of the British Empire, is voorzitter van de organisatie van ex-spelers en de eerste niet-voetballer in de Hall of Fame. Daarnaast pleit Slater namens het fundraisingcomité voor een standbeeld van de vermaarde coaches Jimmy Sirrel en Jack Wheeler, naast elkaar op een bankje van brons. ‘We hebben nog 9000 pond (11.900 euro, nvdr) nodig voor de twee grootste Legends of the Lane.’

Het is niet de eerste keer dat de nestor de oudste profclub ter wereld een dienst bewijst. In het stadion hangen diverse vergeelde afbeeldingen achter glas die verwijzen naar The Great Escape. En dat slaat op talloze sportieve ontsnappingen in de 153-jarige geschiedenis. Ook financieel gezien scheerde Notts een paar keer langs de afgrond.

Het was een zomeravond in 1965. Voorzitter Fred Williamson keek vertwijfeld tegen de bodem van de schatkist aan. Hij belde Slater. Het bestuur zou bij elkaar komen en de invloedrijke journalist was welkom met zijn suggesties. ‘Ik ben naar zijn huis gegaan en daar realiseerde ik me dat het echt om een serieuze zaak ging. Het leek wel een rouwkamer. Ze waren tot de conclusie gekomen dat de club vanwege geldzorgen opgedoekt moest worden. ‘Ik geloof je niet’, zei ik tegen Fred. Ik kende een man die bereid was te investeren: Bill Hopcroft, een lokale handelaar in tweedehandsauto’s. Met pijn in het hart zag hij zijn club verschrompelen, maar hij had gewoon geen vertrouwen in de manier waarop de boel werd geleid. Dus ik dacht: dan moet je hem dat vertrouwen schenken.’

Hij zocht contact met zijn vriend Andy Beattie, ex-coach van Schotland en Nottingham Forest. Slater: ‘Andy sprak zijn netwerk aan en vroeg Peter Docherty, voormalig bondscoach van Noord-Ierland, om een gunst. Ze hoefden hun naam alleen als adviseur aan Notts County te verbinden. Die vrijdag bracht The Nottingham Post het als voorpaginanieuws. Beattie en Docherty kwamen naar Meadow Lane… Er ging een golf van enthousiasme door de stad. Met de krant onder mijn arm stapte ik de showroom van Hopcroft binnen. We dronken thee en daarna schreef hij een cheque van 10.000 pond (13.200 euro, nvdr).’

GEHEUGEN

Diezelfde autohandelaar werd later voorzitter van Notts County, voor Colin Slater blijft 50 jaar na datum geen deur gesloten. Hij is gentleman en gids tegelijk, gewapend met een feilloos geheugen. Dwalend door de liefdevol gedecoreerde gangen wijst hij elftallen van decennia geleden aan en somt moeiteloos de namen op, plus de manager die niet in beeld is.

Zijn enige vergissing maakt hij bij een foto van een promotiewedstrijd op Wembley. ‘Dit is het eerste doelpunt.’ Hij loopt door, houdt in, doet een paar stappen achteruit, kijkt nog eens en corrigeert zichzelf: ‘Nee, het is toch het tweede.’ Hij wil het maar even gezegd hebben.

In een vitrine ligt het centenary handbook, in 1962 ter ere van het eeuwfeest door hem geschreven. In de ontvangsthal hangt de oorkonde die hoort bij de oprichting van de Football League. Twaalf clubs stonden op 22 maart 1888 aan de basis van wat het moderne voetbal wordt genoemd. Daar zaten Aston Villa, Stoke City en Everton bij, clubs die nu nog in de Premier League voetballen. Notts County is weggezakt naar de League Two, het vierde niveau. ‘Tegen de mensen die hier werken, zeg ik vaak dat we eigenlijk een slogan moeten hanteren bij alles wat er gebeurt. The first name in football. Je wint, je verliest. Maar de betekenis van dat zinnetje verandert nooit. En dat moet je blijven uitdragen. Discreet.’

Met speels gemak lepelt Slater feiten op. Hij kan met smaak vertellen over de winterdag in 1994 waarop ene Charlie Palmer een held voor de eeuwigheid werd door toevallig op het juiste moment een bal binnen te koppen. Het gebeurde in de 86e minuut en de tegenstander was Nottingham Forest, de buurman aan de andere kant van de Trent die op dat moment dertien duels ongeslagen was.

Palmer stond te boek als een huis-tuin-en-keukenback. Scoren deed hij nooit, nu was hij matchwinnaar geworden in wat voorlopig de laatste derby zou zijn (2-1). Palmer, gek van vreugde, hield niet meer op met rennen. Ergens op zijn eigen helft konden ze hem tegenhouden. Sindsdien is 12 februari Charlie Palmer Day in het zwart-witte deel van de stad. Er is zelfs een boek geschreven over dat ene moment. ‘Iedereen kent deze jongeman nu als Sir Charlie. De enige voetballer die niet door de koningin tot ridder gekroond is, maar door de fans.’

OPSTAND

Slaters sentimental journey begon in 1959. ’27 augustus, ik weet alles nog. 2-1 gewonnen van Chester. Het was bepaald geen liefde op het eerste gezicht. Ik deed gewoon mijn werk en maakte een verslag voor The Football News, een roze avondkrant. Maar voordat ik het wist, is het een deel van mijn leven geworden.’

Hoewel Slater en Notts County met elkaar vergroeide namen zijn en de perskamer naar hem is vernoemd, heeft hij zich nooit door emoties laten meeslepen. ‘Ik raak wel eens wat verhit tijdens mijn verslag. Ik kan oprecht boos worden als het niet loopt. Maar het verschil is dat ik geen fan ben. Er zijn families die 500 pond (660 euro, nvdr) per seizoen betalen om hun ploeg te zien. Het kost mij niks. Ik word betaald door de BBC om met mijn hobby bezig te zijn en allerlei leuke mensen te ontmoeten. Dan ben je toch een gezegend mens?’

Op de perstribune heeft hij een vaste stek. Iedereen weet dat. Niet de eerste klapstoel, maar de tweede. Dat heeft een strategische reden. Als het hard waait, houdt een bredere collega hem uit de wind. ‘Hij is nog jong, hij kan het hebben.’

Slater is zo’n ouderwetse reporter die je herkent aan een stopwatch op zijn lessenaar omdat hij de stadionklok niet vertrouwt. In colbert zit hij recht tegenover het kenmerkende witte puntdak met de vlag van The Magpies. Bij de verhuizing in 1910 van de oude Trent Bridge Cricket Ground naar Meadow Lane werden delen van de houten tribune in het water gelaten en naar de overkant geduwd. Maar ongeveer 80 jaar later, toen de Engelse stadions na een aantal rampen aan strengere veiligheidseisen moesten voldoen, werd er minder moeite gedaan om het antieke decor intact te laten.

Hoewel je anders zou vermoeden bij mannen van zijn leeftijd, is Slater allesbehalve een stoffige archivaris die moppert op het modernisme. ‘Ik vind het leuk om terug te kijken, maar je moet niet blijven hangen in het verleden. Het is de toekomst die telt. Voor mijn werk kwam het goed uit dat er betere faciliteiten kwamen. Dit stadion is nu uitermate geschikt voor de 21e eeuw. Ik ben niet sentimenteel, maar ik geef wél om deze plek.’

STELREGEL

Bij de beeltenis van een vliegende keeper houdt Slater halt. ‘Radojko Avramovic, de beste die we hier hebben gezien. In die tijd was het nog een sensatie om een buitenlander te contracteren. Avramovic kwam uit Joegoslavië en sprak geen woord Engels. Maar de stelregel van Sirrel was: je wint niets zonder een bijzondere keeper. Dus betaalde hij 200.000 pond (264.000 euro, nvdr) voor Raddy, een clubrecord voor die tijd. Twee jaar later, in 1981, promoveerden ze naar de hoogste afdeling. Met zestien clean sheets.’

Jimmy Sirrel wordt unaniem beschouwd als de beste manager in de geschiedenis. Hij deed voor het eerst zijn intrede in 1969 en was met tussenpozen de baas. Zijn portret in olieverf kreeg een gouden lijst en een prominente plaats, halverwege de trap naar de eerste verdieping. Het is een karakteristiek beeld van een Engelse manager in de jaren zestig en zeventig. Kalend voorhoofd, boksersneus en onregelmatig gebit. Dat laatste was een blijvende herinnering aan zijn tijd als speler van Celtic.

Een hoofdtribune van Meadow Lane draagt zijn naam. Op een andere, vaak gepubliceerde foto zit de Schot op een houten bank, in een wollen trui en met en de benen over elkaar geslagen. In zijn rechterhand rust een beker thee. Hij ziet eruit als een wandelaar die even uitrust in een alpenwei. Maar de man met de uitstraling van een vriendelijke oom kon in de kleedkamer ook met mokken gooien wanneer hem iets niet zon. Later zou zijn landgenoot Alex Ferguson dat soort trekjes overnemen. De voormalige manager van Manchester United was een groot bewonderaar van Sirrel. ‘Jimmy moest met weinig of geen geld werken’, schreef hij in zijn biografie. ‘Wat hij desondanks uit spelers wist te halen, is geweldig.’

Aan de hand van Sirrel keerde Notts County van de vierde klasse terug naar het hoogste niveau, voor het eerst in 55 jaar. In het daaropvolgende seizoen (1981/82) was de eerste wedstrijd meteen een van de meest memorabele. Kampioen Aston Villa kreeg een heldenontvangst van het eigen publiek. De trofee ging van hand tot hand. Daarna won Notts County brutaal met 0-1.

Geschiedschrijvers spreken dan ook van The Jimmy Sirrel Era. Hij kreeg gezelschap van Jack Wheeler, die meerdere functies bekleedde, van interim-trainer tot scout. In 25 jaar miste hij geen enkel duel. Het waren er uiteindelijk 1152. Hij stierf in 2009, een jaar na Sirrel.

Alsof het zo moest zijn, was hun dood het startsein voor een periode waarin de verwarring toesloeg. Munto Finance, een consortium uit het Midden-Oosten, ontvouwde grote plannen om Notts County binnen vijf jaar terug te brengen naar de top. Sven-Göran Eriksson werd aangetrokken als directeur, Kasper Schmeichel (zoon van) als doelman en Sol Campbell (ex-Arsenal) als doorgewinterde voorstopper.

Al in zijn eerste optreden tegen Morecambe United schrok Campbell zo erg van het niveauverschil dat hij naar huis reed en nooit meer terugkeerde. Eriksson vertrok na een half jaar. En het schip met geld? ‘Het zou om miljoenen gaan, ze kwamen niet verder dan een paar 100.000 pond.’

Maar omdat Schmeichel een geweldig seizoen keepte en Lee Hughes 30 doelpunten maakte, promoveerde Notts County toch naar de League One. Daar hield de droomvlucht op. Het bestuur vond het wel nog nodig om Eriksson een stoel voor het leven te geven. Slater: ‘We hebben hem niet meer gezien. Ik herinner me nog de gekte tijdens zijn presentatie. Het was een rugbyscrum van fotografen. Er zou een nieuw tijdperk beginnen, riep iedereen, maar het was een luchtspiegeling.’

GELDBUIDEL

Op wedstrijddagen parkeert Iris Smith haar eenvoudige camper in de grasberm tegenover de hoofdingang. Aan voorbijgangers deelt ze speldjes van de supportersvereniging uit. ‘Vroeger liepen we met karretjes langs de tribunes om de mensen thee te brengen.’ In 2009 zag ze in de verte gouden bergen liggen. En ze was niet de enige. Trots paradeerden tientallen betrokkenen door het stadion, waar de marketingmannetjes van Munto met een geldbuidel rammelden. ‘Alleen jammer dat er geen geld was.’

Munto Finance werd in de volksmond al snel verbasterd tot Munto Fiasco. De ridders van de luchtkastelen vluchtten weg door de bossen van Sherwood, de trouwe fans bleven opnieuw met lege handen en loze beloften achter. Smith en haar volgelingen, gehard door een leven in de kantlijn van de Football League, lieten zich niet uit het veld slaan. ‘Vroeg in de morgen hielden we langs de weg auto’s tegen om geld te vragen. Op een gegeven moment kwamen oudere mensen envelopjes met 100 pond (132 euro, nvdr) van hun pensioen brengen. We zamelden memorabilia in voor een veiling, waar we 60.000 pond (79.000 euro, nvdr) ophaalden. De steunbetuigingen kwamen van overal. Die mensen hielden van voetbal en wilden niet dat een van de pioniers zou verdwijnen.’

De diehards zijn te trots om weg te lopen en zich aan te sluiten bij Nottingham Forest. Smith: ‘Ik noem Notts County altijd the old lady of football. Als je hier komt, dan word je verliefd. De mensen omarmen je en zeggen: ‘Je bent welkom.’ De spelers weten wie wij zijn. Ik voel geen afstand. En je ziet: we worstelen, we lijden, maar we zijn er nog steeds.’

DOOR YOERI VAN DEN BUSKEN EN CHRIS TETAERT – FOTO GETTY

‘We hielden langs de weg auto’s tegen om geld te vragen. Op een gegeven moment kwamen oudere mensen envelopjes met honderd pond van hun pensioen brengen.’ – IRIS SMITH, VOORZITTER SUPPORTERSCLUB

‘The first name in football. Je wint, je verliest. Maar de betekenis van dat zinnetje verandert nooit.’ – COLIN SLATER, BBC-COMMENTATOR

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content