Eiji Kawashima zette in Japan Lier op de kaart, maar de doelman van de nationale ploeg wil na de ramp in zijn land meer doen dan alleen ballen tegenhouden. ‘Waar ik vooral bang voor ben, is dat Japan stilaan uit het nieuws verdwijnt.’

Bedankt voor de koffie”, zegt Eiji Kawashima na het gesprek ergens tussen trainingscentrum Kessel en zijn woonplaats Lier. ‘Kawa’ die in eigen land een haast goddelijke status heeft, is een prima kerel en wordt door zijn ploegmaats ronduit omschreven als een ‘fantastische vent’.

Na een moeizame start liet de keeper van de Japanse nationale ploeg zich bij Lierse opmerken met sterke prestaties. In zijn zog volgen Japanse journalisten de wedstrijden van geel-zwart. Naast het veld lokt zijn aanwezigheid Japanse toeristen naar Lier. Dankzij hem bestaan er nu toeristische folders van de stad in het Japans. Kortom, Kawashima heeft ervoor gezorgd dat iedere voetballiefhebber in Japan nu Lier en Lierse kent.

Net voor de start van play-off 2 reisde de keeper af naar Japan, om er een benefietwedstrijd te spelen ten voordele van de slachtoffers van de aardbeving(en) en de tsunami. Behoorlijk onder de indruk keerde hij terug van die reis.

Eiji Kawashima: “Waar ik vooral bang voor ben, is dat Japan stilaan uit het nieuws verdwijnt, en dat men vergeet wat er ginder nog altijd gaande is.” De dag na het interview staat in Het Laatste Nieuws op pagina acht onderaan rechts een stukje over radioactiviteit, met een foto over een teruggevonden hond. In Le Soir is die dag niets meer over Japan te lezen, op de buitenlandpagina van Teletekst is Japan eveneens van de headlines verdrongen door andere wereldellende. “Meteen na de ramp dacht ik: ik moet iets doen. Ik vond het belangrijk dat wij, voetballers, zo snel mogelijk iets zouden ondernemen voor Japan en de bevolking daar. Eerst is er geprobeerd om een benefietmatch te organiseren met als tegenstander Nieuw-Zeeland of Montenegro. Nieuw-Zeeland wilde wel, zij hebben ginder ook een aardbeving gehad, maar het ging niet door vanwege de onduidelijkheid over de nucleaire dreiging.”

Dus speelden jullie tegen een vertegenwoordiging van de J-League.

“De match vond niet plaats in het grootste stadion van Osaka, maar er zat toch 40.000 man. De sfeer was ronduit indrukwekkend. De toeschouwers zongen allemaal een lied dat normaal toebehoort aan een ploeg uit het noorden, die in het getroffen gebied ligt. Het voelde alsof we allemaal één waren.”

Kon je je in die omstandigheden nog wel op voetbal concentreren?

“Ik vond het veel moeilijker om me te concentreren meteen na het nieuws over de ramp, toen we tegen Lokeren en Club Brugge speelden. Dag en nacht volgde ik het nieuws via internet. Omdat het tijdsverschil nogal groot is, was dat niet eenvoudig. Elk nieuws betekende ongerustheid: zou het impact hebben op vrienden en familie ginder?

“In Japan krijg je trainingen om je voor te bereiden op wat te doen als er een aardbeving komt. Die oefeningen gebeuren één of twee keer per jaar, ook op school. Ik heb al aardbevingen meegemaakt, maar in vergelijking met wat zich nu afspeelde, stelde dat niets voor. De hoogste golven tijdens de tsunami waren 38 meter hoog. Daar was niemand op voorbereid. Ik zag die beelden … Flatgebouwen die helemaal overspoeld werden: vreselijk.”

Was je bang voor je familie?

“Zij leven iets ten noorden van Tokio. Ze hebben de aardbeving ook gevoeld. Zes op de schaal van Richter is niet niets, maar zij bleven oké.”

Tegen Lokeren heb jij gevraagd om vooraf een minuut stilte te houden?

“Ja, ik vond de reactie van spelers en publiek hier in Lier fantastisch.

“Ik heb zo veel warmte, steun en energie gekregen van het Japanse volk, telkens als ik met de nationale ploeg speelde. Het enige waar ik voor de competitiewedstrijden aan dacht, was: nu kan ik iets teruggeven, door zo goed mogelijk te spelen. Tijdens de opwarming had ik het moeilijk, maar in de wedstrijden zelf ging het.”

Kreeg je bij die benefietwedstrijd zelf een zicht op wat er bij de ramp gebeurd is?

“Nee, de match vond plaats in het westen, daar gaat het leven zijn gewone gang. In Osaka vond je wel geen flessen water meer in de supermarkt. Er was net dat bericht geweest dat het water in Tokio radioactiviteit bevatte, en men had alle voorraad uit West-Japan naar het oosten gestuurd. Ik heb wel met vrienden uit het oosten gebeld, maar die zijn nog te zeer onder de indruk om erover te praten, ze moeten nog te veel verwerken.”

Ook in West-Europa maakt men zich zorgen over de radioactiviteit bij schepen die straks vanuit Japan binnenlopen. Maken we ons terecht zorgen?

“Het gaat om een probleem dat je niet kan zien. Dan is het altijd beter om je extra zorgen te maken dan te doen of er niets aan de hand is. Je neemt met dit soort dingen beter geen enkel risico. Nu is er misschien geen direct gevaar, maar misschien wel over een paar jaar of over tien jaar.”

Ben je er nu nog mee bezig?

“Ja, het probleem is immers nog altijd niet opgelost. Men is nu volop bezig om noodwoningen te bouwen, voor alle geëvacueerden.”

Aziatische keeper

Intussen ben je hier bijna een jaar aan de slag. Hoe kijk je daarop terug?

“Het was een moeilijk seizoen: mentaal, maar ook fysiek. Ik heb geen vakantie meer gehad sinds eind 2009.”

Wat was het moeilijkste?

“Voor een keeper uit Azië is het moeilijk om in Europa te slagen. Niet alleen vanwege de taalbarrière, maar ook omdat nog nooit een keeper uit Azië in Europa succesvol was. Als niemand het hier maakt, kan daar ook niemand van profiteren. Zodra iemand de weg bereidt, kunnen anderen volgen.”

Zo leg je wel een zware last op je schouders.

“Dat is zo. Maar als niemand ooit probeert die stap te zetten en succes te hebben, zal geen keeper uit Azië het hier ooit maken. Een spits die één keer scoort, dicht men kwaliteiten toe, maar een keeper kan voor één fout afgemaakt worden, terwijl hij toch voor een groot deel afhankelijk is van de spelers rondom hem.”

Wanneer voelde je voor het eerst dat men je apprecieerde?

“Na mijn terugkeer uit blessure in oktober. De laatste maanden hoor ik mijn naam scanderen. Dat doet deugd, want ik heb al heel het jaar geprobeerd voor het team en de fans te spelen, ook al was het in het begin erg moeilijk.”

Je kwam in concurrentie met een keeper die een goed seizoen had gespeeld. ‘Als Kawashima speelt, zullen er andere belangen meespelen dan sportieve’, werd toen in Lier gezegd.

“Ik trok me dat niet aan. Het was aan mij om vertrouwen af te dwingen door goed te werken en te spelen.”

Twijfelde je aan jezelf?

“Als je in je hoofd steekt dat het niet zal lukken, wordt alles moeilijk. Maar als je in jezelf gelooft, wordt veel mogelijk.”

Waarom koos je voor Lierse na het WK?

“Voor het WK wees niets erop dat ik op het WK aan spelen toe zou komen. Ik zocht gewoon een club in Europa waar ik effectief zou spelen. Lierse bood me als eerste een contract aan. Ik vond het belangrijk om terecht te komen bij een club die me echt wilde, omdat ik daar waarschijnlijk ook in doel zou staan.”

Maar na een succesvol WK kon je ook naar meer gerenommeerde clubs.

“Keeper is een speciaal beroep. Er kan er maar één spelen. Je moet de juiste stappen maken in een carrière. Ik wilde een stap vooruit zetten, maar ook geen te grote stap maken, waarbij ik zou struikelen.”

7-0

Is keeper zijn in België iets anders dan keeper zijn in Japan?

“Het is niet beter of slechter, maar gewoon anders. Als je in Japan een paar mooie reddingen doet, heb je al een goeie match gespeeld. Hier volstaat dat niet.”

Wat vond je het moeilijkst, als keeper in België?

“In het begin speelden we echt niet goed. Geen keeper kan alle ballen pakken. Dat heb ik moeten leren aanvaarden, dat ik niet alles kon pakken.”

Het was niet alleen jouw fout. Op Standard verloren jullie met 7-0 en de trainer van de thuisploeg noemde jou achteraf de man van de match.

“Misschien was het niet altijd mijn fout, maar ik heb nooit naar anderen willen wijzen, hen als excuus gebruiken als het misliep. Mijn doel was: beter presteren, en niet op de anderen gaan sakkeren als het fout liep.”

Had je vooraf ingecalculeerd dat je mogelijk tegen degradatie zou moeten vechten?

“Nee. Ik dacht dat ik in een betere ploeg terecht zou komen. Niet bij Anderlecht, Standard, Genk of Club Brugge, maar toch bij een club die uit tweede kwam en potentieel werd toegeschreven. Dat viel wel tegen.”

Vaak stapte je na een nederlaag ontgoocheld van het veld, alsof je publiekelijk vernederd was.

“Ik wil altijd winnen, zelfs het onnozelste matchke op training. Daarom heb ik het er moeilijk mee als we verliezen. Ik ben ook maar een mens, met zijn emoties. Iedereen doet zijn best, maar dan nog lukt het vaak niet. Onze aanpak was niet altijd goed. Maar wat moet ik daarover zeggen? Het is zo makkelijk om te zeggen: ik ben wel goed bezig, het zijn de anderen die er niets van terecht brengen. Maar ik sta daar niet voor mezelf, ik maak deel uit van een team. Elke match wilde ik zo graag trots zijn op mijn club, en hoopte ik dat mijn ploegmaats dat ook wilden, trots zijn op hun team.”

Ben je in België een betere keeper geworden?

“In het begin speelde ik als individu, nu als onderdeel van een team. Ik coach ook de spelers voor mij. Ik kan nu meer dan toen ik hier kwam. In het begin dacht ik dat ik vanuit Japan voldoende bagage had meegekregen om het hier te maken, maar algauw besefte ik dat het niet volstond. Ik moest beter worden. Als keeper moet je op alles voorbereid zijn, je mag er niet van uitgaan dat je even in doel gaat staan en dat alles wel zal meevallen.”

Je bent ook een toonbeeld van inzet op training. Als je veertig ballen moet pakken, ga je nog even gedreven naar de veertigste als naar de eerste.

“Ik probeer gewoon elke haalbare bal te pakken. Als je op training lui bent of wat relaxed doet, zal je af en toe weleens een sterke match keepen, maar je zal nooit elke wedstrijd top zijn. Om een wedstrijd perfect te keepen, moet je perfect zijn op training.”

Je hebt nog stage gelopen bij Parma, en was erg te spreken over de keeperstraining daar. Wat beviel je daaraan?

“Dat je leert nadenken over hoe en waar je ballen probeert te pakken. In normale situaties is 80 procent van de ballen pakbaar. In Italië leerde ik me af te vragen hoe ik ook die resterende 20 procent kon proberen te pakken.”

Italiaans

Hoe beviel het leven naast het veld je hier?

“Goed. België is een aangenaam, mooi land, met mooie steden en lekker eten. Ik heb Brugge bezocht, en Antwerpen, Brussel, Knokke. Het is een vreemd land, met een Franstalige, Vlaamse en Duitse cultuurgroep samen op zo’n kleine oppervlakte. In Japan kennen we maar één taal en één cultuur. De mensen zijn hier ook aardig. Aardiger dan ik verwachtte.”

Hoe bedoel je?

“In Japan is iedereen beleefd en welopgevoed, niet egoïstisch ingesteld. Ik had verwacht dat de mensen buiten Japan egoïstischer en onbeleefder zouden zijn, maar ik heb vastgesteld dat Belgen ook heel aardig zijn. Heel veel mensen hebben me spontaan geholpen.”

Je hebt jezelf ook opengesteld, je Engels is goed. Waar heb je dat geleerd?

“Op school kregen we Engels, maar dat volstond niet om het vlot te spreken. Ik heb bijles gevolgd. Ik kan ook verlegen zijn, maar doorgaans ben ik erg open. Daarom interesseert het me ook om zo veel mogelijk talen te leren, op die manier leer je veel culturen kennen. Als ik hier met anderen kan praten, is het leven aangenamer en hebben we meer plezier. In mijn wereld zijn er geen grenzen tussen nationaliteiten, is een Japanner niet anders dan een Belg of een Nederlander.”

( in het Nederlands) Je wilde ook Nederlands leren. Lukt dat al een beetje?

( in het Nederlands) “Al een beetje, maar het is moeilijk. ( gaat voort in het Engels) Als ik op restaurant ga, probeer ik de kelner wel in het Nederlands aan te spreken.”

Si parla anche l’Italiano?

Penso di si. ( gaat verder in quasi vlekkeloos Italiaans) Italiaans is mijn tweede taal. Ik voel me meer op mijn gemak in het Italiaans dan in het Engels.”

Praat je ook Italiaans met je bondscoach in Japan, Alberto Zaccheroni?

“Ja. Zaccheroni is een goeie bondscoach: hij geeft zijn spelers vertrouwen. Sommige trainers hebben geen vertrouwen in hun spelers, en stralen dat ook uit. Als een trainer laat voelen dat hij vertrouwen heeft in zijn spelers, maakt dat het team sterker. Dan kan je je helemaal concentreren op je taak. Trond Sollied is ook een goeie trainer. Toen ik na het winnen van de Asian Cup terugkeerde, was de hele sfeer rond het team veranderd. Tevoren waren we niet zo goed georganiseerd op het veld, nu wel. Dat is erg belangrijk voor een keeper, dat er voor hem een organisatie staat.”

Een ploegmaat wilde graag weten hoe je dat doet, hier gewoon in alle anonimiteit rondlopen, terwijl je in eigen land bij wijze van spreken god bent.

“Ik blijf overal en altijd mezelf. Ik vind het fijn, die erkenning van mijn landgenoten, maar ik vind het even tof om hier gewoon te werken en te dollen met mijn ploegmaats.”

Je bent de ideale man voor public relations. Geen meet-and-greet met bedrijfsleiders is je te veel, en in je zog volgt wekelijks een flinke delegatie van Japanse journalisten de wedstrijden van Lierse.

“Maar als het te veel is, houd ik de boot af. In het begin wilden de Japanse journalisten de hele tijd interviews. Toen heb ik mijn manager gevraagd om minder interviews toe te staan, om me meer te kunnen toeleggen op mijn werk als keeper. Maar het is normaal dat men me hier live volgt. In Japan zijn geen beelden van de Belgische competitie te zien.”

Standard

Wat zal je later onthouden van dit seizoen?

“Het is een moeilijk seizoen geweest, maar voor mij was dat goed. In een moeilijke situatie leer je meer dan wanneer alles vanzelf loopt. Als ik niet de moeite had gedaan om naar Europa te komen, en als ik hier zo’n seizoen niet had meegemaakt, had ik nooit de dingen geleerd die ik nu geleerd heb. Daarom heb ik ook nooit overwogen om het op te geven, ben ik altijd blijven geloven in de redding, ook na een 7-0-nederlaag.”

Je had je manager in de winterstop kunnen vragen om een andere ploeg te zoeken.

“Dat was de gemakkelijkste weg geweest. Maar ik wilde absoluut helpen om Lierse in eerste klasse te houden, al wist ik dat het erg moeilijk zou zijn. Ik wou bewijzen dat, als je niet opgeeft, je kan bereiken wat je nastreeft. Als ik halverwege het seizoen weg was gegaan, had ik nooit geleerd wat ik nu leerde. Ik zou beschaamd geweest zijn, en het me heel mijn leven beklaagd hebben. Het makkelijkste is van een probleem weglopen, maar beter is door te bijten en het aan te pakken. Ik ben degene die gekozen heeft om voor Lierse te tekenen, dan moet ik achteraf niet gaan zeuren dat het me hier tegenvalt. Zo zit ik in mekaar, en zo hoop ik mijn hele carrière te kunnen blijven.”

In de winterstop was er het gerucht dat Standard belangstelling zou hebben voor jou?

“Ik heb dat ook gehoord. Dat nieuws was goed voor mijn vertrouwen, maar het bracht me niet af van de weg die ik wil volgen.”

Onlangs was er sprake van belangstelling van West Bromwich Albion voor jou. Interesseert dat je?

“Het leven van een topsporter is kort, en ik ben 28. Als ik een kans krijg om hogerop te gaan, wil ik daar ernstig over nadenken.”

DOOR GEERT FOUTRÉ – BEELDEN: JELLE VERMEERSCH

“De hoogste golven tijdens de tsunami waren 38 meter hoog. Daar was niemand op voorbereid.”

“Het makkelijkste is van een probleem weglopen, maar beter is door te bijten en het aan te pakken.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content