‘Als je op de bank zit, denk je maar aan één ding: je wedstrijdpremie’

© ISTOCK

Ruim 300 spelers stonden in juli in de startblokken van de Jupiler League. Elk met zijn eigen verwachtingen, dromen, ambities en verhalen. Een keer per maand geeft de Secret Footballer van Sport/Voetbalmagazine een inkijk in de coulissen van onze vaderlandse competitie.

‘Ik spreek uit ervaring als ik zeg dat het leven van een bankzitter soms hard kan zijn. Niet dat ik een abonnement heb op de bank, maar ik weet hoe het voelt om niet de eerste keuze te zijn. Elke voetballer verwerkt dat op zijn eigen manier. Bij mijn vorige club was er een aanvaller die zijn collega-spits niet kon uitstaan en hem in besloten kring allerlei kwalijke zaken toewenste om zijn plaats in te nemen. Mij zal je niet horen zeggen: ik wil dat mijn concurrent een zware blessure oploopt. Als je op de bank zit, denk je maar aan één ding: je winstpremie.

‘De keren dat ik naast de basiself viel, was ik er met mijn hoofd niet helemaal bij. Ik was soms zo gedegouteerd dat ik geen zin had om te juichen bij een doelpunt. Maar je weet dat de dug-out gefilmd wordt en dan ga je faken. En ik kan je verzekeren dat de tongen loskomen op de bank. Vooral bij spelers die tegen hun zin naar de kant zijn gehaald. Dan hoor je dingen als: ‘Waarom moest ik eruit terwijl die andere gast werkelijk niets heeft uitgestoken?’

‘Voor de mannen die niet op het scheidsrechtersblad staan, is de situatie nog frustrerender. Om het cru te zeggen: je bidt om een nederlaag van je eigen ploeg. Want je wil dat de trainer de volgende keer andere spelers op de tribune zet. Bij ons neemt de coach uit voorzorg meestal meer dan achttien spelers mee en dat leidt tot bizarre toestanden. Iedereen moet mee opwarmen en je krijgt pas kort voor de aftrap te horen wie afvalt. Die onzekerheid is niet aangenaam. Tussen het moment dat je het veld oploopt voor de warming-up en de terugkeer naar de kleedkamer gaat er zoveel om in je hoofd. Ik heb een list gevonden om niet zo lang in het ongewisse te blijven: ik probeer via iemand van de staf op voorhand te weten te komen wie de zeven bankzitters zijn. Mij stoort het vooral dat we het nieuws krijgen via een van de assistenten – ik denk dat de coach de confrontatie met enkele ontevreden spelers niet durft aan te gaan. Ik zou liever hebben dat hij op mij afstapt en zonder omwegen zegt: ‘Om die reden heb ik jou vandaag niet nodig.’ Als je thuis speelt, valt het als tribunezitter nog mee, hoor. Op verplaatsing word je aan je lot overgelaten. Op Kortrijk is het bijvoorbeeld een ramp om van de kleedkamer je weg te vinden naar de hoofdtribune. Ik ben eens negentig minuten recht blijven staan aan de spelerstunnel omdat ik niet wist in welke tribune ik de match kon volgen.’

Speler op overschot

‘Je zou versteld staan hoe vaak een trainer van hogerhand onder druk gezet wordt om een bepaalde speler op te stellen. Gewoonlijk omdat de sportief directeur een deal heeft gesloten met een makelaar. Probeer als trainer dan maar een keuze, waar je zelfs niet achter staat, te verantwoorden tegenover een speler die het eigenlijk verdient om op het veld te staan. Het geval Tuur Dierckx is daar een perfecte illustratie van: vorig seizoen was hij sterkhouder bij Antwerp en plots moest hij weg. Louter omdat hij niet in de stal zit van Luciano D’Onofrio.

‘Je hebt ook trainers die zelf afspraken maken met spelers. Denk maar aan de geruchten rond Jonathan Legear die de coach betaald zou hebben om te spelen. Dat gebeurt dus écht. De jongens die het spel eerlijk spelen, zijn daar de dupe van. Je moet mentaal héél sterk zijn om niet te breken. In sommige gevallen doet de club er alles aan om je te slopen omdat ze van jou af willen. In dat geval wordt de trainer ingeschakeld. Hij zal jou op een ongewone positie laten spelen in de hoop je te ontmoedigen. Elk middel is blijkbaar goed om je in het nauw te drijven. Wij hebben een speler in de kern zitten van wie we weten dat hij nooit zal spelen onder de huidige coach. Als we bij wedstrijdvormen een man op overschot hebben, wordt hij dikwijls naar een ander veld verbannen. Straf dat hij het niet nog niet heeft opgegeven. Maar de trainer weet dat hij dat niet met om het even wie moet proberen. Viseert hij de verkeerde speler, dan riskeert hij een opstand te ontketenen in de kleedkamer.

‘Het wordt pas echt gevaarlijk als de aanvoerder de trainer een hak wil zetten. De kapitein is meestal geliefd in de groep en hij kan gemakkelijk een paar medestanders overtuigen. Weet je wat het geheim is van een goede boycot? Het aantal deelnemers beperken tot een viertal ‘kaders’. Hoe meer spelers je erbij betrekt, hoe groter de kans dat het plan uitlekt. Geloof mij: er zijn veel subtiele manieren om een trainer te dwarsbomen: een zinloze rode kaart pakken, verstek geven voor een belangrijke match met een ingebeelde blessure, vermoeidheid veinzen tijdens een match, speldenprikken uitdelen via de media… Bij een ploeg in crisis valt het nauwelijks op. Je hebt spelers die in alle omstandigheden de kant van de coach kiezen en dat laten blijken in interviews. Hun redenering is niet dom: ze hopen dat de coach aan hen denkt de dag dat hij elders aan de slag gaat. In feite moeten wij elke dag tactische keuzes maken voor onze carrière.’

Knock-out

‘Tactiek wordt sowieso overschat. Een match wordt vaak beslist door een ingeving van een speler die zich op het veld een soort vrije rol heeft toegekend. Toch hoor je na de match de trainer verklaren dat de speler voetbalt binnen het tactische kader dat hij afgebakend heeft. Zo kan je aan alles een draai geven… Ik onderscheid twee soorten coaches: zij die teren op het talent van hun spelersgroep en zij die de competentie hebben om een groep tactisch te onderrichten. Onze trainer behoort tot de tweede slag. Hij is héél fanatiek met tactiek bezig. De dag voor de match krijgen we een videoanalyse over de tegenstander die tot 45 minuten kan duren. Tot nu toe heb ik nog niemand zien indommelen. (lacht) Maar best ook. Gezien het temperament van de trainer zou het niet zijn beste dag zijn.

Bon, het hangt ervan af hoe hoog je in de hiërarchie staat. Een paar seizoenen geleden ben ik in slaap gevallen tijdens een bespreking. Er waren wel verzachtende omstandigheden: ik was helemaal knock-out door de fysieke en mentale belasting die we gedurende de voorbereiding moesten ondergaan. Ik heb mij bij de trainer verontschuldigd en het is bij een verbale berisping gebleven. Dankzij mijn hoge status binnen de ploeg ben ik ontsnapt aan een boete of zelfs een tijdelijke verwijdering naar de B-kern.’

FOTO ISTOCK

‘Voetballers die de coach betalen om te mogen spelen, dat gebeurt dus écht.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content