Op tienjarige leeftijd kostte hij 175 euro, op zijn vierentwintigste 94 miljoen. Maar de duurste speler ooit blijft op de vooravond van de Clásico tegen Barcelona vooral een liefhebber van de bal: ‘Ik probeer de mensen een gevoel van blijdschap te geven.’

De duurste voetballer ter wereld is naast het veld net zo uitgesproken als erop en dus hoeft Cristiano Ronaldo (25) niet lang na te denken over een antwoord op de vraag of het normaal is dat Real Madrid vorige zomer 94 miljoen euro voor hem overmaakte aan Manchester United. “Speciale spelers zijn zulke bedragen waard”, vertelt hij ons zonder met zijn ogen te knipperen. “Als je goed en speciaal bent, ben je duurder dan andere voetballers. Lijkt me heel normaal. Het is net als met auto’s: sommige zijn beter dan andere en dus ook duurder. Ik ben er trots op de duurste speler ter wereld te zijn.”

Geld en Cristiano Ronaldo, onlosmakelijk zijn ze met elkaar verbonden. Al op tienjarige leeftijd kreeg hij zijn eerste aanbieding. Ronaldo, in die tijd al een groot talent op Madeira, speelde voor het bescheiden Adorinho en een andere club op het Portugese eiland bood 175 euro voor de jeugdspeler. Adorinho weigerde, maar zag zijn grootste talent later vertrekken naar CD Nacional, de tweede club van Madeira. Vijf jaar later hielp hij zijn nieuwe vereniging uit de schulden. Na- cional had nog een flinke schuld openstaan bij Sporting Lissabon, dat bereid was het bedrag kwijt te schelden in ruil voor de komst van Cristiano Ronaldo. Daarna volgden de toptransfers naar Manchester United (in 2003 voor ruim 12 miljoen euro) en Real Madrid, dat daartoe een megabedrag – naar verluidt 150 miljoen euro – leende bij een aantal Spaanse banken. Dat de Koninklijke zich daarmee diep in de schulden stak – de lening kwam boven op het krediet van meer dan 500 miljoen – deerde voorzitter Florentino Pérez niet. De redenering van de projectontwikkelaar is simpel: hij ziet topspelers als topmerken. “De duurste voetballers zijn ook de meest winstgevende.”

Megaschuld

De commerciële rechten van Cristiano Ronaldo liggen bij het bedrijf Creative Artist Agency (CAA). Het Amerikaanse bureau doet eveneens de (commerciële) zaken voor David Beckham en heeft in de entertainmentafdeling filmsterren als George Clooney, Brad Pitt en Will Smith en muzikale toppers als Bruce Springsteen, Sting en Bon Jovi. Ronaldo ziet zichzelf intussen óók als merk. Tijdens zijn onderhandelingen met Real bedong de superster behalve een jaarsalaris van iets meer dan 7 miljoen euro ook een percentage van de winst die de club maakt met het merk Ronaldo. Naar verluidt ging Real akkoord en verdient de Portugees per jaar nog eens 10 miljoen extra, inclusief zijn andere sponsordeals. Door die cashflow behoort Ronaldo tot de vier bestbetaalde voetballers ter wereld. Beckham blijkt nog steeds het sterkste merk op de voetbalmarkt. Hij verdient per jaar zowat 32,5 miljoen.

Bij Real is Ronaldo eigenlijk de opvolger van Beckham, die in 2003 Manchester United verruilde voor de Koninklijke. De Spanjaarden betaalden destijds 30 miljoen euro voor de superster, terwijl zij eerder al het transferrecord braken met de overgang van Zinédine Zidane, die in 2001 voor 75 miljoen van Juventus overkwam. Ook toen werd er schande van gesproken: hoe kon een club die kampte met een megaschuld zó veel geld uittrekken voor voetballers? Volgens voorzitter Pérez was het antwoord simpel: Zidane en Beckham zorgden juist voor inkomsten. Uiteindelijk bleek dat vooral Beckham de club inderdaad meer opleverde dan hij had gekost. Onafhankelijke onderzoeken toonden aan dat Real Madrid ruim 600 miljoen dollar aan hem had verdiend.

Met een jaarsalaris van ruim 18 miljoen euro lijkt Cristiano Ronaldo alles in huis te hebben om de nieuwe David Beckham te worden, al is de weg nog lang. De Portugees heeft weliswaar dezelfde aantrekkingskracht als de Engelsman en speelt voor de meest succesvolle club ter wereld, maar er is één probleem: hij is niet bij iedereen geliefd en dat kan zomaar een paar miljoen uitmaken, wees een onderzoek in de Engelse krant The Guardian uit. Er is de afgelopen jaren immers te veel gebeurd, zowel sportief (schwalbes, rode kaarten) als privé (relaties, crashes met een Ferrari). CR9 mag dan een populair merk zijn onder sponsors en adverteerders, als voetballer heeft hij nog wat harten te winnen, al begrijpt hij daar zelf niets van. “Want”, herhaalde hij tegen ons, “als je van voetbal houdt, hou je toch ook van mij?”

Fenomenaal balgevoel

De miljoenen, de aandacht, het sterrendom, het heeft hem allemaal niet veranderd, beweert hij. Bovenal blijft hij een liefhebber van de bal: “Ik zie voetbal als entertainment en probeer dus het spel ook op die manier te benaderen. Ik probeer de mensen in de stadions een gevoel van blijdschap te geven, een glimlach op hun gezicht. Dat is voor mij óók voetbal.”

Die liefde begon op zesjarige leeftijd, toen hij op de hobbelige straten van Funchal zijn fenomenale balgevoel ontwikkelde. “Nog steeds word ik het meest gelukkig met een bal aan de voet”, zegt hij. “Er zullen altijd mensen roepen dat het mij alleen maar te doen is om geld, of dat ik per se naar Madrid wilde om als 24-jarige de boeken in te gaan als de duurste transfer in de geschiedenis. Natuurlijk ben ik er trots op dat mensen zo veel geld voor me overhebben en dat mijn werk gewaardeerd wordt, maar voor het geld had ik ook in Manchester kunnen blijven. Ik had gewoon behoefte aan een nieuwe uitdaging en heb er bovendien nooit een geheim van gemaakt dat Real Madrid voor mij een droomclub is. Geld speelde dus bijna geen rol bij mijn beslissing. Verandering en sportieve ambities wél.”

Hij blijft naar eigen zeggen de jongen van Madeira die opgroeide in zo’n klein huisje dat de wasmachine op het dak moest staan. Het gezin kende heel wat problemen. Vader overleed in 2005 aan een drankprobleem en broer Hugo raakte verslaafd aan drugs. De tegenslagen hebben hem geraakt en veranderd. “Als iemand sterft van wie je houdt, is het moeilijk overleven”, vertelde hij eerder. “Ik heb dat geleerd. Eerst bij Sporting, waar ik als jonge speler van Madeira moest zien te overleven. Daarna bij United, waar ik aanvankelijk nauwelijks de taal sprak. Sinds die dagen weet ik hoe belangrijk familie is. Toen ik in Engeland speelde, miste ik ze enorm, al kwamen ze vaak langs. Mijn transfer naar Real heeft ook te maken met het feit dat ik in Spanje op een uurtje vliegen van thuis voetbal.”

De allerbeste worden

Thuis, dat is Madeira, het bloemeneiland dat onlangs werd getroffen door zware overstromingen die aan 42 mensen het leven kostten. Ronaldo zag de beelden in Madrid. “En die raakten me. Veel families zitten in grote problemen na de overstromingen, er zijn mensen overleden. Op zulke momenten denk ik aan mijn familie, die nog steeds op het eiland woont. Madeira is mijn eiland, ik hou van de mensen. Als je dan op tv de verwoestingen ziet en machteloos bent, gaat dat bij mij door merg en been. Maar ik weet zeker dat als de mensen positief blijven, Madeira over een paar jaar weer het prachtige eiland is dat het altijd is geweest. Ik ga daarbij helpen. We zamelen momenteel geld in, zoeken naar oplossingen en proberen de getroffen families zo goed mogelijk bij te staan.”

De prijzen die hij wint, zijn ook voor Madeira. Vandaar dat Cristiano Ronaldo veel waarde hecht aan individuele onderscheidingen. In 2008 won hij de Gouden Schoen als Europees topscorer, de Gouden Bal voor de beste speler in Europa en werd hij verkozen tot FIFA Wereldvoetballer van het Jaar, de meest prestigieuze titel die een speler kan krijgen. “De prioriteit ligt natuurlijk bij de prijzen die je pakt als team: het kampioenschap, de eindzege in de Champions League, de bekers in de diverse toernooien … Maar ik hecht evenveel waarde aan individuele prijzen. Die zijn voor mij heel speciaal omdat ze me een gevoel van trots geven, van eigenwaarde. De euforie die je voelt bij het winnen van bijvoorbeeld de Gouden Schoen of de Gouden Bal is echt fantastisch. Het mooie is ook dat je je familie en vrienden kunt laten meedelen in die trots, je hebt weer wat om te tonen aan je neefjes en nichtjes.”

Prijzen maken de voetballer, weet Ronaldo: “Ik wil een legende worden, behoren tot de groten uit de voetballerij. Daarom is de weg die ik moet afleggen lang, ik ben er nog niet. Ik moet grote spelers verslaan, prijzen winnen, doelpunten maken, assists geven en daarvoor tijdens iedere training en in elke wedstrijd het maximale uit mezelf halen. Alleen op die manier kan ik mijn doel bereiken: de allerbeste worden. Ik vind dat ik nog lang niet compleet ben als voetballer. Zodra je denkt dat je alles beheerst, gaat het fout. Er is altijd ruimte voor verbetering. Ook dáárom ben ik naar Madrid gegaan, bij deze club kan ik me weer verder ontwikkelen. Bij mij kan namelijk alles nog beter: de vrije trappen, mijn dribbels, mijn linkerbeen … Mijn grote geheim is dat ik train zoals ik als kleine jongen deed: ik sta open voor verandering en ben nog steeds leergierig. Met één doel: als ik straks gestopt ben en mensen terugkijken op mijn carrière, wil ik dat ze zullen zeggen: Cristiano Ronaldo is een voorbeeld geweest. Hij was een geweldige voetballer en inspiratiebron voor kinderen. Pas dan is mijn carrière echt helemaal geslaagd.”

Real – Barça

De volgende prijs op zijn wensenlijst is de Spaanse titel, nu Olympique Lyon zijn Champions Leaguedroom aan diggelen schoot. Real is met Barcelona verwikkeld in een heftige kampioensstrijd. Komende zondag, 11 april, komen de Catalanen naar Bernabéu. “Dan wordt de Liga beslist en ik kijk ernaar uit”, zegt Ronaldo, “Wie wint, is kampioen. Wij zullen Barça verslaan en de titel vieren, daar ben ik heilig van overtuigd.”

Grote woorden van een grote speler die ook in Spanje zijn draai heeft gevonden, al duurde het even voordat het zover was. Ronaldo moest wennen aan de Primera División. Hoewel hij cijfermatig bezig is aan een ijzersterk seizoen (bijna een doelpunt per wedstrijd), was zijn start in de Spaanse hoofdstad moeizaam. Hij ruziede met Xabi Alonso over een te nemen strafschop tegen Villarreal en kreeg later tegen Almería en Málaga rood. “Het was wennen, ja”, erkent Ronaldo. “De Premier League is fysiek sterker dan de Primera División, maar in de Spaanse liga is het voetbal technisch beter. Zelfs de kleine teams hebben ontzettend veel kwaliteit en gaan uit van voetbal. Dat maakt de competitie aantrekkelijk en moeilijk bovendien.”

De individualist van vroeger is tegenwoordig aanvoerder van het Portugese elftal. Aan de hand van Ronaldo hoopt Portugal op de eerste grote prijs in de voetbalhistorie van de nationale ploeg. De band om zijn linkerarm maakt hem niet nerveus, zegt hij. “Ik vind: een goede captain is zichzelf. Ik ga mezelf toch niet veranderen omdat ik toevallig een armband draag? Ik vind het aanvoerderschap ook een beetje overdreven. Ook toen ik die band niet droeg, probeerde ik mijn verantwoordelijkheid te nemen. Alleen op een andere manier: door mijn manier van voetballen. Ook toen wilde ik mijn collega’s en vrienden helpen, op en naast het veld. Samen kunnen we met Portugal ver komen tijdens het WK, daar ben ik van overtuigd. De nadruk moet liggen op de teamspirit. Ik alleen word geen wereldkampioen.”

door martijn krabbendam – beelden: reporters

“Ik ben nog lang niet compleet als voetballer. Zodra je denkt dat je alles beheerst, gaat het fout.”

“Ben je goed en speciaal, dan ben je duurder dan andere voetballers.

Lijkt me heel normaal. Het is net als met auto’s.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content