Voor het eerst sinds lang spelen Paul Kpaka (GBA) en Ibrahim Kargbo (RWDM) niet meer in dezelfde club. Gesterkt als ze zijn door hun verleden moet het ook zonder elkaar kunnen lukken.

Altijd zijn ze samen gebleven sinds ze op hun vijftiende en zestiende uit Sierra Leone en de burgeroorlog werden weggehaald : eerst naar Zweden, dan naar Feyenoord en vervolgens naar RWDM. Daar scheidden hun wegen, want dit seizoen tekende Paul Kpaka, aanvaller, een vierjarig contract voor GBA, terwijl Ibrahim Kargbo, verdediger, voor twee jaar bijtekende bij RWDM.

Wie van jullie is de beste ?

Paul Kpaka : ( lacht).

Ibrahim Kargbo : We zijn verschillende spelers : ik ben verdediger, hij is aanvaller. Voor mij is hij de beste aanvaller met wie ik al speelde.

Kpaka : En hij is de beste verdediger met wie ik al speelde. Hij heeft alles wat je van een moderne verdediger kan verlangen en dat zeg ik niet omdat hij hier naast mij zit. Hij kan tackelen, is goed aan de bal, kan uitvoetballen, verdedigen, aanvallen, heeft een lange pass. Er zijn nog dingen die beter kunnen, maar hij kan in elke topclub mee.

Kargbo : Hij maakt mij altijd gelukkig als ik met hem speel : hij wint altijd. Ik heb altijd in hem geloofd. Nu hebben we een spits nodig in Molenbeek en ik denk dat ze de verkeerde keuze maakten. Paul is beter dan de meesten die nu in de ploeg staan. Jarakovic is een goeie voetballer, maar geen complete aanvaller. Hij wil altijd achter de bal staan, als een soort spelmaker. Paul is een betere spits en we hebben iemand als hij nodig. Nu vinden ze niemand anders, terwijl ze hem zomaar lieten vertrekken omdat ze hem niet goed genoeg vonden.

’t Is te horen dat jullie al jullie hele carrière samen optrekken. Maar hoe komt het dat jij wel al een beetje Nederlands praat, Paul, en jij niet, Ibrahim ?

Kargbo : Hij ging naar school toen we in Feyenoord zaten en ik niet, omdat ik elke ochtend met het eerste elftal moest meetrainen.

Kpaka : We hadden niet hetzelfde trainingsschema. Ik was met het team in oefenkamp en ik raakte geblesseerd, dus ik had daarna ook meer tijd.

Jij lijkt ook meer ingetogen, Ibrahim.

Kpaka : ( lacht).

Kargbo : Híj is stil, I am the wildest.

Kpaka : Hij is wilder dan mij. Ik probeer gewoon mijzelf uit te drukken in de pers. Wat ik zeg, is wat ik voel. I am always comfortable with that. Het is niet dat ik het ben die altijd praat.

Kargbo : Yeah, hij is eigenlijk stil. Soms heb ik zin om hem… Soms moet je je laten horen, you know. Zoals in Feyenoord, toen we problemen hadden omdat we niet in het eerste team raakten. We hadden een manager, Ger Lagendijk, maar die deed niet the right thing voor ons, you know. We hadden veel problemen met ons persoonlijk contract. Het contract was niet echt een professioneel contract. Het was onmogelijk om met zo’n contract te spelen. Ze vertelden ons nooit waarom. Ik denk dat we beter waren dan veel anderen die het eerste elftal haalden, maar door die contractuele problemen kregen we geen kans.

Dus jullie tekenden een contract zonder te weten wat erin stond ?

Kargbo : We tekenden een jeugdcontract dat na twee jaar had moeten veranderen in een profcontract, maar er gebeurde niets, waardoor we nog eens twee jaar met een jeugdcontract zaten. Ik was toen al 19 en hij 18. Je moet 18 zijn om de eerste ploeg te halen, dus we dachten dat we de kans zouden krijgen, maar dat kwam er niet van. Er zat niet veel anders op dan te vertrekken. I will always be angry with them, you know. We waren met drie, eentje zit er nu nog altijd en hij komt ook niet aan spelen toen omdat zijn contract dat niet toelaat. Ik zal nooit gelukkig zijn met Feyenoord. Maar dat ligt achter ons, we kijken nu naar voren. Die manager werkt niet meer voor mij, mijn contractverlenging bij RWDM heb ik zelf gedaan.

Dan heb je wel vertrouwen.

Kargbo : Toen ik naar Anderlecht kon, hielp de manager van Molenbeek mij. Nu ik besloot om te blijven, heb ik hetzelfde contract gebruikt. Ik ben er gelukkig mee, maar ik denk niet dat ik daar nog twee jaar ga blijven. Een jaar, denk ik. Ze zullen blij zijn om mij te kunnen verkopen. Het is een kleine club, you know. Maar de volgende keer zal ik wel een manager nodig hebben. Na alle fouten die we met managers maakten, hebben we onze les wel geleerd.

Zoveel problemen gekend ?

Kpaka : De kern van de zaak is : Feyenoord is een grote club, wij zijn jonge spelers, maar misschien niet goed genoeg voor Feyenoord. Zij willen succes, geld, commercie, dus geven ze minder jonge spelers kansen. Maar we begrijpen niet waarom wij geen kans kregen, want anderen met wie in de jeugd speelden, kregen die wel. Misschien waren we op de juiste plaats maar op het verkeerde moment. Jammer. Hier in belgië zijn we misschien op de juiste plaats op het juiste moment en kunnen we beter worden. Toen we naar Feyenoord kwamen, wisten we eigenelijk wel welk soort contract we tekenden, maar er waren daarbij ook veel beloftes gedaan en die zijn nadien niet nagekomen. Je verwacht niet dat een club als Feyenoord zo werkt. Een belofte is een belofte, ook al is het mondeling. En dan verwacht je dat je manager druk uitoefent voor jou. Dus als dat niet gebeurt, voel je je ontgoocheld en buitengesloten. Ik wil niet in detail treden en ook niet onrespectvol zijn tegenover wie dan ook, maar we hebben daar veel uit geleerd. That’s life : je moet niet altijd iedereen vertrouwen. Je voelt je nadien neglected, abused and refused.

Kargbo : Yeah.

Kpaka : Ik wil niet zeggen : die of die has to take the blame. We waren jong en we have to prove a lot of people wrong. Misschien vinden sommigen dat we bepaalde dingen niet verdienen omdat we van Afrika komen. Ik wil hier niet racistisch klinken, maar soms beloven ze je van alles. ’t Is precies allemaal goud en zilver, je hoeft het maar te nemen – en dat is niet altijd zo. Dat is niet fair. Je moet iedereen gelijke kansen geven. Ik denk dat ze ons soms niet fair behandelen. Dat is onze hele carrière al het probleem. Er wordt ons veel beloofd, maar wij zijn niet stupid, hé. Ik weet wat ik zeg.

Hebben die ervaringen jullie kijk op Europa veranderd ?

Kpaka : Of course. Het is de droom van elke Afrikaan om in Europa te spelen, maar ik vertel elke jonge speler ginder dat het niet allemaal bright and beautiful is zoals op tv.

Kargbo : Yeah.

Kpaka : De weg naar succes is very hard, met a lot of bumpy rides. Voor mij is het moeilijk om mensen te vertrouwen. En als je mensen niet vertrouwt, heb je een probleem, want je kan op niemand terugvallen. Terwijl je als voetballer iemand nodig hebt die je kan vertrouwen. Je onderhandelt één keer op een jaar over je contract : in het begin van het seizoen. Dan sluit je dat hoofdstuk af en denk je alleen nog aan voetbal. Maar als je elke twee, drie maanden terug moet om over geld en beloftes te praten… Je moet tevreden kunnen zijn met wat je verdiend en weten dat je alles gaat krijgen wat je beloofd is. Geld is niet alles, maar als prof spéél je daar toch voor ?

Kargbo : Geld is niet alles.

Kpaka : Voetbal is gecommercialiseerd en meestal verander je van club om financiële redenen, niet om sportieve redenen. Daarom zeg ik tegen veel spelers in Afrika : de weg naar succes is heel lang. Je weet vaak niet waar je naartoe gaat. Ze willen allemaal in Europa spelen, maar er moet een soort structuur bestaan om jonge Afrikanen te begeleiden.

Geloven ze je in Sierra Leone als je zegt dat het hier niet allemaal goud is wat blinkt ?

Kargbo : Sommigen.

Kpaka : Als je daar natuurlijk in een BMW of een Mercedes komt rondrijden met wat geld in je zak…

Kargbo : ( lacht).

Kpaka : … is er niemand die je gaat geloven dat Europa niet goed is. Ze denken allemaal dat je hen weg wil houden uit jaloezie. Maar het is niet gemakkelijk, de weg naar succes is lang en zwart. Ik heb er al veel zien vallen along the way. En er is altijd een line of discrimination : je moet twee keer beter zijn dan iemand van hier. Dat is niet altijd eerlijk. Managers houden je niet altijd de waarheid voor. Wie in Europa is geboren, kent de situatie, wij niet. Meestal blijven wij dan ontgoocheld achter. Dat moet veranderen for the sake of humanity.

Je ontsnapt aan een burgeroorlog en je komt hier in andere problemen terecht.

Kargbo : Yeah, je moet sterk zijn.

Kpaka : Het is een war of survival. Wij gingen door een trauma, you know. Van de oorlog hebben we zelf niet veel gezien, want wij zaten hier in Europa én we lagen in de knoop met ons contract. Dus als al die dingen niet goed zijn, is het logisch dat je als mens en als voetballer niet goed in je vel zit en slecht presteert. En dan word je gedumpt.

Wat hield jullie overeind ?

Kargbo : Op onze leeftijd mag je nooit opgeven en we zijn mentaal sterk omdat we nooit anders geweten hebben dan problemen te moeten overwinnen.

Kpaka : Als we in Sierra Leone terugkomen, praten we ook nooit over persoonlijke zaken. Ik zeg wel eens : mommy, daddy, dit of dit is er in Europa met mij gebeurd. Maar verder niks. Europa heeft mij toch veranderd als mens. Ik bemoei mij niet meer met het leven van anderen. Je moet uitkijken wie je vertrouwt. Je kan mij nu niet langer wijsmaken dat iets in blauw geschreven staat als ik zie dat het zwart is. We zijn meer bewust en niet zo overexcited. We zijn cooler geworden, meer zoals Europeanen. Durven zeggen wat je wil en voelt, openminded zijn. Want als ik me gelukig voel, kan ik beter spelen.

Merken jullie ouders een verschil als jullie terugkeren ?

Kpaka : Dat is zo. Normaal, als je Afrika verlaat, weet je niks.

Kargbo : Yeah, je weet niks.

Kpaka : Zelfs aan de telefoon merken ze het verschil, dat je van het leven weet, dat je meer ervaren bent. Ze merken aan je dat je niet meer van Afrika bent, dat je in Europa leefde. Sommige dingen die in hun ogen big zijn, stellen voor ons niks meer voor. Mensen praten ook de hele tijd over geld met je. En dan vinden ze je een nice guy omdat je de dingen easy opneemt. Je kan een verschil maken in mensen hun leven omdat je de middelen hebt. Dat geeft je wel een goed gevoel : je voelt je gewaardeerd, men kijkt naar je uit en je voelt je een rolmodel. Ten slotte probeer je in je carrière toch altijd een verschil te maken in het leven van mensen, create an impact.

Kargbo : Als je ziet hoe Paul in Afrika speelde en hoe hij hier speelt : dat is helemaal verschillend.

Kpaka : Vroeger dribbelde ik twee, drie spelers, maar hier wordt niet voor het plezier gespeeld, maar voor het geld, voor de commercie. Dus als de trainer vraagt dat ik simpeler, directer moet spelen, doe ik dat. Want anders speel ik niet en krijg ik geen erkenning en zonder erkenning, I’m going nowhere. Dat probeer ik Afrikanen uit te leggen als ik naar ginder terugga. Sommigen luisteren daar echt naar. Je moet die transformation kunnen maken van spelen voor het plezier naar spelen om te winnen. Je moet je aanpassen aan Europa. Als je niet speelt zoals de trainer en het team het willen, faal je. Dat is de manier zoals ik het leven zie. Ik probeer het leven hier vanuit een andere hoek te bekijken. Ik vind : als je wil slagen, met je kunnen luisteren. Als Thairet of Franky ( Van der Elst, nvdr) ons zeggen : dit of dat moet je doen en het team wint nadien, dan geeft hij ons een compliment. Dan weet je dat je je job gedaan hebt en dat is waarvoor je hier bent. Dat heeft ons al veel geholpen in ons persoonlijk leven ook.

Kargbo : Yeah.

Kpaka : Als je leert luisteren als voetballer, is alles daarbuiten ook makkelijker. Life in the street is easier. Maar voor sommige spelers neemt het een tijdje in beslag om zo intelligent te worden. Vooral als ze van Afrika komen. Logisch ook : wij hebben het nooit zo geleerd van jongsaf aan. Het is jammer, maar in Afrika speel je alleen maar voor het plezier en dat maakt een groot verschil. Je moet een soort balans vinden tussen tactiek en techniek, dan kan je een ster worden en een verschil maken. En een verschil maken betekent geld maken. Daarom moet je leren beseffen wat de trainers willen en daar niet naiëf in zijn.

Kargbo : Yeah, dan kan je je makkelijk aanpassen aan het leven hier.

door Raoul De Groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content