Björn Engels (21) is weer helemaal terug. Bezeten van de Premier League, maar ook bij Club Brugge liggen er nog grote doelen. Een gesprek.

Björn Engels zit al te wachten voor het spelershome en tokkelt nog even op de gsm. Hij veert meteen recht. ‘Goed, goed’, lacht hij op de vraag hoe hij zich nu voelt. ‘Eindelijk’, lacht de centrale verdediger. Of moeten we verdedigende middenvelder zeggen? ‘Doe maar centrale verdediger. Ik voel me daar veel beter, omdat ik weet wat ik moet doen. Verdedigende middenvelder is volledig iets anders. Het was leuk dat de coach mij tegen Westerlo ook op die positie vertrouwen gaf en in mij geloofde, maar ik speel toch liever achterin.’

Bescheiden en overmand door twijfels, net zoals Timmy Simons, zijn grote idool, dat bij Lommel United op die leeftijd ook was. Gehaald bij Diest als centrale verdediger, wat hij in zijn eerste seizoen ook was, tot Harm van Veldhoven hem een jaar erna vroeg of hij op de 6 wilde spelen. ‘Ik weet niet of ik dat kan’, zei Simons. Hij kón het, net zoals Engels het tegen Westerlo óók kon.

‘Net na de match in Oostende zei Michel Preud’homme dat hij met het idee speelde om mij op de zes te zetten. ‘Niet schrikken, Björn, we zullen je deze week wel tips geven.’ Ik zat er wel mee. Het is uiteindelijk goed verlopen, ook al was het maar – met alle respect – tegen Westerlo. We hadden voortdurend balbezit, terwijl je tegen Anderlecht en AA Gent als middenvelder meer onder druk staat. Centraal in de verdediging zie je alles voor je en kun je beter coachen, maar als je als verdedigende middenvelder een bal ingespeeld krijgt, dan komt de tegenstander ook in je rug. Dat was toch even wennen.’

‘Bij de U13 en U14 speelde ik er twee of drie keer, erna nooit meer. Dat ik me als centrale verdediger goed aan de bal voel en meestal een voetballende oplossing probeer te zoeken, is mijn extraatje, maar in het moderne voetbal zie je steeds meer coaches die kiezen voor een verdediger die de opbouw kan starten.’

WEGDROMEN BIJ ARSENAL

Zijn er centrale verdedigers naar wie je opkijkt?

BJÖRN ENGELS: ‘John Stones van Everton, die de laatste twee, drie seizoenen aan het opkomen is. Ik herken mezelf een beetje in hem. Vergelijkbaar wat lengte en lichaamsbouw betreft en ook iemand die de voetballende oplossing zoekt. Rustig aan de bal, goed met het hoofd, af en toe een doelpuntje meepikken. Ik kijk goed als hij speelt. Wat doet hij? Hoe kiest hij positie? Ik volg ook de spitsen. Wat er dáár rondloopt, zelfs bij de kleinere ploegen… In de Premier League is elke match een uitdaging.

‘Ik probeer zo veel mogelijk wedstrijden te volgen. Gisteren zapte ik tussen Leicester-West Bromwich en Norwich-Chelsea. Maar ze zenden spijtig genoeg niet alle matchen live uit. Ik overweeg zelfs om thuis een antenne te plaatsen, zodat ik alles kan volgen. De Premier League is mijn droomcompetitie, al van toen ik voor Arsenal begon te supporteren.’

Vind je dat niveau op je 21e onbereikbaar?

ENGELS: ‘Onbereikbaar is misschien veel gezegd, maar het is momenteel niet aan de orde. Te ver weg. Het is wel mijn droom en ambitie, net zoals het dat was om hier ooit in de eerste ploeg te kunnen spelen. Nu probeer ik mijn volgende droom te realiseren – beker en titel – en mezelf verder te ontwikkelen.’

Sinds wanneer supporter je voor Arsenal?

ENGELS: ‘Intensief sinds 2003/04, toen ze 49 competitiematchen op rij niet verloren. The Invincibles! Sinds die periode heeft Arsenal me nooit meer losgelaten. Thierry Henry was het van het, fantastisch om hem bezig te zien. Ik ga geregeld kijken, tijdens mijn blessure zelfs nog meer dan ervoor, dan had ik tenminste nog een beetje afleiding.

‘Onlangs speelden de U19 van Arsenal, die door Henry worden getraind, voor de Youth League op Anderlecht. Ik had met enkele Arsenalsupporters afgesproken om de match te volgen en Henry even te ontmoeten, maar uiteindelijk heb ik het niet gedaan omdat het als speler van Club niet verstandig is om daar in het stadion te gaan zitten. Te gevoelig.’

In Genk hing je truitje op een kapstok, waarop de naam Tony Adams was gekrabbeld. Van wie kwam dat idee?

ENGELS: ‘Van Pascal Plovie, onze materiaalman, die probeert onze kop altijd een beetje zot te maken. Adams, 22 jaar Arsenal, een boegbeeld.’

Maar die in 1996, nog tijdens zijn carrière, opbiechtte dat hij aan alcohol was verslaafd…

ENGELS: ‘Ik niet hoor… (lacht) In die tijd kon dat nog allemaal. Mocht dat nu gebeuren, is het volledig gedaan.’

Op Twitter post je geregeld foto’s van voetbaltripjes naar Londen of van een weekendje Barcelona. Ben je een levensgenieter?

ENGELS: ‘Toch wel. Het was nodig, na de twee matchen tegen AA Gent, KV Oostende en Westerlo. Ik was samen met Hans Vanaken en de vriendinnen uitgenodigd door Sven Ornelis, een harde Clubsupporter. Even de remmen los, heel gezellig. Hij heeft voor ons gekookt, een paar gerechten uit zijn boek De would-be chef. Kreeftje, soepje, alles erop en eraan. Fantastisch.’

Wat is jouw specialiteit uit zijn kookboek?

ENGELS: ‘Ik heb er eentje cadeau gekregen, maar ik ben geen held in de keuken. Gelukkig kan mijn vriendin Evangalitsa fantastisch lekker koken.’

DE TWIJFELS

Waar was je toen Club Brugge in 2005 voor het laatst de titel won?

ENGELS: ‘De thuismatch tegen Anderlecht, een dag die ik me nog goed heel goed kan herinneren. Ik zat nog bij Lokeren, waarmee ik een jeugdtoernooi in Gent moest spelen. Mijn ma was in Gent, vader was op Club. Tijdens de wedstrijden stak mijn ma voortdurend haar vingers omhoog. 1-0, 1-1, 2-1, 2-2… (lacht) Ik móést het weten.’

Vorig jaar, toen Club voor het eerst sinds 2007 de beker van België won, lag je op het strand in de Dominicaanse Republiek. Vervelend?

ENGELS: ‘Ik had liever in het stadion gezeten, maar dan als speler. Het deed mentaal te veel pijn, zeker omdat ik het jaar ervoor alles had gespeeld. Mocht het nu nog een kleine blessure geweest zijn, een week of zes, maar ik stond al sinds midden oktober aan de kant. En in die zes maanden drie keer hervallen, dat was er echt te veel aan. Ik moest hier weg, ook omdat ik voor de andere jongens niet de meest happy persoon was. Ik heb de match live op de iPad gevolgd, om gek van te worden.’

Werd je in die veertien maanden veel aangesproken op je blessure?

ENGELS: ‘Bijna dagelijks. Overal waar ik kwam, zelfs bij de bakker. ‘Hoe is het?’ Of: ‘Komt het nog goed?’ Die mensen kunnen daar niets aan doen, maar het werd me echt te veel. Het ging zelfs zo ver dat ik aan mijn vriendin of ma vroeg om naar de bakker of de winkel te gaan, terwijl ik zelf in de auto bleef zitten.’

Begon je te twijfelen aan je toekomst als voetballer?

ENGELS: ‘Wel toen ik net voor de bekerfinale voor de derde keer herviel. Ik hoopte stiekem dat ik alsnog klaar zou zijn voor de finale, waardoor ik ook de play-offs zou kunnen spelen, maar toen werd ook dát mij afgenomen. En toen ik het al zo moeilijk had, schreven sommige kranten dat ik in München een behandeling met geplette hanenkammen zou ondergaan. Totáál verkeerd. Of ik hoorde dat ik blessuregevoelig was, wat ook niet klopte. Ik ben twee keer geopereerd aan de heup, ja, maar dat was een aangeboren afwijking. Dat heeft niets met blessuregevoeligheid te maken, ook dat botoedeem niet.

‘Het was ook de onzekerheid. Met een kruisbandletsel weet je dat je tussen de zes en negen maanden niet zult spelen, maar op mijn blessure – een botoedeem – kon niemand een precieze datum kleven. Een maand, zes maanden, een jaar, nog langer? Ik mocht heel weinig doen, moest vooral belasting proberen te vermijden. Gelukkig hebben we hier een heel goed toestel, AlterG, waardoor je in gewichtloze toestand toch pijnvrij en zonder belasting kunt lopen.’

Maar dan werd je hier voortdurend geconfronteerd met ploegmaats die fluitend naar het oefenveld trokken.

ENGELS: ‘Op den duur revalideerde ik nog drie dagen op Club, om de voeling met de groep niet helemaal te verliezen, en mocht ik drie dagen per week bij Tom Du Prez in Aalter trainen. Lichtjes belasten, de dag erna wat gas terugnemen en om de twee weken een controlescan. Ik schat dat ik tussen de twintig en dertig keer onder de scanner heb gelegen, en dokters in Milaan en München heb bezocht…’

Maar in de wachtkamer van Hans-Wilhelm Müller-Wohlfahrt in München liep je wel Usain Bolt tegen het lijf. Een bijzondere ontmoeting?

ENGELS: ‘Gewoon goeiedag gezegd, niet meer. Wel tof dat je daar zo iemand ontmoet, dan weet je dat je op de goede plaats bent om behandeld te worden. Hij lapt Usain Bolt blijkbaar voor elk groot kampioenschap op.’

PUBEREN

Hoe zag jij je carrière als kind?

ENGELS: ‘Het was bij Lokeren al moeilijk om door te breken, want er liepen nogal wat Afrikaantjes en IJslanders rond, maar bij Club zou het nog moeilijker worden. Ik zit hier al sinds mijn vijfde in de tribune en toen er belangstelling was, zei mijn ma dat we gewoon gingen luisteren. ‘Niet tekenen.’ Maar toen we buitenkwamen, stond mijn krabbel toch op die kaart (lacht). Het eerste jaar was heel moeilijk. Meestal op de bank gezeten, misschien drie keer mogen starten. Invalbeurtjes, soms zelfs als linksachter… Echt afgezien, zeker toen ik bij de U15 mijn moeilijk moment had, maar erna speelde ik telkens een categorie hoger. Niet dat ik toen al besefte dat ik het hier kon maken. Dat gevoel kreeg ik pas toen ik van de U17 rechtstreeks naar de beloften mocht omdat er zeven jongens naar de A-kern werden doorgeschoven. Toen Philippe Clement en Jannes Tant de beloften trainden, is het heel snel gegaan. Na een paar maanden trainde ik met Adrie Koster mee.’

Op je veertiende werd je bijna weggestuurd door Henk Mariman. Denk je daar soms nog aan?

ENGELS: ‘Ik kwam in mijn puberfase, liet de school wat liggen en begon uit te gaan. Niet de juiste keuze. Mijn moeder was het beu om me telkens naar de training te brengen en achteraf te moeten horen dat ik er weer mijn voeten aan geveegd had. Toen is ze naar Henk Mariman gestapt om aan de alarmbel te trekken.

‘Ik had nog mijn trainingspak aan toen ik met mijn ma en de trainer in Marimans bureau binnenstapte. Hij was keihard. ‘Op dit moment ben je het niet waard om het logo van Club Brugge te dragen.’ Ik was volledig in shock, wist totaal niet wat ik moest zeggen. En toen hij zei dat het vijf voor twaalf was, keek ik op mijn horloge… (lacht) Mijn ma wist niet wat ze zag. Toen heb ik de knop omgedraaid en ging het alleen maar bergop.’

Maar je ma nam wel een drastische beslissing door van Eeklo naar Brugge te verhuizen. Anders was je nu misschien geen voetballer meer?

ENGELS: ‘Dat kan… Ik ben haar nog altijd dankbaar. Ik zat toen op de Topsportschool en vertrok elke morgen om zeven uur met de bus naar Brugge. Les, training, weer les, om vijf uur met een busje naar Club en pas rond negen uur ’s avonds thuis. Na anderhalf jaar was ik óp. Op sommige dagen had ik zelfs geen zin om te trainen. Toen we in Brugge woonden, kon ik veel meer rust nemen.’

Verklaart dat de band die je nog altijd met je ma hebt?

ENGELS: ‘Mijn ma is er altijd voor mij geweest en ik woon ook nog thuis. Voorlopig, want in september heb ik een huis gekocht. Nog een paar details. Pleisterwerken, deur plaatsen… Op maandag of dinsdag na de match tegen OHL zou ik er moeten wonen. Niet gemakkelijk voor mijn ma, maar ze wist dat het er een keer zou van komen. Mijn broertje Manice, met wie ik geregeld een FIFA’tje op de PlayStation speel, heeft het er ook moeilijk mee. Maar we hebben al afgesproken dat hij een keer per week mag komen slapen.’

Na je eerste match, toen je in Bordeaux een owngoal scoorde, heb je die wedstrijd om vier uur ’s nachts nog eens integraal herbekeken. Doe je dat nog altijd?

ENGELS: ‘Ja. De match tegen Westerlo, 6-0, heb ik maar één keer gezien, maar die tegen Anderlecht drie of vier keer. Twee keer meteen, efkes geslapen tot halfdrie en dan opnieuw in de zetel. Dat bleef maar door mijn hoofd spelen. Mijn vriendin werd er gek van… (lacht) Maar je leert er wel uit, vind ik, zelfs van de beelden in Bordeaux. Ik móést die match – en vooral die ene fase – zien. Ontelbare keren teruggespoeld, ontleed tot in detail. Nog eens terugspoelen, tot ma zei dat ik ook moest kijken hoe ik daarna nog goeie dingen had getoond. Toen kon ik het een plaats geven.’

Onder Juan Carlos Garrido werd je in de zomer van 2013 titularis. Heb je hem na zijn ontslag ooit nog gesproken?

ENGELS: ‘Toch wel. Af en toe een berichtje, dat ik mezelf verder moet blijven ontwikkelen. Voor de match tegen Panathinaikos hebben we ook even gesproken. Wat hij gedaan heeft, dat vergeet ik nooit. Uiteindelijk heeft hij, samen met Arnar Gretarsson en Vincent Mannaert, beslist dat Club geen nieuwe centrale verdediger zou kopen en de twee jonge gasten een kans wilde geven. Ik denk dat ik dat seizoen 35 matchen heb gespeeld.’

NATIONALE PLOEG

Net voor dat botoedeem was er belangstelling van Genoa. Speelt dat nog door je hoofd?

ENGELS: ‘Ik heb door mijn heupoperaties twee keer zes maanden en nu veertien maanden verloren. Wie weet waar ik nu al speelde? Er was ook interesse van Zenit, maar ik heb het gevoel dat ik hier nog veel moet bewijzen.’

Hier ken je iedereen, waardoor je jezelf in een geborgen omgeving kunt ontplooien. Kan dat ook bij een buitenlandse club, waar je ploegmaats nog meer concurrenten zijn? Dat heeft Maxime Lestienne bij Genoa ondervonden.

ENGELS: ‘Daar is het ieder voor zich, zeker, maar uiteindelijk is er hier ook concurrentie. In het geval van Max was Genoa wellicht niet de beste keuze. Heel gedisciplineerd voetbal, waarin zelfs de aanvallers verdedigende taken hebben. De Nederlandse competitie past veel beter bij zijn stijl. Los, vrij, aanvallen…’

Zonder je blessure had je wellicht al een kans in de nationale ploeg gekregen. Speelt dat door je hoofd?

ENGELS: ‘Op dit moment ben ik er niet mee bezig, ik ben al blij dat ik opnieuw kan voetballen. Als je ziet welke toppers er op dit moment centraal kunnen spelen: Kompany, Vertonghen, Alderweireld, Vermaelen, Lombaerts… Het EK meemaken zou fantastisch zijn, maar op dit moment heb ik daar als jong gastje niets te vertellen.’

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO’S BELGAIMAGE – JASPER JACOBS

‘Toen Henk Mariman zei dat het vijf voor twaalf was, keek ik op mijn horloge… Mijn ma wist niet wat ze zag.’ BJÖRN ENGELS

‘Ik kreeg het kookboek van Sven Ornelis, maar ik ben geen held in de keuken. Gelukkig kan mijn vriendin Evangalitsa fantastisch lekker koken.’ BJÖRN ENGELS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content