De Braziliaan Roberto Assaf (56) heeft er een carrière van meer dan dertig jaar als sportjournalist op zitten. Hij is gek van voetbal, zijn appartement in Rio puilt uit van de tijdschriften en voetbalboeken. Zijn analyse: “We hebben een heel grote kans om kampioen te worden. Het voetbal van Dunga is heel pragmatisch, resultaatvoetbal. Defensief, zonder veel verrassingen, gericht op de tegenaanval. Lelijk voetbal vind ik. Als Brazilië straks wint, gaat hetzelfde gebeuren als in 1994. Sommigen gaan zeggen dat de titel niet ‘geldig’ is. En dat Brazilië niet het voetbal heeft gespeeld dat het zou moeten spelen.”

Dunga heeft orde op zaken gesteld. “In 2006 gingen ze uit tot 6 uur ’s ochtends, iedereen deed maar wat. Er moest discipline komen en daar was Dunga de ideale persoon voor. En omdat hij resultaten haalde, mocht hij blijven. Als een coach blijft winnen, wordt het onmogelijk om hem te ontslaan, ook al is het voetbal niet goed. De laatste maanden reageert hij ironisch op de kritiek. Hij zegt: jongens, dit zijn de resultaten en die moeten jullie accepteren. Ten opzichte van de pers is hij gesloten, cynisch en kritisch. Geen leuke man om mee te werken.”

Volgens Assaf woedt in Brazilië een discussie of de pragmatische aanpak moet worden veranderd of niet. “Vroeger had elke nationale ploeg van Brazilië vier, vijf spelers die een wedstrijd konden beslissen. Als je deze selectie bekijkt, zijn dat er slechts twee: Kaká en Robinho. En die laatste geef ik dan nog het voordeel van de twijfel, want het is niet altijd zo.” Ronaldinho telt even niet meer mee. “Die doet te veel onvoorspelbare dingen die niet passen binnen de zienswijze van Dunga. De spelers die Dunga meeneemt, zijn niet kritisch, maar volgzaam. Haast robots. Ze doen precies wat de trainer vraagt. Dat kan twee oorzaken hebben: of ze zijn bang hun plek te verliezen, of er zijn weinig echt goeie bij.

“De Braziliaanse ploeg heeft een groot probleem als ze tegen een tegenstander komen te staan die erg verdedigend speelt. Bolivia, Colombia en Venezuela zijn in Brazilië alle drie 0-0 komen spelen. Puur verdedigend. Het zou me dan ook niet verbazen dat Brazilië in de groepsfase meer problemen heeft met Noord-Korea dan tegen Portugal of Ivoorkust. Portugal kan het zich niet veroorloven om alleen te verdedigen, terwijl Ivoorkust net als iedere andere Afrikaanse ploeg niet in staat is om defensief de discipline te bewaren.”

Mocht Adriano van hem mee? Assaf: “Ja. Maar ik ben dan ook een hevige Flamengofan. Het is iemand die het verschil kan maken. Dat heeft Flamengo vorig jaar de titel opgeleverd. Hij heeft diverse waarschuwingen gekregen, maar uiteindelijk moet zo’n speler wel zelf de knop omdraaien. Jorginho, de assistent van Dunga, is met Adriano gaan praten; dat is een ontmoeting van God met de duivel. Jorginho is namelijk een trouwe kerkganger, hij drinkt niet, rookt niet. Adriano daarentegen …

“Adriano is ook een echte Braziliaan. Toen hij op het jeugd-WK was, kreeg hij een premie van de voetbalbond. Weet je wat hij zei? ‘Nu kan ik thuis eindelijk het huis waterdicht maken, want in de kamer van mijn broertje loopt het water langs de muren.’ Zo erg zijn de levensomstandigheden hier. Het leven in de favela is niet makkelijk, ook al schijnt de zon en is het strand vlakbij. En dan moet je kracht hebben om geen fouten te maken. Wat in 2006 is gebeurd, was niet alleen de schuld van Adriano, of Ronaldinho, maar ze waren er wel bij. Door hen op voorhand te elimineren, nam Dunga een risico. Als Kaká wat overkomt, is er niet echt een plan B.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content