Daniel Van Buyten vergelijkt België met Frankrijk. Dat hij meestal Frankrijk verkiest, heeft veel met Vlaanderen te maken. ‘Zodra ik in België kom, blokkeer ik.’

Cassis. De zon schijnt genereus over het stadje. De wijngaarden strekken verder dan de horizon. De baaien baden in het blauw. De boten dobberen in de jachthaven. En de mensen zijn voetbalfreaks. Marseille ligt 25 kilometer verder. Op de terrasjes van Cassis vallen wel meer shirts van l’OM te ontwaren.

Hier, en vanzelfsprekend ook in de onmiddellijke omgeving van het Stade Vélodrome, geldt Daniel Van Buyten als een vedette. Bizar. In zijn eigen België steekt helemaal geen unanimiteit in het oordeel over de boomlange verdediger. Maar hier wordt hij op handen gedragen. Amper is hij uit de auto gestapt of hij wordt omstuwd. Poseren voor een foto, handtekeningen uitdelen. Enkele woorden wisselen met de grote Belg beschouwen de supporters zichtbaar als een grote eer.

Geen wonder allicht dat bij een vergelijking tussen Frankrijk en België de balans voor Van Buyten opvallend veel in het voordeel van Frankrijk kantelt.

De baaien van Cassis of de ‘Barrages de l’Eau d’Heure’ ?

Daniel Van Buyten : “Cassis. Hier ben ik het hele jaar door met vakantie, behalve wanneer ik train en wedstrijden speel. Je hebt hier prachtige landschappen, de zee, het klimaat. Telkens als ik vrienden of familie ontvang, neem ik hen mee naar de Cap Canaille, de hoogste kust van Europa. Het panorama daar is werkelijk adembenemend. Voordat ik bij Marseille tekende, had ik omzeggens nooit gereisd. Mijn ouders hadden de middelen niet om met ons met vakantie te gaan. Behalve een verblijf van een paar dagen bij familie van mijn moeder in Duitsland en een korte uitstap naar Engeland had ik Froidchapelle nooit verlaten. Het bestuur van l’OM heeft me geholpen bij het zoeken naar een huis. Ze gaven me de raad om een beetje uit de stad weg te trekken, want de mensen kunnen hier in hun geestdrift nogal veeleisend en vermoeiend zijn. Finaal had ik de keuze tussen Cassis en Aix-en-Provence. Ik heb voor Cassis geopteerd omdat er in Aix-en-Provence veel studenten zijn en ik op rust gesteld ben.

“Ik blijf wel bijzonder gehecht aan mijn geboortestreek. Het volstaat dat ik drie dagen in Froidchapelle verblijf, om me er weer helemaal thuis te voelen. Dan trek ik geregeld naar de Barrages de l’Eau d’Heure. Ik ga er vissen, barbecuen met de vrienden, we lachen wat af. Mocht mijn carrière nu aflopen, ik zou niet weten waar ik me zou vestigen. Het is niet uitgesloten dat ik later naar België terugkeer, maar in de regio van Marseille een buitenverblijf houd. Momenteel overweeg ik alvast niet om Marseille te verlaten. Ik heb mijn contract verlengd tot 2006 en indien Olympique erin slaagt om weer een echte Europese topclub te worden, zit ik hier nog wel een tijd gebeiteld. Als Marseille zich sportief op het niveau van Manchester United kan hijsen, zie ik me hier zelfs mijn carrière beëindigen.”

De pers van Marseille of de Vlaamse pers ?

“De pers van Marseille, zonder aarzelen. De journalisten in Marseille kunnen me ook hard behandelen, maar ze blijven altijd objectief. Ze kiezen me niet bij elke mislukte match uit als zondebok, zoals de Vlaamse pers dat flagrant wél doet. De Franse reporters stellen me ook geen verraderlijke vragen, ze verplichten me niet tot antwoorden die zich tegen mij kunnen keren. Ze doen hun job correct. Als het slecht is, zullen ze dat schrijven. Maar als het goed is ook. Ik geloof dat ik weet waarom de Vlaamse reporters me zo viseren. Het heeft niets te maken met de concurrentie van Vlaamse verdedigers. Maar ik wil er liever niet te veel over zeggen, ik wil het debat niet heropenen. Wel volgen meerdere Rode Duivels me in mijn redenering. Zelfs Vlaamse spelers komen me zeggen dat ze de methoden van de Vlaamse journalisten verwerpelijk vinden. Toen ik bij de nationale ploeg kwam, had ik me aan een andere behandeling verwacht. Zeker met de Vlaamse naam die ik heb ( lacht).”

Stade Vélodrome of Sclessin ?

“Stade Vélodrome. Ik ben altijd gecharmeerd geweest door de sfeer op Standard, maar in Marseille krijg je toch nog een andere dimensie doordat er twee keer meer supporters in de tribunes zitten zijn dan in Luik en ze gedragen zich nog enthousiaster dan de fans van Standard. Ze hadden me bij mijn komst verwittigd : als Olympique draait, draait Marseille. En dat is waar. Zit de ploeg in een goede periode, dan gaan ook de omzetcijfers omhoog en in de stad hoor je dan over niets anders dan over voetbal spreken. Het is niet meer mogelijk dat ik incognito door de stad ga. Niet erg. Wanneer ik naar het strand ga, doe ik een bandana om en draag een zonnebril. ( lacht). Ik wil zeker niet klagen. Als kind droomde ik ervan om dankzij het voetbal populair te worden.”

Het shirt van Marseille of het shirt van Charleroi ?

“Dat van Marseille. Ik heb altijd gehouden van de combinatie blauw-wit. Twee weken voor ik hier tekende, heb ik me nog de complete uitrusting van Olympique aangeschaft. Als ik had geweten dat ik dat shirt, die broek en die kousen wat later gratis zou krijgen… Maar het shirt van Charleroi beviel me ook wel. Onder meer omdat het gelijkt op de uitrusting van Juventus en Newcastle, twee clubs die onlangs nog belangstelling voor me hadden.”

Petanque of catch ?

“Ik ben geneigd om catch te antwoorden om mijn vader een plezier te doen. Ik heb sterke herinneringen aan zijn catchmatchen. Maar doe mij toch maar petanque. Dat heb ik altijd gespeeld, het is een familietraditie. Een oom van mij heeft thuis, dicht bij Charleroi, een petanqueveld aangelegd. Als kind ging ik daar hele dagen petanque spelen. We ketsten de ballen tegen elkaar om de spelers uit de buurt te mobiliseren. Ook hier speel ik het geregeld. Maar als de mensen me herkennen, staan we hier meteen met een twintigtal te spelen.”

Marseille-PSG of Standard-Anderlecht ?

“Marseille-PSG, dat is in Frankrijk het voetbalevenement van het jaar. Het zijn ook meestal geladen confrontaties, met goed voetbal. Als ik met een Franse voetballer over Standard-Anderlecht begin, haalt die alleen maar de schouders op. Ik ben er zelfs niet zeker van dat hij spelers van die twee ploegen kan opnoemen. Ieder jaar zijn er supporters van Standard die me verzoeken om tickets voor OM-PSG of PSG-OM. Ik ben er niet van overtuigd dat supporters van Mar- seille de trip naar Sclessin of het Astridpark willen maken ( lacht). Het doet me altijd plezier als ik weet dat er in Mar- seille Belgen op de tribune zitten. Bij elke match merk ik wel een paar Belgische vlaggen op. Ik heb er geen idee van waar die vandaan komen. Zijn dat Belgen die de verplaatsing gemaakt hebben, of Fransen die dat voor mij doen ?”

De finale van de Champions League of de finale van het EK met de Rode Duivels ?

“De finale van de Champions League met Olympique Marseille. Ik droom ervan om met Marseille eens een sensationeel parcours af te leggen in de Champions League. Ik hoop dat ik in Marseille – in de stad, bij de club – iets kan achterlaten, waardoor ze me zich langdurig herinneren. Dat kan alleen maar door topprestaties in Europese wedstrijden. Tien jaar na de Europese beker voor landskampioenen spreken ze hier nog altijd van Raymond Goethals. Ze hebben het over hem alsof hij een levende god is. Ik hoop dat ik hier dezelfde indruk kan achterlaten.”

Alain Perrin of Robert Waseige ?

Robert Waseige, want ik zal nooit vergeten dat ik zonder hem misschien nooit in de eerste klasse had gevoetbald. Alleszins zou ik veel langer geduld moeten hebben oefenen. Hij lanceerde me bij Charleroi omdat hij graag jongeren een kans gaf. In mijn periode braken toen ook Djim en Alassane door, herinner ik me. Elk weekend kwam hij naar de invallerswedstrijden in Jonet kijken. Weinig trainers in eerste klasse getroosten zich die moeite. Een paar jaar later liet Waseige me spelen bij de nationale ploeg. Georges Leekens had me bij de kern gebracht, maar Waseige stelde me effectief op. Hij is, kortom, de trainer die mijn carrière het meest heeft bepaald. Maar Perrin en Waseige hebben veel kwaliteiten gemeen. Ze kunnen goed op de spelers inpraten en slagen erin om voetballers in hun hoofd voor honderd procent klaar te krijgen wanneer de match begint.”

door Pierre Danvoye

‘Over Raymond Goethals spreken ze in Marseille nog altijd als over een halve god.’

‘De Vlaamse pers verplicht me tot antwoorden die ze tegen me kunnen gebruiken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content