‘Als Renard vertrokken was, dan ik ook’

© belgaimage - virginie lefour

Sinds de komst van Olivier Renard werden jullie tegen elkaar uitgespeeld. Iedereen vroeg zich voortdurend af wie wat deed. Woog dat?

Daniel Van Buyten: ‘Ik heb altijd gezegd dat ik Olivier Renard gehaald heb als sportief directeur en dat ik hoger in de hiërarchie stond. Maar Bruno Venanzi is daar nooit duidelijk over willen zijn, hij treuzelde om een organigram bekend te maken. Dat was een van de problemen, ja. Een voorzitter moet op zulke momenten zijn verantwoordelijkheid nemen. Misschien komt het door zijn gebrek aan ervaring, ik weet het niet.’

Niet alleen de samenwerking tussen jou en Renard is voorbij, ook de jarenlange vriendschap.

Van Buyten: ‘We kennen elkaar al van toen we samen bij Charleroi zaten. Ik heb erop aangedrongen dat hij naar Standard zou komen. Ik heb zijn contract geregeld van a tot z, ik heb ervoor gezorgd dat hij bepaalde privileges kreeg. Het was een goed en solide contract. Ik wou dat hij op zijn gemak was, want hij had het prima bij KV Mechelen. Ik wilde goed voor hem doen… Ik heb hem meteen gezegd dat ik hem nooit een mes in de rug zou steken: ‘We zijn hier om samen te werken. Als dat niet gebeurt, wordt het moeilijk.’ Ik zie me nog zitten, samen in een kantoor met hem en Thierry Verjans. We zeiden dat we daar waren voor hetzelfde project, met hetzelfde doel voor ogen. We wilden een eenheid vormen. Ik heb nog aan Olivier gezegd: ‘Je hebt mijn woord: als het niet werkt en je vertrekt na zes maanden, dan stap ik ook op.’ Alle drie hebben we elkaar hetzelfde beloofd. Helaas houdt niet iedereen zijn woord, dat is jammer. Het is een enorme ontgoocheling, ik had dat niet verwacht. Dat is het voetbalmilieu, hé…’

Wat verwijt je hem precies?

Van Buyten: ‘Enkele deals waarover we het niet eens waren. Het feit dat hij niet altijd even transparant werkte. Natuurlijk duiken er spanningen op wanneer de resultaten niet goed zijn. De mensen stellen zich dan vragen. Wie doet wat bij Standard? Ik ben nooit sportief directeur geweest, ik stond daar boven. De sportief directeur, die gaat bijvoorbeeld bij clubs langs wanneer je vijftien spelers moet transfereren. Dat is een voltijdse job.’

Dus je gelooft nog altijd dat er plaats was voor zowel hem als jou?

Van Buyten: ‘Natuurlijk. Maar daarvoor moeten de zaken van in het begin duidelijk omschreven worden. Toen we naar Ajax trokken, was Edwin van der Sar aanwezig op het officiële diner. Hij vertelde dat Standard er heel goed had aan gedaan om mij aan te werven, dat ik met mijn ervaring een grote bijdrage zou kunnen leveren. Hij werkt voor Ajax, maar is daar geen sportief directeur. Bij Schalke is er een sportief directeur, een sportdirecteur en een directeur die de promotie van de club verzorgt. In grote clubs werkt men niet alleen. Men delegeert en stelt raadgevers aan. Bij Leverkusen heb je de manager, Jonas Boldt, maar boven hem staat Rudi Völler. Zij werken hand in hand. Bij Red Bull Salzburg heb je Ralf Rangnick als technisch directeur en Gérard Houllier die superviseert. Hij vertegenwoordigt de club in het buitenland. Net zoals Van der Sar Ajax vertegenwoordigt en Völler Leverkusen. Het imago van een club is ook belangrijk.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content