Elf voormalige eersteklassers over hun wedervaren in de wereld van het amateurvoetbal. ‘Winnen of verliezen, hier primeert het plezier.’

Een terugkeer naar het prille begin, dat is het. Met de ietwat taaie pistolets en de te droge sandwiches na de wedstrijd, het voetbalterrein tussen de koeienweide en het aardappelveld en de supporters die al jaren op dezelfde plaats staan om de spelers van thuisploeg en tegenstander uit te schelden. Een situatie die zo cliché is dat ze wel in scène gezet lijkt. En toch volstaat het om even de kantine binnen te lopen om te begrijpen wat het amateurvoetbal zo charmant maakt. Er hangt zelfs een geur mee samen. De geur van verschaald bier en stiekeme sigaretten smeulend in schaarse asbakken op aftandse oude houten tafels. Ver weg van de roem en bekendheid van de eerste klasse draven tal van voormalige profvoetballers rond op de velden van amateurclubs, waar de gemoedelijke sfeer in combinatie met puur spelplezier voor herwonnen voetbalgeluk zorgt. Sport/Voetbalmagazine ging op zoek naar elf voormalige profvoetballers en vond die in reeksen gaande van vierde provinciale tot en met vierde klasse.

RUS GENLY-QUéVY

Geboren in Frameries, 8 april 1977 Ex-clubs: Brussels en Charleroi

“Ik ontwikkelde een afkeer van de voetballerij en wilde ermee kappen”

“Er waren mensen bij Union Sint-Gillis die niet goed in elkaar zaten. Ik ontwikkelde een afkeer van de voetballerij en wilde ermee kappen, maar net op dat moment kreeg ik een telefoontje van Quévy, een club uit de buurt. Voetbal is nu een soort familie-uitstapje voor me.

“Eerste klasse interesseert me niet meer. Ik ga mezelf niet te grabbel gooien om nog in de Jupiler Pro League te kunnen spelen. Vierde klasse bevalt me wel. Ik speel hier zonder enige druk, op de druk na de wedstrijd na dan. Ze hebben me allerlei dingen wijsgemaakt over de lagere afdelingen. Maar opofferingen doen om vervolgens toch meer wedstrijden te verliezen dan te winnen, dat is mijn ding niet. Gelukkig vond ik met Quévy een gezonde club die vaak wint. Het feit alleen al dat je op een spontane manier kunt praten met de supporters, is een geluk waar ik nooit eerder van heb kunnen proeven. Voor het eerst in mijn leven zie ik voetbal als een passie in plaats van als een job.”

KSK HALLE

Geboren in Halle, 22 juni 1972 Ex-clubs: Club Brugge, RWDM, Tubeke, FC Brussels La Louvière en Beveren

“Het wordt week na week minder makkelijk om te blijven voetballen”

“De cirkel is rond: ik ben geboren in Halle en sluit er mijn voetbalcarrière af. Ik ben nu aan mijn tweede seizoen bij KSK bezig en ik vraag me af of ik er goed aan heb gedaan om verder te doen. Het wordt week na week minder makkelijk om te blijven voetballen. We verliezen vaak en ik haat verliezen. Ik kan echt niet tevreden zijn na een verloren wedstrijd.

“Ik weet dat ik aan het mopperen ben, maar dat bewijst alleen maar dat ik het voetbal op mijn 40e nog steeds erg serieus neem. Ik ben er trots op dat ik op mijn leeftijd nog in bevordering kan spelen, al moet ik wel toegeven dat ik op mijn fysieke grenzen begin te botsen. Gelukkig respecteren de supporters me nog steeds, ook al raak ik steeds minder bal. Het enige waar ik triest van word, is het feit dat er steeds minder supporters komen kijken.”

WS WOMMERSOM

Geboren in Tienen, 21 juli 1980 Ex-clubs: Anderlecht, Roda JC (Ned), Ajax (Ned), KV Mechelen, KV Kortrijk en Genk

“Ik weet nu hoe hard ik mijn gezin heb gemist als prof”

“Ik kon niet meer. Ik had de ene blessure na de andere en mijn motivatie verdween als sneeuw voor de zon. De keuze om voor Wommersom te komen spelen, was dan ook niet meer dan logisch. De voorzitter wilde me immers als speler-trainer aannemen en op die manier kan ik toch nog op het veld staan. Dat wil ik tot mijn 35e volhouden en daarna leg ik me volledig toe op mijn trainerscarrière. Als ik een kleine club iets kan bijbrengen, waarom zou ik dan niet aan de slag kunnen op het hoogste niveau? Ik voel me goed als trainer dus wat mij betreft: the sky is the limit.

“Het moeilijkste als speler-trainer is om zelf op niveau te blijven zodat ik nog recht van spreken heb. Ik speel nu iets lager op het terrein omdat ik niet langer het verschil kan maken met mijn snelheid. De ogen zijn ook elke wedstrijd op mij gericht. De commentaren kunnen twee kanten uit. Er zijn een boel supporters die me respecteren, maar er zijn er ook die me dingen toeschreeuwen als: ‘Ge kunt niet meer mee, papi.’

“Ik weet nu hoe hard ik mijn gezin heb gemist als prof. Bekend zijn zegt me overigens helemaal niets. De sfeer in de stadions is het enige wat ik soms mis, maar mijn hoofd zit vol met geweldige herinneringen aan de fantastische carrière die ik heb gehad.”

sk merelbeke

Geboren in Gent, 27 februari 1966 Ex-clubs: AA Gent, Seraing, Charleroi, Bergen, Beveren en Westerlo

“Mijn as zal uitgestrooid worden in mijn strafschopgebied”

“Ik sta nog steeds als eerste op het veld. Waarom? Omdat voetbal mijn leven is. Mijn gezin heeft altijd alles opgeofferd voor de sport en dat zal niet veranderen. Ik wil zelfs niet begraven worden. Ik wil gecremeerd worden en ik wil dat mijn as uitgestrooid wordt in mijn strafschopgebied.

“Het voetbal en mijn gezin zijn alles voor me. Ik zit nog steeds in de put na een verloren wedstrijd, misschien zelfs nog dieper dan tijdens mijn profcarrière. Toen zei ik al wel eens: ‘ Life goes on.’ Dat is het verschil tussen je job uitoefenen en je passie volgen. Ik ben in elk geval nog niet van plan om te stoppen. Misschien sta ik op mijn vijftigste nog in doel. Ook al moet ik daarna de rolstoel in.

“Mijn doelpalen een kleine kopstoot geven, doe ik evenwel niet meer – dat werd iets te pijnlijk. Toen ik nog bij Westerlo speelde, had ik mezelf voorgenomen om na elke zege een kopper te geven aan de metalen locker in de kleedkamer. Die geblutste locker staat er trouwens nog steeds. Maar maak je geen zorgen: roepen doe ik nog steeds even hard als vroeger, hoor.

“Ondanks mijn vurige coaching is de sfeer erg ontspannen. Na de wedstrijd wacht er een bak bier op ons in de kleedkamer en na het douchen schuiven we aan tafel voor een maaltijd, rijkelijk aangevuld met de nodige alcohol. Pure folklore is het. Het gebeurt regelmatig dat we op het einde van de avond op tafel staan te dansen.

“Ik ben ook de eerste om iemand beet te nemen. Mijn laatste practical joke was er eentje met warme zalf. Ik kan niet alles vertellen, maar laat ons zeggen dat een ploegmaat zijn slip niet goed aanhad en dat hij na de grap best wel een koude douche kon gebruiken. Zeker op bepaalde plaatsen!”

KVV THES SPORT TESSENDERLO

Geboren in Hamont, 2 juli 1974

Ex-clubs: Lommel, RC Genk, Anderlecht, Lokeren, GBA, STVV en Eupen

“Nog even en ik speel bij de Testikels van Tessenderlo”

“De voorzitter heeft me ooit doen beloven dat ik op een dag voor Tessenderlo zou spelen. Dat is bij deze gebeurd. En daar heb ik geen spijt van want ik amuseer me hier rot. Het meeste plezier maken we in de kleedkamer. Soms horen ze ons tot in de kantine zingen.

“Mensen denken vaak dat er in het amateurvoetbal zomaar wat potteke stamp wordt gespeeld, maar ik kan je verzekeren dat die jongens best wel kunnen voetballen. Ik moet me echt voor de volle honderd procent geven om te kunnen volgen. Aangezien ik fysiek niet meer topfit ben, moet ik slimmer spelen, mijn momenten beter kiezen. Negentig minuten lang het volle pond geven is er niet meer bij. Als ik dat toch nog zou doen, zou ik mijn gezondheid in gevaar brengen, denk ik.

“Als ik binnen een paar jaar niet meer kan volgen bij de eerste ploeg, sluit ik me aan bij de Testikels. Dat is de bijnaam van onze veteranenploeg. Ze trainen niet en zelfs als je meer dan honderd kilo weegt, mag je nog meedoen. Van dat gewicht zit ik nog wel wat verwijderd, maar mijn broer heeft een frituur dus wie weet hoe snel ik aan die honderd kilo zal zitten.”

R SPRIMONT COMBLAIN SPORT

Geboren in Luik, 20 april 1980 Ex-clubs: Anderlecht, AA Gent, Charleroi, Moeskroen en Willem II (Ned)

“Na dit seizoen trek ik me terug in de Ardèche met mijn gezin”

“Ik stop met voetballen. Ik doe dit seizoen nog uit bij Sprimont en daarna trek ik me terug in de Ardèche met mijn gezin. Het spreekt voor zich dat ik eersteklassevoetbal nog interessant vind, maar ik was helemaal klaar met het profbestaan. Mijn heupen en rug zijn gewoon op. Ik geef toe dat ik de zware trainingen niet ga missen.

“Ik vind het helemaal niet erg dat ik nu amateurvoetballer ben. De spanning en opwinding van een wedstrijd tegen Anderlecht of Standard mis ik wel, maar voor de rest vind ik het goed zoals het nu is. De sfeer is hier gezonder en vrolijker, al moet ik het nu ook weer niet als een droom afschilderen. De spelers zijn een stuk minder getalenteerd en de terreinen zijn zelden mooi vlak. Het spreekt ook voor zich dat ik als voormalige prof regelmatig wat verwijten en verwensingen naar mijn hoofd geslingerd krijg. Mensen zijn blijkbaar enorm jaloers en een scheldwoord is duidelijk snel uitgesproken.”

R. AYWAILLE F.C.

Geboren in Kinshasa (Con), 22 juli 1976 Ex-clubs: Standard, Lokeren en STVV

“De dag dat ik er geen plezier meer aan beleef, stop ik meteen met voetballen”

“Zo’n zware voorbereiding als de onze zal je in eerste klasse niet gauw beleven. Het was zo zwaar dat ik soms vergat dat ik geen profvoetballer meer ben, maar beetje bij beetje vind ik mijn draai wel op dit niveau. Van het loon van een profvoetballer naar een werkloosheidsuitkering was wel een grote stap.

“Hier speel je echt puur voor je plezier. Na mijn avontuur in Cyprus dacht ik dat mijn voetbalcarrière erop zat, maar bij Aywaille kan ik nog plezier maken, zowel op als naast het veld. De dag dat ik er geen plezier meer aan beleef, stop ik meteen met voetballen. Dan trek ik naar Congo om een carrière als trainer te beginnen.”

R. AYWAILLE F.C.

Geboren in Luik, 22 augustus 1975 Ex-clubs: Standard, Mechelen en Oostende

“Ik geniet gewoon samen met mijn vrienden”

“Ik heb het profvoetbal al een tijdje achter me gelaten. Maar ik geniet nog steeds enorm van het voetbal. De sfeer in de lagere afdelingen is best wel speciaal. Je speelt niet meer voor het geld of om naam te maken. Na een lange carrière als prof wil je gewoon plezier maken op het terrein, samen met je vrienden. Dat is wat ik bij Aywaille heb gevonden: plezier op en naast het veld.

“Iedereen staat hier met de voetjes op de grond. Daar waar je in eerste klasse met je eigen imago en dat van je werkgever bezig moet zijn, hoef je je daar in bevordering niets van aan te trekken. Het kan me niet schelen dat ik nu voor amper 200 of 300 man speel. Ik vind het al geweldig dat ik nog op het veld kan staan en dat ik hier kan genieten van de laatste voetbaljaren die ik in me heb.”

KSK HALLE

Geboren in Ukkel, 13 januari 1976 Ex-clubs: RWDM, La Louvière, FC Brussels en Tubeke

“Voetbal is weer een hobby in plaats van mijn beroep”

“Er mag nu een eersteklasser met een aanbod komen, ik zal er niet op ingaan. Ik kan het ritme op het hoogste niveau niet meer aan. Alleen als trainer zou ik er nog aan de slag willen. Hier is het trouwens zo dat wanneer ik niet meer mee kan, onze trainer me vraagt of ik hem niet wil assisteren. Zo doe ik stapje voor stapje ervaring als trainer op.

“Mijn tuin grenst praktisch aan het veld van Halle. Ik heb er goed aan gedaan om een paar niveaus lager te gaan spelen. Ik hou wel van de gezelligheid en het plezier hier, zeker in vergelijking met het enggeestige van eerste klasse. Winnen of verliezen, hier primeert het plezier. Voetbal is weer een hobby in plaats van mijn beroep.

“Van het fameuze zwarte gat heb ik nog geen last gehad. De dag na mijn laatste wedstrijd als prof zat ik al op kantoor. Ik wist maar al te goed dat mijn carrière als profvoetballer eindig was en heb de bladzijde dan ook zonder spijt kunnen omslaan. Ik werk nu elke dag enorm hard als directeur van een ziekenfonds en ik ben nog steeds blij met die carrièreswitch.”

RUS GENLY-QUéVY

Geboren in Braine-le-Comte, 8 oktober 1976 Ex-clubs: Anderlecht, Angers (Fra) en Borussia Mönchengladbach (Dui)

“Ik mis twee dingen: het loon en de sfeer”

“Ik had nog nooit een pint gedronken, maar dankzij mijn huidige ploegmaats heb ik het plezier van de derde helft nu ook ontdekt. Ik amuseer me hier weer.

“Ik ken de voorzitter en trainer van Quévy. Zij stelden me de positie van speler-trainer voor – een functie die ik op hoger niveau niet kon verwachten. Ik leer hier enorm veel bij over wat – hopelijk – mijn toekomstige job zal worden. Ik ben momenteel zelf nog speler, maar als ik voel dat het niet gaat, laat ik de anderen lopen.

“Het enige wat me stoort – en dat is eigen aan het Belgische amateurvoetbal – is dat men je carrière niet waardeert. Ze willen alleen maar tonen dat ze Stéphane Stassin de baas kunnen. Dat ze me te grazen willen nemen, daar kan ik mee leven, maar sommige opmerkingen gaan er echt wel over.

“Ik mis twee dingen in vergelijking met vroeger: het loon en de sfeer. Mensen mogen zeggen wat ze willen, maar veel geld verdienen is altijd leuk. Toch heb ik altijd het sportieve op de eerste plaats gezet. Als ik op geld uit geweest zou zijn, had ik wel een contract bij een Thaise of Chinese club ondertekend. Ik kon er 25.000 euro per maand verdienen. Ik hoop in ieder geval dat ik in mijn carrière als coach weer in grote stadions zal kunnen aantreden. Ik voel de druk van het publiek graag op mijn schouders.”

CS ENTITE MANAGEOISE

Geboren in Bergen, 6 januari 1978 Ex-clubs: La Louvière, AA Gent, Coventry (Eng), Wolverhampton (Eng), Bergen, Genk, Standard en AEK Lamaca (Cyp)

“Ik weet nooit hoe laat ik na de wedstrijd zal thuiskomen”

“Mijn periode in Cyprus was vreselijk. Nadien zat ik zonder club en zonder werk. Ik zat elke dag alleen thuis en ik stond zelden voor elf uur op. Ik voelde me nutteloos. De acht maanden vooraleer ik op het voorstel van eersteprovincialer Beloeil inging, waren de hel.

“De hel, dat was ook wat men mij voorspelde toen ik zei dat ik in eerste provinciale ging spelen. Mensen zeiden dat ik me moest voorbereiden op beledigingen en natrappende verdedigers. Maar ik amuseer me hier als een klein kind. Ik verruilde Beloeil intussen voor Manage omdat die laatste club dichter bij huis ligt.

“Ik voel eigenlijk vooral veel respect van mijn rechtstreekse tegenstanders. De meeste spelers weten wel hoe belangrijk het is dat er in hun reeks een paar ex-eersteklassers meedoen. Ze weten dat wij extra fans naar het provinciale voetbal lokken.

“Ik heb trouwens ook al een boel leuke ervaringen opgedaan hier. Zo vertrok ik eens op een zondagmiddag naar een wedstrijd en kwam ik pas dinsdagavond weer thuis. Mijn vrouw kon er niet bepaald om lachen. Van andere zaken werd ik dan weer enorm zenuwachtig in het begin. Voor de eerste training was ik vijftig minuten voor aanvang op de club. Er was nog geen kat. Ik begon me al af te vragen of ik me van uur had vergist of dat de coach de training had afgelast zonder mij te verwittigen. Maar uiteindelijk kwamen mijn ploegmaats allemaal stipt op het beginuur van de training aan. Kleren aan, schoenen aan en hop, het veld op. Zo gaat dat hier blijkbaar.”

DOOR ROMAIN VAN DER PLUYM – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content