‘Als we Europees spelen, is het seizoen geslaagd’

© belgaimage

Jonathan Bolingi, de Congolese aanvaller van Antwerp, wil af van het etiket van niet-scorende spits. ‘Ik geloof in mezelf. Ik ben wél een goalgetter!’

Voor hetzelfde geld had in de inleiding volgende clickbait kunnen staan: hij speelde al de finale van de Champions League en wil daar met Antwerp opnieuw naar toe. Maak kennis met Jonathan Bolingi (24), de zwarte parel van de Bosuil.

Nu is clickbait iets voor bepaalde websites om mensen te lokken en reclamecenten te verdienen, maar het klopt wel. Jonathan Bolingi, de aanvaller van Antwerp die door zijn landgenoot Dieumerci Mbokani naar de zijkant (en de laatste weken door Didier Lamkel Zé zelfs uit de ploeg) werd verdrongen, omdat hij minder makkelijk scoort, spéélde de finale van de Champions League, de Afrikaanse weliswaar. Op 8 november 2015 viel hij in het slotkwartier in, vlak nadat zijn ploegmaat Ally Samatta TP Mazembe op voorsprong bracht. En tijdens het interview dat we met hem hadden, vorige woensdag, sprak hij de ambitie om opnieuw de Champions League te halen, luid uit. “Ons seizoen zal geslaagd zijn als we een Europees ticket pakken. Zelfs als ik niet veel scoor, zal ik dan toch blij zijn. En volgend jaar Europa in, naar de Champions League. En als dat niet lukt, dan maar de Europa League…” Voorwaar een ambitieuze jongen.

Mbokani is mijn grote broer. Hij geeft me raad.’ – Jonathan Bolingi

Jomo Cosmos

Dat hij profvoetballer zou worden, stond min of meer in de sterren geschreven. Jonathan Bolingi is de zoon van Mpangi Merikani, een van de betere doelmannen op het Afrikaanse continent. Twaalf jaar was die international voor zijn land, drie keer nam hij deel aan de Afrika Cup, zijn carrière sloot hij af in Zuid-Afrika. Jonathan: “Ik ben te jong om me veel van hem als keeper te herinneren, maar ik zag hem wel bezig als kind, ja.”

In Europa geraakte Merikani nooit en veel verdiende hij niet met zijn voetbal. Een en ander maakt dat de familie het niet breed had. Bolingi: “Mijn jeugd? Het is hard geweest. ( zoekt naar zijn woorden) Zeer ingewikkeld, ik heb veel moeilijke momenten gekend. Ook voetballen was niet evident, meestal op terreintjes zonder gras. In Afrika voetbal je om geld te verdienen voor de familie.”

In de voetsporen treden van zijn vader leek normaal, maar doelman wilde hij niet worden. “Liever spits. Ik ben een buteur, de doelpunten zijn altijd binnengevlogen.” Al snel ontdekten clubs zijn talent. Via zijn vader belandde hij als tiener zelfs al in Johannesburg, bij Jomo Sport. Een half seizoen kon hij er terecht. “Ik was geleend, maar ze konden me niet definitief overnemen.” Leven in Johannesburg, hoe was dat? Bolingi zoekt naar zijn woorden: “De taal was geen probleem: als de coach het goed uitlegt, begrijp je het wel. En de hele familie was mee verhuisd: mijn vader, een oudere zus, mijn oudere broer. Voetbal is er goed gestructureerd en je kan er wat geld verdienen.”

Toen hij terug moest naar Congo, nam het grote TP Mazembe hem op in de kern. Het was met die club, de best gestructureerde in Congo en een van de zwaargewichten op het Afrikaanse continent, dat hij Afrika doorkruiste. Drie opeenvolgende campagnes in de Champions League, met één keer winst. “Ik was er altijd spits. Soms speelde ik naast Samatta. BopeBokadi en Christian Luyindama zaten er ook. De club heeft geld, er wordt goed gewerkt. We hadden er bijvoorbeeld een privévliegtuig om de verplaatsingen te maken. Bij Mazembe word je echt verwend. Maar uiteindelijk wil iedereen toch naar Europa. Daar is het niveau veel hoger.”

Eind 2016 begonnen managers hen aan te bieden in Europa. In Anderlecht onder meer, maar daar zegden ze neen, en zo belandde het trio Luyindama, Bokadi en Bolingi eind januari 2017 in Luik, bij Standard. “Of dat verhaal van Anderlecht klopt, weet ik niet. Ik heb in elk geval nooit met die ploeg gepraat. Maar het kan best dat makelaars ons daar hebben aangeboden. Je weet hoe dat gaat, scorende spitsen zijn populair. Als je scoort, wil iedereen je makelaar zijn.” ( lacht)

In januari aankomen, vond hij niet eenvoudig. Bolingi: “Het was koud, het is een ander land, ander voetbal. Ik heb veel gespeeld met de reserven en heb daar ook geregeld gescoord. Met de A-ploeg was het moeilijker.” In de zomer van 2017 vroeg hij om een uitleenbeurt. “Ik wilde absoluut spelen en daarom heb ik met de voorzitter gepraat. Moeskroen was kandidaat, MirceaRednic kwam praten en zei wat hij van mij verlangde.” Zijn start bij Royal Excel Mouscron was fenomenaal: zes doelpunten in de eerste acht wedstrijden, waaronder twee tegen Club Brugge. Maar nadien stokte het. Wie even de concentratie verliest en minder hard gaat werken, presteert minder, zegt Bolingi er zelf over. “Ik raakte ook geblesseerd en was lange tijd out.”

Mon vieux

Vorige zomer keerde hij terug naar Standard, dat hem vervolgens definitief liet gaan naar Antwerp. Hoofdaanvaller worden bij een grote club schrikte hem niet af. “Dat is druk, ja. Maar die heb je overal, of het nu een grote club is of een kleine. Ik ben nergens bang voor. Dit is hoog niveau, ja. In Afrika was het anders. Daar zijn er veel harde verdedigers en wordt er veel mandekking gespeeld. Hier is het wat rustiger, beredeneerder, cooler.”

Al snel bleek dat de goals toch niet zo vlot volgden. En dat de Great Old een rijpere hoofdaanvaller konden gebruiken. Eind augustus kwam Mbokani, en toen die fit was, werd die de nummer één in de spits van Antwerp. Bolingi moest naar de flank, waar hij andere taken kreeg: hard werken, mee verdedigen, en als het kon, assisteren voorin.

Hoe is zijn evaluatie van één jaar Bosuil? “Over mijn seizoen ben ik niet zo tevreden. Ik heb wel veel gespeeld, maar een spits moet scoren en dat gebeurde niet. Fysiek voel ik me goed, maar de goals willen er niet in. Met de plaats op het veld heeft dat niet zozeer te maken, ik kan vanop alle posities scoren. Ook vanaf de flank.”

Zijn respect voor Mbokani is groot. ” C’est mon vieux, mijn grote broer. Hij geeft me raad, we praten vaak.” En intussen werkt hij hard, om te kunnen wat Dieu ook doet: scoren, knokken, een bal bijhouden. “Ik werk daarop op training, zodat het automatisch komt. Thuis werk ik verder. Ik woon in de buurt van het stadion. In Antwerpen, niet in Brussel. Ik wil geen files, ik wil rust thuis. Opstaan om zeven uur, op de club ontbijten, wat spierversterkende oefeningen voor training, daarna hard werken en dan thuis wat slapen of playstation spelen.” De coach gelooft in zijn kwaliteiten. “Hij zegt altijd: win je duels, houd de bal bij, gebruik je hoofd, en dan komt het wel.” Misschien zien we het resultaat straks al, op paasmaandag tegen Club Brugge…

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content