Met interlands tegen de zwakke broertjes Letland en San Marino sluit de nationale ploeg een lang seizoen af. Bondscoach Robert Waseigestraalt zelfvertrouwen uit : “Ik ben niet bang voor onderschatting, deze groep is volwassen”.

De sigaren zijn weg. Tiens, het is een bedenking die we achteraf maakten. Een interview met Robert Waseige vroeger, dat waren gedachten van een gelouterd, soms wat scherp man. De langst zittende trainer in België, zoals hij zich in de loop van het gesprek zal laten ontvallen. Met één constante : een sigaartje. Of twee, of drie, als hij er zin in had. We herinneren ons nog hoe destijds op Sclessin in zijn bureautje het raam altijd half open stond, zomer én winter, en hoe hij dan, als de sigaar nagenoeg was opgerookt, de peuk door het open raam keilde. De eerste keer reageerden we verrast – stel dat er iemand net dan onder het raam passeerde – maar ook dat wende. Nu vorige dinsdag, niks van dat. Een koffietje, ja, maar geen sigaar. Zou hij gestopt zijn ?

Hoe kijkt u terug op het experiment in Praag ?

Robert Waseige : Opnieuw constateerde ik – en je kan het een zwakheid noemen, een tekortkoming – dat de balcirculatie niet goed was bij momenten. Dat was niet eigen aan de match in Tsjechië, ik had het al genoteerd tijdens vorige interlands. Ik moet op die nagel blijven kloppen, dat moet verbeteren. Meer beheersing, van de tijd, van de bal. Op elk moment van de wedstrijd kan en mag je een beslissende actie opzetten, maar over een hele wedstrijd lang moeten we beter het spel beheersen. Plus cool.

Als we het open trekken : is het de keuze tussen het spel van een ploeg als Real, met snelle balcirculatie, en dat van Bayern, dat gegroepeerd verdedigt en dan mikt op de counter ?

Bayern speelt zo via Elber, die zoveel kwaliteiten heeft dat een bal naar hem geen verloren bal is. Zoals Liverpool zich bedient van Owen en wij onszelf van Emile Mpenza. Ik blijf van mening dat je naar een tussenvorm moet, le juste milieu, in functie van het materiaal. Voor mij hebben de Spanjaarden de beste mengeling tussen schoonheid van het spel en efficiëntie. Ik ben een oude fan van Liverpool, maar kwam onder de indruk van Alavés. We moeten meer periodes van neutraal spel inlassen, waarin het voetbal heen en weer kabbelt, maar niks definitiefs wordt opgezet. We mogen niet verblind zijn door een drang naar die beslissende actie. Wij hebben spelers die de boel kunnen openscheuren : Wilmots, Mpenza, Goor, Verheyen. Dat betekent dat we een spel hebben met een zeker percentage aan balverlies. Dat moet je accepteren, als het lukt, levert het openingen op, maar het kan ook mislukken. Het mag echter nooit zijn zoals in het eerste gedeelte van de tweede helft in Praag, dat het verwordt tot pelote basque, waarin je een bal tegen de muur lanceert en direct weggeeft. Ik constateerde dat ook in Glasgow, waarin we tijdens bepaalde periodes veel te veel achter de bal liepen.

Letland en San Marino worden op het einde van een lang seizoen op uw bord geschoteld. Schuilt hier een gevaar ?

Ja en neen. Het zijn de twee slechtst geplaatste ploegen uit onze groep binnen vier dagen, na de feesten. Het zou een gevaar kunnen zijn, als deze uitdaging werd voorgeschoteld aan voetballers met weinig verantwoordelijkheidszin. Ik zeg echter met klem dat dit een intelligente groep is. En we treffen het met de terugkeer van twee belangrijke mensen, zowel mentaal als op voetbalvlak : Nico Van Kerckhoven en Gert Verheyen. Twee jongens die misschien niet de totale duur van de twee wedstrijden zullen spelen, maar twee betrouwbaren op mentaal vlak. Op dat vlak ben ik gerust : er zal geen kortsluiting zijn in de hoofden van deze jongens. Ik heb in de voorbije maanden genoeg gedaan om ze zover te brengen door het prediken van stabiliteit, complementariteit en mentaliteit.

Letland wisselde onlangs van coach, dit is zijn debuut.

De man zal misschien geneigd zijn om iets defensiever te spelen, met meer fysieke inzet, bij een tegenstander die in Riga met 0-4 won. Er zitten in hun kern een paar spelers die in Engeland voetballen, het zal toch zaak zijn om geconcentreerd te blijven. Dit is een risicowedstrijd, ik zou graag hebben dat mijn spelers dat beseffen. Niet vergeten dat we in Riga aan een uitzonderlijk hoog percentage afwerkten en dat De Vlieger er een belangrijke bal redde, want ook zij hadden periodes in het spel waarin ze ons onder druk zetten. Van deze twee wedstrijden heb ik maar één zekerheid : als we nu iets verspillen, gooien we alles weg. Alles winnen zal ons in staat stellen om de play-offs in pole aan de vatten. Dat is de uitdaging. Anders beginnen we met een handicap. Schotland speelt iets makkelijker op verplaatsing en in Zagreb weet je nooit. We zijn op dit moment onderling in evenwicht en daarmee blijkt nog maar eens dat ik niet ver van de waarheid zat als ik destijds na de loting zei dat Kroatië voor mij de logische favoriet is. Wij zijn samen met Schotland de outsider. Schotland heeft door zijn kalender nu een licht overwicht, maar wij kunnen dat na deze twee wedstrijden overnemen.

Wat vindt u van de motivatiespelletjes die Craig Brown speelt ? De handschoenen van De Vlieger, het verblijf dat u al in Japan reserveerde…

Die man vergist zich van film. De tijd dat je daarmee nog spelers motiveerde, lijkt me voorbij. We hebben trouwens niks vastgelegd in Japan, namen alleen een optie. Op vraag van hen, er zijn diverse steden die hengelen naar een ploeg.

Eén nieuweling in uw groep : Wesley Sonck. Waarom ?

Omdat hij me verleidde. Sinds de terugronde rechtvaardigen zijn prestaties deze selectie. We hebben hem, in alle discretie, de hele tijd gescout. Met zorg. En dan was er de bevestiging in de wedstrijd tegen Sedan met de aspiranten. Ik ben voor die match in de kleedkamer gegaan, om de spelers te tonen dat Vince en ik er waren en nadien om ze te feliciteren en ik zag in zijn ogen enige flitsende nieuwsgierigheid, interesse. Sedan was geen formaliteit, maar du costaud : een tegenstander die met zorg werd gekozen. Ik heb er destijds met mijn clubs vaak tegen geoefend en we hadden altijd geblesseerden. Altijd inzet, een Ardense mentaliteit, heel British. Te véél inzet soms, bij Standard heb ik uiteindelijk de club nog verboden om vriendschappelijk tegen Sedan te voetballen. In die wedstrijd heeft Sonck de tegenstand op zijn ongemak gebracht, veel problemen bezorgd. Hij heeft snelheid, durf, zoekt de diepte, zijn kwaliteiten liggen dicht bij die van Emile. Maar concludeer nu niet dat ik over hem niet tevreden ben !

Hoe bekijkt u de twijfels die er rond Mpenza hangen ?

Dat is klassiek in België. Voor Emile geldt wat in alle technische sporten geldt : hoe hoger de snelheid, hoe meer slordigheid in het spel, dat gaat proportioneel omhoog. Maar als Emile afremt, wordt hij misschien voorspelbaar. Dus blijft hij het proberen : zes, zeven, acht keer. Ik blijf hem het prototype van de moderne spits vinden, maar het is geen killer. En ik denk niet dat hij het ooit wordt. Misschien dat zijn efficiëntie omhoog gaat als hij niet meer zo snel is, als hij de kwaliteiten om te exploderen niet meer heeft. Maar dan zeg ik u : wie slaagt erin die twee kwaliteiten – snelheid en afwerking – te verzoenen ?

Thierry Henry ?

Bij momenten. Net als Owen of Crespo en Chiesa in Italië. Mag ik u signaleren dat Emile bij Schalke eindigde met 13 goals en Ebbe Sand, die toch wordt beschouwd als een echte doelpuntenmaker, uitkwam op 22. Zoveel verschil is er niet.

Met Sonck heeft u misschien een doublure voor Emile Mpenza, uit Glasgow en Praag bleek dat die er voor Verheyen momenteel niet is.

Niet direct, neen. In mijn carrière als trainer heb ik vaak moeten jongleren. Het is niet de eerste keer dat ik één van de twee flanken moest openlaten. In de nationale ploeg is dat wel iets wat ik liever niet doe. Er is direct een probleem gecreëerd, met Wilmots op rechts. Niet hier maar in Frankrijk, bij Bordeaux. Het kan. De vraag is eigenlijk : gebruik je twee verdedigende middenvelders of niet, doubleer je de twee flanken of niet ?

En ? De vraag stellen is ze beantwoorden.

Ik vind dat er met een dubbele flankbezetting meer evenwicht is. Alles beter verdeeld, de schoten, het spel. Maar ondanks dat evenwicht hebben we tegen de Turken op Euro 2000 niet kunnen scoren en in Glasgow of in Praag wel, alles is relatief. Die wedstrijd tegen Turkije blijft dé nachtmerrie en de negatieve referentie bij uitstek. Terwijl wij daarin op de wedstrijd tegen San Marino na het grootste aantal kansen bij elkaar voetbalden. Het toont nog maar eens aan dat voetbal geen wiskunde is.

Sinds het EK vallen de goals wél vlot.

Dat verheugt me, maar ik schreeuw het niet van de daken. Ik wil de mensen niet de indruk geven dat ik tevreden ben over mijn werk. Moet ik hier zeggen dat dit de consequentie van mijn keuzes is, dat ik uiterst tevreden ben dat we op verplaatsing altijd scoren ? Dan signaleer ik liever dat ik niet tevreden ben over het balbezit, ook al wil ik dat van Praag nog nuanceren. Als in je werkopvatting het collectief belangrijk is, wordt het misschien logisch dat dit gebeurt als je drie spelers van je vaste kern wisselt. Praag was heel valabel als test : we konden twee neofieten – Simons en Van Der Heyden – testen in goeie omstandigheden en na de rust nog twee anderen in de verdediging.

Van Meir werd na het EK uw vervanger van Staelens. Zijn rapport is uitstekend.

Ik ken hem goed van bij Charleroi. Het verraste me dat ook de Vlaamse media aan hem twijfelden. Dat hij nu naar Standard gaat, is een prachtig verhaal.

Waarom verkiest u hem boven De Boeck ?

Wat hij voor heeft, is zijn sereniteit naar buiten toe, op het veld. ( Lacht) Misschien doet hij dat niet opzettelijk, kan hij niet sneller. Het is iemand die ook heel snel met een zeker scepticisme werd omgeven door zijn gestalte en zijn gebrek aan snelheid. De Boeck werd anders naar voor gebracht, wat meer opgehemeld en dan pas gezocht. Misschien is hij daar gevoeliger voor, ook al heb ik er geen kruis over gemaakt. De Boeck gaf me voldoening in Glasgow en speelde een goed kampioenschapseinde. Hij is er daarom ook bij. Maar Eric heeft niet alleen zijn flegma mee in de keuze. Ook de kwaliteit van de relance, zowel links als rechts, zonder tijdverlies. En zijn kopspel. Voldoende kwaliteiten. En met Valgaeren heb ik een snel iemand langs hem. Complementariteit.

Valgaeren gaf u tot dusver altijd voldoening, behalve in Glasgow.

Ik denk dat hij daar wat gedestabiliseerd was door zijn blessure. Drie weken eerder kon hij niet spelen en volgens mij was hij tegen Schotland nog geen honderd procent. Hij was wat meer onder de indruk dan voorheen. Voor de eerste keer merkte ik bij hem zenuwen tegen een moeilijk te bespelen spits.

Hoe schat u een eventuele terugkeer van Wilmots naar Standard in ? Kan dat gevolgen hebben voor zijn toekomst in de nationale ploeg ?

Het is goed voor het Belgische voetbal en voor Standard, maar ik denk niet dat het zijn beslissing omtrent de nationale ploeg – hij wil na het WK stoppen – zal beïnvloeden. Dat is een choix de vie voor hem. Misschien kan het zijn internationale carrière wat verlengen, omdat hij geen verre verplaatsingen meer moet maken, maar dat moet hij zelf inschatten.

Vanderhaeghe ontbreekt tegen Letland. Is Simons daar uw alternatief ?

Tot nu toe wel. Hij is iemand die ik ook al langer volg, ook al was ik niet gediend met het feit dat sommigen me hem al opdrongen na drie kampioenschapswedstrijden. Dat vond ik veel te snel en een gebrek aan vertrouwen in Yves. Na het EK vonden sommigen dat er meer veranderingen moesten komen. Ik heb gezegd dat ik de verjonging geleidelijk zou doorvoeren. Er hebben zich nieuwe mensen gemeld en ze kregen hun kans. Er is een evolutie, maar geen brutale. Dat is gevaarlijk, kijk maar naar Praag. Vijf, zes nieuwe spelers ineens was van het goeie te veel.

Met Dheedene en Goor en heel misschien ook Verheyen verdwijnen nog maar eens wat internationals naar het buitenland.

Daar maak ik me geen zorgen om, dat zijn Belgen die er gaan spelen, die het niet cadeau kregen, vechters. Waar die ook gaan, is het goed. Al hoop ik uiteraard voor hen dat ze niet hetzelfde meemaken als Mbo. Een goeie speler, geen leider, maar hij is verdronken in een veel te grote kern bij een moeilijke ploeg. Over de opvolging maak ik me geen zorgen. De beloftenploeg houdt zich – op die ene uitschuiver in Praag – goed staande en bij de aspiranten vielen me nog andere elementen op. België heeft geen centres de formation zoals Frankrijk, maar heeft altijd al voor opvolging gezorgd, dat zal ook nu gebeuren. Belangrijker op dit moment vind ik de afwikkeling van de licentiedossiers. Dat zou op een ernstige manier moeten afgehandeld worden. Ik spreek er me liever niet over uit, maar als het à la Belge moet, hebben we er niks aan. Dan blijf je steken in je kaka.

door Peter T’Kint en Pierre Bilic

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content