Zonder veel emotie en met de rekenmachine

in de hand won Bradley Wiggins als eerste Brit de weinig opwindende 99e Tour. Tot spijt van wie het benijdt, maar het doet niets af van zijn verdienste.

Een sjaaltje van de San Fermínfeesten uit Pamplona. Dat cadeautje kreeg Bradley Wiggins tijdens de Tour opgestuurd door zijn jeugdidool Miguel Indurain, die in een videoboodschap ook zijn bewondering uitsprak voor de Brit in wie hij zichzelf herkende. Symbolisch voor de manier waarop Wiggo de voorbije Ronde van Frankrijk naar zijn hand zette: door op zijn Indurains in de tijdritten zijn concurrenten te vermorzelen en in de cols te controleren.

Met de hulp van bijzonder sterke ‘helpers’ als Edvald Boasson Hagen, Richie Porte en Michael Rogers, die de beklimmingen bestormden op een manier die ze op spartaanse hoogtestages in Tenerife en in de Dauphiné ingeoefend hadden: als een ploegentijdrit bergop, in een constant en hoog tempo, waarbij ze 400 à 450 watt duwden. En al van bij de eerste col, om zo de concurrentie af te matten en hen de zin om aan te vallen te ontnemen.

Bij Sky gaan ze er immers van uit dat als je in de tijd van het bloedpaspoort meer watt wilt trappen, je na een paar minuten automatisch terugvalt. Zeker als de enigen die daar misschien toe in staat zijn ( Alberto Contador en Andy Schleck) voor hun tv zitten. Of de eigen Skykleuren verdedigen ( Chris Froome)…

Het resultaat was een Tour waarin de vlakke etappes naar Pau ( Pierrick Fédrigo) en vooral die naar Brive-la-Gaillarde ( Mark Cavendish) qua koersverloop aantrekkelijker waren dan de (te schaarse) bergritten, waarin Vincenzo Nibali en Jurgen Van den Broek ondanks herhaalde pogingen de stomende Skytrein nooit konden doen ontsporen. Niet geholpen ook door de slechte opbouw van sommige etappes, waarin de laatste zware col te ver van de aankomst lag.

De controle van Sky was zo groot dat Bradley Wiggins in de sprintvoorbereiding voor Cavendish in Brive-la-Gaillarde en in Parijs langer op kop van het peloton reed dan in alle bergetappes samen. Enkel op de Peyresourde reed hij zélf een gaatje dicht op Nibali.

Opvallend is wel dat Wiggo in de cols – behalve dat ene moment op La Toussuire – nooit in de problemen kwam. Meer zelfs: in geen enkele bergrit verloor de tijdrijder een seconde op de zogenaamde betere klimmers, hij nám zelfs voorsprong.

Het Verenigd Koninkrijk

Alleen ploegmaat Chris Froome hield de illusie in stand dat zijn kopman niet onaantastbaar was, al zullen we nooit weten hoeveel voorsprong hij met zijn speldenprikken had kunnen nemen op Wiggins, die in een meer egaal tempo klimt.

Met zijn theatrale gebaren en halve aanvallen zorgde de geboren Keniaan wel voor animo in de bergritten. Alsof hij wilde zeggen: ik doe waar ik voor betaald word, maar kijk eens tot wat ik in staat ben. Terwijl hij na de finish voor de camera’s toch weer een loyale werknemer was. Een ietwat hypocriete spreidstand: ofwel had Froome zich strikt aan de afspraak (alles voor Wiggins) moeten houden die hij aanging toen hij na de Vuelta van 2011 een dik driejarig contract bij Team Sky tekende. Ofwel had hij echt het lef moeten tonen om de bevelen in zijn oortje straal te negeren.

Om de geoliede machine van Team Sky een menselijk gezicht te geven had de Skyploegleiding Froome op de klim naar Peyragudes de vrijheid niettemin kunnen/moeten gunnen, want daar was de maillot jaune van Wiggins nooit in gevaar. In tegenstelling tot op La Toussuire, waar sportdirecteur Sean Yates wel terecht op de rem ging staan, aangezien ook Nibali en Van den Broeck de geletruidrager (even) achtergelaten hadden.

Froomes tegendraadsheid en de boze tweets van zijn vriendin waren zowat het enige wat ze bij Sky in de voorbije Tour niet volledig onder controle hadden, al heeft dat het Verenigd Koninkrijk der blauw-zwarthemden nooit echt ontwricht. Daarvoor was de eendracht en vriendschap te sterk, opgebouwd tijdens de stages op Tenerife waar Rogers, Porte en co wekenlang naast Wiggins leefden en trainden.

Innoveren

Geen millimeter werd er bovendien afgeweken van het minutieus uitgekiende plan, waarin, dixit Wiggins, voor emoties geen plaats is. “De rijke historie van de Tourmalet? Who cares! Het enige wat telt, is zo hard mogelijk trappen en wattages duwen.” Het onwrikbare geloof in naakte cijfers is heilig bij Sky. Niet toevallig krijgen alle renners na de aankomst al in de teambus een print van hun wattagegegevens of werd begin dit jaar in een klimaatkamer hun vochtverlies bij alle mogelijke temperaturen bepaald. Meten is immers weten, dé mantra van Team Skybaas Dave Brailsford. Alleen zo kun je elke dag vooruitdenken en anticiperen op eventuele obstakels. Al bewees Froome dat je ook niet aan alles kunt denken…

Het zal de romantici pijn aan het hart doen, maar dat wordt het wielrennen van de toekomst. Wie niet op de boot stapt, zal hopeloos verdrinken. De sport als wetenschap, op alle vlakken innoveren, een nooit aflatende zoektocht naar marginal gains die in een dopingarm(er) peloton het onderscheid kunnen maken. Want, zegt Brailsford: “Je weet niet wat je niet weet, dus moet je blijven zoeken, ook in andere sporten, naar zaken die beter kunnen, hoe klein ze ook zijn. Twintig keer 0,1 procent is ook twee procent. Het verschil tussen winnen en verliezen.” Het helpt natuurlijk als je over een megabudget beschikt, maar geld is ook niet alles. Renners na de koers op de rollen laten uitfietsen ter bevordering van de recuperatie kost geen euro, maar Sky is wel de ploeg die ermee begon.

Met zijn wetenschappelijke en wiskundige filosofie stapte Brailsford in 2009 in het wielrennen en na een aantal kinderziektes – “We focusten te veel op de erwten en te weinig op de steak” – voerde hij de aanpassingen door die geen drie jaar later de eerste Tourzege van Bradley Wiggins opleverden.

Dat zijn kopman daarbij vooral gebruikmaakte van zijn hardrijderskwaliteiten, maakt hem daarom geen ‘kleine’ winnaar. Niet vergeten dat Wiggo, ondanks alle kritische vragen over “te vroeg pieken”, dit jaar al Parijs-Nice, de Ronde van Romandië én de Dauphiné won. Hoeveel Tourwinnaars van de laatste twintig jaar kunnen dat zeggen?

Het is Wiggins’ verdienste dat hij zijn rijk pisteverleden achter zich liet, terugvocht na de mislukte Tour van 2010 en 2011, én geïnspireerd door Brailsfords verhaal als een pater ging leven, trainen, eten en drinken. Niet vanzelfsprekend voor een ex-alcoholicus die in wezen liever aan de toog zit dan zich te martelen op een berg. Maar toen zijn trainer Tim Kerrison hem vorige winter zei dat hij om de Tour te kunnen winnen in de hitte van Tenerife 100.000 hoogtemeters (11,3 keer de Mount Everest) moest overbruggen, dan volgde Wiggins dat blindelings op. Álles voor de Tour. ” Nothing else matters“, parafraseerde hij Metallica eind mei in The Telegraph.

Het heeft gerendeerd, ook al staken de vragen over doping de kop op. Logisch, gezien de reputatie van veel ex-Tourwinnaars. Eerst reageerde hij daar wat ongelukkig en verbolgen op, maar met een steekhoudende open brief counterde hij daarna perfect alle verdachtmakingen. Gezien zijn eerdere felle antidopinguitspraken ben je geneigd hem te geloven, maar de toekomst zal uitwijzen of hij echt de waarheid schreef.

Bij Team Sky laten ze ook op dat vlak niets aan het toeval over, want nog voor de Tour gaf trainer Kerrison in de kantoren van organisator ASO een presentatie over Wiggins’ medische en trainingsdata, om Christian Prudhomme en co dan al te overtuigen van de zuiverheid van zijn poulain.

Wat met Froome?

Dé vraag die rest na deze Tour: wat met Chris Froome in de Ronde van Frankrijk van volgend jaar? De geboren Keniaan liet al vallen dat hij, net als in de komende Vuelta, de rol van kopman wil als de editie van 2013 hem meer past dan Wiggins. Met dus meer aankomsten bergop en minder tijdritkilometers.

En ook Wiggo beweerde al dat hij zijn ploegmaat “ooit de Tour zal helpen winnen”. Met nadruk op het woordje “ooit”, want als Wiggins volgend jaar niet geblesseerd raakt of hopeloos uit vorm is, bestaat er weinig kans dat zoiets dan al zal gebeuren. Als hét gezicht van Team Sky, drievoudig olympisch kampioen, eerste Britse Tourwinnaar, en straks ongetwijfeld ook als Sir, is Wiggins commercieel immers een pak interessanter dan Froome. In de hedendaagse topsport speelt zoiets een bepalende of zelfs beslissende rol. En leg het aan de nationalistische maar koersonwetende Britten maar eens uit dat de regerende Tourwinnaar zijn kansen zou opofferen voor een blanke Afrikaan.

Het enige waar Froome op kan hopen, is dat Wiggins tijdens de Tour door het ijs zakt en zo het kopmanschap mag overnemen. Tenzij hij voordien zijn driejarig contract verbreekt en vertrekt. Aan potentiële geïnteresseerde en kapitaalkrachtige ploegen geen gebrek. En zei Brailsford vorige week: “Wie gelooft dat hij zijn ambities bij Sky niet kan vervullen, moet elders naartoe gaan.” Goed beseffende dat de hongerige Froome niet meer tevreden zal zijn met een borrelnootje (Tourrit) of zelfs een smakelijk voorgerecht (Vuelta of Giro).

Anderzijds weet de Skybaas ook dat Wiggins – naast Alberto Contador en Andy Schleck – er nog een grote, supergemotiveerde concurrent bij krijgt als hij Froome laat vertrekken. Al is de vraag hoe die zal presteren als hij alleen het gewicht van zijn ploeg en de druk van de media moet dragen.

DOOR JONAS CRETEUR – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Twintig keer 0,1 procent is ook twee procent. Het verschil tussen winnen en verliezen.” Dave Brailsford

Wiggins is commercieel een pak interessanter dan Froome.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content