Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Vijftien jaar geleden, op 11 mei 1988, speelde KV Mechelen in Straatsburg de finale van de Europabeker voor Bekerwinnaars. Drie Nederlanders over de winst tegen Ajax, over plassen op de middenstip en honden onder tafel.

Vijftien jaar geleden won KV Mechelen bij zijn eerste deelname aan een Europese bekercompetitie al meteen de Cup. Een doelpunt van Piet den Boer, tegenwoordig op de baan als bankier en na de uren betrokken bij de reddingsoperatie van zijn ex-club, bezegelde het lot van Ajax. Samen met Erwin Koeman, de linkermiddenvelder die nu assistent is bij PSV en Graeme Rutjes, de voorstopper die nu de Goese Golf leidt en al even enthousiast over green keeping kan uitweiden als over voetbal, vormden zij de Nederlandse leidende kolonie bij de club. Voetbal/Sport Magazine verzamelde de drie vorige week in Breda, voor een rondje herinneringen ophalen. Dat doen ze zaterdag met andere ploegmaats nog eens over, in de loge van Telindus, opgericht door de toenmalige sterke man achter de club, wijlen John Cordier.

Rutjes, te laat op de afspraak door een file en dus beboet met 50 euro door de anderen, zet meteen de toon en haalt een anekdote op over de nieuwe Genkse technisch directeur Paul Theunis, die bij de eerste Europese verplaatsing van Malinwa tijdens de maaltijd onder tafel kroop, in het been van Fi Vanhoof beet en daarbij een grommende hond nabootste. Sjors en de rebellenclub, noemt hij het vertederend, dat eerste avontuur van een toen nieuwe club die stormenderhand Europa veroverde.

Erwin Koeman : “Ik had al Europees gespeeld, met Groningen en met PSV, maar Mechelen als club niet, net als de meeste spelers. Achteraf is het makkelijk zeggen dat we een goed elftal hadden en zo doorliepen naar de finale, maar wij hadden gewoon een sterk elftal. De Mos heeft er een heel goed team gebouwd, van achteruit, dat had hij goed gezien. We kregen heel weinig goals tegen, op Europees niveau is dat belangrijk.”

Piet den Boer : “Zeker in het eerste jaar speelden we altijd op de nul, aan de overkant propten we dat kansje wel binnen. De nul en de counter.”

Graeme Rutjes : “Toch was dat niet altijd waar…”

Koeman en Den Boer (in koor) : “In het begin wel, hoor.”

Koeman : “Later hebben we topwedstrijden gespeeld, met zéér goed voetbal. Maar in het begin moesten we een nieuw team formeren en dan moet je eerst het defensieve blok bij elkaar zoeken. Daarna groei je door naar middenveld en voorhoede.”

Den Boer : “Wat mij vooral opviel, was de manier van trainen. Je kan van Aad zeggen wat je wil, maar zijn manier van trainen was nieuw. Drie keer raken, twee keer, één keer… Nu wordt dat overal gepredikt, toen was dat nieuw en daar haalden wij een bepaalde kwaliteit uit.”

De campagne

Op weg naar Straatsburg schakelde KV Mechelen achtereenvolgens Dinamo Boekarest, Saint-Mirren, Dynamo Minsk en Atalanta Bergamo uit. Wat herinneren ze zich nog ?

Rutjes : “Boekarest ? Lucescu trainer, Camataru spits, weet je nog ? Een goeie ploeg.”

Koeman : “Hun speler kreeg voor treuzelen bij een inworp nog een tweede gele kaart, herinner ik me. Piet scoorde vlak voor tijd, 1-0 was een droomuitslag voor ons.”

Den Boer : “Toevallig zag ik van de week nog de goal die je ( Koeman, nvdr) later tegen Bergamo scoorde. Los in de kruising, lukt je nooit meer. Je hebt nooit meer zo hard gelopen als na die goal, we konden je niet te pakken krijgen.”

Rutjes : “Sjors en de rebellenclub, dat is niet negatief bedoeld want de organisatie was af, maar je zat toch zo na elke wedstrijd nieuwsgierig naar de loting te kijken. Saint-Mirren, Minsk, Atalanta, daar konden we ons niks bij voorstellen. We hadden natuurlijk niet de grote ploegen, zoals Inter of Barcelona.”

Den Boer : “Maar toch was alles perfect geregeld, wij gingen gewoon naar die wedstrijd toe. Mechelen was nieuw, maar vooruitstrevend, echt een topclub. Heel raar was dat Aad, die altijd zo bijgelovig was en bijvoorbeeld steeds op hetzelfde uur wilde vertrekken, daar maar één keer van afstapte. Het jaar nadien tegen Sampdoria Genua. Dat bleef in mijn hoofd zitten. We hadden een vast stramien, hotel, trainen, slapen, bos wandelen, slapen, wedstrijd. Maar in Genua liepen we ineens dinsdagmiddag in het centrum.”

Rutjes : “Aad zocht natuurlijk wel naar wat dingen om het spul aan te scherpen.”

Den Boer : ” Walter Jaspers, de dokter, vertelde me dat hij met Aad de nacht voor een wedstrijd altijd om half één op de middenstip ging plassen. Dat blijkt altijd gelukt te zijn, ook op verplaatsing.”

Koeman : “Voor de wedstrijd tegen Sampdoria zag ik hem de schoenen van Cerezo uit de kleedkamer stelen. Heeft niet geholpen, helaas.”

Den Boer : “Thuis tegen Atalanta blesseerde ik me bij de tweede goal aan de knie. Ginder kregen we een penalty tegen, kwamen we op achterstand en moest ik invallen aan de rust.”

Koeman : “Fantastisch weer, schitterende velden, ik had echt het gevoel dat het niet mis kon gaan.”

Rutjes : “Na afloop was het gillen en fluiten en moesten we ons van de politie bukken, want de supporters zouden helemaal gek zijn. Wij gordijntjes dicht en bukken, stonden de mensen gewoon te klappen en ons succes te wensen… Een leuke ervaring. Heel belangrijk vond ik ook dat het voor de vrouwen goed was geregeld. Willy Dussart hield zich daarmee bezig. Eén familie, zo zie ik het. Een heel warm gevoel houd ik over aan die tijd.”

Koeman : “Drie tenten op de Grote Markt na het winnen van de beker, brunch op zondagmorgen, optredens van De Kreuners en André Hazes…. Ik was er onlangs nog en ben speciaal omgereden naar mijn huis om mijn zoontje te laten zien waar we toen woonden. Bij de feestjes keken de Belgen raar op hoor. Ik wees ze waar drank en eten stond, en ze mochten zelf alles nemen. Heel leuk.”

Den Boer : “Ik heb ontzettend veel respect voor John Cordier. Mijn eerste gesprek was in Brussel in een heel duur restaurant. We kregen asperges, maar die at ik niet op, want ik wist niet hoe dat moest. Toen vertelde Cordier : let wel op, want binnen vijf, zes jaar wil ik Europees spelen. Als je dat dan ook voor elkaar krijgt en je ziet zo’n club groeien… Hij was ook de eerste die zag dat hij met 7.000 toeschouwers niet kon concurreren met Anderlecht. Had het hele Belgische clubvoetbal dat ingezien, dan waren de problemen van nu er misschien niet gekomen.”

De finale tegen Ajax

Rutjes : “Europees gezien was de halve finale Ajax-Marseille misschien leuker, maar niet voor ons.”

Koeman : “Aad was ex-trainer van Ajax en weggestuurd met ruzie. Dat was al een wedstrijd op zich. Johnny Bosman zou naar Mechelen komen, dat was ook al een extra pigment.”

Den Boer : “Dat waren toen nog geruchten, er was nog niks getekend. Dat speelde voor mij ook niet in die wedstrijd, ik was gewoon gelukkig dat ik het meemaakte. Later verzeilde ik wel nog even op de bank, maar ik vocht terug en scoorde bij elke invalbeurt. Vond Aad absoluut niet leuk.”

Rutjes : “Straatsburg als locatie was natuurlijk ideaal. Bovendien was Ajax voor iedereen favoriet en zaten wij meteen in de rol van underdog. Ajax hoefde alleen maar even de wedstrijd te spelen, zo leek het. Terwijl het voor ons de slagroom op de taart was.”

Koeman : “Op het veld brachten wij wel wat bluf, maar erbuiten waren wij rustige Belgen. Nederlanders hadden toen de naam dikke nekken te zijn, maar ik denk dat alle mensen vonden dat wij aardige jongens waren. Alleen op een veld is alles geoorloofd. Emmy, mijn vrouw, heeft bij jullie bier leren drinken. Dronk ze niet tot ze de eerste keer in de kantine kwam en gelijk een Jupiler in de handen werd geduwd. Ook de manier waarop ze ons benaderden… Heeft u effe tijd om een praatje te maken… Fantastisch.”

Rutjes : “Als je presteert op het veld, heb je recht van spreken. De jaren voordien werden pseudo-vedetten gehaald die het niet altijd beter deden.”

Den Boer : “De Belgische cultuur was toen nog vrij stil en dan komt zoiets heel verbaal over. Ik weet nog dat ik tegen Excelsior en Graeme speelde en we ongelooflijk ruzie kregen op het veld.”

Rutjes : “Schoppen, slaan en spugen.. En een paar maanden later zaten we in dezelfde kleedkamer.”

Den Boer : “Toen ze zagen hoe nuttig die raad was, werd het snel aanvaard, zo volwassen was de spelersgroep wel.”

Koeman : “Een aantal jongens moest in het begin toch wennen aan die coaching,”

Rutjes : “We zeggen het hard en soms te direct, maar het is wél eerlijk bedoeld en na de match is het over. Koen Sanders..De eerste training kwam die me achterna… Ik schopte hem, omdat hij het niet goed deed, en achteraf onder de douche dolde ik met hem, maar hij begreep de humor niet. Hij nam het mee naar huis.”

Den Boer : “Ik heb drie jaar in provinciale getraind, ze moesten van mij elkaar coachen op het veld, maar als er eentje wat zei, dronken ze in de kantine nadien géén pintje met mekaar….”

Rutjes : ” Ohana paste daarin ook héél moeilijk.”

Koeman : “Ik ging regelmatig met hem om buiten het voetbal. Als die op training kwam, dacht je dat hij nog sliep, wellicht was hij ook pas uit bed. Aad had af en toe problemen met hem, omdat hij absoluut niet wist wat hij aan hem had. Maar als je hem beter leerde kennen… Zijn vriendin zat in Israël, hij helemaal alleen op een appartement, dat is ook niet altijd makkelijk.”

Rutjes : ” Martens en Cluytens waren toen ook net gekocht, en Boeckstaens. Toen wij trainden op de kleine Malinwa, dronken zij rustig onder de middag hun biertjes. En wij als brave Hollanders een koffie. Ik was eens vierde buitenlander, tegen Molenbeek. Hadden jullie verloren, was het nabespreking. Wie niet gespeeld had, moest naar buiten. Bleek ik de enige te zijn, heb ik drie kwartier tegen een paaltje in de sneeuw gezeten… Toen mocht de ploeg naar buiten en kon ik trainen. Krijg de kramp ! Die dag moest ik nog terugrijden naar Rotterdam en vroeg ik me zuchtend af wat doe ik hier, wat doe ik hier.

Den Boer : “Na die Europese zege kwam Marc Wilmots. Grote, stevige jongen. Gaf gelijk Preud’homme op training een beuk. Bij de volgende fase kreeg hij meteen een beuk terug. Hij kwam later nooit meer in de buurt van Preud’homme.”

De finale tegen Ajax (bis)

Den Boer : “Twee cruciale momenten. De goal, de rode kaart.”

Koeman : “Duitse scheidsrechter, snelle rode kaart voor Blind, fout op Emmers.”

Rutjes : “Zij speelden een 4-3-3, wij een soort 4-4-2, waarbij we hun linksachter, Verlaat, helemaal vrij lieten. Hij mocht oprukken met de bal, al de rest stond gedekt. Zo viel ook de kaart, Verlaat die oprukt, balverlies, diep naar Marc die in het gat duikt en Blind die te laat knijpt en de fout begaat. Daar hadden we allemaal op getraind.”

Den Boer : “Op die goal ook, op dat slechte veldje met Fi . Daarna hebben we wel afgezien, dat laatste kwartier duurde héél lang.”

Rutjes : “Pakt Prummie nog twee ballen. Heel raar, je staat toch met een man meer…”

Koeman : ” Bergkamp kwam ook nog in. Zij waren individueel misschien sterker, maar wij collectief.”

Het feest

Rutjes : “Na Straatsburg vlogen we terug, en reden we via de Grote Markt naar het stadion. Op de markt ben ik uitgestapt, in het gewoel terechtgekomen en heb ik de bus naar het stadion gemist. Was op zich niet erg, supporters voerden me naar het stadion, alleen mocht ik daar van de zwaantjes niet naar binnen. De poorten waren gesloten en mijn clubkostuum was absoluut geen overtuigend argument.”

Den Boer : “Hebben we nooit gemerkt, neen.”

Rutjes : “Ik heb drie kwartier moeten wachten tot wat jongens wegreden en ze voor hen de poort open deden. Toen was de champagne al op.”

Den Boer : “Om vier uur hebben ze de Martinique nog geopend.”

Rutjes : “De ontvangst bij de kardinaal ! Heel mooi met die tuin erachter.”

Koeman : “Donderdag hebben we gefeest, vrijdag gefeest en zaterdag speelden we Anderlecht met 3-0 van de mat. We leefden toen echt in een roes. Was het weer feest.”

Rutjes : “Later met Anderlecht was dat allemaal minder. We werden in Gent kampioen, spurtten naar binnen, gaven elkaar de hand, flesje champagne in de bus, en in het stadion was er hoera hoera hoera van Michel Verschueren. Daarna een etentje in de Comme Chez Soi, waar je bij het buiten gaan sigaren jatte. Dat was het. Het jaar daarop bokste Marc Degryse met Carl Huybrechts een feestje in elkaar, en was het een stuk gezelliger.”

Den Boer : “Wij sloten zelf het spelershome.”

Koeman : “De hele maatschappij is veranderd, bij ons zitten de jongens ook niet zo lang meer in het spelershome, er zijn ook meer buitenlanders nu, die uit een andere cultuur komen. Anderzijds wordt zo’n titel wel enthousiast gevierd, met een optocht door de hele stad. Fantastisch feest met 100.000 toeschouwers.”

Nadien

Rutjes : “De spelers die na ons kwamen, waren goeie voetballers, maar geen dragende jongens. Daar begon het al mee. Wij zijn in ’87 tweede geworden, ’88 ook tweede, ’89 kampioen en ’90 weer tweede. Daarna ging het naar beneden. Hoever staat het met de reddingsactie, Pietje ?”

Den Boer : “Gezond. We gaan opnieuw beginnen, met een heel strak budget. Alleen weet je dat het niet makkelijk is om in derde direct weer kampioen te spelen. Er zitten bekwame mensen in het bestuur en de club heeft zeker de supporters, maar het zal moeilijk zijn om in een keer direct over te gaan. Alex hoeft zich geen zorgen te maken, Fi Vanhoof is een bekwaam man, hij zal hem wel goeie spelers geven.”

Rutjes : “Waar het fout is gegaan, weet ik niet. Er is na John zoveel gebeurd…”

Den Boer : “De laatste vier jaar is er veel fout gegaan. Ik wil hier niet natrappen, maar als je zo emotioneel betrokken raakt en je ziet de zakelijke kant niet meer, ben je fout. In de zeven jaar dat ik bij Mechelen was, zag ik Cordier drie keer in de krant. Maar die had dan ook geen papegaai. Op een bepaald moment zag je meneer Van denWijngaert ontzettend veel in de gazet. Dan ga je gevaar lopen. Aan de ene kant heeft hij de club in stand gehouden en aan de andere kant is het daar ook mis gegaan.”

Rutjes : “Het is triest.”

Koeman : “Ja.”

door Peter T’Kint

‘Mechelen was nieuw, maar vooruitstrevend, echt een topclub.’ (Piet den Boer)

‘We vormden één familie. Een heel warm gevoel houd ik over aan die tijd.’ (Graeme Rutjes)

‘Ajax was individueel misschien sterker, maar wij collectief.’ (Erwin Koeman)

‘De nacht voor een wedstrijd ging de Mos altijd om half één plassen op de middenstip.’ (Piet Den Boer)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content