Het duurde een tijd voor Didier Drogba zich kon doorzetten. Maar bij Chelsea groeide de Ivoriaan op één seizoen uit tot steraanvaller.

Didier Drogba (27) is een van de spitsen die wereldwijd het meest tot de verbeelding spreekt. Drie jaar geleden speelde hij nochtans nog voor het bescheiden Guingamp. Daarin ligt misschien de verklaring voor het feit dat hij in eigen land tot voor kort minder aanzien genoot dan Aruna Dindane en Bonaventure Kalou, die eerst in Ivoorkust zelf aan de bak kwamen vooraleer uit te zwermen naar Europa. Ondertussen heeft Drogba er wel mee voor helpen zorgen dat zijn land zich voor het eerst in de geschiedenis kon kwalificeren voor de eindronde van het WK. En hij is vastbesloten om tijdens die eindronde in Duitsland gensters te slaan. “Onze deelname kan een enorme betekenis hebben voor het hele Afrikaanse continent en je zal je heel welkom voelen in onze groep”, vertelde hij Emerse Faé, de speler van Nantes die een keuze moest maken tussen de nationale ploegen van Frankrijk en van Ivoorkust en die uiteindelijk voor de laatste optie koos. Het geeft aan dat Drogba een van de grote roergangers is geworden in de selectie van bondscoach Henri Michel.

Nonchalance

Drogba belandde op vijfjarige leeftijd in Frankrijk omdat zijn oom Michel Goba er als profvoetballer – hij speelde onder andere voor Brest en Duinkerken – voldoende geld verdiende om zich over een ander armer familielid te kunnen ontfermen. Door zijn oom overal te volgen kreeg Drogba ook de voetbalmicrobe te pakken. Als jeugdspeler was hij actief bij Abeville en Levallois. “Het was meteen duidelijk dat hij over enorm veel kwaliteiten beschikte”, zegt Jacques Loncar, een van zijn eerste trainers. “Maar hij was enorm nonchalant. Hij kwam altijd op het laatste nippertje op training aan, vaak nog met de restjes van een hamburger tussen de kiezen.”

Die nonchalance en de vele blessures die hij naderhand opliep, remden zijn ontwikkeling af. Onder de leiding van coach Marc Westerloppe bij Le Mans kon hij zich in vijf seizoenen maar af en toe laten opmerken met enkele uitschieters. Nadat hij in 2002 in elf minuten twee keer scoorde tegen Saint-Etienne, drong Ber- trand Marchand, de trainer van Rennes aan op een transfer, maar aangezien Le Mans één miljoen euro vroeg, ging het feestje niet door. Uiteindelijk belandde Drogba in het seizoen 2002/03 bij Guingamp, dat niet toevallig werd getraind door dezelfde Marchand.

Daar ‘ontplofte’ hij echt. In augustus kwam hij in de wedstrijd tegen Lyon in op het ogenblik dat de landskampioen met 3-1 leidde, maar twintig minuten later was het na een assist en een goal van Drogba 3-3. Die wedstrijd was voor Guingamp het sleutelmoment in wat een formidabel jaar zou worden. Met Florent Malouda en Didier Drogba in de spits scoorde het team aan de lopende band – Drogba stond in 34 wedstrijden 17 keer aan het kanon – en werd het uiteindelijk zevende in de eindstand. Toen een jaar later zowel Drogba als Malouda vertrokken waren, volgde voor de Bretonse ploeg een roemloze degradatie. Toch bleef Drogba na zijn superseizoen bij Guingamp met beide voeten op de grond. “Ik moet nog heel veel leren en ik moet vooral koelbloediger blijven voor de goal”, klonk het toen.

Vedette

Het belette hem niet om na dat superseizoen te verkassen naar het Marseille van voorzitter Jean-Michel Aulas. Hoewel ook Lyon interesse had getoond, koos hij heel bewust voor het andere Olympique. In de speciale sfeer die in de havenstad heerst, voelde hij zich uitstekend. En dat vertaalde zich ook in goeie prestaties op het veld. Met name in de Uefacup, waarin Marseille de finale bereikte. In de halve finale tegen Newcastle (0-0, 2-0) scoorde Drogba een wereldgoal. Hoewel hij een enorm emotionele band had met de stad en met de supporters, koos hij voor de vele centen die Chelsea hem bood.

Ondertussen is Drogba echter ook goed ingeburgerd in Londen. De Londense club betaalde liefst 37,5 miljoen euro voor hem, waardoor hij meteen de duurste transfer werd van de Blues, maar zowel vorig seizoen als dit seizoen bewijst Drogba dat hij zijn geld meer dan waard is. Hij is onder trainer José Mourinho ook uitgegroeid tot een absolute vedette. In zijn eerste vijf wedstrijden in de Premier League maakte hij vorig jaar meteen vijf goals. Een liesblessure hield hem daarna zeven weken aan de kant, maar met zestien goals en de Engelse titel mocht hij toch van een geslaagd eerste jaar in Engeland spreken.

Dat hij niet altijd speelt, komt omdat Mourinho vasthoudt aan een systeem met één centrale spits en omdat er voor die positie vier spelers in aanmerking komen. Naast Drogba zijn dat Eidur Gudjohnsen, Carlton Cole en Hernan Crespo. “Concurrentie en rotatie zijn niet slecht”, zegt Drogba daarover. “Ook als ik op de bank zit, voel ik me sterk bij de wedstrijd betrokken en het is al vaak gebeurd dat ik inkom en dan het verschil kan maken met een beslissende goal.”l

STéPHANE VANDE VELDE

‘OOK ALS IK OP DE BANK ZIT, VOEL IK ME STERK BIJ DE WEDSTRIJD BETROKKEN.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content