Ze kwamen als pubers in Amsterdam terecht en vertrokken als mannen bij Ajax: Thomas Vermaelen, Jan Vertonghen en Toby Alderweireld. Terugblik op de Amsterdamse periode van de drie Rode Duivels.

‘Ik heb hier ooit een doelpunt gemaakt van net over de middellijn. De doelman van Vitesse kon enkel naar de bal grabbelen.’ Stanley Aborah, die in 2001 als 15-jarige naar Ajax verhuisde, zegt het met een krop in de keel. Met een uitgestreken gezicht beloert hij intussen het piekfijn onderhouden hoofdveld op sportpark De Toekomst, de fabriek waar de Ajaxtalenten elk jaar massaal van de band rollen. Toen Thomas Vermaelen, Jan Vertonghen en Toby Alderweireld de graszoden op De Toekomst deden opspringen met hun vlijmscherpe tackles kon de Ajaxjeugd van hieruit stiekem gluren naar de Amsterdam ArenA. Nu wordt het zicht belemmerd door een aantal in glas en beton opgetrokken kantoorgebouwen.

Aborah was hier voor het laatst in 2006. Sinds 2011 domineert het Adidas miCoach Performance Centre – een gigantische witte bol opgebouwd uit 22.000 meter staalkabel, een 12.000 vierkante meter groot zeildoek en 10 miljoen liter lucht – het sportcomplex. De indoorhal is uitgerust met sensoren die allerlei componenten meten: van de afstand van een dribbel tot de snelheid van een kopbal of een schot. Sportwetenschappelijk onderzoek in zijn meest superieure vorm dus. Dankzij het Performance Center is Ajax zelfs voorloper in videoanalyses en tracking. Overal en altijd de beste willen zijn, dat is typisch Ajax.

Vermaelen, Alderweireld en Vertonghen, die begin de jaren 2000 de overstap maakten naar Amsterdam, moesten zich die Ajaxattitude aanmeten. ‘Arrogant zijn, bravoure tonen: dat is Ajax. Het werd ons vanaf dag één ingepeperd’, bevestigt Aborah, die bij de jeugd met Vermaelen en Vertonghen voetbalde. ‘We droegen ook steeds de mooiste shirts en trainingspakken van Nederland. De tegenstanders keken ons daarom stikjaloers aan. Eigenlijk begonnen we al met een 1-0-voorsprong aan de wedstrijd. Op een dag maakte ik aanstalten om een sok aan te trekken waar een gaatje in zat. Toen kwam de Nederlandse versie van de Belgische délégué binnen. Die keek hoofdschuddend naar mijn sok en zei: ‘Dat gaan we niet doen.’ En hij gaf mij prompt een nieuw exemplaar. We moesten er kraaknet uitzien bij elke verplaatsing. Wij waren ook de eerste jeugdspelers die van kledingsponsor Adidas zo’n trolley kregen die we moesten voortrollen. Gedaan met het sleuren van onze voetbaltassen.’

OVERLEVEN

Vertonghen en co zien in eerste instantie zwarte sneeuw. Ze kijken raar op van die Amsterdamse pretentie. Op De Toekomst missen ze ook de Vlaamse gemoedelijkheid. Zo is het not done om bij het binnenwandelen van de kleedkamer iedereen de hand te schudden. Trainers staan ook mijlenver boven de groep, terwijl de Belgen het gewend zijn om eens geknuffeld te worden of te dollen met de coach.

De Belgen worden wel geapprecieerd. Ze worden gezien als slimme, rustige en coachbare jongens die heel dankbaar zijn dat ze een kans krijgen bij Ajax. Ze vallen nauwelijks op, ook niet binnen de krijtlijnen. ‘Ik zag best wel veel jeugdwedstrijden van Ajax, maar Thomas Vermaelen blonk zelden uit’, vertelt Jan-Willem Telkamp, die als gastpapa optrad voor Ajax-Belgen Stanley Aborah, Gideon de Graaf en Dieter Reynaert en elk weekend op De Toekomst toefde. ‘Na het seizoen organiseerden we altijd een wedstrijd tussen gastouders en -zonen. Achteraf bekeek ik de filmpjes die we hadden gemaakt en vaak dacht ik: ach ja, Thomas heeft ook meegedaan. Pas na zijn uitleenbeurt aan RKC vond ik hem iets speciaals hebben. Hij werd brutaler in zijn interventies en begon echt gebruik te maken van zijn geweldige kopkracht.’

Op Ajax worden de drie toekomstige Rode Duivels niet meteen beschouwd als typische Ajaxspelers. Vooral hun atletisch vermogen en power maken indruk op de Ajacieden. ‘Toen ik net bij Ajax aankwam, hoorde ik dat de scouts op zoek waren naar grote, sterke jongens’, aldus Aborah. ‘Techniek en balvaardigheid waren op dat moment niet de belangrijkste selectiecriteria. Van dat soort speler had de club er al genoeg. Door jongens als Toby, Thomas en Jan te halen kon het een mankement opvullen. Het gebrek aan gestalte was vooral schrijnend als we tegen Utrecht moesten voetballen. Utrecht was onze angstgegner, we verloren dikwijls van hen. Ze teerden op grote jongens en gooiden de beuk erin. Als er geknokt moest worden, waren wij de kluts kwijt.’

De Belgen hebben snel door dat er maar een wet geldt op Ajax: die van de sterkste. De survival of the fittest, zeg maar. Ongeacht je lengte of fysieke capaciteiten. De doorstroming naar Ajax 1 is de hoeksteen van de club, de concurrentie tussen de groeibriljantjes aanzwengelen is een vehikel om dat doel te bereiken. Per seizoen moeten er gemiddeld 2,5 eigen opgeleide spelers de stap maken naar de ArenA. Voor Gideon de Graaf, een Nederlander die als peuter naar Kapellen verhuisde, lag de Amsterdamse voetbaltempel net niet binnen handbereik. Van 2002 tot 2006 maakte hij deel uit van een superlichting met Evander Sno, Robbert Schilder, Ryan Babel en Urby Emanuelson, maar hij was een van de weinigen die het eerste elftal van Ajax niet haalde.

De Graaf: ‘Ik had de keuze tussen Ajax, Feyenoord en Anderlecht. Ik verafgoodde Ajax en dus was de keuze snel gemaakt. Het bleek niet de beste optie. Vriendschappen onder de spelers bestonden haast niet, je zat constant in overlevingsmodus. Op mijn 15e was ik daar niet klaar voor. Ik had nog nooit weerstand ondervonden, tot dan was ik altijd de beste in mijn leeftijdscategorie. De trainers waren nooit tevreden: het moest altijd beter. Trapte je de bal in de linkerkruising, dan kreeg je achteraf de opmerking dat je ook in de rechterkruising had kunnen trappen. Die benadering heeft veel talenten kapotgemaakt. In mijn ogen behoorden Alderweireld, Vertonghen en Vermaelen zeker niet tot de grootste talenten, maar het waren wel jongens met een groot doorzettingsvermogen. Op Ajax blijven uiteindelijk enkel de spelers over met de grootste mentale weerbaarheid. Zij sprongen over de hordes, anderen – zoals ik – bleven hangen.’

Aborah haalt een bijkomend argument aan dat kan verklaren waarom hij het niet haalde. ‘Als je je mond hield, waren je kansen om te slagen groter. De trainers hielden niet van jongens die constant met hen in discussie gingen. Vertonghen paste in dat plaatje van brave jongen. Al had ik bij Vertonghen altijd het gevoel dat hij het zou redden. Bij Ajax of een andere club uit de Eredivisie. Technisch was het iets minder bij hem, het zag er net iets logger uit dan bij de rest, maar hij voetbalde goed mee en hij had het perfecte traject doorlopen. Ik maakte het ook andersom mee. Van Filipe Luís – nu sterkhouder op de linksachter bij Atlético Madrid – vroeg ik mij af wat hij bij Jong Ajax te zoeken had. Maar dat bleek gewoon een topper te zijn.’

BLONDE AJAXVROUWEN

Vanuit De Toekomst is het een kleine tien minuten rijden naar de Bijlmermeer, een multicultureel stadsdeel in Amsterdam-Zuidoost, waar de Ajax-Belgen schoollopen. De Open Scholengemeenschap Bijlmer (OSB), dit jaar uitgeroepen tot sportiefste school van Nederland, is een perfecte afspiegeling van de bevolkingssamenstelling in de buurt. Zeventig procent van de leerlingen heeft een getaande huid, het zijn vooral nazaten van Pakistaanse, Ghanese, Surinaamse en Antilliaanse inwijkelingen. Zelfs voor Aborah, die Ghanese roots heeft, is het even schrikken wanneer hij aan de schoolpoort wordt gedropt. ‘Het eerste wat bij mij opkwam was: wat is dit hier? Ik ben zelf zwart, maar ik had nog nooit zoveel donkere kinderen bij elkaar gezien op dezelfde school. De eerste schooldag moest ik voor de klas staan en mij netjes voorstellen. Heel die klas ging er aan van het lachen toen ze mijn Vlaams accent hoorden, de Surinamers en Afrikanen voorop. Ze hadden al eens Vlaams gehoord, maar niet uit de mond van een zwarte jongen. Dat vonden ze héél raar. Van die Surinamers pikten we wel enkele woorden op. Zoals faya. Als je een bruggetje incasseerde, zei iedereen: je bent faya, man. Dat betekende: je bent genekt. Dat soort straattaal hoorde er gewoon bij. Vermaelen was daar zeer bedreven in.’

Ook Vertonghen vindt vrij snel zijn draai op school. ‘In bepaalde media werd Jan geportretteerd als de ideale schoonzoon, maar dat was hij echt niet’, lacht Arjen Huisman, geschiedenisleraar van Alderweireld en Vertonghen op de OSB. ‘Geestig en bijdehands, dat was hij wel. Hij wachtte zijn kans af om iets te zeggen en er werd dan effectief naar hem geluisterd. Jan had ook een brede interessesfeer. Om de zoveel tijd gingen we met de leerlingen naar de bioscoop om een artistieke film te bekijken en Jan was dan dikwijls van de partij. Een keer heb ik een aanvaring met hem gehad. Ik heb mij toen kwaad moeten maken omdat hij met zijn horloge nonchalant tegen een metalen kast tikte. Elk ander kind in de klas zou mijn opmerking hebben weggelachen, maar Jan was ondersteboven van mijn reactie. Hij besefte toen: nu ben ik te ver gegaan. Dat was zijn Vlaams kantje.’

Zijn toekomstige vrouw Sophie zit bij hem in de klas. ‘Hij is gaan lopen met het leukste meisje van de klas. Ze was zelfs de gangmaker van de hele bende’, meent Huisman. ‘Toen ze iets kregen, dacht ik wel: dit is een aparte combinatie. Alle Ajaxjuffertjes waren namelijk blond of geblondeerd en zij had donkerbruin haar. (grijnst) Tijdens een schoolreünie zei Sophie spontaan: daar zit ik dan tussen die blonde Ajaxvrouwen. Maar ze heeft hem niet gekozen voor het voetbal. Zij heeft meer iets met theater en toneel dan met voetbal.’

Alderweireld is de enige van het drietal die maar niet kan aarden in zijn nieuwe leeromgeving. ‘De Belgische jongens hadden in het begin moeite met de losse aanpak op school’, weet Huisman. ‘We werken hier met tafelgroepjes. Zij kwamen uit een systeem met tafels in de typische busopstelling, waar je de leerkracht enkel mag aanspreken om een vraag te stellen. Hier is het de normaalste zaak dat leerlingen het debat met ons aangaan, vaak worden we zelfs brutaal aangesproken. Daar zijn de Belgen zeer hard van geschrokken, vooral Toby dan. De Nederlandse mentaliteit lag hem niet.’

Als mentor van Toby moest Huisman de persoonlijke ontwikkeling van de Ajaxverdediger in de gaten houden. Hij zag dat er iets scheelde. ‘Zijn ouders moesten hem echt aansporen om in Amsterdam te blijven. Via zijn gastgezin kwam ik te weten dat hij zich het eerste half jaar altijd terugtrok in zijn kamer om te sms’en naar het thuisfront. Na een tijdje kwam hij toch los. Om erbij te horen begon hij zelfs een diamanten oorbel te dragen. Maar hij maakte vooral indruk op mij tijdens een schoolkamp. De jongens waren slechtgezind omdat ze om één uur naar bed moesten en ze lieten hun ongenoegen blijken door om de zoveel tijd een voetbaltoeter te laten afgaan. Drie keer heb ik op hen proberen in te praten, maar dat getoeter bleef maar aanhouden. Toen heb ik mij echt boos gemaakt en ik heb een leerling iets te hard aangepakt. We hebben dat toen in groep openlijk besproken en wanneer iedereen weg was, is Toby nog even bij mij blijven zitten. Hij zei: ‘Ik begrijp wat u gedaan heeft, maar in België was het nooit zo ver gekomen. Bij ons zou de leerkracht meteen de toeter hebben afgenomen. In Nederland blijven jullie maar praten en onderhandelen.’ Ik ben blij dat Toby het voor mij heeft opgenomen. Ik heb hem dat nooit persoonlijk kunnen zeggen.’

MACARONI MET GEHAKTSAUS

Wie als jeugdspeler bij Ajax wil slagen, moet niet alleen over een stel goede benen beschikken en een olifantenvel hebben, maar heeft vooral nood aan een gastgezin dat een zekere voeling heeft met voetbal. Bij De Graaf was dat niet altijd het geval. ‘Ons dagprogramma lag bij voorbaat vast: naar school gaan, om 14 uur werden we opgepikt door het busje om naar De Toekomst te rijden, trainen, studeren, opnieuw trainen en we werden na 9 uur thuis afgezet. We hadden nauwelijks tijd voor een sociaal leven. Als je dan niet in een warm nest terechtkomt, kan de heimwee snel toeslaan.’

Ook voor Vermaelen loopt het aanvankelijk niet zoals gepland. Hij loopt een blauwtje op bij zijn eerste gastgezin, waar hij samen met Dieter Reynaert opgevangen wordt. De twee Belgen ergeren zich aan de vele regeltjes: de hoeveelheid cola die ze drinken wordt nauwlettend bijgehouden, ze moeten de hond uitlaten en ze worden tegen hun zin meegesleurd naar verjaardagsfeestjes van wildvreemden. Bij de familie van Noortje Vesters in Amstelveen komt Vermaelen helemaal tot rust. Hij komt er door een samenloop van omstandigheden terecht. De drie zonen zijn dan al het huis uit en na het vertrek van Steven Pienaar wil het gezin de samenwerking met Ajax stopzetten. Op aanraden van Pienaar, die Thomas beschrijft als een goede voetballer, veranderen ze alsnog van mening. Maar het had niet veel gescheeld of Thomas was ook bij Telkamp beland. ‘Toen Dieter en Thomas op zoek moesten naar een nieuw gastgezin werd ik door Ajax gecontacteerd. Ik zei: geef mij maar de jongste. En dat was Dieter. Ik had een zoon van 15 jaar en ik vond het beter om een leeftijdsgenoot in huis te halen. Wist ik veel dat Dieter een doelman was. Ik had niets met doelmannen! In mijn jonge jaren was ik zelf geen onaardige voetballer en ik was net als Thomas een linkspoot. Had ik het geweten, dan zou ik voor Thomas gekozen hebben. (grijnst) Toch heb ik Thomas beter leren kennen, want hij kwam regelmatig naar hier om Dieter te bezoeken.’

Met De Graaf, Aborah en Reynaert kreeg Telkamp, inmiddels begeleider van de U10 bij Ajax, toch een pak Belgen over de vloer. ‘Over mijn kookkunsten hebben de jongens nooit te klagen gehad. Ik maakte rijst, kip en pasta klaar, maar ze waren vooral gek op mijn macaroni met gehaktsaus. Nog altijd trouwens. Thulani Serero, die in het eerste van Ajax zit, komt gegarandeerd een bakje halen als ik hem via WhatsApp zeg dat ik macaroni heb gemaakt.’

DOOR ALAIN ELIASY IN AMSTERDAM – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Op Ajax blijven uiteindelijk enkel de spelers over met de grootste mentale weerbaarheid.’ GIDEON DE GRAAF

‘Om erbij te horen begon Toby zelfs een diamanten oorbel te dragen.’ ARJEN HUISMAN

‘De trainers hielden niet van jongens die constant met hen in discussie gingen. Vertonghen paste in dat plaatje van brave jongen.’ STANLEY ABORAH

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content