‘Ancelotti wou me bij Bayern’

© BELGAIMAGE - OLLI GEIBEL

Het is gebeurd! Tianjin is dé revelatie van de Chinese competitie. Wij ontmoetten in het verre oosten hun Belgische spelmaker, die zich amuseert en zich geen bal aantrekt van wat anderen zeggen. ‘Mijn moeder en zussen werden beledigd omdat ik zogezegd alleen aan geld zou denken, stel je voor!’

‘Ik wist dat mijn transfer ophef zou veroorzaken in België. Vanwege het salaris, de exotische bestemming. En het was ook van dat. Maar geen erg, ik kan daarmee omgaan. En ik kan iedereen verzekeren: het gaat hier super met mij.’

Axel Witsel zit echt aan het andere eind van de wereld. In een andere wereld ook. Naar hem reizen, in Tianjin, dat is … hoe zullen we het omschrijven? Parijs-Peking is een vlucht van een tiental uren en het is amusant om het kromme traject van de Boeing even te bekijken. We vliegen over Berlijn, Kopenhagen, Tallinn, Sint-Petersburg – dat is nog bekend. Dan passeren we Novosibirsk en Krasnojarsk in Siberië. Vervolgens Oelan-Bator, de hoofdstad van Mongolië. Iets minder toeristisch.

Dan volgt de schok. De thermische schok. Het is zes uur ’s ochtends lokale tijd wanneer het vliegtuig landt in Peking. Dan is het er al zwoel. Ongeveer dertig graden en een XXL-vochtigheid. Dat zal een constante zijn tijdens heel ons verblijf. Blijkbaar hebben zelfs de Pekinezen last van de hitte, want het is er warmer dan normaal het geval is eind juni. En die Pekinezen zijn met velen. Groot-Peking telt ongeveer 22 miljoen inwoners. Sjanghai doet nog beter: 24 miljoen. Het is een land waar alles groter is. En drukker. En stresserender. De grote Chinese steden slapen nooit. Eén plek kan het leven in Peking perfect illustreren: Beijing South Railway Station. De stations hier hebben de omvang van sommige luchthavens in Europa. Uitgestrekt en wemelend. En dan is er nog die specialiteit waarin de Chinezen vast wereldkampioen zijn: de controle van bagage en paspoorten. Tussen het binnengaan van het station en het op de trein stappen worden we drie keer gescand. Soms met de glimlach. Niet altijd. In de lange wachtrijen komt er ook wrevel en wordt er al eens gevloekt en getierd. Nog dit: in het nummer ‘La salsa dudémon‘ van de Franse eighties-band Grand Orchestre du Splendid komt de tekst voor: ‘Je crache, je rote, rien ne m’arrête‘ (ik spuug, ik boer, niks houdt me tegen). De Chinezen brengen dat op een treffende manier in beeld – of net niet. Axel Witsel zal daar tijdens het interview nog op terugkomen.

‘Ik zou niet kunnen leven in Peking’, vertelt de Luikenaar ons. ‘Onmogelijk. Te veel drukte, te veel lawaai, te veel van alles. Het houdt nooit op daar. Ik ben er onlangs twee dagen als toerist naartoe gegaan met mijn vrouw en onze twee dochtertjes, dat was meer dan genoeg.’ Axel en Rafaella wonen in Tianjin, zowat 120 kilometer van de hoofdstad. Als je dat traject met de auto wilt afleggen, zul je het beklagen, want het wegverkeer is een van de zwarte punten van de Chinese grootsteden. Maar met de hogesnelheidstrein gaat het vlot. Peking-Tianjin is 35 minuten, met een tussenstop in Wuqing. In elke wagon is er een scherm dat de reizigers voortdurend informeert over het uur, de buitentemperatuur, de snelheid… (10.35 uur, 35 graden Celsius, 298 km/u) Dat ging ooit zelfs nog beter: tussen 2008 en 2011 was deze lijn de snelste ter wereld met pieken tot 350 km/u.

In Europa is Tianjin weinig bekend. Qua inwoners (15 miljoen) is het nochtans de vierde stad in China. Wat direct opvalt, is dat de stad westers aandoet, met architectuur en gebouwen die eerder doen denken aan New York dan aan het China dat je vaak in de reisbrochures ziet.

Axel Witsel heeft ons uitgenodigd bij hem thuis. Hij woont in een appartement van het Ritz Carlton, dat onderverdeeld is in klassieke hotelkamers en wat ruimere flats. We hebben de andere hotels in Tianjin niet gezien, maar we durven wedden dat dit het meest luxueuze is. Wanneer we arriveren, staat ‘dé transfer van de winter’ in de lobby een praatje te maken met zijn ploegmaat Pato – vijf jaar AC Milan, daarna Chelsea en Villarreal, 30 caps met Brazilië en het ex-liefje van de dochter van Silvio Berlusconi. We treffen dus de twee wereldsterren van Tianjin Quanjian, een club die in 2015 nog in derde klasse vertoefde en momenteel bezig is aan haar eerste seizoen in de Chinese Superleague. En daarin doet de club het best goed. Dit interview vindt plaats twee dagen voor de clash van afgelopen zondag tegen Guangzhou Evergrande, de vaandeldrager van het Chinese voetbal, die vanzelfsprekend ook nu weer op kop staat. Tianjin won het spektakelstuk met 4-3 (zie kader). Het staat nu op een mooie vierde plaats, onverhoopt voor een promovendus. We zoeken een tafel in de schaduw en laten Witsel twee uur lang zijn verhaal doen.

Heb je geen moeite gehad om je aan te passen aan de Chinese mentaliteit?

Axel Witsel: ‘De taal was wel een probleem. Er zijn hier maar weinig mensen die Engels spreken. In Peking is het trouwens niet veel beter. Ik wou graag enkele beginselen van de Chinese taal leren, maar dat is niet eenvoudig… Daarom ook dat ik ervoor gekozen heb om in dit complex te verblijven. Stel je voor dat ik in een huis woon en post en facturen in het Chinees krijg: hoe zou ik daarmee moeten omgaan? Hier kun je voortdurend een beroep doen op personeel dat vlot Engels spreekt. Vandaar dat ook Pato, een Koreaanse international en heel de technische staf besloten hebben om hier te wonen. Fabio Cannavaro is mijn buurman, er zijn ook twee assistenten, de fysiekcoach en de kee-perstrainer.

‘Voor de rest heb ik gemakkelijk kunnen wennen aan de Chinese mentaliteit. De mensen zijn goedlachs en hartelijk, meer dan de Russen. Oké, soms missen ze wat terughoudendheid… Wanneer een voetbalfan zin heeft om op de foto te gaan met jou, dan vraagt hij niet wat jij daarvan vindt, hij pakt je bij de arm en je hebt weinig keuze. Maar ze doen niet gemeen. Het zijn trouwens niet alleen voetbalfans die foto’s willen. Zodra je geen Aziaat bent, trek je hun aandacht en is er een zekere bewondering en fascinatie. Het is al gebeurd dat oudere mensen een foto met mij wilden en ze wisten niet eens dat ik een voetballer was. Mijn vrouw heeft hetzelfde voor wanneer ze de deur uitgaat. Belgische vrienden die me kwamen opzoeken: idem.

‘Afgezien daarvan, wat me verbaast is dat ze constant boertjes laten. Ze boeren zoals we in Europa goeiedag zeggen. Dat gaat heel natuurlijk, ze doen dat al van kleins af. De eerste keer dat ik dat zag, waren we op stage. Het was een ploegmaat die zich eens goed liet gaan. Ik lag dubbel!’

En de luchtvervuiling? Blijkbaar heb je je daarover geïnformeerd voor je het aanbod van Tianjin aannam?

Witsel: ‘Dat is zo. Dat was een van mijn voornaamste bezorgdheden. Het eerste waar je aan denkt wanneer China ter sprake komt, is toch de enorme luchtvervuiling. Ik heb erover gesproken met Cannavaro. Hij zei me dat het vooral erg was tijdens de wintermaanden. De grote oorzaak is de steenkool. Veel Chinezen gebruiken dat nog om hun huis te verwarmen. Maar in die periode zijn we hier niet. De competitie begint in maart en daarvoor doen we stages op andere plaatsen. De rest van het jaar valt het nog wel mee. Tot nu toe heb ik maar één moeilijke dag meegemaakt, toen moest je thuisblijven. Zie je die boom op de binnenplaats? Wel, toen zag je die bijna niet meer. Het is als een mist die valt, op korte tijd. We kwamen terug van een match op verplaatsing en toen we landden, was er een beetje mist op de luchthaven. Ik raadpleegde mijn app met het weerbericht en daar zag ik dat men gewoon mist aankondigde. Van luchtvervuiling spreekt men hier niet. We trainden meteen bij onze aankomst in Tianjin en van uur tot uur werd het erger. Toen ik hier terugkeerde, zag alles bruin!’

Wie de deur uitgaat, draagt dan een mondmasker?

Witsel: ‘Dat is een courant gebruiksvoorwerp hier. Ik heb er enkele in mijn appartement liggen. Veel Chinezen wachten ook niet tot er smog hangt om dat mondmasker op te zetten. Als je naar de luchthaven van Frankfurt of Zaventem gaat, dan zie je er ook. Ze beschermen zich zo ook tegen bacteriën.’

Het Chinese Real Madrid

Ik las in een reisgids: ‘Wind je nooit op tegenover een Chinees. Je bruuskeert hem en je krijgt niks meer van hem gedaan. Voor een Chinees is kalmte synoniem van beleefdheid.’ Kun je dat bevestigen?

Witsel: ‘Je moet je misschien niet opwinden, maar je moet toch tonen dat je er bent. Als ze je in een rij willen voorbijsteken, dan hou je hen tegen met je arm. Als er in Europa een rij staat, dan schuift iedereen aan om zijn beurt af te wachten. In China ben je daar nooit zeker van. Maar dat is niet uit kwaadaardigheid, ze zijn zo opgevoed. Voor de rest heb ik nooit agressiviteit gezien hier. Niet op straat en niet in de stadions.’

Wat voor een publiek is het?

Witsel: ‘Ze zorgen best wel voor wat sfeer. Wanneer we thuis winnen, gaan we naar de tribune van de ultra’s. Er zijn trommels, er wordt gezongen, heel tof allemaal. Ze zijn vuriger dan de fans van Zenit bijvoorbeeld. Nochtans is dat niet zo evident, want we hebben een speciaal stadion. Er zijn geen toeschouwers achter de goals, alleen langs de zijkanten. En er ligt een atletiekpiste, zoals in de meeste stadions in China.’

Jullie stadion is het kleinste van de Superleague. De voorzitter heeft plannen voor een – véél – groter stadion.

Witsel: ‘Ja, we hebben maar 30.000 plaatsen en die zijn vaak uitverkocht. Voor het nieuwe stadion zijn ze bezig met de formaliteiten, binnenkort zouden de werken moeten starten. De voorzitter heeft een hotel gekocht met een golfbaan, ons trainingscentrum is daar. Het stadion zal gebouwd worden op dezelfde site. Maar ik droom er niet van om in een reusachtig stadion te spelen. Onlangs speelden we op verplaatsing in een stadion van 70.000 plaatsen waar er misschien 25.000 man zat. Dat is niet zo fijn. In Sjanghai, Guangzhou en Peking heb je veel volk, maar elders is dat niet altijd het geval.’

Als we de redenering van je voorzitter volgen, dan zal Tianjin snel aan de top staan.

Witsel: ‘We zijn nog een kleintje in het Chinese voetbal, maar we hebben wel al wat respect verworven gezien onze resultaten. In het begin van de competitie voelde ik niet het respect dat we nu krijgen. Omdat we uit de tweede klasse kwamen, verwachtte iedereen dat we voor het behoud zouden strijden, niks meer. We hebben een zeer ambitieuze voorzitter, dat is duidelijk. Hij zou graag willen dat we volgend jaar al Champions League speelden. De eerste drie zijn gekwalificeerd. We staan niet zo ver achter de derde, maar op het podium eindigen gaat toch moeilijk worden. De eerste drie van het huidige klassement zijn Guangzhou Evergrande, de ploeg van Luiz Felipe Scolari en Paulinho, Shanghai SIPG, die van André Villas-Boas en Hulk, en Hebei, die van Manuel Pellegrini en Ezequiel Lavezzi… Eigenlijk is de snelste manier om ons te kwalificeren de beker winnen, die ook recht geeft op een ticket voor de Champions League. De snelste, maar wel niet de simpelste, want we spelen tegen Shanghai SIPG en als we winnen tegen Guangzhou Evergrande… Een zwaardere loting was niet mogelijk geweest. Daar hebben we geen chance gehad.’

Guangzhou Evergrande, dat is de absolute nummer één…

Witsel: ‘Inderdaad. Die club is voor het Chinese voetbal wat Real Madrid is voor het Spaanse. Ze zijn de voorbije zes jaar kampioen geworden en hebben de laatste vier jaar twee keer de Aziatische Champions League gewonnen. Ze hebben buitenlandse spelers van heel hoog niveau, maar het is niet zozeer daardoor dat ze superieur zijn. Goeie buitenlanders heb je namelijk overal. Hun sterkte is dat ook de beste Chinezen daar spelen.’

Vind je het normaal dat de Chinese internationals niet naar het buitenland trekken?

Witsel: ‘Natuurlijk is dat normaal. Ze verdienen hier zeer goed hun brood en ze wonen dicht bij hun familie en hun vrienden, dus zie ik niet in waarom ze hun land zouden verlaten. Idem voor de Russen. Als men mij hetzelfde salaris zou betalen bij Standard, dan speelde ik nu bij Standard.’ (lacht)

Tactiek ontbreekt

Hoe communiceer je met je Chinese ploegmaats?

Witsel: ‘Dat is nogal speciaal… We hebben vier vertalers die altijd bij ons zijn. In de kleedkamer, op het oefenveld, aan tafel, in de trein, op de bus. De coach heeft een tolk die het Italiaans machtig is, er is er ook een voor het Engels, een voor het Koreaans en een voor het Portugees.’

De redenering van de Chinese voetbalbond is nochtans moeilijk te begrijpen. Men doet er alles aan opdat de clubs internationale vedetten zouden halen terwijl ze zeggen dat het doel is dat de Chinese nationale ploeg erop zou vooruitgaan. Waar zit de logica?

Witsel: ‘Buitenlandse spelers halen is belangrijk om het niveau van de competitie te verhogen. Dat is alleen maar in het voordeel van de Chinese voetballers uit de Superleague. Nu, ik vind dat je vooral in de jeugd moet investeren. Kijk naar het aantal toptrainers hier, dat is enorm. Er zijn bijna evenveel vedetten onder de coaches dan onder de spelers: Fabio Cannavaro, Luiz Felipe Scolari, Manuel Pellegrini, André Villas-Boas, Felix Magath, Dragan Stojkovic, Gustavo Poyet, enzovoort. En sinds enkele weken is er ook Fabio Capello. Welke andere competitie heeft zoveel grote namen op de bank zitten? Maar je hebt ook topkwaliteit nodig voor de jeugd, om een boost te geven aan de opleiding en de beste Chinese voetballers van morgen voor te bereiden. In België heb je bijna elk jaar een goeie jongere die doorbreekt. Een Youri Tielemans of Leander Dendoncker. Daar moet je in investeren omwille van de toekomst van China. Ze moeten daar Europese trainers met goeie diploma’s voor aantrekken.’

Wat is de competitie waard in vergelijking met Rusland?

Witsel: ‘Ik zie geen grote verschillen. Tactisch zijn de Russen beter. Een echte tactische opleiding ontbreekt hier nog. Wij werken daaraan met Cannavaro, we hebben een van de meest compacte en best georganiseerde elftallen. Maar op fysiek vlak is het hier tiptop. Daar werkt Cannavaro hard op. Toen hij hier aankwam, wist hij niet wat hij zag, vertelde hij me. Hij had niet de indruk dat hij met voetballers te maken had. Ondertussen heeft hij de zaken wel op punt gesteld.’

Aziatische Champions League

Sinds je prof werd, heb je altijd in een ploeg gespeeld die kampioen kon worden: Standard, Benfica, Zenit. Je weet dat zoiets met Tianjin onmogelijk is. Mis je dan niet een bepaalde kick?

Witsel: ‘Ik ben nochtans verrast door de plaats die we momenteel bekleden in het klassement. Oké, ik weet natuurlijk ook wel dat we dit jaar de titel niet gaan pakken, maar vanaf volgend seizoen mikt Tianjin op de top drie.’

Je speelt ook geen Champions League zoals met je vorige clubs.

Witsel: ‘Ik kan in de toekomst de Aziatische Champions League spelen. Ik ken dat niveau nog niet zo goed, ik weet niet wat die waard is in vergelijking met de Europese Champions League, maar voor de spelers hier is die in elk geval aantrekkelijk. Onze Koreaanse international heeft die gewonnen toen hij in de Emiraten speelde bij Al-Ahli. Tegen Guangzhou trouwens. Hij spreekt er soms met mij over, hij vertelt dat ze ook de hymne spelen wanneer de ploegen op het terrein komen en dat je daar kippenvel van krijgt. Ik wil dat zo snel mogelijk eens meemaken.’

We hadden je transfer beter kunnen begrijpen als je getekend had voor de beste club, Guangzhou, of voor een club uit Sjanghai, dan voor een promovendus.

Witsel: ‘Dat had ook gekund. Net na het EK heb ik contact gehad met Shanghai SIPG, de club van Villas-Boas. Om een aantal redenen is dat niet doorgegaan. Nadien heeft Cannavaro me gecontacteerd en heb ik besloten om naar hier te komen.’

Heeft Pato je verteld waarom hij naar hier gekomen is?

Witsel: ‘Hij heeft me gezegd dat ook hij een aanbod gekregen heeft dat hij niet kon weigeren. Het is zo dat er in bijna elke ploeg Brazilianen spelen. Een andere constante is dat de buitenlanders bijna allemaal aanvallende spelers zijn. Een Chinese club maakt weinig kans om bijvoorbeeld een centrale verdediger in Europa te halen. In de meeste clubs zijn de spitsen en de middenvelders de buitenlanders in de kern.’

Cannavaro zegt dat hij van jou weer de speler wil maken die je bij Standard was, een echte box-to-box.

Witsel: ‘Ja, ik heb een beetje dezelfde rol als bij Zenit, nog iets offensiever zelfs. Ik krijg meer vrijheid, ik ben bijna een nummer 10. Ik ben geen Kevin De Bruyne, want ik heb andere opdrachten, maar ik speel wel anders dan bij de nationale ploeg.’

een bommetje gooien

Is de Chinese competitie niet een enorme bubbel die op een bepaald moment dreigt te barsten? De dag dat de grote investeerders er genoeg van hebben, loopt het slecht af. Er is geen basis, het lijkt allemaal zo kunstmatig.

Witsel: ‘We zullen wel zien. Misschien is het gedaan over twee, drie, vier jaar. Er was ook zo’n hausse in Rusland. Ze begonnen flink te investeren en dan opeens hielden ze ermee op. Herinner jij je nog mijn transfer van Benfica naar Zenit? Hetzelfde weekend kochten ze ook Hulk. Een weekend van 100 miljoen euro. Sindsdien hebben we zulke transacties niet meer gezien in Rusland.’

Telkens men over jou praat, telkens men je vragen stelt over wanneer je terugkeert naar België voor de Rode Duivels, komt je salaris ter sprake. Word je dat niet beu?

Witsel: ‘Ik heb daar geen probleem mee. Het financiële aspect was belangrijk bij mijn keuze, dat heb ik al vaak gezegd en daar blijf ik bij. Ik heb wel mijn levensstijl niet veranderd, ook al verdien ik tien keer meer dan vroeger, ook dat lijkt me belangrijk. En er speelden nog andere factoren mee. Dat men ervan denkt wat men wil, maar het sportieve interesseert me ook. Voor hetzelfde salaris zou ik bijvoorbeeld nooit in Qatar of Saudi-Arabië getekend hebben. Toen ik het aanbod kreeg van Tianjin, zag ik dat veel grote spelers de stap waagden. Ik heb met Hulk gepraat en hij vertelde me veel goeds over de Chinese competitie. En wanneer je de eerste keuze bent van een coach als Cannavaro, dan helpt dat ook. Voor mijn komst heeft men hem Marouane Fellaini, Radamel Falcao en Wayne Rooney aangeboden, maar hij zei: ‘Mijn prioriteit is Axel.’ Hij heeft me ook gezegd dat hij geen dertigers wilde aantrekken die hier gewoon hun zakken komen vullen.’

Zal het geen gemis blijven als je nooit voor een Europese topclub hebt gespeeld? Nooit in Duitsland, Engeland of Spanje? Portugal en Rusland, dat is mooi, maar het is niet hetzelfde niveau.

Witsel: ‘Dat is nu precies wat veel mensen niet begrijpen! Iedereen denkt dat het hier een vergeetput is. Ik ga je een voorbeeld geven, een primeur! Twee weken geleden belde Carlo Ancelotti naar Fabio Cannavaro om te vragen of hij me mocht contacteren. Hij wilde me bij Bayern. Dat is het bewijs dat je in het Europese topvoetbal niet vergeten wordt omdat je in China voetbalt.’

Bayern zowaar…

Witsel: ‘Ja, Bayern! Maar Cannavaro heeft Ancelotti geantwoord dat hij me nodig had. Ik moet daar rekening mee houden, hij is degene die me naar hier heeft gehaald.’

En als Cannavaro groen licht had gegeven om te onderhandelen?

Witsel: ‘Bayern blijft toch altijd Bayern… Ik kon naar Juventus, maar Bayern, dat is nog een trapje hoger. Nu goed, ik wilde gewoon aantonen dat men mij nog niet vergeten is…’

Heb je er een idee van – aangezien je zelf niet in België was – welke weerklank jouw transfer heeft gehad? Het was op alle tv-journaals. Dat was misschien zelfs niet het geval geweest als je in Engeland of Duitsland had getekend, zelfs bij een topclub. Mensen die het voetbal niet volgen en je voordien niet kenden, weten nu wie je bent. Allemaal omdat het China is en vanwege je fameuze salaris.

Witsel: ‘Ik wist dat wel. Ik was er zeker van dat het een bommetje zou zijn. Ik zeg niet een staatsgreep, maar toch iets ophefmakends. En zo is het ook gegaan. Ik wist dat erover zou gediscussieerd worden. Maar ik was erop voorbereid, dus kon ik daar goed mee omgaan. Voor mijn moeder en mijn zussen was het lastiger. Ze kregen opmerkingen te horen, zelfs beledigingen. Men zei hen bijvoorbeeld: ‘Axel denkt alleen maar aan geld.’ Dat is moeilijker voor hen dan voor mij. Ik ga uit van het principe: als men over je praat, of het nu goed is of kwaad, wil dat zeggen dat je belangrijk blijft. Ik ben nooit iemand geweest die zich veel aantrekt van wat de mensen zeggen. Ik heb een dikke huid. Mijn vader ook.’

Je kwam meer in de media dan Fellaini toen die naar Manchester United ging!

Witsel: ‘Ja, ik zeg het: het is niet slecht om af en toe eens een bommetje te droppen…’

DOOR PIERRE DANVOYE IN TIANJIN – FOTO’S BELGAIMAGE – OLLI GEIBEL

‘Toen Cannavaro hier aankwam, wist hij niet wat hij zag. Hij had niet de indruk dat hij met voetballers te maken had.’ Axel Witsel

‘Misschien is het over twee, drie, vier jaar hier gedaan met de investeringen. Er was ook ooit zo’n hausse in Rusland.’ Axel Witsel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content