Zou het, nu het vertrek van Wouter Vrancken en Mbark Boussoufa bij AA Gent anderen ruimte geeft, niet eens het seizoen van Davy De Beule kunnen worden ?

1 Je hebt een goede voorbereiding achter de rug. Heb je je voorgenomen de leemte die het vertrek van Wouter Vrancken en Mbark Boussoufa laat, op te vullen ?

Davy De Beule : “Niet per se, dat zal vooral de ploeg als geheel moeten doen. Maar na een vrij lange, moeilijke periode ben ik er wel weer wat aan het doorkomen. Ik ben ook heel vroeg begonnen met de voorbereiding om genoeg volume te hebben en er sneller te staan. Het was voor mij al een tijdje geleden dat ik nog eens een goeie voorbereiding kon meemaken. Ik ben eigenlijk blijven trainen én rusten, want dat is ook belangrijk.”

2 Omdat de kern nog niet compleet was, werd er in de voorbereiding met je geschoven tussen een positie centraal of op de rechterflank. Waar speel je het liefste ?

“Ik speel het liefst centraal, maar met twee verdedigende middenvelders achter mij. Bij Lokeren stond ik zo ook achter een diepe spits. Je kan je aanvallend uitleven, wat je op rechts natuurlijk ook heel goed kan, maar centraal ben je toch wat vrijer, word je minder begrensd door de lijn. Maar het heeft natuurlijk allemaal te maken met evenwicht in de ploeg. Ik denk dat we in de competitie meestal een 4-4-2 zullen spelen, maar misschien dat de trainer op sommige momenten voor een 4-5-1 of een 4-3-3 kiest, zoals in de Intertoto tegen Zürich. Uit en thuis in de eerste helft heb ik tegen hen centraal gespeeld met Pavlovic en Azofeifa achter mij. Maar vanaf de rechterkant kan ik ook zwerven, dat heb ik iets meer dan Grégoire, die op links van nature liever langs de lijn blijft. Leekens laat mij daar vrij in, zolang ik bij balverlies maar terug in de organisatie kan komen.”

3 Achter jou, rechts achteraan, kan Georges Leekens kiezen uit Sandy Martens en Djordje Svetlicic. Wat is het verschil ?

“Wie achter mij staat, moet vooral met verdedigen en de organisatie bezig zijn en daarin zal het niet veel verschil maken wie van de twee daar staat, zolang ze hun verdedigende taken goed doen. En Svetlicic is een goeie verdediger. Maar Sandy heeft vorig jaar bewezen dat hij dat ook kan ( grijnst).”

4 Hoe complementair zijn Dominic Foley en Marcin Zewlakow ?

“Ze zijn misschien wat hetzelfde type : niet de allersnelsten en twee spelers die de bal graag in de voeten krijgen. Maar ik geloof erin want ze zijn beiden slim genoeg om zich vrij te lopen en in functie van elkaar en de ploeg te spelen. Eentje die zich terug laat zakken en eentje die diep blijft staan. Dat automatisme zit er al wat in. We moeten dus niet zomaar in de diepte spelen, maar de ploeg moet als geheel draaien. Foley is ook een targetspits, iemand die de bal kan bijhouden en middenvelders laat bijsluiten. En Zewlakow staat zeker niet boven de groep en doet wat het beste is voor het team.”

5 Vorig seizoen lag voor Georges Leekens onder andere de Intertotowedstrijd tegen Valencia aan de basis van jullie mindere heenronde. Spelers hadden zich, ondanks de uitschakeling, door die goede wedstrijden te gemakzuchtig getoond in de competitie, vond hij. Hoe ligt dat na de wedstrijden Grasshoppers Zürich ?

“Iedereen dacht vorig seizoen dat het wel zou lukken, waardoor sommigen in de eerste wedstrijd van de competitie, tegen Zulte Waregem, onderuitgingen. Nu heeft de trainer daar nog eens op gehamerd en benadrukt hoe goed Zürich wel is, om iedereen scherp te stellen. We mogen ook niet vergeten dat Zulte Waregem niet hetzelfde is als Club Brugge nu. Zulte Waregem was toen, op de eerste speeldag, ook nog geen revelatie.”

6 Mbark Boussoufa zag in de komst van Nebosja Pavlovic vorig seizoen een belangrijk keerpunt. Pas dan ging de ploeg vóétballen, zegt hij. Hoe belangrijk is een speler als Pavlovic voor Gent ?

“Als verdedigende middenvelder is hij heel belangrijk : hij loopt gaten dicht, pakt ballen af en speelt de bal dan zo snel mogelijk in de voeten van een van de aanvallende spelers. Hij heeft bovendien gestalte en kan in duels zijn mannetje staan.”

7 Iedereen verwachtte na de uitgaande transfers dat Gent voor het eerst sinds lang winst zou maken en eindelijk eens stevig zou kunnen investeren in inkomende transfers, maar het blijkt ‘uit fair play’ nog altijd een deel van dat bedrag te moeten besteden aan het aflossen van beheersbare schulden. Zorgt dat toch niet voor een zekere teleurstelling in de spelersgroep ?

“Belangrijk is dat we een gezonde club zijn en om op die manier een topclub te worden, moet je soms langzaam groeien. Eens de schulden helemaal afgelost zijn, zal men wel meer beginnen te werken aan het sportieve. Trouwens, Boussoufa kan je toch niet direct vervangen. Het bestuur moet zich daar niet extra pijn voor doen.”

8 AA Gent wil zich profileren als een ethische club, wat inhoudt dat het spelers die zich elders kunnen verbeteren niet zal tegenhouden in een transfer. Reken jij op iets eind dit seizoen ?

“Ik heb geleerd om niet te rekenen. Dat is absoluut iets wat ik geleerd heb, dat je altijd kalm moet blijven. Dus ik probeer gewoon mijn best te doen. Dat klinkt misschien als een cliché, maar ik vind nog altijd dat alles komt op het moment dat het er moet zijn. Dus ik doe mijn job gewoon zo goed mogelijk.”

9 Hoeveel zelfvertrouwen zit er na het vertrek van Boussoufa en Vrancken in de groep ?

“Zelfvertrouwen groeit met gespeelde wedstrijden én resultaten. Vergeet niet wat we vorig seizoen mét Boussoufa en Vrancken voor Nieuwjaar níét goed gespeeld hebben omdat we geen vaste ploeg hadden en erna wél. Het was door ons als ploeg dat Boussoufa kon profiteren en andere spelers zullen nu verantwoordelijkheid nemen en meegroeien. Er zijn ook twee plaatsen vrijgekomen en de nieuwkomers hebben kwaliteiten.”

10 Vorig jaar eindigde AA Gent als vierde, wat uitzonderlijk werd genoemd en voor een groot deel aan Boussoufa werd toegeschreven. Nu wordt een vijfde plaats verwacht, “met een marge naar boven en onder”, aldus de voorzitter. Hoe groot moet die marge zijn ?

“( lacht) Als Gent zijnde móét je naar die plaats mikken. Het is een mooie uitdaging om te tonen dat we het ook zonder Vrancken en Boussoufa kunnen.”

RAOUL DE GROOTE