Met Silvio Proto rekent Anderlecht meer zekerheid in het doel te hebben gehaald. Hoe kan en zal hij die verwachtingen inlossen ?

Afgelopen zaterdag maakte Silvio Proto (22) zijn officieel debuut voor Anderlecht in een oefenpartij tegen Southampton (3-2 verlies). Tegen de Engelse bully’s had de jonge doelman het niet onder de markt : zijn prestatie was niet meteen overtuigend. Een beetje een debuut in mineur dus. Maar Anderlecht is hard voor zijn doelmannen, zo ervoeren zowel Tristan Peersman als Daniel Zitka vorig seizoen. Uiteindelijk was het daardoor derde doelman Jan Van Steenberghe die in doel kwam.

De verwachtingen bij de komst van Proto, kortom, liggen heel hoog. Is hij in staat om die waar te maken ? “Zonder twijfel”, zegt Franky Vercauteren. “Dat we hem aankochten, betekent dat hij voldoet aan onze criteria voor een doelman. Voor mij is de rol van een doelman simpel : hij moet punten pakken. Silvio Proto is snel, explosief, aanwezig in de luchtduels, kan gemakkelijk het spel op gang brengen en bewees al in La Louvière die kwaliteiten. Een doelman leeft niet op een eiland : zijn succes hangt af van de groep. Op het vlak van communicatie verwacht ik geen problemen met hem, hij paste zich eerder ook aan andere situaties aan.”

Proto zal wel moeten leren renderen in een ander type spel. “Bij Anderlecht krijgt een doelman weinig werk, maar de concentratie mag nooit verslappen. Onze verdediging speelt meestal hoog en de doelman moet in staat zijn om te volgen en zijn rechthoek te verlaten.”

J acky Munaron maakt zich weinig zorgen over de mentale en sportieve sterkte van Silvio Proto. “Anderlecht volgt hem al jaren”, aldus Munaron. “Ik had hem vroeger al opgemerkt op een training van jongeren in het Koning Boudewijnstadion. Ondanks zijn vriendelijkheid en zijn kinderkopje was hij toch een leider : hij beval en corrigeerde zijn verdedigers. Hij praatte toen nog geen Nederlands, maar dat weerhield hem er niet van om zich verstaanbaar te maken. Zijn jonge leeftijd is een enorme troef. Ikzelf was 23 toen ik op Anderlecht kwam, ongeveer zoals Silvio nu, maar ik moest toen geduldig wachten achter Nico de Bree en Friedl Koncilia. Silvio heeft al honderd matchen in eerste achter zijn naam, heeft de sfeer in de Uefacup al geproefd, maakte verschillende groepen in La Louvière mee en manifesteerde zich in ondankbare omstandigheden als nieuw nummer één van de Rode Duivels. In Belgrado bewees hij met druk om te kunnen gaan. Belangrijk, want bij Anderlecht is die druk er constant.”

Ook Yves Vanderhaeghe looft de persoonlijkheid van Proto, die hij al kende van bij de nationale ploeg : “Een goede keeper hoeft geen showman te zijn. Hij moet voor efficiëntie en zekerheid zorgen. Silvio Proto staat mentaal sterk. Hij neemt zijn verantwoordelijkheid op en beheerst alle aspecten van het vak. Voor de wedstrijd tegen Servië was Silvio licht geblesseerd, maar hij ging heel sereen om met dat probleem en leverde een prachtprestatie. Dat was niet alleen een déclic, maar een bevestiging dat hij de top aankan. Los daarvan ervoer ik Silvio als een sympathieke jongen, open voor een gesprek en bovendien kent hij al drie vierde van onze verdediging van bij de nationale ploeg : Anthony Vanden Borre, Vincent Kompany en Olivier Deschacht. Hij leest het spel goed en hij kan ver en precies uittrappen, waardoor hij soms als eerste aanvaller kan fungeren.”

Al even lyrisch is Michel Piersoul, die Proto opleidde bij La Louvière. “Anderlecht gaat een fenomeen ontdekken”, verklaart hij onomwonden. “Ik had Silvio graag nog een jaartje langer onder mijn hoede gehad, maar het werk is nu aan Jacky Munaron. Silvio wil constant progressie maken en gaat nooit zweven na een sterke prestatie. Hij is veeleisend voor zichzelf en de groep. Bij La Louvière was hij het vaak die tijdens de rust zijn ploeggenoten wakker schudde. Zijn drang stimuleerde de anderen. Daarnaast beschikt hij uiteraard over de nodige sportieve troeven : overtuigend in de lucht, snelle reflexen, goede plaatsing, goed uitkomen, snelheid van uitvoering, laterale beweging en een uitstekende relance met uittrappen die zeer ver reiken. Niet à la Michel Preud’homme, die de ballen heel hoog trapte, wat gemakkelijker te verdedigen is. Met Silvio hebben we veel geoefend op de Zuid-Amerikaanse manier van uittrappen : op het plat van de handpalm, de bal al in de richting van waar je hem hebben wil en met een soort half vluchtschot lanceren. Zoals in Spanje en Argentinië. De bal zal even ver gaan, maar sneller, preciezer en minder in een boogvorm. Daardoor kan de aanvaller hem makkelijker meenemen, op de borst of in de voeten, en de tegenstander heeft minder tijd om een oplossing te vinden.”

Dat moet een kwaliteit zijn waar vooral de explosieve Mbo Mpenza van gediend moet zijn. Mpenza : “Anderlecht speelt dikwijls op beperkte ruimtes, daarom moeten wij gebruikmaken van elke mogelijkheid op een snelle counter. Als een doelman snel kan denken en precies kan handelen, is dat voor een aanvaller tijd gewonnen. Omdat ik geen grote pivot ben, bevalt de stijl van Silvio Proto mij enorm.” Jacky Munaron valt zijn spits bij. “Een belangrijke troef voor Anderlecht”, zegt de keeperstrainer. “Al zal hij die uittrappen bij ons in een andere context moeten gebruiken. Bij La Louvière kon hij soms inhouden om wat rust te schenken aan zijn verdedigers, bij ons moet het bijna altijd snel gaan. Het ritme ligt hier veel hoger. Dat heeft Silvio ook al mogen merken op training. Op een bepaald moment liep zijn gezicht rood aan, het tempo gaat steeds de hoogte in, dat kost krachten, maar daar mag de precisie van zijn trap niet onder lijden.”

Met zijn 79 kilogram voor 1,84 m is Proto niet het type van Oliver Kahn of Peter Schmeichel, die alleen al door hun verschijning indruk maken. Michel Piersoul, zijn vorige mentor, herinnert zich dat Proto 1,57 seconden nodig had voor een spurt van 10 meter. Daarmee was hij de snelste van de hele La-Louvièrekern. Van nature is Proto rechtsvoetig, maar hij werkte voortdurend aan zijn linker. Terwijl sommige doelmannen eisen van hun verdedigers dat ze op hun goede voet terugspelen, kan Silvio zowel met rechts als links voetballen. Bij La Louvière nam hij zelden risico’s op dat vlak en wanneer het te heet werd, keilde hij de bal zonder aarzelen naar voren. “Ik verwacht dat hij bij Anderlecht makkelijker zal kunnen meevoetballen met zijn verdedigers”, denkt Munaron. “Bij ons zijn die technisch meer onderlegd en kan de doelman makkelijker anticiperen. Silvio heeft alles om het bij ons te maken, maar hij moet blijven werken. Elke dag verder evolueren.”

Munaron geeft het voorbeeld van Friederich Koncilia, in de periode dat hij hem bij Anderlecht meemaakte een monument in Oostenrijk. “Op training was dat wereldklasse, maar in de wedstrijd hebben we dat nooit gezien. Hij werd opgeslorpt door het prestige van de club. Hier wil men winnen en dat loopt in de eerste plaats via de aanvallers. Wanneer er verloren wordt, is de doelman de eerste die men viseert. Dat is oneerlijk, maar het is zo. Een doelpunt maken tegen Anderlecht ís iets voor een tegenstander, daar moet je mee leren leven als doelman. Ook de media jagen je constant op. Koncilia kon daar niet tegen en werd pas weer zichzelf in de Oostenrijkse competitie. Vorig seizoen was het uiteindelijk de meest gesloten persoonlijkheid, Jan Van Steenberghe, die het efficiëntst bleek in doel. Een jaar eerder werd Anderlecht kampioen met Daniel Zitka en Tristan Peersman.”

Dagelijkse druk, verplicht punten pakken, kritiek van de media, zelfs kritiek van de ploegmaats… zoals van Tristan Peersman : Proto zal er rekening mee moeten leren houden. “Van die kritiek van Peersman, daar begrijp ik niets van”, reageert Michel Piersoul. “Maar ik denk niet dat Silvio er veel aandacht aan heeft besteed. Wie is Peersman tegenover Proto ? Daniel Zitka was veel correcter en onthield zich van commentaar. Doelmannen vormen een beetje een aparte groep, maar er is weinig respect en hiërarchie. Een kleine irritatie volstaat om te ontvlammen. Bij La Louvière was er een duidelijk nummer één, een nummer twee en een jonge gast.”

Maar Tivoli is Anderlecht niet. In het Astridpark heeft men meerdere volwaardige doelmannen nodig om op alle fronten mee te kunnen strijden. Zo weet ook Jacky Munaron : “Om lang mee te gaan moet je elke dag geconcentreerd zijn. Daarom zou ik, als ik Proto was, niet te veel aandacht besteden aan wat in de media gezegd en geschreven wordt.”

“Bij ons lopen vriendelijke gasten, te vriendelijk”, vindt Anderlecht-spits Nenad Jestrovic. “Op die positie, net als op andere, moet je persoonlijkheid bezitten. Je moet durven je tanden te laten zien. Het charisma van een doelman is belangrijk. Als de doelman mentaal niet sterk genoeg is, wordt het delicaat. In Belgrado verscheen ik tweemaal voor Proto : ik was niet perfect, maar hij wel. Hij had me eerder al bekoord, maar in die situaties was ik pas echt onder de indruk. Hij heeft présence. Silvio Proto zorgt voor zekerheid, dat geldt niet enkel voor de verdedigers, maar ook voor de aanvallers.”

Tegen Southampton, tegen een ploeg die klaar is om de competitie te beginnen, stelde Anderlecht Proto een eerste maal op, maar dan in een ploeg zonder basiselementen als Vanden Borre, Kompany, Deschacht en Hannu Tihinen. Proto leverde een middelmatige prestatie af en ging bij een van de doelpunten in de fout. Hij mist duidelijk competitieritme en had op dat moment maar één oefenpartij gespeeld met La Louvière, tegen Nice. Zijn uittrappen waren dikwijls te ver en te onzorgvuldig. Maar Vercauteren was na de wedstrijd niet te verleiden tot een individuele analyse van de nieuwe doelman. Hij wil zijn doelmannen beschermen en voor de Europese wedstrijd tegen Bakoe verkoos de Anderlecht-coach zelfs dat Proto apart trainde. Op die manier wilde hij voorkomen dat diens ophefmakende transfer in de hoofden van zijn spelers zou spelen zo vlak voor de Europese opdracht. Zowel in Southampton als vorige week in Brussel bleef Vercauteren op de vlakte over zijn aanwinst. “Ik wil een doelman die punten pakt”, was de enige quote die hem te ontfutselen viel. Anderlecht verloor in Southampton en Proto ging niet helemaal vrijuit. Dat passeerde niet onopgemerkt zoals dat bij La Louvière wel het geval had kunnen zijn. “Hij leeft niet meer op dezelfde planeet nu,” besluit Munaron, “daar moet Silvio maar aan wennen.”

door Pierre Bilic

‘Met Silvio hebben we veel geoefend op de Zuid-Amerikaanse manier van uittrappen.’ (Michel Piersoul)

‘Het ritme ligt hier veel hoger : op een bepaald moment liep zijn gezicht rood aan.’ (Mbo Mpenza)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content