Anderlecht maakt zich na de zege tegen Club met het maximum van de punten op voor de Champions League. Wim De Coninck, Georges Heylens, Filip De Wilde en Bertrand Crasson maken een eerste analyse : waar staat Anderlecht na Club ?

1. Hoe anders voetbalt Anderlecht dan vorig seizoen ?

Fiilip De Wilde : “In het begin zag ik hetzelfde Anderlecht als in het begin van de vorige competitie. Ook toen voetbalden ze niet altijd even goed. Aanvallend wisselden ze veel van positie, soms had ik de indruk dat ze het mekaar eerder moeilijk dan makkelijk maakten. Het werd pas beter toen Frutos in de ploeg kwam. Ook nu blijft het zoeken naar automatismen.”

Georges Heylens : “Het verschil tussen vorig jaar en dit seizoen ligt in de kwaliteit van de aankopen. Dit jaar koos men voor kwaliteit in plaats van vorig seizoen voor kwantiteit. Nu betaalde men drie miljoen euro voor één goeie speler, vorig jaar haalden ze voor dat bedrag drie middelmatige voetballers. Die meerwaarde zie je op het veld.”

Bertrand Crasson : “Wat me opvalt, is dat de nieuwkomers niet alleen een toegevoegde waarde qua voetballende kwaliteiten brengen, maar ook extra werkkracht en een goeie mentaliteit. Daardoor kan Anderlecht echt modern voetballen, is het ook mentaal beter gewapend voor de titelstrijd en de Champions League.”

Wim De Coninck : “Nadat ze twee keer met tien man vielen, trok men snel negatieve conclusies. Maar op Westerlo en Real zag je dat, eens het klikt, het zeer goed zal zijn. Iemand als Tchité waar ik veel voorbehoud bij had, toonde dingen die ik van hem niet verwachtte. Dat die zich in een systeem met heel veel combinatievoetbal over de grond, veel beweging en voorzetten vanaf de zijkant, meedraait, verbaasde me. Bij Standard kreeg hij gewoon zo’n verre bal van Runje of Leonard naar voor geknald, waar hij dan achteraan moest. Daar ontstond de indruk dat hij geen grote voetballer was, maar bij Anderlecht toonde hij zich al complementair met Boussoufa. Het blijft afwachten wat het wordt met Frutos naast hem. Op Westerlo moest hij, toen Frutos er in kwam, uitwijken naar de rechtsbuiten en dat lag hem toch minder. Als je Frutos brengt, moet je toch anders voetballen, want ook Boussoufa is op zijn best als tweede spits, meer dan als aangever. Dat bleek ook al bij Gent. Kies je voor Boussoufa als aangever, wat dan met Hassan en Biglia ? Hassan is gekocht als vervanger voor Wilhelmsson, maar is toch een ander type. Hoe gaat die reageren als hij naast de ploeg zou vallen, want daarvoor is hij toch niet naar Anderlecht gekomen ? Vercauteren gaat keuzes moeten maken, zeker Europees. Maar in dit Anderlecht zit veel muziek.”

2. Lossen Legear en Pareja de defensieve problemen bij Anderlecht op ?

Wim De Coninck : “De vraag is : probeer je iets uit of kies je voor een ervaren verdediger ? Pareja liet me een goeie eerste indruk, speelt kort op de man, maar heeft nog niet de uitstraling van Kompany. Jelle Vandamme zal beter worden, alleen al door meer te spelen, wat hij de laatste twee jaar nauwelijks deed. Momenteel voetbalt hij nog met twijfel. Typisch is dat voor grote Belgische talenten die zich afvragen of ze het bij Anderlecht wel zullen waarmaken. In het buitenland heeft Jelle die twijfels niet van zich af kunnen spelen. Die twijfel zal nog groter zijn nadat hij tegen Club op de bank begon. Maar hij is goed genoeg voor Anderlecht.”

Filip De Wilde : “Pareja was tegen Club degelijk, maakt een mature indruk. Het is iemand die een toegevoegde waarde brengt. Het is wel geen goed teken als de doelman van Anderlecht thuis veel werk krijgt tegen een ploeg als Germinal Beerschot.

Legear is in principe meer aanvaller dan verdediger. Hij is nog aanvallender ingesteld dan Vanden Borre, misschien kan hij iets meer discipline in zijn spel leggen. Op het EK – 19 zag ik vooral aanvallende kwaliteit bij hem : hij is snel en heeft een goeie voorzet, lijkt me eerder een rechtsbuiten. Vraag is of hij bereid is de mentale omschakeling te maken : gaat hij helemaal voor die nieuwe positie, of zit hij in zijn achterhoofd met de idee dat hij toch liever aanvallend speelt ? Want hij heeft de kwaliteiten om ook bij Anderlecht in een meer aanvallende rol door te breken. Rechts op de flank kan hij tegen de zijlijn beter uit de voeten dan Vanden Borre.”

Georges Heylens : “Als Legear de hele flank mag bestrijken, vind ik hem op basis van wat hij tegen Westerlo en in Madrid toonde goed. Ik weet niet hoe hij het er van afbrengt als hij zich alleen om zijn directe tegenstander moet bekommeren en de nadruk op het verdedigende werk ligt. Dat deed Pareja tegen Club voorbeeldig. Die was sterk in de duels zonder fouten te maken.”

Bertrand Crasson : “Anderlecht heeft een traditie om aanvallende spelers om te vormen tot verdedigers. Op rechts deden ze dat ook met mij, voorheen met Heylens en Gilbert Van Binst. Waarom zou Legear die omschakeling niet kunnen maken ? Pareja lijkt me dan weer erg complementair met Van Damme of Juhasz, die allebei hetzelfde profiel hebben.”

3. Heeft Anderlecht het vertrek van Zetterberg goed opgevangen ?

De Coninck : “Ja. Wat Biglia de tweede helft op Real toonde, was super. Die voetbalde met heel veel lef, eiste dat middenveld voor zich op, was Boussoufa en Vanderhaeghe in één. Ook tegen Club speelt hij een hele goeie wedstrijd. Ik vreesde dat hij moe zou zijn na wat hij tegen Real heeft gegeven, maar dat was niet zo. Altijd in beweging, geen balverlies : als hij die lijn doortrekt, wordt dit de man van de competitie. Ik hoorde dat hij dicht bij de WK-selectie van voormalig Argentijns bondscoach Pekerman zat. Op basis van wat ik zag, verbaast dat me niet. Knap dat Ander-lecht hem kon halen, maar het zal hem niet lang kunnen houden. Op Real hebben alle Spaanse clubs hem bezig gezien, zelf gaf hij al aan dat hij Anderlecht als een tussenstation ziet. Anderlecht betaalde hem duur, maar kan straks veel geld verdienen.”

De Wilde : “Al bij Olympiacos was Zetterberg een meer controlerende speler geworden, die niet zo vaak meer zelf voor doel kwam. Anderlecht heeft nu een stevig middenveld met veel werkkracht en voldoende techniek. Wat ik mis, is goed flankenspel langs beide kanten. Op het einde zag ik Tchité hard werken om te helpen op de rechterkant. Terwijl hij op zijn best is als hij diep voorin kan blijven.”

Heylens : “Vorig jaar hing de creativiteit helemaal af van Zetterberg. As hij een goeie dag had of niet kort afgedekt werd, voetbalde Anderlecht sterk, in het andere geval ging het moeizaam, vooral buitenshuis. Nu komen de aanvallende impulsen op het middenveld niet langer van één, maar van vier man : Boussoufa, Goor, Hassan en Biglia.”

Crasson : “Biglia loopt goed tussen de linies en speelt graag in één tijd, terwijl Hassan en Boussoufa langs de zijkanten een goeie ritmeversnelling kunnen brengen. Die verhoogde snelheid van uitvoering maakt het spel van Anderlecht minder voorspelbaar dan vorig jaar.”

4. Zijn Frutos en Tchité de nieuwe Koller en Radzinski ?

De Coninck : “Voor het seizoen dacht ik dat Tchité een soort luxe-invaller zou zijn, die ingebracht wordt om op het einde wat te rommelen, maar hij greep de kans die hij kreeg door de blessure van Frutos met beide handen. Omdat hij zo veel sneller vertrekt dan zijn tegenstander, is het voor hem geen nadeel dat Anderlecht vaak geen ruimte krijgt. Hij heeft geen ruimte nodig, bleek ook uit dat doelpunt tegen Club waar nog eens bleek wat een elastieken vent hij is. Gaat hij met één been naar die bal, komt hij, net als de meeste aanvallers in die situatie, net een voetje te kort. Maar een Radzinski is hij niet. Frutos kan je misschien met Koller vergelijken, maar als je op zoek gaat naar een vergelijkbaar koppel met toen zie ik eerder Boussoufa-Frutos. Zoals Boussoufa Tchité aanspeelt, zal hij dat ook met Frutos doen. Ook in Gent speelde Boussoufa zijn beste matchen als tweede spits, wanneer hij voor de bal staat en de hoeken kan induiken. Frutos gaat dit jaar nog belangrijk zijn voor Anderlecht, maar ook als hij er niet is, zit er nog genoeg kwaliteit om de zaken te regelen. Vorig jaar was dat niet zo : toen had men hem nodig om kampioen te worden. Anderlecht gaat dit jaar in de Belgische competitie heel veel doelpunten maken. Daardoor zal nog weinig aan spelers als Wilhelmsson teruggedacht worden. Vorig jaar scoorde die weinig en bracht weinig aan. Hij speelde vooral voor de managers in de tribune en om zich niet te blesseren met het oog op het WK. Anderlecht heeft voldoende potentieel om hem snel te laten vergeten. Meer nog : met Tchité en Boussoufa hebben ze twee zeer hard werkende spitsen bij balverlies. Dat is onbetaalbaar, aanvallers aan wie je niet alleen kan vragen om veel te scoren, maar ook om goed mee te verdedigen.”

Heylens : “Vergeet niet dat Koller en Radzinski allebei 27 waren toen ze hun topmomenten bij Anderlecht kenden. Frutos is nog maar 25, Tchité 22.”

Crasson : “Ik verwacht meer van dit duo omdat Frutos me een completer voetballer lijkt dan Koller. Tchité is dan weer meer een echte goalgetter dan Radzinski.”

De Wilde : “Dat Koller vanaf het begin zo succesvol was bij Anderlecht, had heel veel te maken met de persoon Radzinski. Niet alleen op het veld was dat een hecht duo, ook daarnaast bekommerde Radzinski zich heel erg om Jan. Jan was introvert, Thomas zorgde er voor dat hij zich goed voelde. Ik denk niet dat Tchité dezelfde persoonlijkheid heeft als Radzinski. Tchité is wél beter dan ik vooraf dacht. Hij bevalt me steeds beter, maar lijkt me voor Anderlecht vooral heel nuttig bij uitwedstrijden of thuismatchen waar Anderlecht minder dominant is en waar hij veel ruimte krijgt. Het is niet echt iemand die zich met één beweging vrijkapt en scoort. In wedstrijden waarin Anderlecht domineert en de tegenstander achteruit kruipt, krijgt hij het moeilijker. Als je voorin Tchité en Frutos zet, wie plaats je dan rond hen ? Ik zie Anderlecht straks niet spelen met Tchité, Frutos, Boussoufa en Hassan. Elke week wisselen van systeem lijkt me geen goed idee. Zo krijg je geen automatismen in je team. Als Tchité en Frutos samen spelen, moet Hassan of Boussoufa er uit. Boussoufa bleek toch al heel belangrijk voor de ploeg, is een onontbeerlijke speler om van dit Anderlecht een sterk geheel te maken. Ook internationaal zal hij zich staande houden, als hij daar vanaf de zijkanten kan aantreden. Centraal ligt het daar voor hem iets moeilijk, met de vele duels.”

De Coninck :”Frutos zal in de tribune nagelbijtend toegekeken hebben hoe Boussoufa telkens weer die goeie voorzetten trapte, waar Tchité net een halve meter te klein voor was om ze binnen te koppen. Als hij straks ook die voorzetten krijgt, wordt Anderlecht nog gevaarlijker. Die voortzetten zullen komen : de dreiging van Boussoufa is fenomenaal omdat hij nauwelijks te verdedigen is. Ze durven er niet op vliegen, maar ook als hij maar een halve meter ruimte heeft, kan hij een voorzet versturen omdat hij geen grote uithaal nodig heeft. Als hij dit ook Europees brengt, kan Anderlecht na het seizoen ook aan hem veel geld verdienen.”

5. Is Anderlecht op basis van wat je zag in de topper tegen Club klaar voor de Champions League ?

Wim De Coninck : “Ja, maar… favoriet zijn om door te gaan, is moeilijk. Nu wordt verwacht dat ze AEK en Rijsel even opzij gaan zetten. Zo vanzelfsprekend is dat niet. Daarom denk ik dat ze hun beste voetbal spelen tegen Milan, als ze niets te verliezen hebben. Ik had ze tegen Club dominanter verwacht, maar Club was zo goed als Anderlecht. Zonder wereldsaves van Zitka wint Anderlecht geen van beide thuiswedstrijden. Zitka gaat geen magneten in zijn handschoenen blijven hebben : als die twee kansen twee keer naar de hoek gaan, maakt hij geen kans. Het spel gaat nog niet van harte, maar de resultaten bedekken alles. Ik vraag me af waar Anderlecht in dit kampioenschap punten gaat verliezen. Ze hebben zeer goed ingekocht en gaan, als Boussoufa, Biglia en Tchité zo voortdoen, na dit seizoen veel geld verdienen.”

De Wilde : “Voor de titelstrijd zijn ze klaar, maar ik weet niet of ze ook klaar zijn om een hoofdrol in de Champions League te spelen. Na Real en de Europese loting was al een hoerastemming ontstaan. Een betere loting kon Anderlecht niet krijgen, met twee ploegen met de laagste coëfficiënt in hun reeks bij de tegenstanders. Tegen Club zag ik geen dominant Anderlecht. Ze lieten de rechterflank zowat onbespeeld. Als je wil aanvallend voetballen, gebruik je best het ganse veld. Qua balcirculatie vond ik het nog niet oogstrelend, maar verdedigend zat het al goed.”

Heylens : “Gezien de loting moet Ander-lecht thuis toch zes of zeven punten op negen kunnen halen. Verdedigend moet nog één en ander bijgesteld worden, maar aanvallend hebben ze zo veel meer mogelijkheden.”

BRUNO GOVERS EN GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content