De langharige goleador is terug. Dat is goed nieuws voor de landskampioen.

E en Ferrari op een platte band, zo omschreef analist Wim De Coninck Nicolás Frutos in mei nog. De Coninck was ontgoocheld door de fletse indruk die de Argentijn vorig seizoen liet, in tegenstelling tot zijn eerste jaar.Vorige week hielp Frutos zijn team op Roeselare, bij zijn eerste invalbeurt in de competitie na zijn blessure, in extremis aan een gelijkspel. In de kranten haalde de spits aan dat hij zich nu bevrijd voelt en hij voegde eraan toe dat hij eigenlijk een half seizoen (sinds december 2006) met een blessure gevoetbald heeft.

Wim De Coninck haalt opgelucht adem : “Goed gezien van mij, dat ik hem toen een Ferrari op een lekke band noemde. Het verschil met de eerste zes maanden was vorig jaar zo groot dat er wel iets aan de hand moest zijn met hem. Die eerste zes maanden deed hij alles : werken, vliegen, combineren, scoren, desnoods veertig meter terugspurten om zijn ploegmaats in de verdediging te helpen. Fenomenaal hoe hij zich helemaal inzette voor het team. Vorig jaar zag ik daar niets van terug. Toen zag je enkel nog een speler die snel tegen de grond ging, de armen omhooghief als hij de bal verloor na een duel en tegen de scheidsrechter mekkerde. Alleen was hij toen nog af en toe beslissend in de slotfase : op Lokeren bijvoorbeeld of op Club Brugge waar hij, net zoals nu op Roeselare, in de extra speeltijd zijn ploeg met een goal nog aan een punt hielp. Daarom zei ik na het seizoen ook dat ze beter hem zouden verkopen dan Tchité.

“Nu weten we wat er aan de hand was. Zo’n blessure aan de hiel, dat sleept aan. Dan kan je niet doen wat je wilt. Dan kan je ook niet spelen zoals je wilt. Vervolgens ga je mekkeren. Op den duur kreeg je signalen vanuit de club zelf dat Frutos een beetje lui was omdat hij niet graag twee keer trainde. Nu weten we dat dat kwam omdat hij niet fit was. Als je topfit bent, train je graag.”

Moeizaam debuut

De toeschouwers stonden niet op de banken te applaudisseren bij Frutos’ debuut voor Anderlecht, op zaterdagavond 21 januari 2006. De goleador trad aan in een tweespitsensysteem, met een zwervende Christian Wilhelmsson naast of rond hem. Bij de rust was de stand nog 0-0 en de reacties aan de koffietafel in de persruimte waren niet enthousiast. Was dat nu de nieuwe spits voor wie Anderlecht 2,5 miljoen euro had betaald ? Hij gaf zich wel helemaal, holde achter elke bal aan, maar had alle goeie wil ten spijt nog niet veel klaargemaakt. Geen type speler voor Anderlecht, concludeerden velen. Een grote slungel. Iemand haalde zelfs de vergelijking met John van Loen boven.

Acht minuten voor tijd behoedde diezelfde Frutos met een goal én de gelijkmaker zijn ploeg voor een vernederende thuisnederlaag tegen Cercle. Eenzaam is de (nieuwe) spits die niet scoort, maar een stuk krediet wint de aanvaller die wel de weg naar de goal vindt. Zonder dat doelpunt was Frutos, met een nederlaag van Anderlecht, in de maandagkranten tot op de grond afgebrand.

Een week later werd de Argentijn, samen met de rest van het team, op het bevroren veld van Germinal Beerschot weggeschaatst, maar de volgende twee matchen was het raak. Met drie goals in zijn eerste vier matchen miste Frutos zijn debuut niet. Toen Anderlecht dat jaar de titel pakte, erkende iedereen het ruime aandeel van de Argentijnse spits in dat succes.

Blessuregevoelig

Paul Courant was het die Anderlecht op het spoor zette van Frutos. De spelersmanager herinnert zich nog de kritiek uit de eerste weken : “Vooral op zijn manier van spelen, terwijl het echt niet eenvoudig is om hier vanuit Zuid-Amerika neer te strijken en te slagen. Wij kijken wat neerbuigend neer op onze competitie, maar eenvoudig voetballen is het hier niet. Hij heeft ook heel snel een van beide landstalen opgepikt, wat zijn aanpassing vergemakkelijkte.”

Natuurlijk heeft Frutos ook gebreken. Courant : “Een speler van zijn gestalte kan niet de snelheid hebben van een sprinter, noch de explosiviteit om op de counter te spelen. Er is ook zijn blessuregevoeligheid. Hier tenminste, want in Argentinië had hij dat niet. Ik weet niet waar het aan ligt. Ik ga ervan uit dat de trainer hier erg professioneel met zijn vak bezig is.”

De Coninck is ervan overtuigd dat een fitte Frutos Anderlecht beter maakt : “Laat ons hopen dat we ooit weer de Frutos zien die ik me herinner uit die eerste zes maanden, een Frutos die velen misschien al vergeten zijn, een man die voor de ploeg bezig is, die verdedigend komt helpen en aanvallend gevaarlijk is. Een man die hen kampioen kan maken. Alleen moet men niet verwachten dat hij vanaf volgende week ineens alles gaat forceren. Hij moet eerst honderd procent fit worden, geduldig matchritme opdoen, op training geleidelijk opbouwen. Een heel seizoen op niveau draaien is moeilijk als je de voorbereiding gemist hebt.”

Hij maakt Anderlecht beter

Als analist van Belgacom TV zag Gert Verheyen Anderlecht met en zonder Frutos vaak aan het werk. Omdat Tchité weg is, is het team aanvallend meer dan ooit afhankelijk van hem, vindt hij. Op de vraag wat Frutos Anderlecht bijbrengt, moet hij niet lang nadenken : “Aanwezigheid. De vorige weken misten ze présence in de zestien meter. Die heeft hij wel. Aanvallend én verdedigend. Dat zag je ook op stilstaande fasen tégen hen. Of hij nu goed of slecht speelt, maakt niet uit : je hebt iemand die daar staat en weegt op de verdediging. Daar doen de andere Anderlechtspelers hun voordeel mee. In die zin wordt Anderlecht ook op het psychologische vlak beter van zijn terugkeer. Zijn aanwezigheid alleen al volstaat opdat andere spelers rondom hem zich beter gaan voelen.”

De Coninck : “Wat Anderlecht dit jaar gemist heeft, is de combinatie van een fitte Frutos en een fitte Tchité. Vorig jaar miste Anderlecht Frutos zelfs als hij meedeed (lacht). Maar hij was toen nog wel goed genoeg om in de slotfase een paar keer punten te pakken. Voor Anderlecht is hij een sterk én een zwak punt, want als hij er niet bij is, hebben ze geen alternatief. Alleen al mentaal verdwijnt dan een stuk geloof in eigen kunnen.”

Een geboren leider

Courant : “Hij neemt meer verantwoordelijkheid op dan tevoren. Dat verbaast me niet want Argentijnen zijn spelers met wie je naar de oorlog kan. Nicolás is uitgegroeid tot de leider van dit elftal.”

Verheyen : “Leider ben je vooral door je prestaties, niet door wat je buiten het veld zegt. Voor mij is Frutos voor Anderlecht dus een leider.”

De Coninck : “Ze hebben geen natuurlijke leider. Zijn pluspunt is dat hij heel snel een van beide landstalen oppikte, waardoor zijn communicatieve vaardigheden in de groep sterker werden. Hij heeft ook zin voor initiatief. Alleen tegen de scheidsrechters vond ik hem niet zo’n persoonlijkheid : zo’n grote vent die gaat zagen tegen de arbiter … Natuurlijk moet hij op het veld heel wat incasseren, maar een vent als hij moet daartegen kunnen.”

door geert foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content