‘Toen ik Anderlecht verliet, wist ik dat daar een plaats was gereserveerd voor na mijn carrière. Dat was al lang geleden beslist, toen Jean Dockx nog leefde.’ In afwachting van zijn terugkeer, laat Pär Zetterberg in zijn ziel kijken.

Vouliagmeni dobbert in de lentezon. Het haventje ligt 25 kilometer ten zuiden van Athene. Het hectische van de Griekse hoofdstad is hier al helemaal verdoofd. Slechts enkele wandelaars rond de baai verstoren de stilte, en dan nog.

Drie jaar lang heeft Pär Zetterberg hier verbleven. Straks moet hij zich losrukken uit deze cocon. Een gevolg van zijn keuze voor een terugkeer naar Anderlecht. “Het zal pijn doen om deze plaats te verlaten”, zegt hij. “Wat zal ik de zee missen! Ik zou, bij mijn terugkeer naar België, in Oostende of Blankenberge kunnen gaan wonen. Het zou me alvast niet meer tijd kosten om op het werk te geraken dan in Athene, want de files hier zijn niet om mee te spotten. Maar toch ligt het anders. Kijk, mijn kinderen zijn nu op het strand gaan spelen. Ze hebben vakantie, de orthodoxe Pasen valt één week na Pasen in België. Erik, mijn zoon van zes, voetbalt hier bij een lokale club. Hij heeft zich buitengewoon goed aangepast aan Griekenland.”

Een monoloog.

“We waren niet verplicht om naar België terug te keren. Mijn contract bij Olympiakos verstrijkt, maar ik had het kunnen verlengen. Onlangs nog vroeg de voorzitter of ik wel voldoende had nagedacht. En of ik effectief al had getekend bij Anderlecht. Dat is het geval. Ik kom niet terug op mijn beslissing.

“Waarom ik naar België terugkeer, terwijl het hier zo paradijselijk leven is ? Omdat Anderlecht mijn club is. Ik ben er aangekomen toen ik zestien jaar was, ik heb er het beroep van voetballer geleerd, en ik heb er alles meegemaakt. Ik heb altijd geweten dat ik er een dag zou terugkeren om er mijn loopbaan af te sluiten. Ik zie het als een terugkeer naar de bron. De banden met Anderlecht zijn nooit verbroken. Bijna alle matchen van Anderlecht heb ik langs de telefoon gevolgd. Vrienden hielden me, bijna minuut na minuut, op de hoogte van het scoreverloop. Anderen lichtten me in over wat er allemaal bij de club gebeurde. Voetballers, maar ook andere mensen die me dierbaar zijn.

“Misschien moet je de vraag anders stellen. Waarom heb ik drie jaar geleden Anderlecht verlaten, terwijl die club me zo na aan het hart ligt ? Ik was 29 jaar toen. Het was voor mij één van de laatste mogelijkheden om een ander voetbal te ontdekken en een beetje geld opzij te zetten, mijn toekomst en die van mijn kinderen te verzekeren. Het was een moeilijke beslissing, maar per slot van rekening betreur ik ze niet.”

“De balans van drie jaar Griekenland ? Eigenlijk kan ik je daar pas zondagavond op een antwoord op geven. Als we Panathinaikos kunnen kloppen, zijn we kampioen. Dat is dan voor Olympiakos de zevende landstitel op rij – een record in de geschiedenis van het Griekse voetbal, al hebben we nu dat record ook al met zes opeenvolgende titels. Qua erelijst kan ik dus tevreden terugblikken. Mijn eerste twee seizoenen hier speelden we twee keer kampioen en verloren twee keer de bekerfinale.

“Op het individuele vlak was het hier voor mij niet altijd even gemakkelijk. Ik had een aanpassingsperiode nodig. Ik was bij Anderlecht gewend aan een bepaalde manier van voetballen. In Griekenland wordt een heel ander voetbal gebracht. In mijn eerste seizoen heb ik weinig gespeeld. Ik had bijna volledig mijn voetbalstijl verloren. De trainer die me had binnengehaald, werd na een paar weken aan de deur gezet. De assistent-trainer nam over, die man droeg me niet in het hart. Ik zat dikwijls op de bank. Het seizoen daarop was die man daar nog altijd, maar ik heb me progressief in de ploeg kunnen integreren.

“Ook dit seizoen kende ik hoogten en laagten. Eind 2002 streek Srecko Katanec hier neer, de coach die Slovenië leidde op Euro 2000. Ook hij verwijderde me uit het elftal. Maar hij is hier slechts twee maanden gebleven : de nederlagen stapelden zich op, de achterstand op Panathinaikos werd almaar groter. Op het niveau van zijn trainingen kan ik Katanec niks verwijten : goed gedoseerd, veel variatie, aangenaam. Maar het tactisch systeem dat hij voor ogen had, paste niet bij onze ploeg. Bij Olympiakos willen de meeste spelers aanvallen. Ze zijn gemaakt om meer te scoren dan de tegenstander, niet om te verdedigen. Bij Panathinaikos ligt dat helemaal anders, die ploeg steunt meer op een solide organisatie. Dat wilde Katanec ook bij ons invoeren, en dat heeft niet gewerkt.

“In zijn plaats kwam Oleg Protasov, een gewezen Russische international. Hij gaf me vertrouwen en de ploeg heeft de achterstand op Panathinaikos goedgemaakt. Onder Protasov greep Olympiakos terug naar het vertrouwde 4-4-2-systeem. Dat systeem speelt het best de individuele kwaliteiten van onze spelers uit.”

“De helft van de eersteklasseclubs komt uit Athene of omgeving : Panionios, Ionikos, Aegalo, Akatitos, Prodeftiki en ik vergeet er nog. Tussen al die clubs heerst een verwoede rivaliteit, maar wat er tussen Panathinaikos en Olympiakos bestaat, dat is gewoon viscerale haat. In beide kampen wil men maar één ding : de nederlaag van de ander, zelfs in de Europese bekerwedstrijden. Toen Anderlecht 2-0 speelde bij zijn terugwedstrijd tegen Panathinaikos, voelden alle supporters van Olympiakos met de Belgen mee. Bij het eindsignaal waren ze even ontgoocheld als de mensen in Brussel. Nee, ik heb de heenwedstrijd in Athene niet bijgewoond. Een speler van Olympiakos in de tribune van Panathinaikos, dat is hier ondenkbaar.

“Ook tussen Olympiakos en AEK Athene raken de gemoederen gauw verhit. Vorig seizoen hebben we hen twee keer verslagen, maar dit seizoen namen ze revanche. Na die nederlaag probeerde Roger Vanden Stock me vergeefs te bereiken. Op zulke momenten is het beter je van de buitenwereld af te sluiten.

“Buiten Athene is de verplaatsing naar PAOK Saloniki de meest gevreesde. Ik herinner me een reis daar naartoe, waarbij onze bus door stenen en andere projectielen werd bekogeld. Dat bleef maar duren : zelfs toen we het veld betraden, kwam er van alles door de lucht gevlogen. We moesten ons in het midden van het terrein opwarmen en uit de buurt van de zijlijnen en de tribunes blijven om niks tegen het hoofd te krijgen. Die dag heb ik angst gevoeld, ik geef dat toe.

“Het schijnt dat de helft van de Griekse bevolking van Olympiakos houdt. En dat de andere helft ons haat. Er bestaat geen middenweg.

“De druk weegt enorm zwaar bij Olympiakos. Er zijn twee kranten exclusief gewijd aan Olympiakos. Een andere krant heeft het uitsluitend, zeven dagen op zeven, over Panathinaikos. Die mensen moeten maar pagina’s en pagina’s vullen. Terwijl de meeste trainingen toch achter gesloten deuren plaatsvinden. Willen journalisten een interview met een speler, dan moeten ze van lang tevoren een aanvraag indienen. De Griekse reporters blazen een overwinning prompt de hemel in, maar na een nederlaag sturen ze je even vlug naar de hel. De manier waarop een resultaat wordt behaald, doet er weinig toe. Alleen de uitslag telt. Langs de ene kant zijn de spelers hier beter beschermd tegen de pers dan in België, aangezien de club alles onder controle houdt. Maar dat is een mes dat langs twee kanten snijdt.

“Soms denk ik met weemoed terug aan de geprivilegieerde contacten die ik in België onderhield met de supporters en sommige journalisten. Die contacten verliepen gemoedelijker, er was meer ruimte voor wederzijds begrip. Met spijt stel ik vast dat de pers verandert. Net zo goed in België als in Griekenland. De benadering wordt agressiever. Het moet verkopen, dus moet er meer sensatie zijn. De manier waarop ze Walt Baseggio hebben behandeld ! Onwaardig. Slagen onder de gordel waren het, om redenen die soms niets met voetbal te maken hebben. Ik kan het niet aanvaarden. In Griekenland had ik al drie jaar geleden de gewoonte afgezworen om de kranten te lezen. Nu, ik begrijp toch niet goed wat ze allemaal schrijven. Ik ken enkele woorden Grieks, maar mijn woordenschat blijft beperkt.”

“Het leven in Athene is gejaagd. Het verkeer is verschrikkelijk, slibt elke dag dicht. Als er geen problemen zijn, ben ik op veertig minuten thuis. Een avond heb ik er eens vier uur over gedaan. Maar in het algemeen was die Griekse episode een positieve ervaring. Het milde klimaat, de sfeer in de stadions, de bijzonderheid van het Griekse voetbal : het loonde allemaal de moeite om beleefd te worden.

“Samen gevoetbald met echte vedetten. Karembeu, Geovanni, Djordevic bij Olympiakos : dat zijn sterren die je op de Belgische velden niet meer te zien krijgt. Het niveau van het Griekse kampioenschap is de jongste jaren dan ook serieus opgetild. Weldra zitten er drie Griekse clubs in de Champions League. De meeste clubvoorzitters zijn steenrijk, ze pompen fortuinen in het voetbal. Maar in tactisch opzicht blijft het Belgische voetbal superieur, daar ben ik van overtuigd.

“Een ander nadeel zijn de velden hier. Deze winter heeft het veel geregend. De velden liggen er lamentabel bij. Op sommige terreinen vind je alles behalve gras. Maar voorts zie ik niks dan voordelen, en goede kanten. Ik wil er de komende weken zoveel mogelijk van genieten. De belangrijkste bedoeling is Olympiakos aan een zevende landstitel helpen. Ook voor mij zou dat de zevende kampioenstitel zijn : vier met Anderlecht, drie hier. En daarna wacht me een nieuwe uitdaging.

“Toen ik Anderlecht verliet, wist ik dat daar een plaats was gereserveerd voor na mijn carrière. Dat was al lang geleden beslist, toen Jean Dockx nog leefde. Het was mijn grote droom om met hem te kunnen samenwerken. Helaas, die droom zal nooit uitkomen. Maar ik zal me deze geweldige man altijd herinneren, in mijn geheugen heeft hij een plaats die ik koester. Hij heeft me ontdekt, sindsdien zijn we op een unieke manier verbonden gebleven. Ik beschouwde hem bijkans als mijn tweede vader. De avond voor zijn dood heb ik hem nog gebeld. ’s Morgens bracht Bertrand Crasson me op de hoogte van het vreselijke nieuws. Met een sms-je, ik heb dat bericht nog altijd niet gewist. Eerst dacht ik dat het een grap was, al weet ik dat je met zulke dingen niet lacht. Pierre Leroy, de délegué van Anderlecht, heeft me het nieuws bevestigd. Een auto-ongeval, dacht ik eerst. Ik kon me niet voorstellen dat deze man, die nog in volle gezondheid stak, een natuurlijke dood gestorven was. Straks wordt het één van mijn taken zijn werk zo waardig mogelijk verder te zetten. Aan de zijde van Peter Ressel en andere mensen van de club. Ik hoop dat ik de opdracht aankan, ik heb nog alles te leren in die rol.

“Maar eerst krijg ik de kans om de kleuren van Anderlecht nog als voetballer te verdedigen. Ik hoop dat ik mijn carrière als speler in schoonheid kan afsluiten. Dat Hugo Broos niet zo blij is met mijn terugkeer ? Ik heb dat vernomen. Luister, ik ben te oud geworden voor zulke gedachten. Het vertrouwen van een trainer kan belangrijk zijn voor een jonge speler, die nog alles te bewijzen heeft. Ik daarentegen, ik denk dat ik alles al bewezen heb. Vindt Broos dat ik te weinig meeverdedig ? Waar gaan ze het halen ? Dat hij me niet als een wissel op de toekomst beschouwt, omdat ik in oktober 33 jaar word ? Bij Anderlecht wordt zo niet geredeneerd. Daar telt alleen het rendement van het moment. Is er een jongen van zeventien jaar die beter is dan ik, dan zal hij spelen. In het andere geval zal ik spelen.

“Natuurlijk is het waar dat de voorzitter me als eerste terugwilde. Ik heb altijd een speciale relatie gehad met de familie Vanden Stock, zowel met Constant als met Roger. En ik heb een hekel aan die te al te gemakkelijke vergelijkingen die de journalisten maken tussen de vader en de zoon. Waarop baseren ze zich om de ene een grotere voetbalkenner dan de andere te noemen ? Het zijn twee verschillende mannen, dat is logisch. Maar hoe dan ook twee opmerkelijke mannen, die het waard zijn vertrouwen in hen te hebben. Een woord van hen heeft de waarde van een handtekening. Ik ben nog nooit door hen verraden. Alles wat werd afgesproken, werd altijd gerespecteerd. Dat is wat ik zo waardeer aan hen.

“Het doet er niet toe van wanneer de eerste contacten dateren. Er zijn in feite altijd contacten geweest. De echte onderhandelingen over mijn terugkeer hebben we aangevat na de uitschakeling van Anderlecht door Panathinaikos. Ze kregen het niet moeilijk om me te overreden. Het financiële aspect hebben we nooit aangesneden. Voor mij lag het belangrijkste op andere domeinen. Ik hoop dat ik Anderlecht iets kan teruggeven in ruil voor wat de club mij gegeven heeft. Wanneer je jong bent, denk je eerst aan jezelf. In de herfst van een geslaagde carrière zie je die dingen anders.”

“Ik heb moeilijke perioden achter de rug. Mijn blessures, mijn diabetes, andere problemen nog. Als ik jonge voetballers kan laten profiteren van mijn ervaring, waarom zou ik dat laten ? Veel jongeren steken momenteel de neus aan het venster bij Anderlecht. Het werk van jaren dat Franky Vercauteren geleverd heeft, werpt stilaan vruchten af. Het is voor een jong voetballer nooit gemakkelijk om door te breken, en zeker niet bij Anderlecht. Want, nogmaals, bij Anderlecht telt alleen het rendement van het moment. Twee slechte prestaties en de kritiek barst los. Dan blokkeert een voetballer al eens, durft hij niets meer te ondernemen. Iedereen wil jonge spelers in de ploeg zien, maar al je te veel jonge spelers tegelijk in de ploeg gooit, vraag je om problemen.

“Of ik Hugo Broos onlangs aan de telefoon had ? Wie heeft je dat gezegd ? Wat ? Stond het in België in de kranten ? Ik vraag me af hoe de journalist in kwestie dat te weten is gekomen. Dat moest confidentieel blijven. Maar het klopt, sinds ik getekend heb, heeft de trainer me al gebeld. Dat dateert dus niet van gisteren. We zijn twee volwassen mensen, we hebben het recht om samen de situatie door te nemen. Over de inhoud van die gesprekken wens ik niets te zeggen. We zijn overeengekomen dat dit tussen ons zou blijven, en aan die afspraak wil ik me houden.”

door Daniel Devos

‘Hugo Broos en ik zijn volwassen mensen. We hebben al samen gepraat.’

‘Ik heb geen spijt van mijn Grieks avontuur. Het was de moeite waard.’

‘Bijna alle matchen van Anderlecht heb ik langs de telefoon gevolgd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content