Hoe goed is Ki-Hyeun Seol, de nieuwe spits van Anderlecht ? Vier Antwerpse getuigenissen.

Trainer Regi Van Acker, straks aan de slag bij Lierse en net terug van een vakantie op Malta, wilde hem graag meenemen van Antwerp naar zijn nieuwe club. Van Acker ( lachend) : “Maar ik heb er blijkbaar veel te goed mee gewerkt. Seol kon naar verschillende ploegen, Westerlo en Gent ondermeer, maar was bereid om mij naar Lierse te volgen. Antwerp was daar boos om, maar we deden niks verkeerd. Met een speler die einde contract is, mag je praten. Paul Bistiaux en ik hebben voordien trouwens genoeg aangedrongen om hem definitief vast te leggen, maar bij gebrek aan geld werd daar niet op ingegaan.”

Het leek er lange tijd op dat het met Lierse in orde zou komen. “We hadden al onderzocht hoe het zat met zijn internationale verplichtingen in de aanloop naar het WK. Ook dat zag er niet slecht uit : hij zou alleen de belangrijkste wedstrijden moeten spelen. Alles leek dus goed, tot Aimé Anthuenis zich meldde. Dan heb je snel afgedaan. Jammer, want hij is echt wel goed. Met die nuance : of hij nu al het niveau van Anderlecht aankan, weet ik niet. In zijn plaats had ik op een ploeg net eronder gemikt.”

Niet dat hij twijfelt aan de intrinsieke kwaliteiten van de Zuid-Koreaanse international. Van Acker : “Hij heeft de potentie voor een topploeg, maar moet nog progressie boeken. Zijn sterke punten ? Altijd aanwezig in de match, een redelijke snelheid, redelijke wendbaarheid, goed in de zestien, trapt links én rechts. Niet egoïstisch, dat zou hij zelfs nog wat meer mogen zijn. Zijn zwakte is misschien zijn kopspel. De ruimte zoekt hij veelal aan de linkerkant, dat heeft hij van nature.”

Wat waren de tekortkomingen bij zijn entree in Antwerpen ? Van Acker : “Hij was sterk met de rug naar de goal, maar miste hardheid in de duels. In het begin was dat echt een ramp. Bovendien kwam hij al wat later dan de anderen en raakte hij vrij snel geblesseerd na een contact met Suray van Beveren. Het ging om een vrij serieuze blessure : hij moest een tijdje plat liggen. Dat zorgde ervoor dat het aanvankelijk wat moeilijk liep voor hem. Bovendien moest hij net in die periode ook een paar keer heen en weer naar Seoel. Toen we vervolgens Goots door schorsing een paar weken moesten missen, greep hij zijn kans, scoorde hij een reeks wedstrijden na mekaar en steeg zijn zelfvertrouwen.”

Verdwijnen deed mettertijd ook het communicatieprobleem. “Hij sprak toen hij hier aankwam nauwelijks Engels, maar deed op dat vlak heel veel inspanningen. Toen het qua taal wat beter ging, bloeide hij ook in de groep helemaal open. Op dat vlak is het geen afstandelijke, ontoegankelijke jongen. Het probleem met Aziaten is dat ze vaak verkeerd of niet begrepen worden omdat ze een gelaat hebben dat voor ons Europeanen niet zo goed in te schatten is. Op het gezicht van blanken kan je lezen hoe ze zich voelen, of ze blij zijn dan wel of er een probleem is. Bij hen kan ik dat niet. Maar Seol heeft flegme, begon op het einde, toen hij het Engels wat beter onder de knie had, al eens wat geestigs te vertellen of zelf een steek te geven.”

Van Acker was er individueel mee bezig, leerde hem hoe hij nog beter een bal moest aanpakken, afschermen. “Technisch moest ik minder met hem bezig zijn. Je ziet dat die mannen een goeie opleiding genoten. Er wordt ginder ernstig met de jeugd gewerkt. Ik zou haast het woord gedrild durven gebruiken. Lijfstraffen zijn er nog toegelaten, trainers echte dictators. In het begin voel je je raar, hij verwacht iets van jou en je voelt dat, maar wij zijn anders, gaan anders met de spelers om. Dat was voor de twee kanten aanpassen.”

William Verbeeck heeft ook nog zijn twijfels of de sprong na goed een half jaar topvoetbal naar Anderlecht en zijn internationale normen niet wat breed zal uitvallen. Anderzijds is hij lovend over de capaciteiten van zijn gewezen ploegmaat. Verbeeck : “Als hij niet te veel heen en weer naar Seoel moet vliegen, zal dat wat schelen. Het is uiteraard niet hetzelfde type als Jan Koller, maar je kan hem gebruiken als targetspits. Hij kan met de rug naar doel een bal bijhouden, ook door de lucht. Ik vind hem zelfs op dat vlak wat sterker dan over de grond. Bovendien scoort hij vrij makkelijk. Bij ons zat hij in vijfentwintig wedstrijden aan tien doelpunten. Voor een ploeg als Antwerp, dat toch niet zo makkelijk scoorde, is zijn vertrek een zwaar verlies.”

Tot aan de winterstop, weet Verbeeck, had Seol het niet echt onder de markt. “Nieuwe taal, nieuwe competitie, gedropt worden in een ploeg die je niet kent, makkelijk van de bal af te zetten : het was allemaal wennen. Maar hij onderging een ware metamorfose. Zijn Engels is op zich al vrij grappig en uiteindelijk bleek hij helemaal niet zo’n stil figuur als we aanvankelijk dachten. In het begin trok hij nog veel op met de jongere landgenoten die in de B-kern zaten. Dan zag je dat zij naar hem opkeken, zijn zak droegen, veel respect hadden voor hem. Nadien trok hij minder op met hen : andere trainingsuren, het spreken met ons lukte beter, hij kwam vast in de ploeg, waardoor de integratie vergemakkelijkte. Alen Orman was de man waarmee hij op het einde veel optrok.”

Drie strafschoppen mocht hij nemen, alledrie trapte hij ze binnen. Verbeeck : “Een paar beslissende goals zaten er ook tussen, voor een spits is dat schitterend.”

Volgens Jonas De Roeck, in het zog van zijn trainer straks ook mee naar Lierse, heeft Seol nog veel progressiemarge. De Roeck : “Vooral op tactisch gebied kan hij nog wel wat bijleren, bijvoorbeeld hoe hij zich moet vrijlopen. In het begin liep hij altijd naar de bal toe, in plaats van het spel open te maken. Dat gaf aanvankelijk problemen, samen met zijn blessure, maar Seol is iemand die heel makkelijk bijleert. Ook verbaal. Hij deed er serieuze inspanningen voor, liep de hele tijd rond met een Engels woordenboekje.

“Anderlecht is misschien nog wat vroeg, hij had beter gedaan zoals Radzinski. Eerst een paar jaar langer rijpen bij een ploeg net onder de top en dan de sprong. Dan zou hij er probleemloos meedraaien, nu weet ik het niet. Anderlecht is geen familiale club, direct presteren is er belangrijk, en ik weet niet of Seol daar klaar voor is. Voor de rest kan hij alles. Ik herinner me nog de eerste training. Hij moest alleen afwerken. Wel, de ballen gingen vlot binnen, zowel links als rechts.”

Wie anders dan Patrick Goots kan de afwerkingskwaliteiten van zijn gewezen ploegmaat het beste beoordelen ? Goots, vorig seizoen bij zijn terugkeer naar eerste toch alweer goed voor twaalf goals (waarvan ook drie op strafschop) en zes assists, nuanceert de prestaties van Seol. “Je moet ook de situatie van Antwerp bekijken. Hij stond alleen in de spits, is technisch sterk, maar moest met niemand rekening houden. Ik kan me niet herinneren dat ik van hem een assist kreeg. Omgekeerd gebeurde het minstens drie keer. Of hij echt zo doelgericht is én in teamverband kan functioneren, zal in de toekomst moeten blijken.

“Hij heeft de tweede helft van het seizoen op een hoog niveau gespeeld, maar naar mijn gevoel uitte dat zich toch niet in zoveel doelpunten. Ik houd bij hem dezelfde reservering als ik deed bij de transfer van Joris Van Hout. Allebei zijn het beloften, allebei hebben ze mogelijkheden, maar of ze het gaan maken bij Anderlecht, zal nog moeten blijken. Straks spelen ze immers in een ploeg waar de tegenstander de ruimte klein houdt en een verdediger meer opstelt. Technisch is Seol goed genoeg voor de kleine ruimte, daar ben ik niet bang voor. Qua fysiek en qua snelheid heeft hij ook zijn troeven mee, maar het is toch nog niet de kopbalsterke, doelgerichte spits.”

Ook Goots haalt aan dat er tactisch nog wat geschaafd moet worden. Goots : “Al hadden de problemen in het begin toch vaak met gebrekkige communicatie te maken. Vroeg je hem om bij corners verdedigend de eerste paal te dekken, of een bepaalde zone, dan knikte hij wel, maar hij deed het niet. Bleek hij niet begrepen te hebben waar het op sloeg. Nadien beterde dat en op het einde gebruikte de coach hem verdedigend op corners altijd tegen de beste kopper van de tegenpartij. Op Lokeren gaf dat leuke duels tegen Chris Janssens. Omdat hij vrij sterk met het hoofd is en verdedigend uitstekend in de weg kon lopen.”

Dus toch een beetje de nieuwe Koller ?

door Peter T’Kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content