Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Als het van Besnik Hasi afhangt, hoeft niemand wegens de interne verdeeldheid de club te verlaten. “Er zijn wonden geslagen, maar hoe diep weet ik niet.”

Besnik Hasi maakt deel uit van de spelersraad. Over hem kon je de voorbije weken horen dat hij probeerde een brug te slaan tussen de verschillende kampen in de spelersgroep. “Ik probeer er niet op terug te kijken”, zegt hij over de recent opengebarsten etterbuil. “Het was raar dat iets wat goed bedoeld was, verkeerd uitdraaide. Weet je, ik moet heel hard lachen als het over die zogenaamde clans gaat. De situatie op Anderlecht is lang niet zo slecht als jullie laten uitschijnen. Niet dat het idyllisch is in onze kleedkamer, maar zó slecht ook weer niet. Het probleem is dat alles hier in de media komt. In Genk gebeurden ook gekke dingen, maar ze bleven binnenskamers. In Duitsland maakte ik mee hoe spelers op training met elkaar vochten. De trainer had daar niets tegen, er werd nooit voor gesanctioneerd. Spanning en stress die zich ophopen, moeten nu eenmaal afgereageerd worden.”

De bedoeling van de spelersraad, legt hij uit, was om nog een keer over de situatie te praten. “Wij beseften allemaal dat het niet goed was wat we brachten op het veld. Het overleg kwam spontaan, er was niet vooraf rondgebeld, we hebben gewoon ’s ochtends samen koffie gedronken en beslist dat we met de hele groep rond de tafel zouden gaan zitten. Toen is het helemaal de verkeerde kant opgegaan, men is naar de trainer gestapt, die is dan in de kleedkamer gekomen…”

Om iedereen op de man af te vragen of hij voor of tegen hem was ? Hasi : “Neen. Hij heeft ons collectief toegesproken, hoe hij de situatie zag. Hij vergeleek ze met vorig seizoen, gaf toe dat we het dit jaar minder goed deden, en dat hij de eerste was om zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Toen is hij naar huis gegaan.”

ls de klacht van te weinig inzet op training ter sprake komt, slaat Hasi een verzoenende toon aan. “Je moet voor ogen houden dat er heel wat geblesseerden waren. Die konden minder doen, maar moesten toch spelen. En daarnaast heb je overal jongens die hard trainen en jongens die dat minder doen. Strupar trainde ook minder, maar niemand die erover kloeg. Misschien moet de tolerantiedrempel hier omlaag. Anderlecht is de grootste club van België, iedereen is iemand. Accepteer hem dus zoals hij is en probeer je ontevredenheid weg te moffelen. Vorig seizoen waren er ook jongens die liever niet of wat minder trainden. Tomasz ( Radzinski, nvdr) bijvoorbeeld. Anderen trainden wél hard, maar Tomas speelde. Die ergernissen worden nu uitvergroot, omdat ons voetbal niet zo goed is en de resultaten minder zijn.”

Met Goor, Koller, Dheedene, Van Diemen en Staelens vertrokken bovendien spelers die graag de mouwen opstroopten. “Er zijn jongens vertrokken die werkten, maar ook jongens die wat gek deden en altijd in waren voor een grap. De groep toen was ook al een paar jaar samen en had het nodige geluk. Gaan we er in Porto voor de Champions League uit, krijg je misschien ook een kloteseizoen. Er is vorig jaar goed gevoetbald, maar soms ook héél slecht. Daar heb ik met zó’n ogen naar zitten kijken.”

“We trainen hard genoeg, vind ik”, aldus Hasi. “Ik vind het ook leuker als we met twintig man trainen, dan wanneer er slechts tien op het veld staan, maar tegen blessures kan je weinig doen. Soms mag er wat meer temperament op training zijn, dat klopt, en moeten we wat meer praten, Hollandser zijn, ja, opdat iedereen wakker zou zijn. Ik vind ook dat spelers wat meer individueel kunnen zoeken naar wat ze nodig hebben en werken op wat ze missen. Zo vroeg Tomasz vorig seizoen na de training nog om extra centers. Alles is hier beschikbaar en iedereen is bereid om te helpen.”

Is het dan allemaal te herleiden tot cultuurverschillen. Ontwijkend : “Voetbalcultuur is één cultuur. Ik bedoel : ik ben ook Joegoslaaf, allez : Kosovaar, ik werk wél graag op training… We hebben veel culturen in de kleedkamer, en die moet je accepteren. Oulare sprak geen woord, lachte altijd, trainde niet, maar maakte zijn goals en wij maakten nooit problemen. Branko maakte op het veld wegwerpgebaren als hij de bal niet kreeg, maar verontschuldigde zich daar achteraf altijd voor en de spons ging erover. Wij zijn destijds in Genk naar elkaar toe gegroeid.”

De tolerantie in Anderlecht is minder, meent Hasi, omdat er meer druk is. “Je moet alles winnen, bovendien nog met mooi voetbal. In Genk was het ook feest als we wonnen na een slechte match. Daar werden we van klein groot, hier zijn we allemaal groot. Dat is een verschil. En als het minder gaat, wordt er geklaagd. Door de aanvallers, dat wij ze niet genoeg steunen; door de verdedigers en de middenvelders, dat zij niet meeverdedigen. De fout zit bij allebei. Mensen moeten meer van elkaar verdragen, maar tegelijk ook meer voetballen in het belang van de club. Ik speel voor het geld, dat loochen ik niet, maar iets meer clubliefde zou mogen. Overal, trouwens.”

“Zesentwintig mensen, twaalf buitenlanders, andere mentaliteit”, vervolgt hij. “Ik probeer met iedereen overweg te kunnen, zie die problemen tussen Walen, Vlamingen of Joegoslaven niet. Oké, als wij Joegoslaven spreken is het van nature, door de klanken in de taal, wat luider, en dan zie ik anderen zich verschrikt afvragen waar we het weer over hebben. Dan dimmen we wat. Wij zijn zuiders, dus temperamentvol. Sommige jongens gaan na de training liever naar huis. Zij zien dit misschien als hun werk, zoals ze ook naar de fabriek zouden gaan.

“We zien elkaar sowieso ontzettend vaak, zeker als we Europees spelen. In die periodes ben ik opener met Ilic dan met mijn vrouw, omdat we constant op dezelfde kamer zitten. En dat je met de een meer optrekt, dan met de ander, is toch normaal ? In Genk was ik altijd samen met Branko. Maar als we uitgingen, was het wel met de hele groep. Hier was dat de laatste keer niet het geval. Zeggen dat er nu een wapenstilstand is getekend… dat klinkt zo raar, alsof we hier oorlogen voeren. Psychologische oorlog misschien, ja ( lacht).”

Is Aimé Anthuenis anders dan de man die hij in Genk meemaakte ? Hasi : “Niet heel veel. De druk is hier wel veel groter, en dat speelt wel in zijn kop. Gemoedelijker is hij zeker niet, tijdens de rust gaat hij soms nog heel hard te keer. Kijk, het was allemaal één misverstand, de trainer doet zijn job, de spelers ook. Het is moeilijk om nu in de schoenen van Glen te staan, dat besef ik. Je krijgt misschien een slechte naam, maar hij is een superprof. En de trainer ook.”

Dus moet De Boeck na dit seizoen niet noodgedwongen weg ? Hasi, luidop : “Wàt ? Nee, dat denk ik niet. Ik ben de hele dag bij hem en ik heb niet de indruk dat Glen met dat idee rondloopt. Volgens mij blijft iedereen en gaan we volgend jaar gewoon door. Meer werken, meer tolerantie. En pas op, hé, misschien hàlen wij dit jaar nog iets… Wie zal dan zeggen dat wij verkeerd waren ?”

De buitenwereld heeft er gewoon geen besef van hoeveel er dit seizoen moest worden geïmproviseerd, meent Hasi. “Pas in december was ongeveer iedereen fit en kon er aan een ploeg worden gewerkt. Op een bepaald moment slikten we te gemakkelijk goals, raakte Glen geblesseerd, Olivier Doll ook, en moesten we af van die zoneverdediging. Dus deden we het met vijf achterin, anders was alles naar de kloten geweest. Daarna liep het beter. Moet je de trainer dan geen gelijk geven ? We wisten allemaal dat het wachten was op de terugkeer van Glen en Olivier om met vier op lijn en in zone te spelen. Dat gebeurt intussen ook weer. Dus ?”

Dus is Hasi geen libero meer. “Natuurlijk. De trainer was tevreden, maar mijn plaats blijft op het middenveld, ook al doe ik het nu als rechtsachter. In Anderlecht moet ik niet zeggen : ik wil daar spelen. In Anderlecht moet ik zeggen : ik wil spelen.”

esnik Hasi heeft er zijn optimisme niet bij verloren. Volgend jaar wordt het beter, want twee seizoenen op rij zoveel blessurelast, dat kan niet. “Bovendien,” zegt hij, “hebben wij de meeste kwaliteiten van allemaal.” Wat hem betreft, hoeven er dus geen wijzigingen te komen ? “Het is niet mijn taak om over zulke dingen te spreken. Anderlecht is de grootste club van het land, iedereen is hier graag.”

Conclusie : Anderlecht gaat volgend seizoen gewoon door met Aimé Anthuenis ? “Ik denk het wel. Waarom niet ? Dat zijn eer is aangetast, weet ik ook, Aimé is een gevoelig man. Hij heeft heel zijn leven gewerkt om hier aan de slag te kunnen. Ik kan niet in zijn hoofd kijken en er de schade opmeten, maar na twee schitterende seizoenen moet dit heel moeilijk zijn. Maar ook voor Glen en Filip ( De Wilde, nvdr) moet het moeilijk zijn, zij voelen zich allicht in de steek gelaten.

“Uiteindelijk staan wij op het veld. Soms is het makkelijk om de trainer als schuldige aan te wijzen. We doen te weinig aan zelfkritiek : het is moeilijk om toe te geven dat je zelf niet in vorm bent. Het zijn die kleine irritaties die nu ontploft zijn. Maar ik ben nog steeds optimistisch, we kunnen nog veel rechtzetten, te beginnen in Genk.”

door Peter T’Kint,

“Het was allemaal één groot misverstand.”

“Waarom zouden Aimé en Glen niet gewoon kunnen blijven ?”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content