Scouting is aan de meeste Belgische clubs niet besteed. De huismakelaars zorgen toch voor aanvoer van vooral buitenlandse spelers. Jammer, want er is ook in België voldoende talent, weet Ronny Dierick, al meer dan tien jaar voltijds scout voor clubs uit binnen- en buitenland.

Een paar weken geleden woonde Ronny Dierick, tussen de buitenlandse scouts gezeten, Westerlo-Lierse bij : slechte match, maar toch weer een jonge speler gezien die iets kan. ’s Anderendaags bezocht hij een wedstrijd in de tweede klasse, na een tip. Voor het wedstrijdblad arriveerde Dierick net te laat, maar al na tien minuten had hij gezien om wie het ging, vertelt hij. De naam geeft hij niet. Grijnzend : “Dat ze zelf gaan kijken.”

Ronny Dierick is een van de zeldzame professionele Belgische voetbalscouts. Hij rolde in 1990 in het vak bij Eendracht Aalst, ging in 1996 voltijds voor Anderlecht werken. Twee jaar later maakte hij de overstap naar Vitesse, waarvoor hij zeven jaar werkte. Daarna volgde hij voor Tottenham Hotspur onder meer de Belgische markt.

Vandaag is hij niet aan een club gebonden. Weinig Belgische clubs hebben een budget voor scouting. Ze besteden scouting uit aan oud-spelers of mensen die na hun uren tegen een onkostenvergoeding ergens gaan kijken, verlaten zich op videobanden of op de huismakelaar van dienst.

Dierick gaat liever zelf kijken. Sinds juli zag hij 104 wedstrijden, jeugdmatchen niet meegeteld. Op jaarbasis komt hij aan 200 tot 250 wedstrijden in binnen- en buitenland. Hij rijdt jaarlijks 70.000 tot 80.000 kilometer.

In Frankrijk komt hij vaak Raymond Mommens tegen. Het is dan ook geen toeval, zegt hij, dat Charleroi vaak onbekend, jong talent uit Frankrijk haalt dat het later aan meerwaarde kan verkopen.

Ronny Dierick : “Toen ik bij Anderlecht begon, moest er hard gevochten worden voor een vliegticket. Op dat moment was niemand in België met scouting bezig. In Nederland deden de grote drie dat, later gooide Heerenveen zich op de Scandinavische markt. Heerenveen heeft nu een goed scoutingsysteem, het zit over de hele wereld, in Zuid-Amerika, in Afrika.”

Wie werkt in België goed qua scouting ?

“Genk, met de komst van Willy Reynders. Kijk ook naar de resultaten én het spel van hun jeugdteams. Die doen het bijna allemaal goed. Na Genk heb je Anderlecht, dat jeugdtrainers doorstuurde naar de scouting. Ze zijn wel voltijds bezig, maar worden niet voltijds betaald. Club doet het ook met eigen mensen. Standard doet geen scouting, ik zie die nooit, zelfs niet op jeugdwedstrijden.”

Is een goed scoutingapparaat niet heel erg duur ?

“Als je daar niet in wil investeren, blijf dan in je zetel naar de grote wedstrijden op tv kijken. Maar daar heb je als clubleider niets aan. Als je drie, vier mensen behoorlijk betaalt en regelmatig met elkaar rond de tafel zit, ben je voor je aanvoer van spelers niet afhankelijk van makelaars.”

In welke landen moeten Belgische clubs nog talent zoeken ?

“Ze moeten eerst in eigen gelederen kijken, bij de eigen beloften. De Belgische competitie moet een doorgeefluik zijn. De vierde klasse moet de derde bevoorraden, en de tweede de eerste. Vroeger gebeurde dat meer dan nu, met Bart Goor, Chris Janssens.”

Er is talent in tweede

Misschien is er tegenwoordig minder talent in de tweede klasse.

“Ik heb er dit jaar al zes gezien die zo mee kunnen in eerste. Van die zes moet er één, als het wat meezit, zeker de nationale ploeg halen. Maar de eersteklassers halen liever buitenlanders.”

Omdat die goedkoper zijn ?

“Is dat zo ? Een gewone Belg kost een gewoon salaris. Een gewone buitenlander – uitzonderlijke buitenlanders zie ik hier niet veel – betaal je een riant salaris, een auto, een huis, extra onkosten. Die kost veel meer dan de doorsnee-Belg die niet bij de top drie speelt. Geef dan liever een tweedeklasser een kans.”

Een ervaren buitenlander is meteen inzetbaar.

“Wat heb je te verliezen als je jong talent opstelt ? Elk jaar strijdt maar een handvol ploegen voor Europees voetbal. De andere moeten alleen zorgen dat ze niet degraderen. Als je geen budget hebt om voor Europees voetbal te gaan, haal je beter spelers in tweede, die niet veel kosten. Die kan je laten groeien en aan een meerwaarde verkopen. Dat is het opzet van scouting.”

Tegenwoordig zijn Argentijnen in de mode. Zijn ze goed ?

“Een goeie Argentijn komt niet naar hier, een middelmatige wel. Maar die zal nooit voor heel veel geld verkocht worden. Ik vraag me af wie het grote geld zal neertellen voor Biglia of Frutos.”

Herman Van Holsbeeck zegt dat Lucas Biglia nu al het dubbele waard is van de 3,2 miljoen euro die Anderlecht betaalde.

“Ik hoop het voor hen.”

Is Biglia goed ?

“Het is geen slechte speler. Hij kan mee in Spanje, maar niet in de top of de subtop. Het Spaanse voetbal is niet één, maar drie of vier stapjes hoger dan het Belgische : in snelheid van uitvoering, positiespel. Zie ook Tottenham, amper een subtopper in Engeland, tegen Club Brugge. In België moet een doorsnee-eersteklasser altijd eerst goed de bal aannemen voor hij hem kan doorspelen. Hier worden veel partijtjes gespeeld en rondjes gelopen, maar er wordt weinig getraind op individuele kwaliteiten en vrije trappen. Wél op hoe je je daartegen kan verdedigen.”

Werkt men in het buitenland anders ?

“Ja. In Nederland traint men wél op balaanname, snelheid van uitvoering. Dat moet al bij de jeugd, vanaf acht, negen jaar. Creatief trainen, niet zomaar een uur of twee bezig zijn. Trainen is herhalen.”

Zie je dat euvel al bij de Belgische nationale jeugdploegen ?

“Ja. Het zijn altijd spelers van dezelfde clubs – Anderlecht, Genk – die er technisch bovenuit steken.”

Waar ga jij zelf kijken ?

“In België naar de tweede en de derde klasse, naar jeugdinterlands. In december viel ik nog achterover van een speler in eerste provinciale : zo goed ! Met goed bedoel ik : goed genoeg voor de eerste klasse.

Stel dat ik je bel omdat ik een Zwitserse linksachter zoek.

“Dan haal ik even mijn fichesbak boven. Niet dat zo’n naam je veel zal zeggen : de meeste clubs zijn nauwelijks geïnformeerd over buitenlands talent. In Nederland wel. Daar heeft iedere club in de eredivisie minstens één scout of technisch manager voltijds in dienst, sommige clubs hebben vijf of zes voltijdse scouts. Bij iedere eersteklassewedstrijd van een eerste of tweede elftal in België zitten minstens vijf Nederlanders. Waarom geloven Belgische clubleiders niet in hun eigen spelers ? Waarom halen ze liever spelers uit Afrika of ex-Joegoslavië ?”

Omdat er makkelijker geld aan te verdienen valt ?

“Misschien. Na een tijdje zijn veel van die buitenlanders weer gewoon verdwenen, hé. Men moet de Belgische spelers meer kansen geven, beter opleiden.”

Van Nistelrooy : vijf minuten

Heeft het voor Belgische clubs zin om interlands te volgen ?

“Sommige A-interlands onder 21. Die van de mindere goden : Scandinavië, de nieuwe lidstaten van de EU. Ik volg ook competitievoetbal in de landen waar ik me in specialiseer. Als je op vrijdag naar Tsjechië vertrekt en dinsdag terugkeert, kan je acht wedstrijden zien én gaan kijken hoe die jongens trainen.”

Hoeveel Belgische eersteklassers zijn voor de aanvoer van spelers helemaal afhankelijk van makelaars ?

“Degene die zelf geen scouting doen. Meer dan twee derde dus. Wie afhangt van makelaars, betaalt in principe altijd meer dan wat de speler waard is.”

Je begon bij Aalst. Wie heb je naar daar gehaald ?

Van Der Heyden, Vaesen, Paas, De Vleeschauwer, De Bilde, Okpara, Van der Hoorn. Als ik een tip gaf, werd die meteen gecheckt. Aalst, dat was korte lijnen. Dan kan je zeer snel handelen. Ik zag ooit Pierre van Hooijdonk, toen nog bij RBC, maar die was toen te duur voor Aalst omdat ook zijn vrouw bij een verhuis een nieuwe job wilde. In 1996 heeft Anderlecht me benaderd, Paul Courant was toen manager.”

Wie haalde Anderlecht op jouw advies ?

Bart Goor. Ik heb veel rapporten gemaakt, maar aan weinig werd gevolg gegeven. Vandaar mijn voortijdig vertrek. Veel spelers waren nochtans haalbaar toen ik ze tipte : Kezman, Makelele, Van Nistelrooy, Berbatov. Ik zag ook nog een goeie met het tweede elftal van Charleroi. Dat was Daniel Van Buyten. Daar hebben ze helemaal niets mee gedaan. Tien jaar geleden werd een speler van een tweede elftal niet au sérieux genomen.”

Waar heb jij Van Nistelrooy voor het eerst gezien ?

“Met FC Den Bosch, thuis.”

Was je getipt ?

“Nee. Als je de media een beetje volgt en leest dat een jonge speler vier keer scoort in drie matchen, moet je gewoon gaan kijken.”

Hoe lang bekijk je zo iemand voor je weet : die kan het ?

“In zijn geval : vijf minuten. De eerste indruk is altijd de beste.”

Wat viel je op in die vijf minuten ?

“Zijn doelgerichtheid. Als een magneet werd hij aangetrokken door die goal. Maar ik ga niet naar huis na vijf minuten. Ik ga een speler die me interesseert altijd vier keer bekijken : minstens één keer uit en thuis, omdat je nooit weet wat er in het hoofd van de trainer omgaat. En ik volg hem ook op training. Daar zie je wat de trainer wil en of de speler gedreven traint. Van Nistelrooy heb ik twee keer gezien op training. Mijn rapport was uitermate positief, maar het bestuur volgde me niet.”

Misschien zocht Anderlecht op dat moment geen spits.

“Toch wel. Maar men vond dat een Europese topclub het zich niet kon permitteren een speler uit de Nederlandse tweede klasse te halen. In het algemeen klopt dat, maar er zijn altijd uitzonderingen. Een jaar later heeft Anderlecht wel geprobeerd hem weg te halen. Toen zat hij al bij Heerenveen en was hij al te duur.”

Na die zaak met Van Nistelrooy ben je weggegaan ?

“Ja. Toen kreeg ik een aanbieding van Vitesse, dat veel ambitie had. Daar werkte ik zeven jaar.”

Voor Vitesse volgde je ook de Belgische markt.

“In de tweede klasse was het toen heel matig. In eerste haalden we Pieter Collen, die net kwam kijken bij Gent. Die heeft door blessureleed niet alles gebracht wat erin zat. Bij de jeugd van Anderlecht haalde ik OnurKaya, bij die van Club Siebe Blondelle. Die spelen nu in het eerste elftal van Vitesse. Een buitenlander die je haalt, moet altijd sportief en financieel een meerwaarde vertegenwoordigen.”

Dembélé kan Engeland aan

Na Vitesse belandde je bij Tottenham.

“Daar volgde ik de Europese markt. Na het vertrek van Frank Arnesen werd dat beperkt tot België, Nederland en Duitsland. Ik was een scout ter plaatse, de Engelsen vlogen heen en terug om onze tips te controleren. Via mijn tip haalden ze de Bulgaar Berbatov, die ik tevoren al aan Anderlecht tipte. Maar veel geld neertellen voor al bekende spelers en Dortmund-Hamburg volgen noem ik geen scouting meer.”

Scouten Engelse clubs dan alleen grote namen ?

“Nee, ze doen ook voorbereidend werk. Engelse clubs scouten wél alle EU-spelers vanaf zestien jaar.”

Cru gesteld : Yoni Buyens van Lierse is in principe gezien door Engelse scouts.

“Die kans is groot. Maar er is een groot verschil tussen de Engelse en de Belgische competitie. Engelse clubs scouten veel in België, maar weinig jongens halen Engeland. In Nederland ligt dat anders, omdat ze daar wel de technische kwaliteiten hebben. De meeste buitenlanders in Engeland komen uit Frankrijk, omdat die fysieke aan technische kwaliteiten én snelheid van uitvoering koppelen. Ik zie op dit moment niet veel spelers in België klaar om in Engeland mee te draaien.”

Welke Belgische spelers kunnen mee in de Premier League ?

“Op dit moment niemand. Dembélé binnen twee jaar wel, die hoort op termijn thuis in de categorie- Kluivert. Hij zette een goeie stap door naar Nederland te gaan. Blijft hij in België, is hij nu misschien dood en begraven.”

Kan Logan Bailly naar een gotere competitie ?

“Absoluut. Duitsland of Nederland kan zeker. Voor een keeper is het makkelijker dan voor een veldspeler. Ook Steven Defour kan nog hoger, niet naar Engeland, maar naar Spanje, bij een kleinere club. Maar hij moet zich hier minstens nog twee jaar verder ontwikkelen. Defour is Belgische top. Dat zag je al bij de min-15-jarigen van KV Mechelen, toen hij nog op de buitenkant speelde. Ik heb hem benaderd voor Vitesse, maar hij had al getekend voor Genk. Goeie keuze. Als je bij een Belgische club terechtkan waar je kansen krijgt, moet je niet over de grens gaan. Genk voert een goeie politiek, op termijn zullen ze toonaangevend worden, als ze niet té veel buitenlanders halen. Ze hebben nog talent. Haroun bijvoorbeeld vind ik een onderschatte speler.”

Vanaf welke leeftijd ga je kijken ?

“Op vijftien jaar moet je het zeker zien, maar tussen vijftien en twintig kan er heel veel gebeuren. Degenen met het meeste karakter en het grootste doorzettingsvermogen maken het. Karakter bepaalt veel.”

Wat is voor jou het criterium om iemand te halen ?

“Altijd trek ik de speler die ik ga scouten in gedachten het shirt van mijn club aan en vraag ik me af : zie ik die in mijn club functioneren ? Als die daar niet in past, zoals de ploeg op dat moment speelt, moet je het niet doen.”

GEERT FOUTRÉ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content